Vraag en antwoord
De politie mag een persoon op verdenking van het plegen van een strafbaar feit aanhouden en verhoren op het politiebureau.
Een verdenking kan volgen uit het waarnemen van strafbaar gedrag, verklaringen van getuigen, sporen bij misdrijven, anonieme tips of op basis van het ervaringsoordeel van een politieagent
Zie ook de folder: U wordt verdacht van een strafbaar feit
- U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht.
- U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht).
- U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten.
- U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.
- Vertel het de politie als u iets niet begrijpt.
- Meld het ook als u zich ziek voelt, een dokter wilt spreken of dringend medische zorg of medicijnen nodig heeft.
- Als de (hulp)officier van justitie beslist dat u op het (politie) bureau moet blijven, dan mag u vragen om een familielid of huisgenoot te laten weten dat u wordt vastgehouden. Soms kan de (hulp)officier van justitie beslissen dat dit tijdelijk nog niet mag. Hij laat u dit dan weten.
- Heeft u niet de Nederlandse nationaliteit? Dan mag u vragen om het consulaat of de ambassade van uw land te laten weten dat u wordt vastgehouden.
- U kunt in eerste instantie maximaal 9 uur worden vastgehouden. Gaat het om een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan? Dan kunt u maximaal 90 uur (3 dagen en 18 uur) op het bureau worden vastgehouden. Is het hierna voor het onderzoek nodig dat u langer wordt vastgehouden, dan beslist de rechter hierover. Vraag uw advocaat of de rechter wat u kunt doen als u het niet eens bent met uw aanhouding of met de beslissing dat u langer wordt vastgehouden.
- U heeft het recht om de stukken in te zien, als die er zijn. De officier van justitie kan in sommige gevallen bepalen dat dit niet mag. Hij laat u dit dan weten.
Wanneer u bent aangehouden mag u voor het verhoor door de politie met een advocaat praten. Uw advocaat mag u ook tijdens het verhoor bijstaan.
In de folder U wordt verdacht van een strafbaar feit vindt u informatie die voor u van belang is wanneer u door de politie wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit.
Zie ook informatie voor minderjarigen: Je wordt verdacht van een strafbaar feit
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar. Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden.
Bij een klein aantal delicten kan het wel nodig zijn dat er aangifte gedaan wordt. Dat zijn zogenaamde klachtdelicten. Eenvoudige belediging, smaad en laster zijn voorbeelden van klachtdelicten.
- Het is in het belang van het onderzoek nodig dat u langer op het bureau blijft voor verhoor;
- De beslissing tot inverzekeringstelling is genomen door de hulpofficier van justitie
- Hij heeft u voor hij die beslissing nam verhoord;
- Voor het feit waarvan u verdacht wordt is volgens de wet voorlopige hechtenis toegestaan ( strafbare feiten waarop de wet een gevangenisstraf van vier jaar of meer gesteld heeft en een aantal specifieke feiten omschreven in artikel 67 wetboek van strafvordering )
Uw inverzekeringstelling duurt in eerste instantie 3 dagen. In deze periode overlegt de politie met een officier van justitie wat er verder moet gebeuren. Er zijn drie mogelijkheden:
- De officier van justitie vindt dat u in het belang van het onderzoek nog langer moet worden vastgehouden. Hij kan de inverzekeringstelling op het politiebureau nog eens verlengen met maximaal 3 x 24 uur. Van dit bevel tot verlenging krijgt u een afschrift;
- De officier van Justitie vindt dat u in het belang van het onderzoek niet langer vastgehouden hoeft te worden en geeft opdracht u in vrijheid te stellen;
- De officier van justitie vindt het onderzoek inmiddels ver genoeg gevorderd om een beslissing te kunnen nemen over de verdere gang van zaken. U wordt dan aan hem voorgeleid.
De politie kan u fouilleren en voorwerpen die van belang kunnen zijn voor het onderzoek in beslag nemen. Als u het niet eens bent met de inbeslagneming kunt u daarover uw beklag doen bij de rechtbank. Uw advocaat kan u hier meer informatie over geven.
Als het nodig is kan men u op het politiebureau bepaalde beperkingen opleggen. U mag bijvoorbeeld niet telefoneren of post verzenden. Ook kan men u verbieden om met bepaalde personen contact te hebben. Bepaalde voorwerpen en kledingstukken kunnen u tijdelijk worden afgenomen. En u kunt, als u eenmaal in verzekering bent gesteld, gefotografeerd worden. Soms worden ook vingerafdrukken genomen.
De officier van justitie kan wanneer er een serieuze verdenking is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit waarop in de wet een gevangenisstraf van vier jaar of meer staat of voor de misdrijven genoemd in artikel 67 wetboek van strafvordering na de inverzekeringstelling voorlopige hechtenis (bewaring) vorderen bij de rechter-commissaris.
