Requisitoir dag 2 (21 december 2021)
Op maandag 20 december, dinsdag 21 december en woensdag 22 december 2021 heeft het Openbaar Ministerie het requisitoir gehouden in de MH17-zaak. Hieronder vindt u de spreektekst van dag twee en een videocompilatie.
3.5 Neerschieten van MH17 met de Buk-TELAR
3.5.1 Inleiding
De Buk-TELAR is dus in opdracht en onder begeleiding van de verdachten vervoerd naar de afvuurlocatie in de buurt van Pervomaiskyi. Vanaf dat moment wordt het stil op de tap van Kharchenko: hij is vanaf 14:10 uur niet meer te horen in tapgesprekken. En ook Pulatov horen we niet meer na 13:36 uur. Wel volgt uit de historische verkeersgegevens van zijn telefoonnummer dat eindigt op -511 dat hij tussen 15:48 en 16:31 uur zendmasten aanstraalt in Pervomaiske, dat vlakbij Pervomaiskyi ligt. Verder is er dus radiostilte. Toch heeft het onderzoek veel informatie opgeleverd over wat er op de afvuurlocatie is gebeurd.
3.5.2 Afvuren van Buk-raket
Zo zijn er ooggetuigen die vertellen dat zij op 17 juli 2014 in die omgeving een lancering hebben waargenomen, foto’s van een rookspoor van een raket, vele getuigen die dit rookspoor hebben waargenomen en satellietbeelden waarop verschillende sporen van een lancering te zien zijn.
3.5.2.1 Getuigen op de afvuurlocatie
Twee getuigen hebben gezien hoe er een Buk-raket werd afgeschoten vanaf het landbouwveld bij Pervomaiskyi: getuigen X48 en M58.
3.5.2.1.1 Getuige X48
Getuige X48 bevindt zich bij een controlepost (‘blokkadepost’) van de DPR op de doorgaande weg van Snizhne naar Saur-Mogila. In de omgeving zijn velden en bomenrijen. Bij de rechter-commissaris tekent hij deze locatie in op een kaart.
Hij ziet een donkergroene Buk rijden en hoort na vijf of zes minuten een ontploffing. Boven zijn hoofd loopt een raketspoor en in de lucht hoort hij een tweede explosie. Hij ziet stukken vliegtuig in een waaier naar beneden vallen. De Buk rijdt daarna naar de weg. Er ontbreekt dan één raket. X48 vertelt ook over vier soldaten die hem opvallen; zij zien er anders uit dan de militairen bij de controlepost en hebben een helm op met ‘oren’. Uit onderzoek volgt dat de communicatie binnen de TELAR gebeurt door middel van een tankcap, een beschermende helm met ‘oren’ en een geluidsverbinding. Na het neerkomen van de wrakstukken begeven deze vier militairen zich richting de controlepost. Getuige ziet dat de plek waar de raket is gelanceerd in brand vliegt en later door een tractor wordt (om)geploegd.
3.5.2.1.2 Getuige M58
Ook M58 is aanwezig op deze locatie bij de controlepost. Hij verklaart dat hij een dag voor de ramp met de Boeing met andere vrijwilligers van Marinovka naar een kruispunt ten zuiden van Snizhne wordt gebracht om een doorbraak van Oekraïense strijders tegen te houden.1 Het is een kruising van een verharde en een onverharde weg, waarbij de onverharde weg langs de noordzijde van het landbouwveld loopt. Bij het kruispunt ziet getuige M58 een controlepost (‘blockpost’), bomen, velden met daarop gewassen, zoals tarwe, en in de verte heuvels. De controlepost bevindt zich op de verharde weg.2 Na aankomst helpt de getuige een of twee tenten op te zetten en graaft hij loopgraven. De volgende dag ziet en hoort getuige een voertuig passeren dat hij later als een Buk-TELAR herkent. Kort daarop hoort hij een explosie en ziet hij een raket de lucht in vliegen, in de richting van een groot vliegtuig. Achter de raket ziet hij een spoor, zoals je ook wel ziet achter een vliegtuig. Getuige verklaart te zien dat het vliegtuig wordt geraakt en daarna naar beneden valt. Hij blijft kijken hoe het vliegtuig valt en ziet rookontwikkeling. Hij ziet de Buk-TELAR op het veld staan en later ziet hij de TELAR bij het kruispunt. Op dat moment ziet hij dat één raket mist. Hij denkt ook overgeschilderde cijfers op de linker zijkant van de TELAR te zien, waarvan hij één cijfer denkt te herkennen als een ‘2’. Op het kruispunt staan na het neerhalen meerdere strijders. Getuige tekent verschillende keren de plek waar hij de Buk-TELAR in het veld heeft zien staan. Die plek varieert van dichter bij het kruispunt tot iets verder daar vandaan, dichtbij het punt dat ook door X48 is gemarkeerd.
Over de reactie na het neerhalen van het vliegtuig verklaart M58 in 2019 tegenover de rechter-commissaris als volgt:
“We waren heel blij, want ze zeiden tegen ons dat er een militair transportvliegtuig was geraakt. Dat zei iedereen, ook de commandanten. (..) En ik heb gesproken met iemand die de commandant was van hen, een stevige jongen, een plaatselijk iemand, een Oekraïner. Hij zei: we gaan nu naar de plek waar [het] vliegtuig is neergekomen en hij was net als wij blij. Ze zijn weggereden. (…) Ze zijn na een uur of misschien iets later teruggekeerd, zagen er somber uit. Ik vroeg: wat is er aan de hand. Hij zei: het is geen militair vliegtuig, hij zei: er liggen allerlei…”
M58 huilt bij de rechter-commissaris als hij zijn zin afmaakt:
“Hij zei: er ligt allemaal kinderspeelgoed.”
Ook eind 2020 wordt getuige emotioneel als hij zijn vierdaagse verhoor afsluit met de woorden dat hij zijn medeleven betuigt aan alle slachtoffers en nabestaanden.
De getuigenissen van X48 en M58 over de lancering op die betreffende locatie worden ondersteund door verschillende verklaringen van getuigen uit de omgeving, door foto’s van een rookspoor afkomstig uit de richting van de door X48 en M58 genoemde locatie, door satellietbeelden en – voor zover het de inzet van een Buk-raket betreft – door de resultaten van het forensisch onderzoek.
3.5.2.2 Andere getuigen van de vlucht van een raket
Ten tijde van de lancering vliegt MH17 op ongeveer 10 kilometer hoogte en zo’n 34 kilometer ten noordwesten van de door X48 en M58 aangewezen locatie. Tussen het moment van de lancering van de raket en het raken van MH17 zitten ongeveer 32 seconden.
Een groot aantal getuigen heeft verklaard over een raketlancering vanuit de omgeving van Snizhne, Torez en Pervomaiskyi.
Twaalf van deze getuigen hebben in dit verband verklaard over een rookspoor. Elf getuigen die spreken over een explosie of rookspoor verklaren ook over een Buk-installatie die ze eerder die dag hebben gezien of waarover ze hebben gehoord. En als het gaat over het ontstaan van het rookspoor verklaart een aantal getuigen concreet over de heuvel van Saur Mogila, ten zuiden van Snizhne, maar ook over de plaatsen Pervomaiskyi en Pervomaiske. Deze verklaringen leveren op zichzelf geen bewijs op voor de afvuurlocatie, maar zij sluiten nauw aan bij de verklaringen van X48 en M58.
3.5.2.3 Foto’s van rookspoor
Om 16:20 uur hoort een inwoner van Torez, waarvan de naam in het dossier wordt genoemd, met een korte tussenpoos twee zware explosies. De tweede explosie is veel luider dan de eerste en wel zo luid, dat de ramen er van trillen. Hij pakt zijn Nikon camera en loopt naar het balkon van zijn appartement, waar hij een rookspoor ziet van een hem onbekend object. Het spoor loopt loodrecht over zijn huis. Om 16:25 uur maakt hij twee foto’s van dit spoor. Eén van die foto’s, alsmede een door het KNMI door middel van contrastbewerking bewerkte versie van diezelfde foto, zien we nu.
3.5.2.3.1 Metadata
De fotograaf heeft zijn camera en geheugenkaart beschikbaar gesteld voor onderzoek. Uit metadata onderzoek blijkt dat de foto’s van het rookspoor om 16:25:41 uur en 16:25:48 uur zijn gemaakt.
3.5.2.3.2 Onderzoek NFI naar authenticiteit
Het NFI heeft de camera en geheugenkaart onderzocht en geen aanwijzingen gevonden voor manipulatie. Verder concludeert het NFI dat de fotobestanden opeenvolgend zijn en dat de onderzoeksgegevens duiden op het gebruik van een Nikon-camera. Een zelfde camera dus als de fotograaf heeft verstrekt en waarmee hij de foto’s naar eigen zeggen heeft gemaakt.
3.5.2.3.3 Onderzoek KNMI naar aard van rookspoor
Verder heeft het KNMI onderzoek gedaan naar het beeld van het witte rookspoor op één van de twee foto’s. Omdat het spoor duidelijk verticaal is georiënteerd en het sterkst is ontwikkeld bij de horizon, sluit het KNMI uit dat dit spoor afkomstig is van een vliegtuig op grote hoogte. Verder concludeert het KNMI dat het wolkenbeeld op de foto past bij de bewolking die te zien is op satellietbeelden in de middag van 17 juli 2014.
3.5.2.3.4 Onderzoek naar herkomst rookspoor
Het KNMI heeft ook onderzoek gedaan naar de richting van het rookspoor. Op basis van de omgevingskenmerken op de foto’s en de coördinaten van de locatie van de fotograaf heeft het KNMI de richting van deze foto’s vastgesteld. Datzelfde onderzoek is ook gedaan door een particuliere blogger, Bellingcat en het onderzoeksteam. Al deze onderzoeken leiden tot de conclusie dat de foto’s van het rookspoor zijn gemaakt in zuidoostelijke richting vanaf een flat ten noorden van Torez en dat de baan van het rookspoor past bij een lancering vanaf het landbouwveld nabij Pervomaiskyi.
3.5.2.4 Satellietbeelden van sporen in landbouwveld
Dat vanaf die locatie een raket is afgevuurd, volgt ook uit satellietbeelden van dit landbouwveld nabij Pervomaiskyi.
3.5.2.4.1 Sporen van brand
Bij de lancering van een raket ontstaat een steekvlam, die afhankelijk van de ondergrond voor brand kan zorgen. Op satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014 is te zien dat de noordwestelijke hoek van dit veld zwart is, terwijl dit nog niet is te zien op de satellietfoto van 16 juli 2014. Om het zwarte deel is een donkere lijn zichtbaar. Volgens een beeldanalist van het ministerie van Defensie is deze donkere lijn een spoor ten gevolge van het omploegen van het land. Dit past bij de verklaring van getuige X48 dat de plek waar de raket is gelanceerd in brand is gevlogen en later door een tractor is omgeploegd. Ook de European Space Agency (ESA) heeft de satellietfoto’s beoordeeld. Volgens ESA past de zichtbare verandering in de noordwestelijke hoek van het veld bij de gevolgen van brand. Verder ziet ESA in beginsel geen reden voor een landbouwer om zijn veld op een dergelijke ongelijke wijze te verbranden of om te ploegen. Op oudere satellietbeelden van hetzelfde veld heeft ESA een dergelijke ongelijke bewerking van het veld niet gezien. ESA concludeert dan ook dat een abnormale gebeurtenis heeft plaatsgevonden in de noordwestelijke hoek van het veld tussen 16 juli en 21 juli 2014, die een significante degradatie van de aarde inclusief brand heeft veroorzaakt. Dit past bij een raketlancering.
3.5.2.4.2 Beginpunt van de brand
Uitgaande van de hypothese dat de zwarte plek op het veld een brandplek is, heeft het KNMI onderzocht waar het beginpunt van deze brand is en hoe deze zich heeft verspreid. Het KNMI constateert dat er op 17 juli 2014 om 16:20 (UTC+3) uur in de regio een noordoosten- tot oostenwind staat.
Als een brand op één punt ontstaat, zal de vuurhaard zich met de wind mee verplaatsen, waarbij die vuurhaard breder kan worden. Dit betekent dat een brand zich bij een noordoosten- tot oostenwind in zuidwestelijke tot westelijke richting zal uitbreiden. Als de brand is ontstaan op 17 juli 2014 rond 16.20 uur dan is van de door de politie opgegeven locaties alleen locatie “B” (of een plek in de buurt van locatie B) een logisch beginpunt. Locatie B is de plek waar volgens X48 de raket is afgevuurd.
3.5.2.4.3 Tracksporen
Naast een brandplek zijn op de satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014 ook tracksporen te zien, die niet terugkomen op de satellietfoto van 16 juli 2014. Het meest opvallende trackspoor is te zien op de door X48 aangewezen lanceerlocatie.
Dit spoor is ruim 3 meter breed en loopt vanaf de bosrand een stukje het veld in. Het onderstel van een TELAR is 3,25 meter breed. Volgens de eerder genoemde beeldanalist van het ministerie van Defensie is het spoor op het oog te breed voor een maaivoertuig en wijst het op een rupsvoertuig dat vermoedelijk vanuit de bossen het veld oprijdt en via hetzelfde spoor weer terugrijdt.
Getuige M58 verklaart dat hij de TELAR vóór het afvuren langs de bomen aan de noordzijde van het veld heeft horen rijden, dat deze na het afvuren onder de schaduw van de bomen is gaan staan en daarna naar het kruispunt is gereden.
Volgens M58 is de TELAR dus over de onverharde weg aan de noordwijze van het landbouwveld naar het kruispunt gereden. Op het satellietbeeld van 20 juli 2014 zijn op dit kruispunt sporen te zien. Dit zien we op de rechter afbeelding in het oranje kader. Op het beeld van 16 juli 2014 ontbreken deze sporen. De beeldanalist van Defensie heeft het over mogelijke tracksporen die vanuit het noorden de kruising naderen en een grote bocht maken richting de afvuurlocatie. Deze sporen lopen dus van de verharde weg naar de onverharde weg, of omgekeerd. Dit sporenbeeld past precies bij de verklaring van M58.
3.5.2.4.4 Tenten
Zoals eerder al genoemd, heeft M58 ook verklaard dat hij de dag voor het neerhalen van MH17 een of twee tenten heeft opgezet in de buurt van het kruispunt. Hij tekent deze in de linkerbovenhoek van het kruispunt.
Op 9 februari 2019 stuurt M58 een foto van een soortgelijke tent aan het opsporingsteam met de opmerking: “Wij hadden twee van zulke tenten bij die blockpost!” Het gaat om een ronde, lichtgekleurde legertent. Precies op de plek waar M58 twee tenten heeft getekend, zijn op de satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014 twee witte ronde plekken te zien, terwijl deze niet zichtbaar zijn op het beeld van 16 juli 2014.
Hoewel de aanwezigheid van tenten niets zegt over het wel of niet afvuren van een raket, is deze bevinding wel relevant voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaring van M58.
3.5.2.5 Video en getuige van spoor in landbouwveld
We beschikken niet alleen over satellietbeelden van deze locatie, maar ook over videobeelden die zijn gemaakt door een Britse journalist.
Op 22 juli 2014 reist deze journalist met een collega naar een gebied ten zuiden van Snizhne, op zoek naar een afvuurlocatie. Op een graanveld vragen ze de bestuurder van een combine of hij een lanceerinstallatie heeft gezien. Daarop wijst de combinebestuurder hun op een stuk land verderop, dat volgens hem heeft gebrand. Op dat landbouwveld ziet de journalist vervolgens dat het graan geblakerd is, naar zijn zeggen alsof er een uitbarsting van vuur is geweest waarna het graan in brand is gevlogen. Ze maken video-opnamen op deze locatie en rijden dan verder over een onverharde landweg. Verderop ligt een door rebellen gecontroleerde controlepost (‘checkpoint’) verborgen tussen de bomen. De controlepost ligt bij een kruispunt en ziet er volgens de journalist uit alsof het een permanente bestemming heeft. De journalist noemt de coördinaten waar vandaan hij de ‘brandvlek in het veld’ heeft gezien. Deze plek ligt in de linker bovenhoek van het veld waarover X48 en M58 hebben verklaard en is wel te zien op de satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014, maar nog niet op die van 16 juli. Ook de door de journalist genoemde locatie van de controlepost komt overeen met de verklaringen van getuigen X48 en M58.
3.5.2.6 Tussenconclusie
We zetten het voorgaande weer even op een rij. Als we de route van de aanvoer van de Buk-TELAR volgen en de tapgesprekken over de bestemming beluisteren, komen we uit op een landbouwveld bij een controlepost nabij Pervomaiskyi. Dat de Buk-TELAR daar in de middag van 17 juli 2014 ook daadwerkelijk een Buk-raket heeft afgevuurd is gezien door verschillende getuigen. In de eerste plaats zijn dat X48 en M58, die dezelfde middag op deze afvuurlocatie aanwezig zijn. Verder zijn er vele andere getuigen die de vlucht van een raket of een daarop gelijkend voorwerp zien. Eén van hen maakt hiervan twee foto’s, waarop een verticaal rookspoor is te zien dat niet past bij een vliegtuig en dat uit de richting komt van hetzelfde veld bij Pervomaiskyi als waarover X48 en M58 verklaren. Op dat veld laten de TELAR en de Buk-raket sporen achter, die op satellietfoto’s en een video zijn terug te zien: tracksporen en brandsporen. Die sporen komen overeen met wat getuigen X48 en M58 op dat veld hebben waargenomen.
3.5.3 MH17 wordt getroffen door Buk-raket
Dat MH17 vervolgens door deze Buk-raket is getroffen, volgt uit het forensisch bewijs. Uw rechtbank heeft bij de behandeling van het dossier uitgebreid stil gestaan bij het forensisch onderzoek. Wij zullen nu ingaan op de belangrijkste resultaten, die onmiskenbaar wijzen op de inzet van een Buk-raket.
3.5.3.1 Algemeen schadebeeld
In de eerste plaats is dit het op de wrakdelen van MH17 waargenomen schadebeeld. Meer specifiek de honderden kleine en grotere perforaties, kraters, schampschade en beroeting, geconcentreerd aan de linker- en bovenzijde van de cockpit. De rechterzijde van het toestel vertoont dit schadebeeld niet. Richting de linker achterzijde neemt de concentratie van de schade zichtbaar af. Volgens de deskundigen van het Russische Almaz-Antey, het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en de Belgische Royal Military Academy (RMA) past dit schadebeeld bij het gebruik van een Buk-raket.3
Onderzoek door het NFI wijst uit dat de meeste kraters en perforaties zijn veroorzaakt door inslagen met staal. Een warhead van een Buk-raket bevat voorgevormde staalfragmenten. Nader onderzoek wijst uit dat de elementsamenstelling van de in kraters en perforaties aangetroffen staaldeeltjes overeenkomt met de elementsamenstelling van de voorgevormde fragmenten uit een warhead van een Buk-raket.
3.5.3.2 Metaalfragmenten
Als tweede wijzen wij op in de lichamen van slachtoffers, vluchtdocumenten en wrakdelen aangetroffen metaalfragmenten.
3.5.3.2.1 Metaalfragmenten in lichamen, vluchtdocumenten en wrakdelen
In totaal zijn in lichamen van slachtoffers, vluchtdocumenten en wrakdelen 370 fragmenten aangetroffen.
Het NFI heeft een deel hiervan geselecteerd voor nader onderzoek. Deze fragmenten zijn vervolgens vergeleken met fragmenten uit zes 9N314M warheads, waaronder fragmenten die na de arenatesten in Oekraïne en Finland zijn veilig gesteld. In totaal zijn 195 fragmenten onderzocht.
Het NFI concludeert dat:
- alle onderzochte fragmenten bestaan uit ongelegeerd staal en een elementsamenstelling hebben van ijzer met wat silicium, chroom, mangaan en koper;
- al deze fragmenten zijn gefabriceerd door ze te knippen, te zagen of te hakken van staven warmgewalst ferritisch staal met een laag koolstofgehalte en daarna zijn gezandstraald en gespoeld of op andere wijze behandeld met fosfor- en of zwavelzuur;
- alle onderzochte fragmenten een microstructuur hebben die grotendeels bepaald is door compressie van het staal bij de explosie, door inslag in het vliegtuig en door verhitting aan de randen als gevolg van de explosie en de inslag.
Met andere woorden: alle onderzochte fragmenten komen overeen qua elementsamenstelling, productieproces en microstructuur.
3.5.3.2.2 Vlinder- en tegelvormige fragmenten in lichamen bemanningsleden
Daarnaast constateert het NFI dat de onderzochte fragmenten drie herkenbare vormen hebben: vlinders, tegels en staafjes. Twee van deze door het NFI onderzochte fragmenten zijn op basis van forensische foto’s en microCT-beelden van het NFI ook voor de leek duidelijk herkenbaar als vlinder- en tegelvormig fragment. Dat zien we hier.
