In deze rubriek wordt stap voor stap uitgelegd wat er met u gebeurt wanneer u wordt aangehouden voor het plegen van een strafbaar feit en voor verhoor overgebracht wordt naar het politiebureau.
Zo vindt u informatie over: het recht op bijstand van een advocaat, de duur van het voorarrest en wanneer uw zaak voor de rechter gebracht moet worden.
U wordt verdacht van een strafbaar feit.
U bent door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau
Voor het verhoor mag de politie u maximaal negen uur op het politiebureau vasthouden. Zo is er genoeg tijd om bijstand van een advocaat voor u te regelen. In die negen uur telt de tijd tussen 00.00 uur en 09.00 uur niet mee. Het kan dus gebeuren dat u ook s'nachts op het bureau moet blijven. Als dat voor het onderzoek nodig is, kan de (hulp)officier van justitie bevelen dat u langer dan negen uur moet worden vastgehouden. U wordt dan in verzekering gesteld.
De (hulp)officier van justitie heeft besloten dat u langer dan de negen uur voor verhoor op het politiebureau moet blijven. U wordt dan in verzekering gesteld.
Inverzekeringstelling kan maximaal drie dagen duren. In uitzonderlijke gevallen kan de officier van justitie deze termijn met drie dagen verlengen. Als u drie dagen en achtien uur heeft vastgezeten moet u voor de rechter-commissaris zijn geleid. Die rechter toetst of de inverzekeringstelling juridisch in orde is.
Na afloop van de inverzekeringstelling besluit de officier van justitie of er grond bestaat om u langer vast te houden of dat u in vrijheid gesteld kan worden. De officier van justitie heeft uw dossier inmiddels van de politie ontvangen. Hij weet dus wat u zelf hebt verklaard in uw proces-verbaal, wat eventuele getuigen hebben verteld, welke sporen er gevonden zijn, enzovoorts.
Heeft de reclassering een rapport over u gemaakt, dan heeft de officier dat ook. Hij weet ook of u in contact bent geweest met politie of justitie.
De officier van justitie kan twee dingen beslissen:
De officier van justitie vindt het niet nodig dat u nog langer wordt vastgehouden. U wordt dan in vrijheid gesteld. Dit betekent overigens niet dat u overal vanaf bent. De vervolging kan gewoon verder gaan. Besluit de officier om u verder te laten vervolgen, dus om de zaak voor de rechter te laten komen, dan krijgt u uw dagvaarding mee of ontvangt deze thuis.
De officier van justitie vindt dat u nog langer moet worden vastgehouden. U wordt dan voorgeleid aan de rechter commissaris. Hij vraagt de rechter-commissaris om een 'bevel tot bewaring' af te geven. De rechter-commissaris zal u daarop horen. Ook u wordt in de gelegenheid gesteld om uw mening te geven. Wanneer de rechter commissaris beslist dat u langer vastgehouden moet worden begint daarmee de voorlopige hechtenis.
Wanneer de rechter-commissaris toestemt met het verzoek van de officier van justitie om u na de inverzekeringstelling langer vast te houden dan begint daarmee de voorlopige hechtenis.
De voorlopige hechtenis bestaat uit twee delen. Het eerste deel heet bewaring en duurt maximaal 14 dagen en kan niet worden verlengd. Meestal wordt u overgebracht naar een huis van bewaring. (Het kan ook zijn dat u weer wordt teruggebracht naar het politiebureau; dit heet 'preventief zitten')
Na de bewaring beslist de raadkamer van de rechtbank of u nog langer vastgehouden moet worden. Dit heet gevangenhouding. Dit duurt maximaal 90 dagen.
De voorlopige hechtenis (bewaring en gevangenhouding bij elkaar) kan tussentijds worden beëindigd. Dat betekent dat u vrij komt. Bij schorsing kunnen bepaalde voorwaarden worden opgelegd; bij opheffing niet. Met andere woorden: opheffing is een definitieve beëindiging; schorsing kan, als u zich niet aan bepaalde voorwaarden houdt, weer worden teruggedraaid.
Wanneer de officier van justitie uw zaak aan de rechter wil voorleggen ontvangt u een dagvaarding om voor de rechter te verschijnen.
Wanneer u totaal 110 dagen in voorarrest heeft gezeten wordt u gedagvaard om voor de rechter te verschijnen. Als het onderzoek nog niet is afgerond wordt de zaak pro forma behandeld. Dat houdt in dat de zaak nog niet inhoudelijk wordt behandeld. Tijdens de pro forma zitting beslist de rechtbank over de voortduring van uw voorlopige hechtenis en kunnen er onderzoekswensen worden voorgelegd aan de rechtbank.
Bent u inmiddels op vrije voeten gesteld, maar wordt uw zaak wel aan de rechter voorgelegd dan ontvangt u een dagvaarding thuis.
Op grond van de Wet ‘DNA-onderzoek bij veroordeelden moeten mensen die veroordeeld zijn voor een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan verplicht celmateriaal afstaan. Deze brochure is bestemd voor mensen die veroordeeld zijn. In deze brochure leest u wat de maatregel inhoudt, wie DNA moet afstaan en wat van u verwacht wordt.