Wanneer het gaat om een feit waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegestaan dan wordt de verdachte niet voorgeleid aan de rechter-commissaris. Een verdachte wordt in zo'n geval al dan niet met een dagvaarding of in afwachting van een nadere beslissing, naar huis gestuurd. Een uitzondering betreft mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Als zij een strafbaar feit plegen waarop een gevangenisstraf staat (ook al is die lager dan 4 jaar) kunnen zij toch in voorlopige hechtenis worden genomen.
Bij de voorgeleiding kan de rechter besluiten een verdachte in bewaring te stellen. De rechter-commissaris toetst:
- of de aanhouding volgens de regels is verlopen (of deze rechtmatig was),
- of er meer tegen iemand is dan een vage verdenking (=ernstige bezwaren)
- of er daarnaast 1 of meer gronden zijn:
- er is sprake van vluchtgevaar,
- er is vrees dat een verdachte bij vrijlating opnieuw een soortgelijk strafbaar feit pleegt waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of meer staat (recidivegevaar)
- er is vrees voor de veiligheid van de staat of de gezondheid en veiligheid van personen of goederen
- vrees voor maatschappelijke veiligheid (geldt alleen voor delicten waarop 12 jaar of meer staat en waarbij de rechtsorde geschokt is geraakt (maatschappelijke onrust). Denk aan een moord)
- iemand is maximaal 5 jaar geleden veroordeeld voor een specifiek in de wet genoemd delict en er wordt rekening mee gehouden dat iemand weer een van deze misdrijven pleegt
- er is vrees dat een verdachte bij vrijlating het onderzoek saboteert of tegenwerkt. Bijvoorbeeld door getuigen te beïnvloeden of sporen uit te wissen.
Zie ook: www.judex.nl
Als u vreemdeling bent in Nederland heeft u het recht om uw ambassade of consulaat in Nederland in te laten lichten over uw arrestatie. Dit gebeurt echter alleen als u daar uitdrukkelijk om vraagt. Ook kan een consulaire vertegenwoordiger u, als u dat wenst én het wordt toegestaan, bezoeken.
De rechter-commissaris (rc) is een rechter die toezicht houdt op de voortgang en rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek dat onder leiding staat van de officier van justitie.
De taak van de rechter commissaris:
- het horen van getuigen
- het toestemming geven aan politie (en OM) om bepaalde opsporingsmethoden in te zetten, zoals het tappen van telefoons.
- het beslissen of iemand in het kader van de voorlopige hechtenis langer mag worden vastgehouden
De rechter-commissaris kan dieper op uw persoonlijke situatie ingaan dan de politie. Zo kan de rechter commissaris de reclassering vragen een voorlichtingsrapport over de verdachte te maken, en eventueel kan hij een psychiatrisch rapport vragen. Het kan zijn dat de verdachte voor dit laatste ter observatie moet worden opgenomen.
In de dagvaarding staat welk strafbaar feit de officier van justitie u ten laste legt. Dat is het strafbare feit waarvan men u verdenkt. Ook vindt u in de dagvaarding waar en wanneer de behandeling van uw zaak ter terechtzitting plaatsvindt.
Op de achterkant van de dagvaarding vindt u informatie over de rechten waarvan u gebruik kunt maken, zoals het recht op een tolk en het recht op rechtsbijstand. Als u de Nederlandse taal niet of niet voldoende beheerst, kunt u de officier van justitie om een tolk vragen.
Zie ook
De officier van justitie kan besluiten om uw zaak te seponeren. Dit betekent dat uw zaak niet meer wordt vervolgd en niet aan een rechter wordt voorgelegd
De reden waarom uw zaak is geseponeerd wordt bewaard in het justitiele documentatieregister (in de volksmond ook wel strafblad genoemd). Als u nog eens wordt aangehouden, worden deze gegevens erbij gehaald.
Alleen als uw zaak wordt geseponeerd omdat u ten onrechte bent aangemerkt als verdachte wordt het feit verwijderd uit het documentatieregister.
Zie ook: Sepot
De officier van justitie kan voor het onderzoek naar een misdrijf in bepaalde gevallen de politie opdracht geven om telefoongesprekken af te luisteren en op te nemen of ander elektronisch verkeer te onderscheppen (denk aan e-mail, sms, WhatsApp en Facebook Messenger). Dat kan alleen als er aan onderstaande voorwaarden is voldaan.
- Er moet sprake zijn van een misdrijf waarop een gevangenisstraf van vier jaar of meer staat (de verdachte komt voor voorlopige hechtenis in aanmerking).
- Het misdrijf is een ernstige inbreuk op de rechtsorde.
- De rechter-commissaris moet toestemming hebben gegeven.
- De afluisterperiode mag niet langer dan vier weken duren. Voor verlenging is toestemming van de officier van justitie nodig.
Meer informatie over tappen/afluisteren vindt u op www.politie.nl