De Russische Federatie en Almaz-Antey hebben informatie verstrekt over vorm en afmetingen van de fragmenten uit de 9N314M warhead. De bowtie heeft een afmeting van ongeveer 13 bij 13 bij 8 mm, de tegel is ongeveer 8 bij 8 bij 5 mm groot en het staafje 6 bij 6 bij 8 mm. Deze afmetingen komen nagenoeg overeen met de afmetingen van de fragmenten zoals die door het JIT zijn vastgesteld bij de ontmanteling van een 9N314M warhead in Oekraïne. Op de fotos die we nu tonen is te zien dat de aangetroffen vlinder en tegel vrijwel dezelfde afmetingen hebben als de fragmenten met dezelfde vorm in de 9N314M warhead van een Buk-raket. Verder lijken zij op na afloop van de arenatesten in Finland en Oekraïne veilig gestelde vlinders en tegels.
Deze twee specifieke fragmenten zijn aangetroffen in de lichamen van twee bemanningsleden:
i. de vlinder in het lichaam van de captain van team A;
ii. de tegel in het lichaam van de first officer van team A.
Op deze fragmenten zijn laagjes (opgesmolten) cockpitglas aangetroffen. Dit kan volgens het NFI alleen worden verklaard als de fragmenten van buiten het vliegtuig komen.
Met de Buk-TELAR die we zien op het beeldmateriaal van 17 juli 2014, kunnen drie typen Buk-raketten worden afgevuurd: de 9M38, de 9M38M1 en de 9M317. Deze raketten worden standaard uitgerust met een eigen warhead: respectievelijk de 9N314, de 9N314M en de 9N318. Hoewel ontwikkeld voor de 9M38M1 raket past de 9N314M warhead ook in een 9M38 raket. Dit is vastgesteld tijdens de ontmanteling van een 9M38 raket en is tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris bevestigd door de deskundigen van Almaz-Antey en de RMA.
Volgens Almaz-Antey zijn de vormen en afmetingen van de fragmenten onderscheidend voor de verschillende warheads. De vlinder komt volgens de producent alleen voor in de 9N314M warhead. Ook volgens de deskundige van de RMA zijn vlindervormige fragmenten uniek voor de 9N314M warhead van een Buk-raket.
Het onderscheidende karakter van het vlindervormige fragment staat wat het Openbaar Ministerie betreft vast. De combinatie van vlindervormige en tegelvormige fragmenten komt alleen voor in een warhead van het type 9N314M. Met het aantreffen van een vlinder en een tegel in de lichamen van twee cockpitbemanningsleden is het gebruik van de 9N314M warhead dus een gegeven. Die warhead past zowel in een 9M38 als in een 9M38M1 Buk-raket.
3.5.3.3 Overige raketdelen
Naast metaalfragmenten zijn er ook nog andere vliegtuigvreemde materialen aangetroffen, die vastgeklemd zaten in de wrakdelen van MH17 en die passen bij een Buk-raket. Wij bespreken er twee.
In een stuk spant aan de linkerzijde van de cockpit is vliegtuigvreemd materiaal aangetroffen in de vorm van een stuk roestvast staal (AAGK3338NL). In de sponning van het linker cockpitraam is een donkergroen verwrongen stuk metaal aangetroffen (AAHZ3650NL). Beide delen zaten klemvast in de vliegtuigwrakdelen. In het dossier worden deze delen ook wel ‘de prop’ (uit het spant) en ‘de groene prop’ (uit de sponning) genoemd. Het NFI heeft deze delen met behulp van een zaag uit de wrakstukken verwijderd, waarna de prop uit het spant in drie stukken is gezaagd. Vervolgens zijn alle delen onderzocht door het NFI en door forensische specialisten van de Australische Federale Politie (AFP). Wij staan nu eerst stil bij het NFI-onderzoek.
3.5.3.3.1 Elementsamenstelling en microstructuur
Het NFI heeft de elementsamenstelling en de microstructuur van deze deeltjes bepaald. Beide deeltjes bestaan uit martensitisch warmgewalst roestvaststaal. Ook heeft het NFI van diverse onderdelen van meerdere referentie Buk-raketten de elementsamenstelling en microstructuur bepaald. Onder meer van de schuif- en grondplaten. Deze schuif- en grondplaten bevinden zich op een contactpunt in het staartdeel van de Buk-raket, waaraan een kabel van het Buk-lanceervoertuig is gekoppeld. Het deeltje uit het spant en het deeltje uit de sponning van het cockpitraam zijn op basis van elementsamenstelling en microstructuur niet te onderscheiden van de schuif- en grondplaten van de 9M38 referentieraket en één van de twee 9M38M1 referentieraketten. Met andere woorden: deze deeltjes zijn volgens het NFI uit hetzelfde materiaal geproduceerd als de schuif- en grondplaten van deze Buk-referentieraketten. Het NFI werkt in dit soort onderzoeken vaak met verschillende hypotheses, waarbij de resultaten van het onderzoek worden vertaald naar de mate van waarschijnlijkheid of onwaarschijnlijkheid dat een bepaalde hypothese klopt. In dit geval zijn de bevindingen volgens het NFI veel waarschijnlijker (dus veel beter te verklaren) wanneer deze deeltjes afkomstig zijn van de schuif- en grondplaten van een Buk-raket dan wanneer ze afkomstig zouden zijn uit andere bron, zoals een ander wapen.
3.5.3.3.2 Overige fysieke kenmerken
Naast de vergelijking op basis van elementsamenstelling en microstructuur door het NFI heeft de AFP deze roestvaststalen deeltjes uit het spant en de sponning ook fysiek vergeleken met de grond- en schuifplaten van een Buk-raket. Daarbij is een groot aantal overeenkomsten vastgesteld. Wij leggen nu uit hoe de AFP dit onderzoek heeft verricht en laten dit zien met beeldmateriaal van de groene prop in de sponning van het cockpitraam.
Als eerste heeft de AFP het gewicht, de vorm, de kleur en de afmetingen gemeten en beschreven. Daarna is vastgesteld dat de prop magnetisch is. Over deze prop is verder opgemerkt dat deze gescheurde randen heeft, tekenen vertoont van machinale bewerking, gladde oppervlakten, een gefabriceerd gat en ‘gevouwen’ randen.
Er is in ieder geval een groene gefreesde plaat te herkennen en daaronder een zilverkleurige plaat met gaten. Die groene plaat heeft een voorgevormde rand en is ongeveer 1,8 mm dik. De zijkanten van deze rand lijken met de hand te zijn afgerond. Er zijn twee parallelle strepen in het oppervlak zichtbaar, zo’n 25 mm van elkaar en loodrecht op de voorgevormde rand. Tussen en naast die parallelle strepen zijn ook boogvormige freessporen zichtbaar. De achterkant van dit stuk is niet geverfd en lijkt glad.
In de zilverkleurige plaat is een gat zichtbaar met een diameter van ongeveer 6 millimiter. De rand van het gat bevindt zich op zo’n 3,4 mm van de voorgevormde rand. Op deze plaat zijn fijne strepen zichtbaar. Na onderzoek concludeert de AFP dat de groene en zilverkleurige plaat één geheel hebben gevormd.
In totaal heeft de AFP 32 punten vastgesteld op basis waarvan de prop kan worden vergeleken met het referentiemateriaal, bestaande uit de grondplaat van een 9M38 en een 9M38M1 raket.
Aan dit referentiemateriaal valt in de eerste plaats op dat beide grondplaten aan de ene kant groengekleurd zijn en aan de andere kant zilverkleurig. Ook valt op dat de platen op een bepaalde manier zijn gefreesd en gaten bevatten. Die freessporen laten wij zometeen zien. Verder hebben de grondplaten aan weerszijden een zogenaamde geleiderail.
Door deze geleiderail kan de schuifplaat heen en weer bewegen. Nadat de AFP de grondplaten verder heeft beschreven, volgt de vergelijking met de groene prop. De waargenomen overeenkomsten worden uitvoerig beschreven en getoond in zogenaamde comparison charts. Wij zullen daar enkele van laten zien.
Hier zien we links een deel van de groene plaat en rechts een deel van de grondplaat van de 9M38 referentieraket. Op beide delen zijn meerdere boogvormige freessporen naast elkaar te zien (op de afbeelding gemarkeerd als #4, #7 en #8), die even breed zijn en die hetzelfde ‘waaiervormige’ patroon hebben. Ook zijn de eerdergenoemde strepen (aangeduid als #5 en #6) aan weerszijden van die freessporen zichtbaar.
Op de volgende comparison chart zien we de voorgevormde rand (aangeduid met #9) van de groene plaat en de voorgevormde rand van het referentiemateriaal.
Beide randen zijn aan de zijkanten ogenschijnlijk handmatig afgerond (zie de nummers #3 en #17) en komen qua dikte overeen.
Op deze afbeelding zien we links de zilverkleurige plaat van de prop en rechts een deel van de grondplaat van een van de referentieraketten. In beide platen is een machinaal aangebracht gat te zien, dat zich even ver van de voorgevormde rand (#14) bevindt. Op de volgende comparison chart zien we datzelfde gat (met #10), maar nu zijn op beide onderdelen ook duidelijk de freessporen te zien (zie in de afbeelding punt 32).
En op de laatste comparison chart die we tonen (44) is op beide delen duidelijk het uiteinde van de geleiderail (zie #19) te zien.
Links daarvan bevindt zich het voorgevormde gat (#10), dat op deze foto van het referentiemateriaal slechts zichtbaar is als lichte vlek, maar in het echt wél is te zien en door de verbalisant is beschreven. Ook is onder meer de voorgevormde rand (#14) met de afgeronde zijkanten (#15 en #16) te zien.
In relatie tot de groene en zilverkleurige plaat van de prop uit de sponning concludeert de AFP dat deze oorspronkelijk één geheel hebben gevormd en dat de uiterlijke kenmerken van deze prop overeenkomen met een specifiek deel van de grondplaat van zowel de 9M38, als de 9M38M1 referentieraket.
Ditzelfde heeft de AFP gedaan met andere aangetroffen raketdelen, waaronder de eerder genoemde prop uit het spant. Op basis van dit vergelijkend onderzoek concludeert de AFP dat de uiterlijke kenmerken van de prop uit het spant overeenkomen met een specifiek deel van de schuifplaat van zowel de 9M38 als de 9M38M1 referentieraket.
3.5.3.3.2.1 Samenvatting overige raketdelen
Samengevat is in relatie tot deze twee vliegtuigvreemde delen - de groene prop in de sponning en de prop in het spant - het volgende vastgesteld. Beide delen zaten klemvast in de wrakdelen. In beide wrakdelen moest worden gezaagd om de proppen te verwijderen. Het NFI heeft van beide delen de elementsamenstelling en microstructuur vastgesteld. Deze komen overeen met de elementsamenstelling en microstructuur van de grondplaat en de schuifplaat van de 9M38 en 9M38M1 raket. Het AFP heeft de uiterlijke kenmerken van deze proppen vastgesteld en vergeleken met grond- en schuifplaten van referentieraketten en geconcludeerd dat deze op zeer veel punten overeenkomen. De prop in het spant is herkend als deel van een schuifplaat en de prop in de sponning als deel van een grondplaat.
Vanwege de vervormingen van deze twee proppen en de wijze waarop ze in het wrak vastzaten is de deskundige van de RMA ervan overtuigd dat deze er door een explosie in terecht zijn gekomen; zij kunnen er niet op een statische manier zijn ingeduwd.4 Bovendien zijn deze delen volgens de RMA uniek voor een Buk-raket.5
3.5.3.4 Tussenconclusie
Daarmee is de forensische cirkel rond: het schadebeeld met honderden kleinere en grotere perforaties en kraters past bij de detonatie van een warhead van een Buk-raket in de nabijheid van MH17. Dat noemen wij hier het damage pattern. Staalresten in die perforaties en kraters hebben dezelfde elementsamenstelling als de fragmenten van een warhead van een Buk-raket. Dat zijn in de afbeelding de remnants of steel. In wrakdelen van MH17 en in de lichamen van slachtoffers zijn 370 stalen fragmenten aangetroffen die qua vorm, elementsamenstelling, microstructuur en productieproces overeenkomen met de fragmenten uit warheads van een Buk-raket. Ook dat zien we hier. Op een deel van die fragmenten is cockpitglas aangetroffen. In de lichamen van de captain en first officer zijn fragmenten aangetroffen die door het NFI zijn herkend als vlinder en tegel, oftewel als bowtie en square. Vlindervormige fragmenten komen volgens Almaz-Antey alleen voor in een 9N314M warhead en de deskundigen van RMA en NLR beamen dit. U ziet hier waar die warhead zich in de raket bevindt. Alle deskundigen verklaren verder dat een 9N314M warhead zowel in de 9M38 als de 9M38M1 raket past. Onderdelen van deze typen raket zijn klemvast aangetroffen in wrakdelen van MH17. Twee daarvan heb ik zojuist besproken. U ziet ze hier als ‘metal pieces’ in de afbeelding. Bij al deze bevindingen past op basis van het forensisch onderzoek maar één conclusie: MH17 is neergehaald door een Buk-raket.
3.5.4 Conclusie neerschieten MH17
Wij vatten weer samen: de Buk-TELAR is in opdracht en onder begeleiding van verdachten vervoerd naar de afvuurlocatie nabij Pervomaiskyi. Dat volgt uit de route die dat transport heeft afgelegd, die tot in detail kan worden gereconstrueerd op basis van zendmastgegevens, getuigenverklaringen, sociale mediaberichten en video’s en foto’s van de Buk-TELAR. Het volgt ook uit tapgesprekken waarin de omgeving van Pervomaiskyi als eindbestemming wordt benoemd. Kort voor 14:07 uur heeft de Buk-TELAR zijn bestemming bereikt.
Twee ooggetuigen zien vervolgens hoe de Buk-TELAR een raket afvuurt vanaf een landbouwveld in de buurt van Pervomaiskyi en verschillende getuigen in de omgeving nemen de vlucht van die Buk-raket waar. Eén van die getuigen maakt ook foto’s van het verticale rookspoor van de raket, dat uit de richting komt van het landbouwveld bij Pervomaiskyi. Op datzelfde veld worden verschillende sporen achtergelaten: brandsporen als gevolg van de ontbranding van de raket en tracksporen van de Buk-TELAR. Ook is achteraf nog de controlepost terug te vinden, die al eerder in de middag (om 13:09 uur) door een ondergeschikte van Kharchenko wordt genoemd als oriëntatiepunt voor de eindbestemming van de Buk-TELAR en die door beide ooggetuigen wordt gezien bij de afvuurlocatie.
Dat MH17 inderdaad door een Buk-raket is getroffen, blijkt ten slotte uit de bevindingen van het forensisch onderzoek. Kort samengevat: het schadebeeld aan de linker- en bovenzijde van de cockpit wijst op de detonatie van een warhead van een Buk-raket. In wrakstukken van MH17, vluchtdocumenten en lichamen van slachtoffers zijn honderden vliegtuigvreemde delen aangetroffen, die zowel qua elementsamenstelling, microstructuur als uiterlijke kenmerken overeenkomen met fragmenten van een 9N314M warhead en met verschillende onderdelen van een Buk-raket. Sporen die wijzen op het gebruik van een ander wapen zijn niet aangetroffen.
Het Openbaar Ministerie concludeert dan ook dat MH17 op 17 juli 2014 is neergehaald met een Buk-raket, die is afgevuurd door een Buk-TELAR vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi.
3.6 Reacties na neerschieten van MH17
3.6.1 Inleiding
Het afvuren van de Buk-raket en het neerhalen van MH17 leidt die dag tot veel reacties. De verdachten en andere strijders spreken er vooral telefonisch over, lokale bewoners en journalisten berichten erover op sociale en andersoortige media. Wij lopen die reacties nu in grote lijn na, omdat deze iets zeggen over de betrokkenheid van de DPR in het algemeen en de betrokkenheid van verdachten in het bijzonder.
3.6.2 Berichten over neerschieten vliegtuig
Al vanaf 16:21 uur, één minuut na het neerhalen van MH17, verschijnen verschillende berichten op sociale media die gaan over het neerstorten of neerhalen van een vliegtuig bij Snizhne en Torez. Tegelijk vinden in de eerste twintig minuten verschillende telefoongesprekken plaats tussen strijders van de DPR, die bespreken dat ze een vliegtuig hebben neergehaald. Ook spreken plaatselijke bewoners via de app Zello over een neergeschoten vliegtuig. In de tap- en Zello-gesprekken passeren verschillende types van militaire vliegtuigen de revue, die zouden zijn neergehaald.
Iets later, om 16:37 uur wordt op het VK-account ‘strelkov_info’ het volgende bericht gedeeld: “Een bericht van het volksleger. In de omgeving van Snizhne is zojuist een AN-26 neergehaald. Het ligt verspreid achter de ‘Progress’ mijn.” Later wordt dit bericht aangepast. Dan is de zin over het neerhalen van een AN-26 in de omgeving van Snizhne uit het bericht verwijderd. Verdachte Girkin verklaart hierover dat de berichten niet door hem zelf zijn gepubliceerd en dit wordt ook op het VK-account zelf benadrukt. Dit maakt deze berichten echter niet minder relevant. Relevant is namelijk dat direct na het neerschieten van MH17 door de DPR wordt geclaimd dat er een vliegtuig is neergeschoten vanuit de omgeving van Snizhne. Later, op 6 februari 2015, wordt dit nog eens bevestigd door verdachte Girkin tijdens een Russisch getuigenverhoor. Hij verklaart dan dat op 17 juli 2014 omstreeks 16:30 uur Moskouse tijd aan hem wordt gerapporteerd over het neerschieten van een Su-25 van de Oekraïense luchtmacht door ‘de luchtverdediging’ bij Snizhne. Op deze verklaring komen wij later nog terug, als wij de verschillende standpunten van de verdachten bespreken.
Dat van de zijde van de DPR actief wordt gecommuniceerd dat zij een vliegtuig hebben neergeschoten, wordt bevestigd door een Franse fotograaf die ter plaatse was. In een op internet gepubliceerde videoverklaring vertelt hij dat hij werd gebeld door de persvoorlichter van de DPR, die zei: ‘we shot down a military plane from Ukraine’. Hij vat dit op als een uitnodiging om verslag te doen van deze gebeurtenis en gaat naar de crash site. Op weg daar naartoe krijgt hij te horen dat het om een burgertoestel van Malaysia Airlines gaat.
3.6.3 Tapgesprekken over de Buk en neerschieten van Sushka
Het eerste tapgesprek na het neerschieten van MH17 waaraan de verdachten deelnemen, vindt plaats om 16:48 uur. Nog geen half uur na het neerhalen dus. Kharchenko zegt dan tegen Dubinskiy dat ze ‘op de plek’ zijn en al één ‘Sushka’, de bijnaam van een Sukhoi-gevechtsvliegtuig, hebben neergehaald. Dubinskiy zegt dat ze dat goed gedaan hebben. Dubinskiy zegt verder dat Kharchenko naar hem toe moet komen, maar één compagnie moet achterlaten om de ‘Buk’ te beschermen. Een klein half uur later checkt Dubinskiy bij Kharchenko of de ‘Buk’ goed is neergezet zodat die niet wordt geraakt door artillerievuur.
Intussen vinden verschillende andere telefoongesprekken plaats tussen DPR-strijders, waarin wordt gesproken over het neerhalen van een vliegtuig. In enkele van deze gesprekken wordt dan al besproken dat er waarschijnlijk burgers in het vliegtuig zaten. Zo wordt Dubinskiy om 17:42 uur gebeld door de DPR-strijder met de call sign Botsman. Botsman zegt dat er bij hem een vliegtuig is neergeschoten en dat hij de zwarte dozen gaat halen. Dubinskiy zegt dat ze boven Saur-Mogila ook een vliegtuig hebben neergeschoten, een Sushka, en dat zij een ‘Buk-M’ hebben. Later in het gesprek zegt Dubinskiy dat ze gisteren twee Sushka’s hebben neergehaald en vandaag weer. Godzijdank kwam de ‘Buk-M’ in de ochtend, aldus Dubinskiy.
3.6.4 Tapgesprekken over neerschieten passagiersvliegtuig
Niet veel later begint bij verdachten het besef in te dalen dat zij geen Sushka, maar een passagiersvliegtuig hebben neergeschoten. Om 18:20 uur belt Dubinskiy met ene Igor. Igor zegt dat journalisten hem lastig vallen en hem vertellen dat een Boeing gecrasht is op 80 kilometer van Donetsk. Hij vraagt Dubinskiy of het waar is dat de Boeing gecrasht is. Dubinskiy lijkt het niet te begrijpen, waarop Igor zegt: ‘Boeing. The plane crashed.’ Dubinskiy zegt dan ‘Ah, well, our guys brought it down at Saur-Mohyla, there, near Marynivka.’ Igor corrigeert hem en zegt: ‘That was Sushka, Sushka’, waarop Dubinskiy dit beaamt: ‘Our guys brought down the Sushka’. Dubinskiy zegt verder dat hij gehoord heeft dat ook een ander vliegtuig is gecrasht, maar dat hij daarvan niets weet. Het lijkt er dan dus op dat gedacht wordt dat er twee vliegtuigen zijn neergehaald, een Boeing en een Sushka.
Omstreeks half zeven wordt de assistent van Girkin gebeld door DPR-strijder Anosov die vertelt dat hij een bericht heeft voor Girkin. Nieuwszender Russia24 heeft hem gebeld en gezegd dat het neergehaalde vliegtuig een Boeing is. Volgens Anosov hebben de Oekraïners de Boeing neergehaald. Zij (vermoedelijk wordt hier Russia24 mee bedoeld) willen de eersten zijn om snel het nieuws te brengen dat de Oekraïners een passagiersvliegtuig hebben neergehaald om de militie te kunnen beschuldigen. Drie minuten na dit gesprek wordt Dubinskiy gebeld door diezelfde assistent van Girkin. Hij zegt hem naar Girkin te komen. Dubinskiy zegt dat hij er in 20 minuten zal zijn.
Inmiddels is dus bij Girkin en Dubinskiy duidelijk geworden dat zij een passagiersvliegtuig, een Boeing, hebben neergeschoten.
3.6.5 Tapgesprekken over neerhalen MH17 door Sushka en Sushka door Buk
Vanaf dat moment komen verdachten in actie en verschieten hun gesprekken van kleur. De nieuwe lezing is dat MH17, het passagiersvliegtuig is neergeschoten door een Oekraïense Sushka en dat zij vervolgens weer die Sushka hebben neergeschoten met de Buk.
Dat komt terug in een gesprek tussen Kharchenko en Pulatov van 18:44.
Pulatov zegt dan dat hij op volle snelheid door Torez rijdt en dat hij een uitgebreide evaluatie van de situatie moet geven. Pulatov zegt dat Kharchenko aan ‘that one’ moet zeggen dat ‘onze Buk (…)’.6 Kharchenko onderbreekt Pulatov en zegt hem dat alles in orde is en dat ‘die’ (dus hun Buk) naar een andere plek is gegaan. Pulatov zegt dan dat de Sushka een minuut ervoor het Chinese passagiersvliegtuig had neergehaald. Kharchenko praat er doorheen en zegt ‘no, no, no. We were working over the Sushka’. Pulatov zegt dat hij dat weet en dat zij vlak daarna de Sushka pakten die daarvoor de Chinees had neergehaald. De hele wereld zal het erover hebben, zegt Pulatov.
Een kwartier later, om 19:01 uur, wordt Pulatov gebeld door de DPR-strijder Tskhe. Pulatov zegt dat hij weet dat hij (Tskhe) zich zorgen maakte maar dat wat Tskhe’s bloedbroeder neerschoot een Sushka was, die een minuut ervoor het burgervliegtuig neerschoot. Volgens Pulatov heeft die bloedbroeder van Tskhe het goed gedaan en hoeft Tskhe zich geen zorgen te maken. Ook in andere gesprekken tussen separatisten komt dit nieuwe scenario terug.
Een zelfde verhaal vertelt Pulatov om 19:52 uur aan Dubinskiy, al duurt het even voordat deze lezing tot Dubinskiy doordringt. Dat horen we nu.
Dubinskiy vraagt dus aan Pulatov: ‘heeft onze Buk geschoten of niet?’. Pulatov antwoordt dat ‘de Buk een Sushka [heeft] neergehaald nadat de Sushka de Boeing heeft neergeschoten’. Dubinskiy vraagt of Pulatov dat zelf heeft gezien. Pulatov zegt dat hij zelf in Marinovka was, maar dat hun (‘onze’) mannen het vanuit alle posities hebben gezien en dat het is waargenomen uit Snizhne zelf. Dubinskiy kan het kennelijk nog niet helemaal bevatten en vraagt opnieuw of de Sushka werd neergeschoten door ‘de Buk’. Als Pulatov dat bevestigt, is het voor Dubinskiy duidelijk.
Dat niet alleen Dubinskiy in eerste instantie moeite heeft met het verhaal, blijkt wanneer hij twee minuten later naar Girkin belt om het nieuws over te brengen. Ook dit gesprek spelen we af.
We hoorden Dubinskiy zojuist tegen de assistent van Girkin zeggen dat hij zeer dringend met Girkin moet spreken. Als Girkin aan de lijn komt, vraagt Dubinskiy of hij - voor het eerst vandaag - goed nieuws wil. Dubinskiy zegt dat vanaf Snizhne door ‘die van ons’ werd gezien dat de Sushka de Boeing raakte en dat daarna ‘die van ons’ de Sushka raakten met de Buk. Pulatov heeft hierover gerapporteerd. Nadat Dubinskiy herhaalt dat de Sushka de Boeing raakte en die van hun daarna de Sushka met de Buk, vraag hij of Girkin het goed nieuws vindt. Girkin antwoordt dat hij het niet weet, maar dat hij er eerlijk gezegd niet veel van gelooft.
Zo stellig als Dubinskiy dit ‘goede nieuws’ aan Girkin rapporteert, zo weinig overtuigd lijkt hij zelf van deze lezing van de gebeurtenissen. Zo blijkt vijf minuten later, iets voor achten, als hij wordt gebeld door Kharchenko.
Kharchenko vraagt of hij de crash site vrij moet geven aan de OVSE, de Europese organisatie die in het rampgebied ter plaats is. Dubinskiy zegt van wel en vraagt dan of Kharchenko zeker weet dat hun mensen zagen dat ‘het’ geraakt werd met een Sushka, of dat het uiteindelijk toch het werk van hun eigen mensen was. Als Kharchenko dit laatste ontkent, vraagt Dubinskiy door: ‘it was Sushka, wasn't it?’. Ja het was een Sushka, zegt Kharchenko. ‘En toen werd de Sushka geraakt met een Buk door onze mensen, klopt dat?’ vraagt Dubinskiy nog. ‘Eerst was er een knal in de lucht en toen was er onze knal’, beaamt Kharchenko.
3.6.6 Conclusie reacties na neerschieten MH17
In de uren na het neerhalen van MH17 vindt dus veel communicatie plaats tussen DPR-strijders, waaronder de verdachten. Eerst wordt opgetogen gesproken over een militair vliegtuig dat zou zijn neergehaald. Er wordt daarbij gesproken over ‘onze Buk’ en ‘de Buk’ die het vliegtuig neerhaalde. Als vervolgens blijkt dat een passagiersvliegtuig is neergehaald, verandert het verhaal en wordt besproken dat de Boeing werd neergehaald door een Oekraïens gevechtsvliegtuig en dat dit gevechtsvliegtuig daarna door de separatisten werd neergehaald met de Buk. Verdachten spreken dan wel nog steeds over ‘hun’ Buk dat een vliegtuig neerhaalde.
Dat niet iedereen het aangepaste verhaal - waarin naast MH17 ook een gevechtsvliegtuig zou zijn neergeschoten - zomaar aanneemt en dat de gesprekken tussen de verdachten over deze lezing stroef verlopen, is niet zo vreemd; er is die dag immers geen militair vliegtuig neergeschoten. Er was zelfs geen militair vliegtuig in de buurt waarop geschoten had kunnen worden, of die zelf MH17 had kunnen neerschieten. Uitgebreid onderzoek heeft uitgewezen dat noch de Russische, noch de Oekraïense primaire radardata van 17 juli een registratie bevat van een militair vliegtuig in de nabijheid van MH17. Getuigenverklaringen en vluchtgegevens die zijn verstrekt door de Oekraïense autoriteiten bevestigen dat die dag geen militaire vluchten zijn uitgevoerd boven het door de separatisten bezette gebied. En niemand heeft ooit wrakstukken gevonden van een ander vliegtuig dan MH17.
Voor het bewijs tegen de verdachten is het niet van belang of zij oprecht meenden een Sushka te hebben neergehaald of dat dit enkel werd gezegd om de schuld voor het neerhalen van MH17 te ontlopen. Van belang is dat de DPR-strijders, waaronder de verdachten, direct na het neerhalen van MH17 bespreken dat zij met hun Buk een vliegtuig hebben neergehaald. En aangezien op 17 juli 2014 in Oekraïne geen ander vliegtuig is neergehaald dan MH17, kunnen die gesprekken alleen zijn gegaan over het neerhalen van MH17. 7
3.7 Afvoer van de Buk-TELAR
3.7.1 Inleiding
Wij hebben inmiddels uitgebreid stilgestaan bij de aanvoer van de Buk-TELAR naar de afvuurlocatie op 17 juli 2014, bij de lancering van de Buk-raket vanaf het landbouwveld nabij Pervomaiskyi en bij de reacties van verdachten direct na het neerschieten van MH17. Wij komen nu te spreken over hetgeen na het neerschieten van MH17 gebeurt, namelijk de afvoer van de Buk-TELAR naar de Russische Federatie en de rol van de vier verdachten daarbij.
3.7.2 Organisatie van transport en bewaking Buk-TELAR
Enkele uren nadat MH17 is neergeschoten vinden tussen de verdachten en hun ondergeschikten meerdere telefoongesprekken plaats over de afvoer van de Buk-TELAR.
Zojuist benoemden we al dat Dubinskiy vrij snel na het neerhalen bij Kharchenko informeert of de Buk wel veilig staat en of die niet geraakt kan worden door artilleriebeschietingen. Op dat moment lijkt nog niet tot Dubinskiy te zijn doorgedrongen dat MH17 met de Buk is neergehaald en gaat het nog slechts over het veilig wegzetten van de Buk-TELAR. Kharchenko verzekert Dubinskiy dat de Buk veilig is. Ruim drie uur later (om 20:30 uur) - als het neerhalen van MH17 wereldnieuws is - geeft Girkin aan Dubinskiy de opdracht om de ‘beschadigde tank’ onder begeleiding van twee BTR’s (gepantserde voertuigen) te ‘evacueren’. Bij de regiogrens zal een groep met een kraan en dieplader op hen wachten. Dubinskiy zegt dat ‘het doosje’ door Kharchenko wordt bewaakt en dat hij ook BTR’s heeft. Girkin refereert aan ‘het vliegtuig’ en zegt dat Dubinskiy het moet regelen. Wij laten dit gesprek nu horen.
Vrijwel direct na het gesprek met Girkin belt Dubinskiy (om 20:32 uur) naar Kharchenko om te zeggen dat een dieplader zal komen voor ‘het doosje dat wij hebben’. Hij geeft de opdracht van Girkin door: hun twee BTR’s moeten die doos naar de regiogrens begeleiden. Kharchenko antwoordt dat hij geen BTR meer heeft; één is kapot en de ander is meegenomen door Prapor, de call sign van een andere commandant.
In deze gesprekken hebben Girkin en Dubinskiy het over een ‘beschadigde tank’ en ‘het doosje’. Kijkend naar de eerdere en latere gesprekken tussen de verdachten waaruit blijkt dat de eenheid van Kharchenko op dat moment de Buk-TELAR bewaakt en gegeven de feiten en omstandigheden in de avond en nacht van 17 op 18 juli 2014 die wij hierna zullen bespreken, wordt met ‘de beschadigde tank’ en ‘het doosje’ onmiskenbaar de Buk-TELAR bedoeld.
3.7.3 Buk-TELAR rijdt zelfstandig van afvuurlocatie naar Snizhne
Direct na het neerhalen van MH17 is de Buk-TELAR al in veiligheid gebracht, zo blijkt uit het eerder genoemde gesprek tussen Dubinskiy en Kharchenko.
3.7.3.1 Buk-TELAR op eigen kracht en onder bewaking naar Snizhne
Uit andere gesprekken blijkt dat de Buk vervolgens naar Snizhne wordt geleid. Zo laat Sharpov in een gesprek van 20:41 uur aan Kharchenko weten dat ‘het doosje’ door onbekenden wordt weggehaald en vraagt hij aan Kharchenko of hij het moet begeleiden. Kharchenko zegt dan in niet mis te verstane woorden dat Sharpov het daar moet laten staan (‘niks begeleiden!’) en dat hij, Kharchenko, het ophaalt. Op de achtergrond is vervolgens te horen dat Sharpov aan anderen doorgeeft dat Kharchenko eraan komt om het te begeleiden. Ook wordt gezegd dat ze naar de rand van de controlepost moeten gaan, waar Kharchenko zal arriveren. Uit historische verkeersgegevens blijkt dat de telefoon van Sharpov van 16:26 uur tot en met 20:54 uur een zendmast aanstraalt met bereik op de afvuurlocatie en de daarbij gelegen controlepost.
Nog geen kwartier later laat Sharpov aan Kharchenko weten dat ‘het’ inmiddels onder begeleiding en bewaking van luchtafweergeschut richting de stad rijdt. Sharpov heeft gehoord dat het door ‘zijn eigen mannen’ zal worden bewaakt en vraagt of hij er achteraan moet gaan. Hij krijgt de opdracht van Kharchenko om ze te laten gaan.
Dat de Buk-TELAR zelfstandig en onder begeleiding en bewaking richting Snizhne is vertrokken, blijkt ook uit het daaropvolgende gesprek tussen Kharchenko en Dubinskiy. Om 21:13 uur laat Kharchenko aan Dubinskiy weten dat ‘het doosje’ al weg is. Dubinskiy wil weten of het doosje op eigen kracht is vertrokken en waar het zich nu bevindt. Kharchenko antwoordt dat het inderdaad op eigen kracht was en dat het zich in Snizhne bevindt, maar dat het niet op eigen kracht naar de plaats van bestemming zal gaan. Kharchenko krijgt de opdracht om het daar (in Snizhne) te laten staan; Dubinskiy gaat Girkin vragen wat ze nu moeten doen. Dit gesprek laten wij nu horen.
3.7.3.2 Bemanningslid Buk-TELAR kwijtgeraakt vóór Snizhne
Uit een aantal daaropvolgende gesprekken blijkt dat één van de bemanningsleden van de Buk-TELAR de rest van zijn crew is kwijtgeraakt. In het gesprek van 21:32 uur brengt Gilazov Kharchenko op de hoogte van het feit dat één strijder (‘fighter’) van de ‘launcher’ ‘has fucking lost his crew’. Als Kharchenko vraagt over welke ‘launcher’ hij het heeft, antwoordt Gilazov: ‘de Buk’. Gilazov zegt dat die strijder nog bij hem staat, bij het ‘checkpoint’. Kharchenko instrueert Gilazov vloekend om hem naar Snizhne te brengen, waar Kharchenko hem zal opwachten.
Vrijwel direct na het gesprek met Gilazov belt Kharchenko naar Pulatov en vraagt of hij contact kan opnemen met de strijders van het ‘nieuwe doosje’. Gelet op het eerdere gesprek met Gilazov wordt hiermee duidelijk de Buk-TELAR bedoeld. Kharchenko zegt dat ze niet op de verzamelplaats zijn en bovendien één bemanningslid zijn vergeten. Kharchenko geeft aan dat dat bemanningslid bij hem is. Pulatov zegt toe contact te zullen leggen, waarop Kharchenko nog zegt dat Gilazov – die in het gesprek wordt aangeduid met zijn callsign Ryazan - op Pulatov staat te wachten bij de Furshet. Dat horen we nu.
Direct na dit gesprek belt Pulatov op 17 juli 2014 om 21:42 uur driemaal uit naar het telefoonnummer dat eindigt op -6335 en waarmee Pulatov eerder die middag ook al contact zocht, kort nadat hij bij de Furshet het Buk-konvooi met Kharchenko heeft ontmoet. Zoals eerder besproken, staat de gebruiker van dat nummer in contact met de bemanning van de Buk-TELAR of is het één van de bemanningsleden. Pulatov belt in de avond na het neerschieten van MH17 drie keer naar dit nummer, maar er komt geen gesprek tot stand. Gelet op het voorgaande gesprek met Kharchenko en diens verzoek om contact op te nemen met de strijders van ‘het nieuwe doosje’ gaat het Openbaar Ministerie er vanuit dat Pulatov op dit moment in contact probeert te komen met de bemanning van de Buk-TELAR of een begeleider daarvan. Om 21:42 en 22:52 uur wordt Pulatov tweemaal door Gilazov gebeld, mogelijk over de ontmoeting met het verloren bemanningslid bij Furshet. Gelijk hierna, om 21:53 en 22:53 uur, probeert Pulatov weer contact te leggen met het telefoonnummer dat eindigt op -6335, wederom zonder succes.
Waar en wanneer het bemanningslid weer is aangesloten bij de rest van de crew is op basis van de onderzoeksresultaten niet vast te stellen. Wel is helder dat daar waar Kharchenko belast is met de afvoer van de Buk-TELAR, Pulatov degene is die contact onderhoudt met de bemanning of de begeleiders daarvan.
3.7.4 Transport Buk-TELAR van Snizhne naar Luhansk
Zojuist bespraken we het vertrek van de Buk-TELAR vanaf de afvuurlocatie en de aankomst in Snizhne kort na 21:00 uur. De eerste instructie over de afvoer van de Buk-TELAR komt van Girkin en wordt door Dubinskiy doorgegeven aan Kharchenko.
3.7.4.1 Konvooi Buk-TELAR rijdt van Snizhne naar Krasnyi Luch
Een paar uur later, om 23:12 uur, laat Kharchenko aan Dubinskiy weten dat hij zich nog steeds in Snizhne bevindt en dat de TELAR zojuist het platform (van de oplegger) is opgereden.
Kharchenko zegt de begeleiding naar Debaltseve te moeten doen omdat niemand de weg weet. Desgevraagd zegt Dubinskiy dat Kharchenko de begeleiding aan zijn (Kharchenko’s) jongens moet overlaten. Twee minuten later belt Dubinskiy Kharchenko terug en geeft hem de instructies om naar een kruispunt ten noorden van Krasnyi Luch te rijden. Daar moet Kharchenko wachten op begeleiding die uit Luhansk komt.
Wij merken hierbij op dat de Buk-TELAR, om bij de vrije grensovergang met de Russische Federatie te komen, door de naburige oblast Luhansk moet rijden.
De feitelijke begeleiding van de Buk-TELAR wordt door de ondergeschikten van Kharchenko gedaan, in lijn met de instructie van Dubinskiy aan Kharchenko. Een van hen is getuige S21, die één van de begeleidende voertuigen heeft bestuurd en als contactpersoon diende voor leden van de LPR.
Getuige S21 bevindt zich op de dag dat MH17 is neergeschoten in de namiddag bij de Furshet-supermarkt. Bij de uitgang van de winkel spreekt hij twee Russisch sprekende mannen in uniform. In zijn verklaring zegt hij dat hij die avond van Kharchenko de opdracht krijgt om samen met een aantal andere ondergeschikten van Kharchenko de Buk-TELAR van Snizhne naar Krasnyi Luch te begeleiden.
Op een onderhoudsterrein voor reparatie van materiaal direct achter de Furshet staat een dieplader met daarop een luchtafweersysteem klaar voor vertrek. Getuige S21 ziet de vinnen van de raketten en begrijpt dat het om een raketsysteem gaat, maar hoort pas later van een van de begeleiders dat het een Buk-TELAR betreft. De twee Russische sprekende mannen die getuige eerder die dag bij de Furshet heeft gezien, zijn er ook en stappen in de cabine van de dieplader. Het konvooi bestaat uit een Volkswagen Amarok, een zwarte Volkswagen T5 en een dieplader met de Buk-TELAR en vertrekt volgens S21 omstreeks 23:30 uur uit Snizhne richting Krasnyi Luch.
Dit sluit aan bij het gesprek van 23:32 uur, waarin Kharchenko aan Dubinskiy bevestigt dat zijn mannen al vertrokken zijn. Dubinskiy vraagt het telefoonnummer van een senior, omdat deze gebeld zal worden door ‘degenen uit Luhansk’. Kharchenko geeft dan het telefoonnummer en de call sign van S21 door.
3.7.4.2 Voorgenomen begeleiding van de Buk-TELAR door LPR-strijders
In dezelfde periode dat het Buk-konvooi op het punt staat te vertrekken, bereiden de door Dubinskiy genoemde LPR-strijders zich voor op een ontmoeting bij Krasnyi Luch en de verdere begeleiding naar de grens met de Russische Federatie.
Dat blijkt uit diverse gesprekken tussen de toenmalige en zelfbenoemde minister van Defensie van de LPR, Plotnitskiy, en zijn plaatsvervanger Bugrov. Zo zegt Plotnitskiy tegen Bugrov in gesprekken van 23:34 uur en 23:46 uur dat een ‘Carpathian tree’ en twee pantservoertuigen begeleiding nodig hebben vanaf de kruising bij Krasnyi Luch tot aan de grensovergang bij Severny. Daar zal het konvooi worden opgewacht. Wij spelen dat laatste gesprek nu af. ‘Buk’ is het Russische woord voor beuk en die boom komt veel voor in de Karpaten. Vandaar de term ‘Carpathian tree’.
3.7.4.3 Konvooi Buk-TELAR rijdt van Krasnyi Luch, via Debaltseve naar Luhansk
De voorgenomen ontmoeting tussen de leden van de DPR en LPR en de overdracht van de Buk-TELAR gaat echter niet door. In de nacht van 17 op 18 juli 2014 tussen 01:20 en 02:30 uur vinden meerdere telefoongesprekken plaats waaruit blijkt dat getuige S21 en de rest van zijn groep niet op de escorte in Krasnyi Luch wachten maar direct doorrijden tot Debaltseve.
Rond dezelfde tijd raakt Girkin op de hoogte van de mislukte ontmoeting tussen de begeleiders van het Buk-konvooi en de LPR-leden. Om 01.47 uur belt hij naar Dubinskiy en zegt dat er wat wijzigingen zijn in relatie tot de ‘box’ en dat hij heeft gehoord dat ‘hij’ het niet wil overdragen aan de groep die gekomen is. Girkin zegt dat Dubinskiy ‘die van ons, die van het escorte’ moet bellen om te zeggen dat hij ‘het’ moet overdragen. Dubinskiy zegt dat hij Krot, verdachte Kharchenko dus, zal bellen.
Twee minuten later belt Dubinskiy terug om te zeggen dat Kharchenko onbereikbaar is en dat hij het telefoonnummer van S21 niet meer weet; dat heeft hij op tafel laten liggen bij Girkin. Girkin besluit zelf te bellen. Om 01:56 uur zegt hij tegen S21: “The code word is 333. A guy will come along.” Nog geen minuut later vult hij aan: “Hello. Once again: they are to bring a barrel of diesel and after filing they are up to be escorted some distance off. Well, if they don’t bring a barrel that means they are the wrong guys. Got it?” Daarna probeert Girkin in enkele minuten tijd nóg drie keer contact te krijgen met S21. De vierde keer neemt S21 pas op. Girkin vraagt of de overdracht gelukt is. S21 zegt dat ze in de richting van Snizhne vertrekken. Op de vraag van Girkin of hij bedoelt dat ‘the equipment’ is overgedragen, antwoordt S21: “I mean we went away in the direction of Snizhne. That’s it. Good bye.” En daarmee beëindigt hij het gesprek zonder Girkins vraag te beantwoorden. En dus belt deze meteen daarna weer naar Dubinskiy. Hij vraagt zich af of ‘the equipment’ nu al overgedragen is en zegt dat het ‘a hell of a mess’ is. Vervolgens geeft hij het nummer van S21 aan Dubinskiy. Die zegt dat hij het heeft genoteerd en dat hij Girkin zo terugbelt. Dat lijkt niet te zijn gebeurd, want vijf minuten later belt Girkin zelf weer naar Dubinskiy, die opneemt met de mededeling dat hij nog geen contact heeft kunnen krijgen. Girkin wordt boos en zegt dat ze zijn vertrokken en weer terugkeren naar de stad. Dubinskiy vraagt waarom ze dat zouden doen: hij heeft toch in bijzijn van Girkin de instructies gegeven? Girkin weet ook niet waarom, hij weet wel dat het een ‘hell of a mess’ is en hij geeft Dubinskiy de opdracht om het te regelen. De ‘equipment’ moet worden overdragen.
Zes minuten later is het Dubinskiy nog steeds niet gelukt om contact te krijgen met Kharchenko of S21. Girkin reageert boos. Hij zegt dat de mensen uit Luhansk zijn gekomen, maar dat een van Dubinskiy’s mannen zelfstandig besloten heeft om terug te keren en nu onbereikbaar is. Hij draagt Dubinskiy op naar Snizhne te gaan. Dat de gemoederen in dit gesprek behoorlijk oplopen, hoort u nu.
Uit de verklaring van S21 volgt dat het konvooi rond 01:00 of 02:00 uur in de nacht van 17 op 18 juli 2014 bij het kruispunt op de Rostov snelweg bij Krasnyi Luch is gearriveerd. In die periode ontvangen de begeleiders van de Buk meerdere telefoontjes over de verdere begeleiding van de vracht door anderen, maar niemand van de groep is volgens getuige op de hoogte van deze afspraken en dus rijden ze na enige tijd door naar Debaltseve.
Eenmaal in Debaltseve keert een deel van het konvooi naar Snizhne terug terwijl de rest met de trailer met de Buk-TELAR zijn weg naar Luhansk vervolgt.
3.7.4.4 Konvooi Buk-TELAR in Luhansk
De aankomst van het konvooi in Luhansk in de vroege ochtend van 18 juli blijft niet onopgemerkt. Daar wordt de oplegger met de Buk-TELAR opgenomen op video. Deze video is nog dezelfde dag op internet geplaatst.
3.7.4.4.1 Video Luhansk
Op de beelden is te zien dat de Buk-TELAR drie raketten draagt, in plaats van vier. Er ontbreekt dus één raket. Volgens de metadata van deze video is deze op 18 juli 2014 om 04:50 uur gemaakt.
Dat komt dicht in de buurt van de tijdsbepaling van het KNMI op basis van de beeldkenmerken. Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de bewering van het Russische ministerie van Defensie dat deze video gemanipuleerd zou zijn. Daarvoor heeft het NFI geen enkele aanwijzing gevonden. Op basis van herkenningspunten in de video en andere beeldbestanden op de geheugenkaart van de camera is vastgesteld dat de video is gemaakt op een kruispunt in Luhansk.
3.7.5 Transport Buk-TELAR van Luhansk naar de Russische grens
Vanaf Luhansk rijdt het konvooi vermoedelijk in zuidoostelijke richting via Sukhodilsk naar Severny, de noordelijke grensovergang met de Russische Federatie. Dit is een afstand van ongeveer 63 kilometer.
3.7.5.1 Getuigenverklaring S05
Op die route wordt de Buk-TELAR in de vroege ochtend van 18 juli 2014 gezien door getuige S05.
Hij verklaart dat hij omstreeks 05:20 uur een Buk-raketsysteem ziet, dat vervoerd wordt op een trailer op de snelweg van Luhansk naar Krasnodon ter hoogte van Molodogvardeysk. De Buk heeft volgens getuige een donkergroene kleur. De raketten zijn groen met een witte kop en zijn gericht in de rijrichting van de vrachtwagen. Hij herkent dit raketsysteem als een Buk, omdat hij op TV en internet beelden heeft gezien van een Buk in Snizhne.
3.7.5.2 Chernykh belt met Kharchenko
Eén van de mannen die zich bezig houdt met het laatste deel van de afvoer is Chernykh, ook wel bekend als Bibliothekar. Hij was ook al betrokken bij de aanvoer van de Buk, op de route van de Russische grens naar Donetsk. Rond het moment dat S05 de Buk op de trailer ziet ter hoogte van Molodogvardeysk, straalt de telefoon van Chernykh (om 05:24 uur) een zendmast aan in dezelfde plaats. Na 05:24 uur zijn van dit telefoonnummer geen paallocaties bekend tot 07:15 uur.
Op dat moment maakt Chernykhs telefoon gebruik van een zendmast in Severny, bij de Oekraïens-Russische grens. Chernykh heeft op dat moment (om 07:15 uur) telefonisch contact met Kharchenko. De inhoud van dit gesprek is onbekend omdat beide nummers niet werden getapt.
3.7.6 Buk-TELAR terug in de Russische Federatie
Enkele minuten na het contact met Chernykh, om 07:17 uur, belt Kharchenko met het nummer dat wél wordt afgeluisterd naar Gilazov. Te horen is dat Kharchenko tegen iemand in dezelfde ruimte zegt dat alles in orde is en dat ‘het voertuig’ Rusland heeft bereikt.
In de daarop volgende gesprekken tussen de verdachten wordt gesproken over de misgelopen ontmoeting en het feit dat de begeleiders van het voertuig niet bereikbaar waren. In een gesprek van 07:41 uur reageert Dubinskiy geïrriteerd over wat zich de dag ervoor heeft afgespeeld. Hij wil van Kharchenko weten waarom S21 is teruggekeerd. Kharchenko antwoordt dat ze het voertuig tot de kruising hebben gebracht en dat de jongens zelfstandig verder zijn gegaan. Het voertuig is, zo zegt Kharchenko, in Rusland aangekomen.
Enkele minuten na dit gesprek met Kharchenko wordt Dubinskiy door Girkin gebeld. Dubinskiy zegt dat het voertuig al enige tijd in Rusland is en dat alles goed is gegaan. Dat gesprek laten we nu horen.
Girkin wil vervolgens weten aan wie S21 het voertuig heeft gegeven. Enkele minuten later belt hij weer naar Dubinskiy en zegt dat hij S21 naar hem toe moet sturen. Direct na dit gesprek met Girkin belt Dubinskiy weer naar Kharchenko. Hij zegt dat Kharchenko S21 moet halen en naar hem toe moet brengen om uit te leggen wie het voertuig heeft meegenomen en waar dit naartoe is gebracht. Volgens Kharchenko is het naar ‘Bibliothekar’ - oftewel Chernykh - gegaan, van de groep die het voertuig ook op de oplegger heeft gebracht. Ze zijn inmiddels in Rusland en brengen een nieuw voertuig mee. Dit gesprek laten wij nu horen.
Vervolgens belt Dubinskiy zelf naar Chernykh en vraagt of ‘onze mensen’ het ‘doosje’ aan hem hebben overgedragen. Chernykh bevestigt dit en zegt dat hij het heeft geëxporteerd en dat het ‘al daar is’, waarmee dus de Russische Federatie wordt bedoeld. Dubinskiy stelt hierna Girkin op de hoogte dat Chernykh het voertuig heeft overgenomen van S21 en naar de grensstreek heeft gebracht.
3.7.7 Conclusie afvoer van de Buk-TELAR
En zo is de Buk-TELAR, die in de nacht van 16 op 17 juli 2014 Oost-Oekraïne is binnengebracht een dag later weer terug in de Russische Federatie. Onder begeleiding van Kharchenko’s ondergeschikten en onder directe verantwoordelijkheid van Dubinskiy die conform de opdracht van Girkin handelde, is het wapen na het neerschieten van MH17 weer op een dieplader geladen en vervolgens naar de Russische Federatie gereden.
3.8 Herkomst van de Buk-TELAR
Dat de Buk-TELAR die in de ochtend van 17 juli 2014 werd aangevoerd en na het afvuren weer werd afgevoerd, uit de Russische Federatie kwam, blijkt al uit de zojuist besproken tapgesprekken en zendmastgegevens. Daarnaast is die Buk-TELAR ook nog geïdentificeerd als een TELAR van de 53e Anti Aircraft Missile Brigade (verder: de 53e Brigade) uit het Russische Koersk. Deze identificatie heeft in verschillende stappen plaatsgevonden.
3.8.1 Vergelijking beeldmateriaal 17 en 18 juli 2014
3.8.1.1 Oekraïens beeldmateriaal
De eerste stap in het identificatieproces betreft onderzoek naar het beeldmateriaal van de Buk-TELAR van 17 en 18 juli 2014, dat hierna het Oekraïense beeldmateriaal wordt genoemd. Op beeldmateriaal uit Donetsk (I), Makeevka, Torez en Luhansk is telkens dezelfde Volvo-combinatie met Buk-TELAR te zien. Op al dat beeldmateriaal zijn een Volvo-truck met een witte cabine en een rode dieplader zichtbaar.
Op de zijkant van die cabine is telkens een blauwe streep te zien, terwijl boven die blauwe streep een (geel met zwarte) afbeelding zichtbaar is. Op al het beeldmateriaal zitten bovenop de cabine twee oranje zwaailichten en aan beide zijkanten van de rode dieplader is een geel bord te zien met daarop een telefoonnummer in zwarte cijfers. Deze witte Volvo-truck met oplegger blijkt afkomstig van de firma Budmekhanizatsiia uit Donetsk. De eigenaar van dit bedrijf herkent zijn vrachtwagen op het genoemde beeldmateriaal.
Daar komt bij dat op het beeldmateriaal van Donetsk, Makeevka en Torez, maar ook op dat van Zuhres, telkens een donkerkleurig bestelbusje te zien is en een of meer andere begeleidende voertuigen. Eén van die andere begeleidende voertuigen betreft een donker- of groenkleurige jeep, in het dossier ook wel als UAZ aangeduid. Deze is te zien op het beeldmateriaal uit Donetsk, Makeevka en Torez, maar ook op de foto die in Snizhne is gemaakt en in de avond van 17 juli 2014 op het Russische sociale mediaforum VK is geplaatst.
Voor het Openbaar Ministerie staat hiermee vast dat op het beeldmateriaal van 17 en 18 juli 2014 telkens hetzelfde militaire konvooi - en dus ook dezelfde Buk-TELAR - is te zien. De kwaliteit van het beeldmateriaal uit Donetsk (I en II ), Makeevka, Torez en Luhansk is zodanig goed dat daarop in totaal 15 specifieke kenmerken van de TELAR zijn te onderkennen. Het gaat veelal om gebruikssporen: kenmerken die wijzen op slijtage, vervoer of logistieke tekens voor een operationele inzet.
Het gaat onder meer om meerdere transportmarkeringen – die zien we links boven op de afbeelding - en witte strepen (of vlekken) op een plek waar doorgaans cijfers van het tactisch voertuignummer voorkomen, zoals rechts boven te zien is. Verder kan onder meer gewezen worden op een scheur of opening in het rubberen zijschort – links onder in beeld - en één afwijkend loopwiel aan de rechterzijde: rechtsonder op de afbeelding.
Dit laatste kernmerk is bijzonder identificerend. In dit onderzoek zijn wij maar twee soorten loopwielen tegengekomen: mét en zonder spaken. Doorgaans heeft een Buk-TELAR één type loopwiel aan elke zijde: met spaken of zonder spaken. Eén afwijkend loopwiel is dus iets bijzonders. Omdat de loopwielen op het beeldmateriaal uit Oekraïne niet altijd even duidelijk zichtbaar zijn, leg ik nu uit hoe deze afwijking toch kan worden onderkend.
Als de zon vanuit een bepaalde hoek op een TELAR schijnt, is schaduwwerking te zien in de kassen van de loopwielen. Zowel de wieldop als de spaken in die kassen beïnvloeden dat schaduwbeeld. Hierdoor hebben de loopwielen met spaken een ander schaduwbeeld dan de loopwielen zonder spaken. Bij de dichte loopwielen is de schaduw breder dan bij de spaakwielen. Op basis van de verschillen in het schaduwbeeld kunnen de verschillende typen loopwielen dus van elkaar worden onderscheiden.
Op het beeldmateriaal van Torez is de rechterzijde van de TELAR te zien. Dat zien we nu.
Op dit beeld zien we dat alle loopwielen spaken hebben, op één na: het tweede wiel van achteren, voor de kijker het tweede wiel links.
Omdat de loopwielen vanwege de stand van de zon en de schaduwwerking niet heel erg goed van elkaar te onderscheiden zijn, is op basis van de ware afmetingen van loopwielen per loopwiel gemeten hoe breed de in dat betreffende loopwiel zichtbare schaduw is.
Op basis van die metingen is duidelijk dat de schaduw van het tweede loopwiel van achteren substantieel breder is dan de schaduw in de andere loopwielen. De breedte van de schaduwen in die andere loopwielen varieert van 12 cm tot 15 cm, terwijl de schaduw in het tweede loopwiel van achteren 23 cm breed is.
De metingen tonen dus al een objectief verschil aan tussen het tweede loopwiel van achteren en de overige loopwielen. Vanwege het onderscheidende karakter van dit kenmerk, is nader onderzoek gedaan naar de schaduwwerking in de verschillende loopwielen.
Hierbij zijn 3D-scans gemaakt van Buk-loopwielen met spaken en zonder spaken. Vervolgens zijn die scans ingevoerd in een computerprogramma waarmee schaduwwerking kan worden gesimuleerd. Door datum, tijd en locatie van de TELAR toe te voegen, kan aan de hand van het echte weerbeeld van die dag - en dus op basis van de reële stand van de zon - de schaduwwerking in beide soorten wielen worden gesimuleerd. Het resultaat hiervan laten we nu zien.
Als we nu het beeldmateriaal van Torez nog eens bekijken en we leggen daar de simulatie van de schaduw op basis van de reële stand van de zon op 17 juli 2014 op de locatie van opname naast, dan is duidelijk te zien dat de schaduw van het tweede loopwiel van achteren - dat is dus het rechter wiel op de afbeelding - breder is dan de schaduw in de andere wielen en dus een ander soort loopwiel is.
We hebben nu een paar kenmerken laten zien. Een uitgebreide omschrijving van alle kenmerken is te vinden in een overzicht, dat als bijlage bij dit requisitoir is gevoegd (uitgereikt in de rechtszaal, niet op deze site, red.). Op basis van de combinatie én de locatie van al die kenmerken kan deze Buk-TELAR met een grote mate van zekerheid geïdentificeerd worden. Om de herkomst van de TELAR te bepalen, is het onderzoeksteam dan ook op zoek gegaan naar ander beeldmateriaal van een TELAR met precies dezelfde combinatie van kenmerken.
Eén van die andere kenmerken is een witte transportmarkering op het rubberen zijschort. In de Russische Federatie wordt dit soort markeringen op militaire voertuigen aangebracht bij vervoer per trein. Mede vanwege deze aanwijzing is in de zoektocht naar dezelfde Buk-TELAR ook gezocht naar beeldmateriaal van Russisch militair materieel.
3.8.1.2 Zoeken naar zelfde TELAR in ander beeldmateriaal
Op internet is beeldmateriaal aangetroffen van een groot militair konvooi dat zich van 23 tot en met 25 juni 2014 vanuit Koersk in de Russische Federatie langs de Russisch-Oekraïense grens in zuidelijke richting verplaatst. Dit konvooi, waarin een compleet Buk-systeem inclusief zes TELAR’s meerijden, is voor het laatst vastgelegd in het Russische Millerovo. Het gaat om 21 videobestanden en 9 berichten op sociale media met één of meerdere afbeeldingen. Wij noemen dit verder het Russische beeldmateriaal en laten nu enkele van deze beelden zien.
In het konvooi bevindt zich een Buk-TELAR met een tactisch voertuignummer dat begint met een 3, gevolgd door een klein wit streepje en eindigt met een 2, ook wel de ‘3X2’ genoemd. Meest in het oog springend is dat ook deze TELAR aan de rechterzijde één loopwiel zonder spaken heeft. Dit is goed zichtbaar op het beeldmateriaal uit Stary Oskol:
De overeenkomst met dit opvallende kenmerk noopt tot nadere bestudering van deze ‘3X2’. En deze nadere studie leidt tot de conclusie dat deze TELAR 14 van de 15 kenmerken bevat die ook zichtbaar zijn op het beeldmateriaal uit Oekraïne. Het vijftiende kenmerk op het Oekraïense beeldmateriaal - een diagonale streep als restant van een tactisch voertuignummer aan de linkerzijde van de TELAR - ontbreekt op de ‘3X2'. In plaats van dit restant is een bijna volledig voertuignummer te zien: een 3, gevolgd door een klein wit vlekje en dan een 2. Dit witte vlekje zien we óók op het beeldmateriaal uit Oekraïne, namelijk naast de diagonale streep, en als we de vorm van deze diagonale streep nader beschouwen zien we dat deze precies past bij de 2 van het tactisch voertuignummer van de ‘3X2’. Dat zien we hier.
Het is gebruikelijk om een tactisch voertuignummer bij een operationele inzet weg te schuren of over te schilderen om herkenning te voorkomen. Omdat de contouren van een 2 nog duidelijk zichtbaar zijn (met name op het beeldmateriaal van Makeevka), concludeert het Openbaar Ministerie dat wat op het Oekraïense beeldmateriaal zichtbaar is - het witte vlekje en de diagonale streep - de restanten zijn van tactisch voertuignummer ‘3X2’. En daarmee is het enige waarneembare verschil op beide TELAR’s dus verklaarbaar.
Bij de vergelijking van kenmerken gaat het er niet alleen om dat deze overeenkomen, maar ook om de vaststelling dat zij zich op dezelfde locatie op de TELAR bevinden en dezelfde positie ten opzichte van elkaar innemen. En dat blijkt niet alleen het geval met de restanten van het tactisch voertuignummer dat we hier nog zien, maar met alle kenmerken. Wij laten hier nóg een paar voorbeelden van zien. Elke slide bestaat uit een still van Oekraïens beeldmateriaal en een still van Russisch beeldmateriaal.
Op de eerste slide zien we aan de linkerzijde van de TELAR een zwaartepuntmarkering en treintransportmarkering naast elkaar.
Op de volgende slide zien we op de rechterzijde van de TELAR een treintransportmarkering die zich – anders dan de markering die we hiervoor zagen – op het rubberen zijschort bevindt.
Aan diezelfde rechterzijde zien we op de plek waar doorgaans een tactisch voertuignummer is te vinden slechts twee witte vlekjes, die – anders dan de restanten aan de linkerzijde die we eerder zagen – niet naast elkaar maar boven en onder elkaar staan.
Ook het eerder besproken afwijkende loopwiel bevindt zich zowel op het Oekraïense als Russische beeldmateriaal precies op dezelfde plek.
En als laatste tonen wij de eerder ook al genoemde scheur of opening in het rubberen zijschort. Ook nu is zichtbaar dat deze scheur zich aan dezelfde zijde van de TELAR en op dezelfde locatie bevindt: tussen het loopwiel zonder spaken en het daarnaast gelegen loopwiel met spaken.
Zo is er dus een match vastgesteld tussen de Buk-TELAR die op 17 en 18 juli 2014 in Oekraïne op beeld is vastgelegd, en de Buk-TELAR ‘3X2’ uit het Russische beeldmateriaal. De combinatie van 15 kenmerken maakt deze TELAR wat het Openbaar Ministerie betreft uniek.
3.8.1.3 Verificatie van de identificatie
Hoe uniek deze combinatie is, is gebleken tijdens de zoektocht naar andere TELAR’s dan de ‘3X2’ met dezelfde kenmerken. Dat was de derde stap in het identificatieproces. Tijdens het onderzoek zijn meer dan een miljoen foto’s en video’s veiliggesteld. Het NFI heeft een tool ontwikkeld waarmee geautomatiseerd naar TELAR’s kan worden gezocht.
Uit de volledige dataset van ongeveer 1.3 miljoen afbeeldingen heeft de NFI-tool 463.584 afbeeldingen gehaald. Deze resultaten zijn handmatig op relevantie gecontroleerd. Dit houdt in dat alle 463.584 afbeeldingen met mensenogen zijn bekeken, waarna alleen die afbeeldingen zijn geselecteerd waarop daadwerkelijk één of meer TELAR’s, of delen daarvan, voorkomen. In totaal zijn 2481 afbeeldingen voorzien van het label ‘TELAR’. Dat betekent dat op al deze afbeeldingen één of meer Buk-TELAR’s en/of delen daarvan te zien zijn. Dit waren Buk-TELAR’s uit zowel de Russische Federatie als Oekraïne. Deze afbeeldingen zijn meerdere malen bekeken, waarbij specifiek gezocht is naar elk van de 15 kenmerken. En als één of meer kenmerken werden gevonden, werd bekeken op welke plek die kenmerken zich op die specifieke TELAR bevonden. Een monnikenklus met als resultaat dat op geen van deze afbeeldingen een andere Buk-TELAR is aangetroffen met dezelfde combinatie van kenmerken als de TELAR op het Oekraïense beeldmateriaal van 17 en 18 juli 2014 en de ‘3X2’ op het Russische beeldmateriaal.
3.8.1.4 Tussenconclusie
Het Openbaar Ministerie concludeert dan ook op basis van de drie hiervoor beschreven stappen van het onderzoek, dat de TELAR die op 17 en 18 juli 2014 meermalen op beeld is vastgelegd, dezelfde is als de Buk-TELAR ‘3X2’ die op 23, 24 en 25 juni 2014 meermalen op beeld is vastgelegd in de Russische Federatie. De vraag is dan: waar komt die Buk-TELAR vandaan?
3.8.2 Herkomst van de Buk-TELAR
Het antwoord op die vraag is onder meer te vinden in open bronnen. Op het internet zijn meerdere berichten aangetroffen van verschillende personen, waaruit kan worden afgeleid dat het konvooi afkomstig is van de 53e Brigade uit Koersk.
In de eerste plaats wijzen we op een internetforum voor moeders van soldaten van de 53e Brigade, waarop in juni en juli 2014 meerdere berichten zijn geplaatst. Eén van die berichten op het forum is gedateerd op 6 juli 2014. Deze moeder schrijft dat haar zoon eind juni met het 2e bataljon naar de Rostov-regio bij de grens met Oekraïne is gegaan. In andere berichten schrijft deze moeder dat haar zoon bij de 2e compagnie van het 2e bataljon van de 53e Brigade dient. Uit haar eigen VK-account blijkt wie haar zoon is en wat zijn account is. Op het account van deze zoon – die we hierna omwille van zijn privacy ‘de eerste militair’ noemen - is vervolgens een foto aangetroffen waarop hij te zien is in een militair uniform, met daarop zijn naam geborduurd en een embleem van de 53e Brigade. Deze foto is op 21 juni 2014 op zijn VK-account geplaatst.
Via de contactenlijst van het VK-account van de eerste militair komt het onderzoeksteam op het VK-account van een tweede militair , op wiens account op 25 juni 2014 een foto is gepost waarop hij samen met de eerste militair is te zien. Beiden dragen een militair uniform. Op het VK-account is ook een foto aangetroffen waarop een naamplaatje en het embleem van de 53e Brigade te zien zijn. Deze tweede militair heeft ook een OK-account, waarop een foto wordt aangetroffen die op 24 juni 2014 is geplaatst en waarop hij is te zien in militair uniform, gezeten op een militair voertuig. Onder de foto staat geschreven: ‘ik rij naar Rostov’. Eenzelfde voertuig is te zien in twee verschillende video’s van een militair konvooi die op 24 juni 2014 op OK en VK zijn geplaatst en gemaakt zouden zijn in het Belgorod district in de Russische Federatie.
Op het VK-account van een derde militair is een repost aangetroffen van een bericht van de tweede militair. Zowel het oorspronkelijke bericht als de repost zijn op 25 juni 2014 op VK geplaatst. Het bericht bevat een foto van een aantal militairen in uniform, waaronder de tweede en derde militair, op wiens mouw een embleem van de 53e Brigade is te zien. Onder de foto staat o.a. de volgende tekst:
‘Ik rij naar Rostov. … We hebben al 700 km afgelegd... Onze rit heeft al veel ophef veroorzaakt)), we waren nog maar net de provincie Kursk uit of er werden al filmpjes op YouTube gepost)) het is allemaal erg vreemd. In Oekraïne is het chaos) Wij rijden zelf in de richting van de oorlog).’
In reactie op een video van een militair konvooi die op 23 juni 2014 op het sociale media platform OK is geplaatst en die deel uitmaakt van het eerder genoemde Russische beeldmateriaal, schrijft iemand: ‘in één van deze auto’s rijdt mijn man’. Via een zoekslag op haar naam ontdekt het onderzoeksteam een VK-account. Op dit account staan foto’s waarop een vrouw en een man te zien zijn. De man draagt een militair uniform met een embleem van de 53e Brigade.
Verder is onderzoek gedaan naar de kentekens van de begeleidende voertuigen en opleggers in het konvooi van 23 tot 25 juni 2014. Op een video die op 24 juni 2014 op sociale media is gepost zijn vijf kentekens te zien, die op basis van verschillende publicaties op internet te relateren zijn aan de 53e Brigade. Daarnaast is onderzoek verricht aan een mailbox van een militair die in 2014 werkzaam is als hoofd van de 47е Militaire Automobiele Inspectie van de Russische strijdkrachten. In zijn mailbox worden transportorders aangetroffen voor de escorte van het konvooi van de 53e Brigade in juni 2014. Op deze orders staan onder meer 13 kentekens genoemd van begeleidende voertuigen en opleggers, die ook zijn waargenomen op de Russische beelden van het konvooi. In één van die orders wordt een route beschreven die past bij de route die het konvooi op het Russische beeldmateriaal aflegt.
3.8.3 Conclusie herkomst Buk-TELAR
Op basis van de onderlinge vergelijking en daarop volgende identificatie concludeert het Openbaar Ministerie dat de Buk-TELAR die op 17 en 18 juli 2014 meermalen in Oost Oekraïne op beeld is vastgelegd, dezelfde is als de Buk-TELAR met tactisch voertuignummer ‘3X2’ van de 53e Anti Aircraft Missile Brigade van de Russische krijgsmacht, die vanaf 23 juni 2014 deel uitmaakte van een konvooi dat zich vanuit Koersk in zuidelijke richting in de richting van de Oekraïense grens bewoog.
De conclusie is dan ook dat vlucht MH17 is neergehaald door een Russische Buk-TELAR. Dit past bij de eerder besproken bevindingen van het onderzoek, waaruit volgt dat de Buk-TELAR in de vroege ochtend van 17 juli 2014 uit de Russische Federatie is aangevoerd en na het afvuren weer is afgevoerd naar de Russische Federatie.
3.9 Standpunten verdachten
3.9.1 Inleiding
Hiervoor hebben wij besproken welk bewijs er is voor de betrokkenheid van verdachten bij het neerschieten van MH17. Ook hebben wij benoemd welke inspanningen het Openbaar Ministerie en uw rechtbank hebben verricht om hierover de standpunten van verdachten te vernemen. Zij zijn daartoe bij herhaling uitgenodigd.8 Ondanks de herhaalde uitnodigingen van het Openbaar Ministerie en uw rechtbank gedurende dit proces hebben alle vier de verdachten er voor gekozen om geen verklaring af te leggen in dit proces. Zij konden dus niet door uw rechtbank en het Openbaar Ministerie bevraagd worden.
In 2020 heeft Pulatov al de kans voorbij laten gaan om vragen te beantwoorden tijdens een verhoor in de Russische Federatie. Het Openbaar Ministerie had toen vragen aan hem voorgelegd in een rechtshulpverzoek aan de Russische autoriteiten, maar Pulatov heeft zich toen op zijn zwijgrecht beroepen en aangegeven dat hij uitsluitend bereid was om een verklaring af te leggen ten behoeve van de Nederlandse rechter. Weliswaar heeft Pulatov een deel van de vragen van het Openbaar Ministerie beantwoord in zijn videoverklaring, maar tegenover uw rechtbank heeft hij nooit een verklaring afgelegd. Uw rechtbank heeft hem nooit op zitting kunnen bevragen. Ook aan Girkin en Dubinskiy hebben wij vragen voorgelegd via de Russische autoriteiten. Van de Russische autoriteiten kregen wij bericht dat zij wel uitvoering hadden gegeven aan ons verzoek om Girkin en Dubinskiy te horen, maar dat ‘de getroffen maatregelen niet [hebben] geresulteerd’ in een uiteindelijk verhoor. Wat dat precies betekent, weten wij niet. Op andere rechtshulpverzoeken kregen wij het Russische antwoord dat Girkin en Dubinskiy niet op hun oproepingen hadden gereageerd.
Pulatov en Dubinskiy hebben zich nadrukkelijk uitgelaten over het bewijs in dit proces. Dubinskiy deed dat in het kader van een interview met een journaliste die volgens onderzoek van Bellingcat nauwe banden heeft met een Russische veiligheidsdienst.9 In dat interview richt hij zich rechtstreeks tot uw rechtbank en het Openbaar Ministerie.10 Wij hebben dit interview van Dubinskiy afgespeeld op zitting en op onze vordering heeft uw rechtbank de video aan het dossier toegevoegd. Pulatov heeft twee videoverklaringen aan uw rechtbank verstrekt. Onderdelen van deze verklaringen van Pulatov zijn door de verdediging op zitting afgespeeld. Daarnaast hebben Pulatov en Dubinskiy zich ook uitgelaten op sociale media en internetfora.
Girkin en Kharchenko hebben zich via andere wegen uitgesproken over de ten laste gelegde feiten. Kharchenko heeft dit gedaan in een interview. Girkin heeft zich hierover uitgelaten in verschillende interviews, op sociale media en op internetfora. Daarnaast hebben wij een getuigenverklaring van Girkin ontvangen, die hij heeft afgelegd tegenover de Russische opsporingsautoriteit.
Al deze uitlatingen van verdachten betrekken wij bij de beoordeling van het bewijs. Dat zijn immers hun eigen standpunten over de toedracht van het neerschieten van MH17 of over de betrouwbaarheid van het bewijs dat er tegen hen ligt. Zij hebben niet de waarde van een verklaring afgelegd op zitting of tegenover een rechter-commissaris, want er is bij zulke uitlatingen geen sprake van een kritische bevraging van de verdachten en wij weten niet onder welke omstandigheden deze uitlatingen tot stand zijn gekomen. Met die kanttekening kunnen ze wel bij de beoordeling van het bewijs betrokken worden. Wij zullen deze standpunten nu bespreken.
3.9.2 Standpunt verdachte Girkin
We beginnen met het standpunt van verdachte Girkin.
3.9.2.1 Geen opdracht tot neerschieten MH17
In interviews en op sociale media ontkent Girkin al sinds de eerste weken na 17 juli 2014 betrokkenheid bij het neerschieten van MH17. Als hem tijdens een persconferentie van 28 juli 2014 wordt gevraagd of zijn mannen op het vliegtuig van Malaysia Airlines hebben geschoten, zegt Girkin dat hij nooit een Buk-systeem onder zijn bevel had en dat hij daarom ook geen opdracht heeft kunnen geven aan zijn mannen om op het vliegtuig te schieten. Wij zien en horen dat nu.
3.9.2.2 Betrokkenheid anderen
Over andere betrokkenen bij het neerschieten van MH17 heeft Girkin verschillende verklaringen afgelegd. In een interview van 11 september 2014 zegt hij dat hij ook niet weet wie de Boeing uit de lucht heeft gehaald.11 Hij had toen andere dingen aan zijn hoofd en gaf leiding aan de gevechtseenheden. Verder zegt Girkin:
‘(…) naar mijn eigen mening is deze Boeing van Oekraïense zijde uit de lucht gehaald. Dit zijn diegenen die het vliegtuig naar het gebied stuurden en het mogelijk hebben gemaakt tot neerschieten van een passagiersvliegtuig.’
Hierna wordt Girkins ontkenning specifieker en wijst hij niet langer met de vinger naar Oekraïne. In een groot aantal interviews door de jaren heen herhaalt Girkin steeds opnieuw dat ‘de volksweer de Boeing niet heeft neergehaald’. Girkin benadrukt daarbij dat dit zijn enige antwoord is en dat hij het verder niet over MH17 wil hebben. Als hem in 2019 gericht gevraagd wordt wie MH17 dan wél heeft neergeschoten, antwoordt Girkin: ‘U kent mijn standaardantwoord op deze vraag: de volksweer heeft de Boeing niet neergehaald. Dat is alles, verder heb ik er geen commentaar op.’ De interviewer wijst erop dat Girkin - in tegenstelling tot vele anderen - niet spreekt over een Oekraïens gevechtsvliegtuig, een Oekraïense Buk of over Oekraïense machtsstructuren in het algemeen. Daarop zegt Girkin: ’Laten we overgaan naar de volgende vraag.’ Girkin wil dus uitsluitend zeggen wie MH17 niet hebben neergeschoten, maar niet verklaren over wie het dan wél hebben gedaan. Hij wil enkel zeggen dat MH17 niet is neergeschoten door DPR-strijders. En daar blijft het bij.12
Hetzelfde standpunt plaatst Girkin in 201813 en 201914 als een mantra op zijn VK-account: ‘verzetsstrijders hebben de Boeing niet neergehaald’. Op datzelfde account geeft Girkin in 2018 commentaar op een video waarop de Buk-TELAR in de Russische Federatie te zien is. Girkin stelt dat de Buk zonder bedekking door half Rusland is gereden zodat ‘iedere gek’ het kon filmen. Of die Buk daadwerkelijk geschoten heeft, is volgens hem een andere zaak. Op dat punt onthoudt hij zich van commentaar. Zo laat hij uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat MH17 is neergeschoten met een Buk-TELAR van de Russische krijgsmacht. Precies zoals uit het onderzoek naar voren komt.
3.9.2.3 Betrokkenheid Girkin
Buiten beeld van het publiek, in de beslotenheid van een Russische verhoorkamer, legde Girkin een concretere verklaring af. Dat deed hij op 6 februari 2015, toen hij als getuige werd gehoord door de Russische opsporingsautoriteit.
Toen verklaarde Girkin dat hij op 17 juli 2014, ‘omstreeks 16:30 uur Moskouse tijd’, door ‘de commandant van een volksstrijderseenheid met de alias ‘Kep’ op de hoogte werd gebracht ‘over het treffen door de [eigen] luchtverdediging van één van de twee vliegtuigen SU-25 van de Oekraïense luchtmacht.’ Er zouden dus twee Oekraïense gevechtsvliegtuigen zijn geweest waarvan er één zou zijn neergehaald. Dit zou volgens Girkin in het gebied ten noorden van de plaats Sneznhoye zijn gebeurd. Sneznhoye is de Russische benaming van de plaats die ook Snizhne wordt genoemd. Girkin verklaarde dat hij ‘een uur na de rapportage over het treffen van het gevechtsvliegtuig Su-25, omstreeks 17:30 uur’ bericht kreeg uit de plaats Gorlovka dat er in de directe nabijheid een onbekend vliegtuig was neergestort. Later hoorde hij van Borodai dat dit een Boeing van Malaysia Airlines was.
Deze al eerder genoemde Kep (in het dossier ook wel gespeld als Cap), die Girkin dus als eerste berichtte, kennen wij als de call sign van Velikorodnyy. Velikorodnyy was een DPR-commandant in de omgeving van Snizhne. Het onderzoek heeft de nodige informatie over hem opgeleverd. Zo stond Kep onder feitelijke aansturing van Girkin. Volgens getuige S40 was hij rondom 17 juli 2014 de garnizoenscommandant van Snizhne. Andere bevindingen bevestigen dit: in het al eerder benoemde gesprek van even na 10 uur ‘s ochtends spreekt Girkin met een DPR-strijder, die vertelt dat op dat moment de ‘eerste vergadering’ plaatsvindt en dat Kep is gearriveerd. Pulatov (Giurza) en Kep zijn dan aan het uitzoeken wie in charge is.
Tijdens zijn getuigenverhoor verklaart Girkin dus dat een DPR-commandant op 17 juli 2014 aan hem heeft gerapporteerd dat de luchtverdediging - dus de luchtverdediging van Girkins Volksweer - een vliegtuig had neergeschoten ten noorden van Snizhne. Op 17 juli 2014 is in Oost-Oekraïne geen ander vliegtuig neergeschoten of neergestort dan MH17. Die commandant Kep (of Cap) was werkzaam in de omgeving van Snizhne, waar zich ook de afvuurlocatie van de Buk-TELAR bevond. Deze commandant viel onder rechtstreeks gezag van Girkin.
Daarom kunnen wij de verklaring die Girkin tegenover de Russische opsporingsautoriteit heeft afgelegd niet anders lezen dan dat MH17 is neergeschoten door DPR-strijders, dat hierover aan hemzelf werd gerapporteerd, dat Girkin en zijn ondergeschikten er op dat moment ten onrechte vanuit gingen dat zij een Oekraïens militair vliegtuig hadden neergehaald en dat hij er later achter kwam dat dit de MH17 was.
3.9.2.4 Tussenconclusie
Kortom: de uitlatingen van Girkin doen geen afbreuk aan het bewijs dat er tegen hem ligt. Integendeel, de getuigenverklaring die Girkin in Rusland heeft afgelegd komt juist overeen met de feiten zoals wij die eerder bespraken.
3.9.3 Standpunt verdachte Dubinskiy
Ook Dubinskiy heeft zich uitgelaten over de ten laste gelegde feiten. Eerst staan wij stil bij het interview dat hij vorig jaar heeft gegeven en dat wij op deze zitting hebben afgespeeld. Daarin richt hij zich rechtstreeks tot uw rechtbank en het Openbaar Ministerie en geeft hij commentaar op de beschuldiging in deze zaak. Wij luisteren nog één keer naar wat Dubinskiy over de zaak zegt.
3.9.3.1 Alternatieve wapensystemen
In dit interview, dat op 30 oktober 2020 op YouTube is gezet, praat Dubinskiy niet alleen over de strafzaak, maar ook over de gebeurtenissen van 17 juli 2014. Zo zegt hij enerzijds dat hij informatie kreeg over een Oekraïense Buk die op 17 juli vlakbij Zaroshchenske was. Van wie hij die informatie kreeg wil hij niet vertellen. Of deze Oekraïense Buk een raket heeft afgevuurd, weet hij niet. Deze suggestie, want meer is het niet, dat MH17 kan zijn neergeschoten door een Oekraïense Buk vanuit een gebied bij Zaroshchenske, behoeft geen verdere bespreking. In juni vorig jaar hebben wij besproken welk uitgebreid onderzoek er is gedaan naar dat alternatieve scenario. Dat onderzoek heeft geen begin van aannemelijkheid opgeleverd voor dit door Dubinskiy gesuggereerde scenario.
Anderzijds zegt hij dat ondergeschikten aan hem hebben gerapporteerd dat er op 17 juli Oekraïense vliegtuigen vlogen. Eén daarvan vloog nog rond boven het gebied waar MH17 was neergestort. Dit doet denken aan de verklaring van Girkin, die spreekt over de melding van een ondergeschikte dat er een Oekraïens vliegtuig was neergeschoten. Later bleek dit MH17 te zijn. Ook deze suggestie van Dubinskiy behoeft geen verdere bespreking. Zoals we al eerder hebben besproken: uit het onderzoek is gebleken dat er die dag geen militaire vliegtuigen in de omgeving van MH17 vlogen.
3.9.3.2 Betrokkenheid Dubinskiy
Over zijn eigen rol is Dubinskiy kort: hij was niet betrokken bij het neerschieten van MH17. Wat hij dan wel heeft gedaan, blijft onduidelijk. Dubinskiy bevestigt dat hij op 17 juli 2014 in Donetsk was, zoals ook blijkt uit de telecomgegevens, maar zegt dat hij geen contact heeft gehad over een Buk-TELAR met het Russische ministerie van Defensie en ook niet met militairen van de 53e Brigade. Dat is een opmerkelijk nauwe ontkenning. Over zijn contacten met medeverdachten en andere medestrijders van de DPR zegt Dubinskiy namelijk niets. Hij betwist nadrukkelijk niet dat hij betrokken is geweest bij het aansturen van het transport en de bewaking van de Buk-TELAR die zich door DPR-gebied bewoog. Dat hij in ieder geval bij dat transport betrokken was, heeft Dubinskiy inmiddels ook al meermalen bevestigd: tegen een getuige, op het internetforum Glav.su en in een afgeluisterd telefoongesprek.
Dit telefoongesprek noemden wij al eerder in dit requisitoir, bij de bespreking van de telefoonnummers die in gebruik waren bij verdachten. In dit gesprek van 27 september 2014 verwijst Dubinskiy naar tapgesprekken over de Buk die eerder openbaar zijn gemaakt. Hij zegt dan:
“When the toy was being moved around, got it. I mean the one, which was moved across the Republic's area. Yes. It really features my voice. But it does not mean that someone was shooting down (…).”
In dit gesprek bevestigt Dubinskiy dus dat hij in juli 2014 telefoongesprekken voerde over het vervoer van de Buk-TELAR door DPR-gebied. Al betekent dit volgens Dubinskiy nog niet dat hij of anderen MH17 hebben neergeschoten.
Hetzelfde standpunt - wel betrokken bij het transport van de Buk-TELAR, maar niet bij het neerschieten van MH17 - wordt een klein jaar later door Dubinskiy herhaald. In juli 2015 plaatst een zekere ‘Nekhoroshi’, geïdentificeerd als Dubinskiy , namelijk het volgende bericht op internetforum Glav:
“Sorry, ik herhaal, wat betreft de Boeing geen enkel commentaar. Vooral omdat ik niets te maken heb met de BUK, behalve het transport”.
Deze uitlatingen van Dubinskiy kunnen wij moeilijk anders begrijpen dan de bekentenis dat hij betrokken was bij het transport van de Buk-TELAR waarmee MH17 is neergeschoten. Kennelijk vindt Dubinskiy zelf dat die betrokkenheid hem nog niet verantwoordelijk maakt voor het neerschieten. Op die verantwoordelijkheidsvraag komen wij later terug. Voor nu stellen wij vast dat Dubinskiy zijn feitelijke betrokkenheid bij het transport van de Buk-TELAR tot twee keer toe heeft erkend.
3.9.3.3 Tussenconclusie
Kortom: Dubinskiy erkent dat hij betrokken was bij het transport van de Buk-TELAR waarmee MH17 is neergeschoten, maar stelt dat hij verder niets met die Buk te maken heeft.
3.9.4 Standpunt verdachte Kharchenko
Verdachte Kharchenko heeft zich één keer uitgelaten over zijn strafzaak. Op 20 december 2019 wordt een interview met verdachte Kharchenko gepubliceerd. Kharchenko zegt daarin dat hij gedurende de vijf jaar van de oorlog geen Buk-systeem op het grondgebied van de DPR heeft gezien. Het is dus duidelijk dat Kharchenko iedere betrokkenheid bij een Buk ontkent. Waar Kharchenko dan wel was en wat hij dan wel deed, toen de Buk-TELAR werd aangevoerd, een raket afvuurde en werd afgevoerd, vertelt hij ons niet.
3.9.5 Standpunt verdachte Pulatov
Pulatov is de enige verdachte die zich in dit proces laat vertegenwoordigen door Nederlandse raadslieden en actief zijn verdediging voert. In februari en oktober 2020 heeft hij verklaringen opgenomen op video en deze video-opnamen via zijn raadslieden aan uw rechtbank verstrekt. Pulatov heeft zich buiten deze zittingzaal vaker uitgelaten over zijn zaak, onder meer op een internetforum, maar in zijn videoverklaring komt zijn standpunt in de breedste zin naar voren. Daarin spreekt hij over de ten laste gelegde feiten en het bewijs dat er tegen hem ligt.
3.9.5.1 Betrokkenheid Pulatov
Pulatov ontkent elke betrokkenheid bij het neerschieten van MH17. Volgens zijn videoverklaring voerde hij in de periode van 16 juli tot en met 18 juli 2014 verkenningen uit in het gebied van Stepanovka en Marinovka, ten zuiden van Snizhne. In de namiddag van 17 juli 2014 was Pulatov naar eigen zeggen vooral bezig met het overbrengen en opstellen van tanks in de omgeving van Saurovka en in de richting van Stepanovka en met de communicatie tussen de tanks en de eenheden. Toen hij bericht kreeg dat er wrakstukken van een vliegtuig waren neergekomen, is hij in de auto gestapt en van zijn commandopost naar het rampgebied gereden. Daar trof hij de wrakstukken van MH17 en de lichamen en bezittingen van de slachtoffers aan.
3.9.5.2 Wetenschap gesprekken over Buk
Volgens Pulatov is hij dus niet betrokken bij het neerschieten van MH17. Over wat hij in die periode over een Buk heeft besproken en gehoord, heeft Pulatov wisselende verklaringen afgelegd.
In februari 2020 vertelt Pulatov met grote stelligheid dat hij op 16 en 17 juli 2014 met niemand heeft gesproken over een Buk-systeem en dat hij überhaupt nooit heeft gehoord over de noodzaak dan wel de mogelijkheid van het transport van een Buk-systeem of welk systeem dan ook. In oktober 2020, na kennisname van het gehele dossier waaronder verschillende tapgesprekken waarin hij over de Buk spreekt, gaat Pulatov uitgebreider in op de tapgesprekken. Pulatov zegt dan dat hij zich kan herinneren dat er in één of misschien meerdere gesprekken werd gesproken over een Buk als desinformatie. Wij tonen screenshots uit deze twee videoverklaringen.
Boven ziet u een beeld van de de verklaring van Pulatov van 16 februari 2020 dat hij met niemand over een Buk-systeem heeft gesproken. Onder ziet u een beeld van de verklaring van Pulatov van 20 oktober 2020 dat hij zich wel degelijk kan herinneren dat er in één of meerdere tapgesprekken over een Buk is gesproken.Pulatov meldt in juli 2020 ook op het internetforum Glav dat vele tapgesprekken, waaronder die over de Buk, wel hebben plaatsgevonden maar bedoeld waren om de vijand te misleiden. Deze wijziging van standpunt is op zichzelf al opvallend. Zo stellig als Pulatov in februari 2020 nog ontkent ooit over een Buk te hebben gesproken of anderen hierover te hebben horen spreken, zo eenvoudig bevestigt hij in oktober 2020 dat er wel degelijk telefonisch over een Buk werd gesproken en neemt hij zelfs uitgebreid de tijd om uit te leggen waarom dit gebeurde.
3.9.5.3 Uitleg tapgesprekken
Naast zijn verklaringen over de feitelijke gebeurtenissen in juli 2014, verklaart Pulatov ook over de betrouwbaarheid van het bewijs. Zo stelt Pulatov in oktober 2020 dat de tapgesprekken geen bewijs kunnen opleveren, omdat ze onjuiste informatie bevatten. Volgens hem werd zijn ‘open lijn’ gebruikt om desinformatie te verspreiden en de vijand te misleiden. Dat geldt volgens Pulatov ook voor de gesprekken over een Buk.
Volgens hem kan de inhoud van die gesprekken niet serieus worden genomen, omdat ze bedoeld waren als desinformatie. Deze onbeveiligde lijn zou gebruikt worden om de Oekraïense vijand te misleiden. Daarnaast stelt Pulatov dat de woorden ‘doosje’ en ‘speelgoed’ in bepaalde gesprekken geen betrekking hadden op een Buk, maar op ander militair materieel. Kortom: Pulatov betwist niet dat hij de belastende tapgesprekken heeft gevoerd, maar geeft er alleen een andere uitleg aan.
3.9.5.3.1 Codewoorden
Over het gebruik van codewoorden kunnen wij kort zijn: wij zijn het met Pulatov eens dat er in diverse tapgesprekken codewoorden worden gebruikt, zoals ‘doosje’ en ‘speelgoed’.
Over het codewoord ‘doosje’ zegt Pulatov dat dit ‘makkelijk verkeerd begrepen zou kunnen worden’. Een ‘doosje’ betreft volgens Pulatov materieel. Hij voegt daaraan toe dat dit materieel meestal een voertuig is, ‘bijvoorbeeld een tank, een infanterie-gevechtsvoertuig of een auto’. Ook wij concluderen dat het woord ‘doosje’ in tapgesprekken verwijst naar materieel in de vorm van een voertuig. Ook op dit punt zijn wij het dus eens. Alleen menen wij dat het in deze gesprekken specifiek gaat over een TELAR-voertuig. Mocht Pulatov bij pleidooi nog willen aanvoeren dat met ‘doosje’ allerlei militair materieel wordt bedoeld, behalve een Buk-TELAR, dan wijzen wij erop dat meerdere separatisten in het ene gesprek naar ‘doosje’ verwijzen en in andere gesprekken binnen dezelfde context het woord Buk gebruiken. Zo krijgt Kharchenko van Gilazov te horen dat een bemanningslid van ‘de Buk’ is achtergebleven en belt hij vervolgens naar Pulatov met de vraag “can you contact these fighters from this new box, they have lost their fighter”
Een ander codewoord is ‘speelgoed’. Wij wezen in juni al op andere informatie uit het dossier over de term ‘toy’ oftewel ‘speelgoed’.15 Daaruit blijkt dat met dit woord niet ‘draagbaar materieel’ wordt bedoeld, zoals Pulatov beweert. Zo vraagt Dubinskiy op 19 juli 2014, twee dagen na het neerschieten van MH17, aan Kharchenko of inmiddels iemand is gedeserteerd van de mensen die de ‘toy’ bewaakten. Kharchenko, zelf betrokken bij het transport en de bewaking van de Buk-TELAR, zegt dat diegenen die ‘the toy’ bewaakten zijn mensen waren en dat niemand gedeserteerd is. Dit zijn Kharchenko’s mensen en zij zijn allemaal bij hem. Verder is er nog het gesprek van Dubinskiy van 27 september 2014, waar wij eerder over spraken. In dat gesprek krijgt Dubinskiy te horen dat iemand naar hem op zoek is in verband met ‘de Boeing’. Daarop zegt Dubinskiy dat zijn stem inderdaad te horen is in gepubliceerde gesprekken over ‘the toy’ die door het gebied van de DPR werd vervoerd.
In deze gesprekken wordt met ‘toy’ dus geen draagbaar materieel bedoeld, zoals Pulatov stelt. Uit deze twee gesprekken van na het neerschieten van MH17 én de onderlinge samenhang van verschillende tapgesprekken van 17 juli blijkt duidelijk dat met ‘speelgoed’ de Buk-TELAR wordt bedoeld.
3.9.5.3.2 Desinformatie
Dan gaan wij nu verder met de stelling van Pulatov dat er onbeveiligde lijnen waren waarover bewust desinformatie werd verspreid.
3.9.5.3.2.1 Beweerdelijk voorbeeld van desinformatie
Van zulke misleidende tapgesprekken geeft hij slechts één concreet voorbeeld: het gesprek van 16 juli om 18:12 uur waarin Pulatov met Dubinskiy spreekt over een kapotte Strela en de behoefte aan luchtverdedigingswapens met een groter bereik. In datzelfde tapgesprek wordt gesproken over een vijandig vliegtuig op grote hoogte, doden en gewonden aan de kant van de DPR en het verlies van pantservoertuigen. Volgens de latere verklaring van Pulatov van oktober 2020 wilde hij met dit gesprek de vijand misleiden. De Strela waarvan in het gesprek wordt gezegd dat deze buiten werking was, zou volgens Pulatov in werkelijkheid niet kapot zijn geweest. Verder zouden de verliezen aan DPR-zijde, die in dit tapgesprek worden genoemd, zijn overdreven en ook de passage waarin over een vijandig vliegtuig op grotere hoogte wordt gesproken, zou niet kloppen. Volgens Pulatov was de strekking van het gesprek ‘dat alles bij hen goed ging’. Dit kunnen wij niet volgen. Dat er, zoals in dit gesprek wordt besproken, aan de kant van de DPR doden en gewonden waren, dat de Strela-10 buiten werking was, dat luchtaanvallen van grote hoogte plaatsvonden en dat pantservoertuigen werden verloren en buitgemaakt komt namelijk allemaal terug in berichten op sociale media, interviews en videoreportages.16 Dat 80% van dit gesprek was gelogen en Pulatov daarmee eigenlijk wilde zeggen ‘dat alles bij hen goed ging’, is onnavolgbaar in het licht van de feitelijke omstandigheden van dat moment. De strijd verliep namelijk precies zo slecht als Pulatov en Dubinskiy in dit gesprek benoemen. Daarom moest er een Buk worden geregeld.
3.9.5.3.2.2 Breder onderzoek naar juistheid van besproken informatie
Buiten dit ene gesprek van 16 juli 2014 noemt Pulatov geen andere, concrete voorbeelden van misleidende gesprekken. Als wij breder kijken naar andere belastende gesprekken, de vele gesprekken daar omheen en de bijbehorende historische telefoongegevens, dan zien wij ook daarin geen misleidende, maar juist accurate informatie. Geen desinformatie, maar informatie over gebeurtenissen die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Er is sprake van een groot aantal gesprekken en gesprekspogingen die inhoudelijk en in de tijd op elkaar aansluiten. Zij worden gevoerd door een groot aantal DPR-strijders die zich op vele verschillende plaatsen bevinden en regelmatig los van elkaar min of meer tegelijkertijd over dezelfde gebeurtenissen spreken, over gebeurtenissen die ook bevestigd worden door andere bewijsbronnen.17
Dat geldt bijvoorbeeld voor het grote aantal doden en gewonden dat de DPR-strijders hebben opgelopen bij de gevechten op 16 juli 2014. Die verliezen noemt Pulatov als een voorbeeld van desinformatie die hij doelbewust verspreidde via een daarvoor bestemde ‘open lijn’, terwijl diezelfde verliezen in alle hevigheid terugkomen in andere gesprekken van andere DPR-strijders en videomateriaal van de strijd op 16 juli 2014. Dat er in tapgesprekken over werkelijke gebeurtenissen werd gesproken en dus geen desinformatie werd verspreid, blijkt ook uit het bredere onderzoek dat is verricht naar het verloop van de gewapende strijd in Oost-Oekraïne in de zomer van 2014 en de rol daarin van de Russische Federatie. Ook in dat deel van het onderzoek zijn vele honderden afgeluisterde gesprekken vergeleken met informatie uit andere bronnen. En ook daar bleek steeds opnieuw dat informatie uit tapgesprekken bevestigd kon worden door ander bewijs om vast te stellen dat het besprokene daadwerkelijk had plaatsgevonden. Dat gold bijvoorbeeld voor gevechtshandelingen, het neerschieten van Oekraïense militaire vliegtuigen, konvooien met zwaar militair materieel, gebeurtenissen bij de Oekraïens-Russische grens en artilleriebeschietingen vanaf Russisch grondgebied.
Hetzelfde gebeurde in het onderzoek naar de vraag of de DPR het humanitair oorlogsrecht naleefde. Ook in dit deel van het onderzoek zijn vele honderden afgeluisterde gesprekken geanalyseerd aan de hand van ander bewijs. Zo kon worden vastgesteld dat vele afgeluisterde gesprekken waarin DPR strijders spreken over personen die zij gevangenhouden, afpersen, beroven, martelen, of doden over daadwerkelijke gebeurtenissen gaan.
Naast deze bredere onderzoeken, is ook validatie-onderzoek verricht naar de gesprekken over de inzet van de Buk-TELAR en, bij wijze van steekproef, een aantal willekeurige andere gesprekken uit dezelfde periode. Daarbij is gericht gekeken of vastgesteld kon worden in hoeverre de inhoud van de gesprekken overeenkomt met andere informatie, of daar juist van afwijkt. Ook bij deze gesprekken blijkt dat de gespreksinhoud terugkomt in andere bronnen.
Pulatov doet het voorkomen alsof de DPR een geoliede militaire machine was waar iedereen wist wat hij wel en niet kon zeggen over welke verbindingslijn en alleen informatie weggaf die ook echt bedoeld was om weg te geven. De werkelijkheid was anders. Over open telefoonlijnen werd in de zomer van 2014 volop informatie gedeeld over de identiteit van DPR-strijders in Oekraïne en hun contacten in de Russische Federatie, over de rol van de Russische Federatie in de gewapende strijd, over de vele misdrijven die de DPR structureel pleegde, en over tal van operationele militaire aangelegenheden. Niet omdat men dat wilde, want er werden in gesprekken ook volop pogingen gedaan om in code en onder aliassen te praten, maar omdat DPR-leden vaak niet anders konden in de hectiek en chaos van de strijd en onderlinge conflicten.
3.9.5.3.2.3 Begrijpelijkheid standpunt desinformatie
Tot slot is de verklaring van Pulatov over de beweerdelijke misleiding van de vijand ook op zichzelf niet logisch en consequent. Zo zegt hij in zijn videoverklaring van oktober 2020 over gesprekken waarin het woord Buk werd gebruikt:
“Nou, ik kan zo... een beetje niet... me niet alles uit mijn hoofd herinneren, maar ik kan me wel herinneren dat er in een, of misschien in meerdere gesprekken sprake was van een Buk in het kader van desinformatie, aangezien ik de dag ervoor al informatie had rondgestrooid om de tegenstander om de tuin te leiden over een Strela-10 installatie die onklaar zou zijn.”
Over die Strela-10 zegt Pulatov eerder in diezelfde verklaring:
“Over de kapotte Strela, (…) in dit geval werd deze desinformatie gebruikt om te laten zien dat wij geen luchtdekking hadden, om te zorgen dat een vliegtuig dat op vijf kilometer hoogte vloog, lager zou gaan vliegen.”
Volgens Pulatov zou de vijand dus de ene dag worden wijsgemaakt dat de DPR geen luchtdekking had, terwijl diezelfde tegenstander een dag later zou worden wijsgemaakt dat ze juist over de best mogelijke luchtafweer beschikten: een Buk-systeem. Als Pulatov de Oekraïense krijgsmacht hiermee op het verkeerde been wilde zetten, is ons niet duidelijk over welk been hij het heeft. Wilde hij de vijandige vliegtuigen nu juist uitnodigen of afschrikken? Elke logica in deze beweerdelijke militaire strategie ontbreekt.
3.9.5.3.2.4 Samenvatting desinformatie
Kort en goed: uit de afgeluisterde tapgesprekken van 16 en 17 juli 2014 komt het beeld naar voren van een chaotische gewapende strijd, waarin de groep van verdachten grote personele en materiële verliezen lijdt en naar een oplossing zoekt in de vorm van de inzet van een Buk-systeem. Een beeld dat we ook zien in vele andere bronnen in het dossier. Een beeld dat op geen enkele manier past bij de desinformatiecampagne die Pulatov ons voorspiegelt en die ook op zichzelf bezien onnavolgbaar is.
3.9.5.4 Tussenconclusie
Wij vatten het standpunt van Pulatov samen: hij ontkent betrokkenheid bij het neerschieten van MH17. Over wat hij in die periode over een Buk heeft besproken of gehoord en wat hij op de namiddag van 17 juli 2014 heeft waargenomen, heeft Pulatov wisselende verklaringen afgelegd. Hij betwist niet dat hij de aan hem toegeschreven tapgesprekken heeft gevoerd, maar stelt dat die op een andere manier moeten worden uitgelegd. Die uitleg die hij daar zelf aan geeft is onverenigbaar met ander bewijs en ook op zichzelf onbegrijpelijk.
3.9.6 Conclusie standpunten verdachten
Wij ronden de bespreking van de standpunten van de vier verdachten af. Alle vier ontkennen zij betrokken te zijn geweest bij het neerschieten van MH17.
Hun uitlatingen bevatten echter niets dat ons doet twijfelen aan het bewijs voor hun betrokkenheid. Sommige onderdelen daarvan versterken dat bewijs juist. Zo heeft Dubinskiy in een telefoongesprek en op een internetforum verklaard dat hij betrokken was bij het transport van de Buk-TELAR door het gebied dat onder controle stond van de DPR. Girkin heeft verklaard dat zijn ondergeschikten op de middag van 17 juli 2014 aan hem gemeld hebben een vliegtuig te hebben neergeschoten. Pulatov heeft verklaard zich te herinneren dat er op 17 juli 2014 in een of meerdere gesprekken over een Buk is gesproken.
Na uitgebreid onderzoek is er geen enkele aanwijzing gevonden voor manipulatie van tapgesprekken of de verspreiding van desinformatie daarin. Integendeel, er is overvloedig bewijs dat de informatie die door de verdachten in vele gesprekken werd gedeeld, juist was.
Nog los van het feit dat eenzijdige mededelingen van verdachten niet hetzelfde gewicht hebben als een daadwerkelijke ondervraging, doen de verschillende uitlatingen van de verdachten dus op geen enkele wijze afbreuk aan het bewijs.
3.10 Bewezenverklaring
3.10.1 Inleiding
Zojuist hebben wij uiteengezet dat MH17 is neergeschoten door een Buk-raket, die is afgevuurd met een Buk-TELAR vanaf een landbouwveld bij Pervomaiskyi. Ook de betrokkenheid van verdachten is daarbij besproken. Nu komen wij bij de vraag of verdachten daarmee ook de ten laste gelegde misdrijven hebben gepleegd. Anders gezegd: of de ten laste gelegde gedragingen bewezen kunnen worden. Daarvoor moeten we scherper kijken naar de feitelijke gedragingen van de verdachten in relatie tot de Buk-TELAR waarmee MH17 is neergeschoten. Daarna gaan wij in op de juridische kwalificatie van die gedragingen. Maar eerst staan wij stil bij de vraag welk gewicht wij aan welke bewijsbronnen toekennen.
3.10.2 Weging bewijsbronnen
Tijdens onze bespreking hebben wij verschillende bewijsbronnen genoemd, zoals sporenmateriaal uit wrakstukken van MH17 en lichamen van slachtoffers, rapporten van forensisch deskundigen op basis van dat sporenmateriaal, opgenomen telefoongesprekken en andere telecomgegevens van verdachten en andere personen, rapporten van forensische deskundigen over die tapgesprekken, video’s en foto’s van de Buk-TELAR, rapporten van forensische deskundigen over de authenticiteit van dat beeldmateriaal en verklaringen van getuigen. Al die verschillende bewijsbronnen in onderling verband en samenhang bezien ondersteunen en versterken elkaar. Het bewijs voor de ten laste gelegde gang van zaken op 17 juli 2014 is volgens het Openbaar Ministerie dan ook overvloedig en overtuigend.
Sommige bewijsmiddelen hebben meer bewijswaarde dan anderen. Bij de weging van de verschillende bewijsbronnen maken wij onderscheid tussen objectieve en subjectieve bronnen. Zo kennen wij meer gewicht toe aan feitelijk, objectief sporenmateriaal uit de wrakstukken en de lichamen van slachtoffers, telecomdata, foto’s, video’s en satellietbeelden dan aan getuigenverklaringen. Het menselijk geheugen is immers feilbaar en beïnvloedbaar. Wij menen dat uw rechtbank voor de beoordeling in deze zaak kan volstaan met objectieve bewijsbronnen en de verklaringen van een beperkt aantal getuigen, waarvan uw rechtbank heeft beslist dat de verdediging ze nader mocht ondervragen.
3.10.3 Feitelijke gedragingen verdachten
Zoals besproken volgt uit een aanzienlijke hoeveelheid bewijs dat MH17 is neergehaald met een Buk-raket, die met een Buk-TELAR van de 53e Brigade van de Russische strijdkrachten is afgevuurd vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi in Oekraïne, waarna die TELAR is afgevoerd naar de Russische Federatie. Als we nog eens op een rij zetten welke rol verdachten hierbij hebben gespeeld, zien we het volgende beeld.
3.10.3.1 Aanvraag van Buk-TELAR
Vanaf mei 2014 spelen Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko een sturende militaire rol binnen de DPR. Daarbij werken zij nauw met elkaar samen. Die onderlinge samenwerking is ook specifiek gericht op het neerschieten van vliegtuigen. Om dit doel te bereiken proberen zij beschikking te krijgen over luchtafweerwapens. Zo spreekt Girkin op 8 juni 2014 via Aksyonov, de door Rusland aangestelde leider op de Krim, zijn behoefte uit aan Russische steun, waaronder ‘deugdelijk luchtafweergeschut met getrainde bemanning’.
In de loop van het conflict wordt deze behoefte van verdachten aan krachtige luchtafweerwapens sterker. Vanaf 6 juli 2014 probeert de DPR in het zuiden van Donetsk een doorgang te forceren naar de Russische grens. Girkin en Dubinskiy zetten hiervoor de lijnen uit vanuit de stad Donetsk. Pulatov doet voorverkenningen in het gebied ten zuiden van Snizhne richting de grens en rapporteert hierover aan Girkin en Dubinskiy. Bij de uitvoering van deze operatie spelen de vier verdachten een sturende rol. Kharchenko bevindt zich vanaf 15 juli 2014 in de voorhoede van het offensief dat vanuit Snizhne wordt ingezet en Pulatov wordt diezelfde dag aangewezen als coördinator van alle DPR-troepenbewegingen in het gebied. Pulatov voert daarbij ook het bevel over een luchtafweereenheid, waarvan Koreets de commandant is. Girkin en Dubinskiy laten zich gedurende de strijd voortdurend informeren over de stand van zaken. Waar nodig sturen zij de DPR-eenheden direct aan, onder meer tijdens het invoeren van zwaar militair materieel vanuit Rusland op 15 juli. De Oekraïense luchtmacht probeert de doorbraak naar de Russische grens te voorkomen en voert vanaf grotere hoogte bombardementen uit. Daarmee groeit de behoefte van verdachten aan een nog zwaarder luchtafweerwapen met een nog groter bereik dan waar ze tot dan toe over beschikken.
Op 16 juli 2014 is de nood hoog. Er wordt hevig gevochten in de omgeving van de grensplaats Marinovka, waarbij de DPR-strijders vanuit de lucht worden aangevallen. Kharchenko vertelt in een tapgesprek van 13:26 uur aan Pulatov over de benarde positie waarin hij zich dan bevindt. Kharchenko spreekt over een Sushka die hen van boven bestookt en over de Strela-10 die geraakt zou zijn. Volgens Kharchenko zijn er alleen maar lijken en gewonden. Ook in een later gesprek van 17:11 uur zegt Kharchenko tegen Dubinskiy dat ze gebombardeerd worden en dat er in zijn eenheid veel doden en gewonden zijn gevallen. In een gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur rapporteert Pulatov aan Dubinskiy en vertelt dat zijn mannen zware verliezen hebben geleden, onder meer als gevolg van een luchtaanval. Pulatov zegt dat ze behoefte hebben aan lange afstandsartillerie en aan goede luchtverdedigingswapens, omdat het gevechtsvliegtuig van grote hoogte vuurde en zo buiten hun bereik bleek. Dubinskiy laat Pulatov weten dat hij over de luchtafweer nu nog niets kan zeggen, maar dat hij de artilleriedoelen op de kaart heeft gezet en dat Girkin deze doorgeeft aan Moskou. Ook hier is Girkin dus weer de contactpersoon met Rusland als het gaat om militaire ondersteuning. En dan is er het gesprek van Dubinskiy van 19:09 uur, dat we ook al eerder benoemden. Hierin zegt Dubinskiy tegen een medestrijder dat ze de artillerie nog wel aankunnen, maar niet de Sushka’s als die de volgende ochtend aanvallen. Vervolgens zegt Dubinskiy:
‘If I will be able to receive a Buk in the morning and send it there, than it's OK. If not, things will go totally fucked up.’
Deze Buk zou dus in de behoefte van verdachten voorzien. Nog geen uur later is de komst van de Buk geregeld, zo blijkt uit een tapgesprek van 20:06 uur. Dubinskiy belt vervolgens naar Pulatov en zegt dat als de Buk die nacht gebracht wordt, deze direct naar Pulatov gaat. Een logische keuze, want Pulatov is de coördinator van de troepen in het gebied en degene die de luchtaanvallen bij Dubinskiy heeft aangekaart. ‘Duidelijk’ zegt Pulatov. Daarna zegt Dubinskiy: ‘die Buk is onze enige hoop, wij kunnen niets anders. Toch?’. ‘Ja’ antwoordt Pulatov. Diezelfde avond vertrekt de logistieke eenheid om de aangevraagde Buk-TELAR op te halen bij de oostelijke grens met de Russische Federatie. Chernykh onderhoudt hierover nauw contact met Dubinskiy. In een gesprek van 00:17 uur die nacht bespreekt Dubinskiy met Khodakovsky, de DPR-commandant van het Vostok-bataljon, de verliezen die hij leed na de inname van Marinovka. ‘Maar’, zegt Dubinskiy, ‘vannacht arriveert een Buk en alle problemen worden dan opgelost’. Kortom: verdachten hebben een Buk nodig en regelen er een.
3.10.3.2 Inzet van Buk-TELAR
Op 17 juli 2014 bevinden Girkin en Dubinskiy zich in het hoofdkwartier van de DPR in Donetsk. In dat hoofdkwartier heeft Dubinskiy die ochtend in het kantoor van Girkin een ontmoeting met Kharchenko. Uit tapgesprekken blijkt dat de vier verdachten die dag herhaaldelijk contact met elkaar hebben, zowel telefonisch als persoonlijk. Veel van die contacten gaan over de inzet van de Buk. Dubinskiy hoort om 09:08 uur van Chernykh dat de Buk-TELAR in Donetsk is aangekomen. Vervolgens treft Dubinskiy Kharchenko bij Girkin. Niet veel later informeert Dubinskiy Pulatov dat Kharchenko nu met de Buk naar hem toekomt en dat deze in de omgeving van Pervomaiskyi moet worden opgesteld. Kharchenko krijgt van Dubinskiy te horen dat hij contact moet opnemen met Chernykh en naar Pervomaiskyi moet gaan om daar beschikbaar te blijven en de Buk te bewaken. Nog geen half uur later belt Dubinskiy naar Pulatov en zegt hem dat hij samen met Kharchenko met de Buk naar Pervomaiskyi moet gaan en daar beschikbaar moet blijven. Pulatov heeft als taken de bewaking van de Buk en de algehele organisatie. In datzelfde gesprek zegt Pulatov dat hij al weet wat hij moet doen, omdat hij zojuist al met Girkin heeft gesproken. Dit wordt bevestigd door Girkin, die in een ander telefoongesprek zegt dat Pulatov de leiding heeft en dat hij hem alle instructies heeft gegeven. Pulatov wordt dus naast Dubinskiy ook aangestuurd door Girkin.
Kharchenko doet wat hem door Dubinskiy is opgedragen. In Donetsk neemt hij de begeleiding van het Buk-konvooi over van Chernykh. Hij instrueert vervolgens zijn ondergeschikte Sharpov om naar Pervomaiskyi te gaan en daar op hem te wachten. Kort voor één uur ’s-middags ontmoet Pulatov het Buk-konvooi met Kharchenko bij de Furshet-supermarkt in Snizhne. Daar rijdt de Buk van de trailer af en beweegt zich verder zelfstandig door het centrum van Snizhne, in de richting van Pervomaiskyi. Iets over twee uur in de middag geeft Kharchenko opdracht aan Sharpov om de Buk te bewaken die verderop is gestopt in het veld. Zelf haalt Kharchenko Gilazov op in Snizhne, om daarna met hem naar de afvuurlocatie te gaan.
Terwijl Kharchenko de Buk-TELAR begeleidt naar Pervomaiskyi, zoekt Pulatov contact met de bemanning. Allebei doen ze wat die ochtend is besproken en hen door Dubinskiy en Girkin is opgedragen; ze zorgen ervoor dat de Buk wordt opgesteld op het landbouwveld nabij Pervomaiskyi en dat deze veilig is.
3.10.3.3 Neerschieten met Buk-TELAR
Een paar uur later wordt MH17 vanaf deze locatie neergeschoten met een Buk-raket.
Dat de verdachten verantwoordelijk zijn voor de inzet van de Buk-TELAR blijkt ook ná het neerhalen van MH17. Girkin krijgt naar eigen zeggen in de middag te horen dat een Su-25 van de Oekraïense luchtmacht is neergeschoten door de eigen luchtverdediging bij Snizhne. Om 16:48 uur informeert Kharchenko Dubinskiy dat ze op de plek zijn en al één Sushka hebben neergehaald. Dubinskiy zegt dat ze dat goed gedaan hebben en dat Kharchenko naar hem toe moet komen. Later spreekt Dubinskiy over hun eigen (‘onze’) Buk en dat zijzelf (‘wij’) een vliegtuig hebben neergeschoten. Ook als duidelijk is geworden dat ze een passagiersvliegtuig hebben neergeschoten, blijven Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko met elkaar en met Girkin spreken over de Buk als hun eigen wapen (‘onze’, ‘die van ons’), waarmee zijzelf (‘wij’, ‘onze mensen’, ‘onze knal’) een vliegtuig hebben neergeschoten. Zonder zelf op de knop te hebben gedrukt, claimen de verdachten in diverse telefoongesprekken dus verantwoordelijkheid voor het gebruik van de Buk-TELAR en het neerhalen van een vliegtuig met die Buk. Uiteindelijk maken verdachten er in hun onderlinge gesprekken van dat ze met de Buk een Su-25 hebben getroffen, nadat die Su-25 MH17 had neergeschoten. Het is vooral Pulatov die deze alternatieve lezing actief naar voren brengt en tussen de oren knoopt van Dubinskiy en Kharchenko. En die Dubinskiy weer voorhoudt aan Girkin. Volgens Pulatov zal de hele wereld het erover hebben.
3.10.3.4 Afvoer van Buk-TELAR
Met het verstrijken van de uren worden aard en omvang van de ramp duidelijk. En daarmee wordt het ook de verdachten duidelijk wat er is gebeurd. De Buk, die zo hard nodig is in hun strijd en die een dag eerder nog als hun ‘enige hoop’ wordt omschreven, moet weg. Vervolgens organiseren verdachten de afvoer van de Buk-TELAR naar Rusland; een proces waarin zij weer dezelfde rollen vervullen als bij de inzet van het wapen.
Girkin instrueert Dubinskiy rond half negen ’s-avonds om de Buk-TELAR onder begeleiding van twee BTR’s, pantservoertuigen, af te voeren en laat weten dat de begeleiding in LPR-gebied zal worden overgenomen. Daar zal een groep komen met een dieplader en een kraan. Dubinskiy meldt dat Kharchenko de Buk op dat moment bewaakt en BTR’s heeft. Girkin zegt dat hij het probleem met het vliegtuig verder moet regelen. Gelijk daarna geeft Dubinskiy de instructies van Girkin weer door aan Kharchenko en zegt hem dat er een dieplader zal komen voor de Buk-TELAR en dat die naar de grens met de LPR moet worden begeleid. Als Kharchenko drie kwartier later terugbelt om te zeggen dat de Buk al op eigen kracht naar Snizhne is vertrokken, zegt Dubinskiy dat Kharchenko het daar moet laten staan en dat hij Girkin zelf zal vragen wat te doen. Kennelijk bepaalt Girkin uiteindelijk wat er met de Buk moet gebeuren. Als één van de bemanningsleden van de Buk later die avond de rest van de bemanning kwijt is, wordt dit aan Kharchenko gerapporteerd. Kharchenko belt weer met Pulatov, met de vraag of hij contact kan opnemen met de bemanning. Daarop zoekt Pulatov vergeefs contact met de bemanning. Net als vóór het neerschieten van MH17 loopt het contact met de bemanning ook nu weer via Pulatov. Uiteindelijk vertrekt het Buk-transport pas in de late avond van 17 juli 2014 vanuit Snizhne, nadat Dubinskiy nadere instructies aan Kharchenko heeft gegeven. Conform die instructies vindt de verdere afvoer plaats door ondergeschikten van Kharchenko en onder zijn aansturing. Als de verdere afvoer niet volgens plan verloopt, grijpt Girkin in en blijft hij Dubinskiy op de huid zitten, totdat het bericht komt dat de Buk-TELAR in Rusland is.
3.10.3.5 Conclusie feitelijke gedragingen
Uit dit alles volgt dat de vier verdachten op 17 juli 2014 samen de inzet van de Buk-TELAR hebben geïnitieerd en georganiseerd. Vanaf mei 2014 hebben zij een sturende militaire rol binnen de DPR en werken zij daarin nauw samen, onder andere bij het neerschieten van vliegtuigen. Op 8 juni 2014 wordt een aanvraag gedaan om een zwaarder luchtafweersysteem met bemanning. Ruim een maand later, op 16 juli 2014, is de nood hoog en kaarten zij de behoefte aan een deugdelijk luchtafweersysteem opnieuw aan. Dit wordt diezelfde nacht geleverd. Na ontvangst van de Buk-TELAR geleiden de verdachten het wapen naar de door hen aangewezen afvuurlocatie en zorgen voor bewaking. Daarbij staan de verdachten in contact met de bemanning en zorgen zij ervoor – nadat die Buk-TELAR MH17 heeft neergehaald – dat het wapen verborgen en bewaakt wordt en de Buk-bemanning bij elkaar blijft. In hun onderlinge communicatie na het neerschieten van MH17 spreken de verdachten met elkaar over ‘hun’ Buk en de vraag of die zijn werk heeft gedaan, en ook over ‘hun mensen’ die met de Buk geschoten hebben. Vervolgens organiseren verdachten de afvoer van het wapen. Tijdens het gehele proces bellen verdachten veelvuldig met elkaar en overleggen ook tijdens fysieke ontmoetingen in Donetsk en Snizhne. Deze samenwerking begint al voordat de Buk-TELAR aan hen ter beschikking wordt gesteld en loopt door tot deze is teruggekeerd in de Russische Federatie. Hierbij geven Girkin en Dubinskiy leiding op afstand. Pulatov en Kharchenko zijn hun uitvoerend commandanten ter plaatse. Zij geven weer leiding aan anderen en zorgen voor de nadere coördinatie van de inzet van de Buk-TELAR. Daarmee volgen zij een zelfde rolverdeling als bij hun eerdere samenwerking tijdens het conflict.
3.10.4 Kwalificatie gedragingen verdachten
De volgende vraag is of deze feitelijke gedragingen van de vier verdachten ook de ten laste gelegde misdrijven opleveren: het doen verongelukken van een vliegtuig (feit 1) en moord (feit 2).
Primair is ten laste gelegd dat zij deze feiten functioneel hebben (mede)gepleegd. Dus dat verdachten functioneel daders zijn. De kern van functioneel daderschap is dat iemand die niet zelf in fysieke zin het strafbare feit heeft gepleegd, toch strafbaar is omdat hij voor die gedraging verantwoordelijk is. Eerder verstrekten wij al een schriftelijk juridisch kader, waarin wij uitgebreid ingaan op deze vorm van daderschap. Vandaag beperken wij ons – omwille van het bredere publiek - tot een enkele opmerking. Functioneel plegen wordt ook wel omschreven als plegen door middel van anderen. Eenvoudig gezegd kan iemand die ervoor zorgt dat een ander een misdrijf pleegt, ook worden veroordeeld als de dader van dat strafbare feit.
Voor medeplegen moet sprake zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen, waarbij het accent ligt op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De intellectuele of materiële bijdrage van de verdachte moet daarbij van voldoende gewicht zijn geweest. Bij de vraag of sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan onder meer worden gekeken naar de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol van verdachten in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling van het delict en het belang van die rollen, hun aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Ook het eigen belang dat de verdachte heeft bij het slagen van het strafbare feit kan worden betrokken bij het oordeel dat sprake is van medeplegen. Voor het aannemen van medeplegen is dus niet vereist dat de verdachte een fysieke uitvoeringshandeling op de plaats delict heeft verricht. Ook een verdachte die bijvoorbeeld een grotere rol heeft gespeeld bij het beramen en voorbereiden van het feit kan als medepleger worden aangemerkt.
Tegen deze achtergrond zijn voor de beoordeling van het bewijs met name de volgende omstandigheden van belang. Ten eerste vormden de vier verdachten een hecht samenwerkende dadergroep, die onder meer gericht was op het plegen van geweldsmisdrijven tegen luchtvaartuigen. Ten tweede blijkt uit het hiervoor besproken bewijs dat de vier verdachten een duidelijk eigen belang hadden bij de inzet van de Buk-TELAR op 17 juli 2014: zij waren het die graag wilden dat er een vliegtuig werd neergeschoten, ten behoeve van de strijd die zij op dat moment zelf voerden. Ten derde spreekt uit de tapgesprekken een sterk gevoel van eigenaarschap bij de verdachten over de inzet van de Buk-TELAR en verregaande beschikkingsmacht over die inzet. Wij zullen deze vier omstandigheden nader bespreken.
3.10.4.1 Hecht samenwerkende dadergroep
Ten eerste vormden verdachten een hecht samenwerkende dadergroep, die onder meer gericht was op het plegen van geweldsmisdrijven tegen Oekraïense luchtvaartuigen. Zo voeren Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko in juni en juli 2014 in nauwe samenwerking met elkaar en anderen een gewapende strijd tegen de Oekraïense overheid. De gewapende groep van de verdachten noemt zichzelf de ‘Volksrepubliek Donetsk’ of DPR. Alle vier de verdachten zijn in deze periode betrokken bij het organiseren en uitvoeren van geweld tegen Oekraïense militaire luchtvaartuigen. Meerdere Oekraïense vliegtuigen en helikopters worden vóór 17 juli 2014 vanuit het door de DPR gecontroleerde gebied beschoten of neergeschoten. De DPR claimt daar verschillende keren verantwoordelijkheid voor, zowel in onderlinge tapgesprekken als tegenover de buitenwereld. Uit afgeluisterde gesprekken blijkt dat alle vier de verdachten hier actief bij betrokken zijn in de periode vóór 17 juli 2014. Wij concluderen dan ook dat de vier verdachten al in de periode vóór 17 juli 2014 met elkaar en anderen een hecht samenwerkende dadergroep vormden die was gericht op het plegen van geweld in Oost-Oekraïne, waaronder het met geweld doen neerstorten van luchtvaartuigen.
Deze vaststelling is van belang zowel voor het bewijs van opzet voor iedere verdachte als voor de waardering van hun individuele bijdragen aan de hen ten laste gelegde misdrijven. Immers, bij hecht samenwerkende dadergroepen dienen de feitelijke gedragingen van individuele verdachten nadrukkelijk te worden beoordeeld in het licht van hun gezamenlijke plan om misdrijven te plegen.
Bij de uitvoering van hun gemeenschappelijk plan om geweld te plegen tegen Oekraïense luchtvaartuigen had de dadergroep van verdachten behoefte aan een zwaarder luchtverdedigingswapen, waarmee zij vliegtuigen op grotere hoogte konden neerschieten. Op verzoek van de dadergroep is zo’n wapen geleverd: de Buk-TELAR waarmee MH17 is neergeschoten. Vervolgens hebben verdachten op en rond 17 juli 2014 in nauwe samenwerking in het door hun gewapende groep gecontroleerde gebied de aanvoer, bewaking en afvoer van die Buk-TELAR georganiseerd. Zij belden daarover veelvuldig met elkaar en overlegden ook tijdens fysieke ontmoetingen in Donetsk en in Snizhne. Kharchenko en Pulatov waren de leidinggevenden in het veld. Pulatov kreeg in de ochtend van 17 juli van Dubinskiy de opdracht om de Buk samen met Kharchenko te bewaken en om ‘dit alles’ te organiseren. Kharchenko voegde zich in de ochtend bij het konvooi met de Buk-TELAR nadat deze in Donetsk was aangekomen en begeleidde de TELAR tot aan de afvuurlocatie bij Pervomaiskyi. Kharchenko had gedurende deze periode de leiding over het transport en de beveiliging van de Buk-TELAR. Onderweg naar de afvuurlocatie heeft Pulatov zich in Snizhne aangesloten bij Kharchenko en het Buk-konvooi. Hij was de schakel naar de bemanning. Dubinskiy en Girkin waren de leiders op afstand, en stuurden tot in detail het werk van de uitvoerders aan. Samen voerden verdachten dus volledige regie over de inzet van de Buk-TELAR. Samen brachten de verdachten ‘hun’ Buk-TELAR in stelling en lieten zij die TELAR uitvoering geven aan hun plan om een vliegtuig neer te schieten. Voor de voltooiing van het delict was hun onderlinge afstemming cruciaal.
Bij verdachten bestond dus het gezamenlijk opzet op het doen verongelukken van een vliegtuig. En omdat een vliegtuig altijd een of meer inzittenden heeft, hadden verdachten ook het gezamenlijk opzet en, gezien hun planmatig handelen, de voorbedachte raad op het doden van de inzittenden van het vliegtuig.
3.10.4.2 Eigen belang bij inzet Buk-TELAR
Bij die inzet van de Buk-TELAR hadden verdachten een duidelijk eigen belang. De komst van de Buk-TELAR diende het doel van de vier verdachten en hun gewapende groep: zij hadden in hun strijd tegen de Oekraïense krijgsmacht last van luchtaanvallen vanaf grotere hoogte, die zij met het beschikbaar materieel niet konden pareren. Verdachten wilden die luchtaanvallen tegengaan door Oekraïense vliegtuigen aan te vallen met de TELAR. Zoals Dubinskiy het op 16 juli 2014 al zegt: ‘our only hope is Buk’. Dat dit eigen belang met de inzet van de Buk werd gediend, volgt ook uit de reacties van verdachten achteraf. Zo feliciteert Dubinskiy Kharchenko met het neerhalen van het vliegtuig dat later MH17 blijkt te zijn. Ook Pulatov is blij met het neerhalen van het vliegtuig. In een telefoongesprek zegt hij dat degene die heeft geschoten een ‘fucking hero’ is en een ‘swell job’ heeft gedaan.
3.10.4.3 Eigenaarschap en beschikkingsmacht Buk-TELAR
Uit de afgeluisterde gesprekken van de verdachten spreekt verder een sterk gevoel van eigenaarschap bij de verdachten over de inzet van de Buk-TELAR, en blijkt van verregaande beschikkingsmacht over die inzet. Dubinskiy vertelt Pulatov op de avond van 16 juli 2014 dat als zij de beschikking krijgen over een Buk, deze direct naar Pulatov zal komen. In een ander gesprek die avond spreekt Dubinskiy over het ‘ontvangen’ en ‘sturen’ van een Buk. Op de ochtend van 17 juli 2014 voert Dubinskiy gesprekken waarin hij spreekt over een ‘Buk-M van mij’ en zegt dat hij nu gaat vertellen waar die naartoe moet.
Ook na het neerschieten komt het eigenaarschap en de beschikkingsmacht van verdachten uitdrukkelijk naar voren. Het is Girkin die later tegenover de Russische autoriteiten verklaart dat aan het einde van de middag van 17 juli 2014 aan hem werd gerapporteerd dat de luchtverdediging van zijn gewapende groep een vliegtuig had getroffen. Ook Dubinskiy en Pulatov spreken achteraf allebei over ‘onze Buk’. Dubinskiy heeft het verder over ‘onze jongens’ die hebben geschoten en dat ‘we’ een ‘Buk-M’ hebben. Kharchenko spreekt over ‘onze knal’. Het zijn allemaal duidelijke aanwijzingen dat de vier verdachten de Buk-TELAR als ‘hun’ wapen beschouwen en de afgeschoten raket als ‘hun’ wapenfeit.
Als de zaken vervolgens een andere wending nemen, omdat MH17 blijkt te zijn neergeschoten, komt het eigenaarschap en de beschikkingsmacht van verdachten opnieuw tot uitdrukking. Als niet duidelijk is wat er verder moet gebeuren met de Buk-TELAR tussen de afvuurlocatie en Snizhne, wordt die vraag doorgesproken in de hiërarchische lijn vanaf Sharpov via Kharchenko en Dubinskiy tot aan Girkin. Als een bemanningslid van de Buk-TELAR zijn collega’s kwijt raakt, wordt Pulatov ingeschakeld om het contact te herstellen. Als de afvoer van de Buk-TELAR niet soepel loopt, gaat Girkin zich er persoonlijk steeds nauwer mee bemoeien. Uit al deze gesprekken spreekt dat het de vier verdachten zijn die bepalen wat er met de Buk-TELAR gebeurt in hun gebied.
Beschikkingsmacht over de inzet van de Buk-TELAR is niet hetzelfde als gezag over de bemanning. Met beschikkingsmacht over de inzet bedoelen we: de keuze dat de Buk-TELAR wordt geleverd en ingezet in de gewapende strijd van de verdachten, de keuze waar de TELAR heen wordt geleid en wordt opgesteld en de keuze om daar een inkomend vliegtuig neer te schieten in de wetenschap dat de inzittenden van dat vliegtuig daardoor zullen worden gedood. Voor functioneel daderschap kan een ondergeschiktheidsrelatie tussen dader en feitelijk uitvoerder wel relevant zijn, maar het is geen vereiste. Dat er geen bewijs is voor een dergelijke relatie tussen de vier verdachten en de bemanning van de Buk-TELAR, is dus geen belemmering voor een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde functioneel plegen. Zo’n ondergeschiktheidsrelatie is met name relevant voor de beoordeling van de passieve variant van functioneel plegen, terwijl deze vier verdachten juist een actieve rol hebben gespeeld.
Natuurlijk zijn er ook dingen die wij niet kunnen vaststellen op basis van het bewijs. Er werd immers óók gebruik gemaakt van veilige communicatiemiddelen, die niet af te luisteren zijn, en er vonden persoonlijke ontmoetingen plaats. Wij weten niet precies welke instructies Girkin in de ochtend van 17 juli 2014 gegeven heeft, wij weten niet precies hoe de communicatie tussen de bemanning van de TELAR en de vier verdachten verliep en wij weten niet wat de aanleiding was om de raket af te vuren. Toch maakt dat de verdachten niet minder schuldig. Wie een misdrijf organiseert, faciliteert, daar actief aan bijdraagt en na afloop opgetogen bespreekt dat de uitvoering van het misdrijf door ‘zijn’ mensen is gelukt, is strafrechtelijk verantwoordelijk voor dat misdrijf.
Mogelijk zal de verdediging betogen dat alleen veroordeeld kan worden als per verdachte tot in detail vastgesteld kan worden wat zijn individuele bijdrage aan het misdrijf is geweest, maar de werkelijkheid is anders. Bij planmatige misdrijven die gezamenlijk worden georganiseerd ligt de nadruk van de bewijsvraag op die gezamenlijke, planmatige organisatie en uitvoering, niet op de vraag wat iedere individuele verdachte precies op ieder moment heeft gedaan. En die gezamenlijke, planmatige organisatie en uitvoering is hier heel duidelijk, zowel voor als na het afvuren van de raket. Daarbij vormt de nauwe samenwerking van de vier verdachten in de afvoer van de TELAR een sterk aanvullend bewijs voor hun gezamenlijke optreden.
3.10.4.4 Conclusie kwalificatie gedragingen verdachten
Wij ronden dit onderwerp af. De verdachten hadden dus beschikkingsmacht over de inzet van het wapen en hebben hierbij een actieve, initiërende en organiserende rol gespeeld. Verdachten hebben anderen gebruikt om hun eigen belang te dienen en hun gezamenlijke criminele plan uit te voeren. Dat zij daarbij niet zelf op de knop hebben gedrukt, is juridisch gezien niet relevant. Als je een ander iets laat doen, doe je dat – in strafrechtelijke zin - feitelijk zelf. Deze vier verdachten hebben de Buk-TELAR als hun eigen instrument gebruikt om een vliegtuig neer te schieten. De verdachten hebben dat in een nauwe en bewuste samenwerking gedaan. Zij werkten intensief samen om het strafbare feit tot stand te brengen, er was een duidelijke onderlinge taakverdeling en alle verdachten hadden een actieve en essentiële rol in de voorbereiding en afhandeling van het delict. Daarom zijn de vier verdachten gezamenlijk verantwoordelijk voor het doen verongelukken van vlucht MH17, met de dood van alle 298 inzitten tot gevolg, en de moord op die inzittenden. Verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan het functioneel medeplegen van deze twee misdrijven.
3.11 Conclusie bewijs
Het Openbaar Ministerie vordert in de zaken van alle vier de verdachten bewezenverklaring van wat hen als feiten 1 primair en 2 primair ten laste is gelegd, namelijk dat zij zich op 17 juli 2014, in Oekraïne, in de oblast Donetsk, als functioneel medepleger schuldig hebben gemaakt aan het doen verongelukken van vlucht MH17 door het afvuren van een Buk-raket met een Buk-TELAR nabij Pervomaiskyi. Hierdoor was levensgevaar te duchten voor de 298 inzittenden en zijn zij gedood (feit 1 primair). Tevens kan bewezen worden dat zij toen en daar zich als functioneel medeplegers schuldig hebben gemaakt aan de moord op die 298 inzittenden (feit 2 primair).
Mocht uw rechtbank menen dat zij het feit niet functioneel hebben medegepleegd, dan zijn zij naar het oordeel van het Openbaar Ministerie in ieder geval medeplegers van het doen verongelukken van vlucht MH17 en de moord op de inzittenden daarvan, zoals subsidiair ten laste is gelegd. Zoals wij hierboven bespraken, is er overvloedig bewijs dat zij hiertoe alle vier bewust en nauw hebben samengewerkt en dat hun eigen bijdrage telkens van voldoende gewicht is geweest.
Dat uiteindelijk niet een Oekraïens gevechtsvliegtuig uit de lucht is geschoten, maar een burgervliegtuig, staat niet in de weg aan hun veroordeling. Voor het bewijs van deze misdrijven, het doen verongelukken van een luchtvaartuig en het van het leven beroven van een ander, is geen opzet nodig op de burgerlijke status van dat vliegtuig of de concrete persoon van de inzittenden. Dat het uiteindelijk een ander vliegtuig en andere mensen bleken te zijn dan deze verdachten waarschijnlijk hebben beoogd, staat niet aan een bewezenverklaring in de weg. De verdachten wilden een vliegtuig neerschieten en dat is ze gelukt.
Evenmin staat aan een bewezenverklaring in de weg dat er in dit geval meer slachtoffers zijn gevallen, dan plaats konden nemen in de ‘Sushka’, waar verdachten achteraf over spreken. Dat risico lag immers besloten in het gezamenlijke plan van verdachten om een zware luchtdoelraket, met een groot bereik en met grote vernietigende kracht, in te zetten tegen de Oekraïense luchtmacht. Diezelfde Oekraïense luchtmacht maakte ook gebruik van vliegtuigen met meer inzittenden, zoals de Antonov-26, de Antonov-30 en de Ilyushin-76. Al vóór 17 juli 2014 zijn zulke verkennings- en transportvliegtuigen door de DPR en LPR neergehaald, in één geval met 49 doden tot gevolg. Een militair transportvliegtuig zoals de Ilyushin-76 kan nog veel meer inzittenden vervoeren. Onder deze omstandigheden lag het risico dat er een toestel met aanzienlijk meer inzittenden dan een Su-25 zou worden geraakt dus in het gezamenlijke plan van verdachten besloten. Het feit dat de verdachten zich over de Buk-TELAR zijn blijven ontfermen, ook toen duidelijk was dat er een passagiersluchtvaartuig met een groot aantal inzittenden was geraakt, laat zien dat zij deze samenwerking met elkaar hebben voortgezet. Zoals de Nederlandse rechtsgeleerde Knigge opmerkt: ”meer dan in het algemeen geldt dat wie anderen voor zijn criminele karretje spant, een zeker risico neemt (…) Wie niet voor de vergissingen van anderen wil opdraaien, moet zelf de klus klaren.”
De vier verdachten zijn samen ten volle verantwoordelijk voor het neerschieten van vlucht MH17, met de dood van alle 298 inzitten tot gevolg, en de moord op die inzittenden.
4 Strafbaarheid
Deze twee misdrijven, het doen verongelukken van vlucht MH17 en de moord op de 298 inzittenden, zijn veroorzaakt door één en dezelfde handeling: het afschieten van de Buk-raket. Beide misdrijven zijn onderdeel van één en hetzelfde feitencomplex dat zich op dezelfde tijd en plaats heeft afgespeeld. In wezen wordt verdachten hiervan één verwijt gemaakt. Daarom is sprake van eendaadse samenloop en kunnen verdachten niet dubbel worden bestraft voor deze twee misdrijven. Volgens artikel 55 Sr mag maar één strafbepaling worden toegepast, namelijk die waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld. Feitelijk maakt dat in deze zaak niet uit omdat op beide feiten dezelfde maximumstraf staat.
De te bewijzen feiten leveren daarom de volgende juridische kwalificatie op: de eendaadse samenloop van (1) het medeplegen van het opzettelijk en wederrechtelijk doen verongelukken van een luchtvaartuig, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft en (2) het medeplegen van moord, meermalen gepleegd. Omdat functioneel plegen geen deelnemingsvorm is, blijft dit aspect in deze kwalificatie onvermeld.
Dit zijn strafbare feiten en er zijn ook geen omstandigheden gebleken die aan de strafbaarheid van deze feiten of aan de strafbaarheid van de vier verdachten in de weg staan.
Ter afsluiting van dit requisitoir zullen wij bespreken welke straf hiervoor volgens het Openbaar Ministerie door uw rechtbank moet worden opgelegd. Eerst zullen wij nog stilstaan bij de vorderingen van de benadeelde partijen en het beslag op een aantal voorwerpen, waarover uw rechtbank afzonderlijk dient te beslissen.
5 Vorderingen benadeelde partij
Dan is het nu tijd om stil te staan bij de vorderingen tot schadevergoeding van de nabestaanden. Dit is een civiele procedure in dit strafproces tussen de nabestaanden en de vier verdachten. Het Openbaar Ministerie is hierin geen partij, maar zal uw rechtbank op basis van de standpunten van partijen adviseren over de te nemen beslissingen.
Het Openbaar Ministerie is zich ervan bewust dat straf noch schadevergoeding het leed van de nabestaanden ongedaan of kleiner kan maken. Wel wordt met een schadevergoeding erkend dat degenen die moeten betalen, de verdachten in deze zaak, verantwoordelijk zijn voor het leed dat is veroorzaakt. Vergoeding van schade voorziet ook in de behoefte van genoegdoening. Sommige nabestaanden hebben aangegeven dat het bedrag een steuntje in de rug kan zijn bij de financiële problemen die zijn veroorzaakt door het neerhalen van de MH17.
Eerder hebben het Rechtsbijstandsteam (RBT) en het Openbaar Ministerie schriftelijk voorlopige standpunten gewisseld ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij. De verdediging van verdachte Pulatov heeft ervoor gekozen om pas bij pleidooi te reageren. De andere verdachten (Girkin, Dubinskiy en Kharchenko) hebben op dit punt niks van zich laten horen. Daarom kunnen wij op dit moment geen rekening houden met de visie van verdachten op de vorderingen tot schadevergoeding.
5.1 De vorderingen
5.1.1 Immateriële schade
Volgens de toelichting van het RBT strekken de vorderingen tot vergoeding van immateriële schade in de zin van geestelijk leed. Dat leed wordt volgens de benadeelde partijen bepaald door:
- de confrontatie met het plotselinge overlijden van hun dierbaren, die nietsvermoedend en zonder betrokkenheid bij het conflict in Oost-Oekraïne uit de lucht zijn geschoten;
- de nauwe relatie met de slachtoffers;
- het verdriet, de stress en ander psychisch leed vanwege het verlies van hun naasten;
- het bestaan van een persisterende complexe rouwstoornis, posttraumatische stressstoornis, depressie en/of andere psychische klachten bij een groot deel van de nabestaanden;
- de blijvende, gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid bij vele nabestaanden;
- de verstoring van familierelaties door het wegvallen van de slachtoffers;
- de langere onzekerheid over het lot van hun dierbare(n) en hun bezittingen in afwachting van berging en identificatie;
- de pijn, stress en het mensonterend gevoel over de wijze waarop met hun naasten en bezittingen is omgegaan in aanloop naar berging (en identificatie);
- de conditie van de stoffelijke overschotten;
- de confrontatie met beelden van en media-aandacht voor de ramp;
- de ontoegankelijkheid van de plaats van de ramp;
- de blijvende onzekerheid over de laatste momenten van het overlijden;
- de langdurige onzekerheid over de toedracht van het neerstorten van vlucht MH17.
Voor wat betreft de hoogte van de gevorderde immateriële schade heeft het RBT ervoor gekozen om de nabestaanden in te delen in drie categorieën op basis van hun relatie met het slachtoffer. Per categorie worden vaste bedragen gevorderd van € 50.000,-, € 45.000,- en € 40.000,-.
Als een nabestaande meerdere dierbaren heeft verloren, worden deze bedragen bij elkaar opgeteld.
Het Openbaar Ministerie stelt vast dat de nabestaanden schadevergoeding vorderen van het psychisch leed dat hen is aangedaan. Het gaat in de visie van het Openbaar Ministerie telkens om een vordering tot vergoeding van die immateriële schade die geldt voor alle benadeelde partijen. Dit betekent dat schadevergoeding wordt gevorderd voor het ondervonden leed in de vorm van verdriet, rouw, verlies, onzekerheid en stress. Wat het Openbaar Ministerie betreft is het evident dat dit leed geldt voor alle nabestaanden en dat sprake is van daaruit voortvloeiende immateriële schade.
5.2 Formele vragen naar Nederlands recht
Er zijn geen formele belemmeringen om de ingediende vorderingen inhoudelijk te beoordelen. Wij lopen deze formele punten kort langs.
5.2.1 Bevoegdheid rechtbank
Uw rechtbank is bevoegd kennis te nemen van de vorderingen van de benadeelde partijen. Die bevoegdheid berust op art. 51f Sv en volgt uit uw bevoegdheid in de strafzaken tegen verdachten, ongeacht of die op tegenspraak of bij verstek worden behandeld. Deze bevoegdheid vloeit weer voort uit de Nederlandse rechtsmacht over deze strafzaken en alle daarin ten laste gelegde feiten.
5.2.2 Ontvankelijkheid benadeelde partijen
Wat betreft de ontvankelijkheid van de benadeelde partijen geldt het volgende.
Vrijwel alle nabestaanden die vorderingen hebben ingediend hebben voldoende toegelicht dat zij in de juridisch vereiste nauwe relatie staan tot de getroffen slachtoffers. Voor één nabestaande schiet de onderbouwing van deze nauwe relatie te kort. Zij is daarom niet-ontvankelijk in haar vordering.
Voor de andere nabestaanden is voor de ontvankelijkheid van belang dat het verband tussen de door de benadeelde partijen opgevoerde immateriële schade en het neerschieten van vlucht MH17 een gegeven is. Het leed (in de vorm van verdriet, rouw, verlies, onzekerheid en stress) staat in meer dan voldoende verband tot het doen verongelukken van vlucht MH17 en de moord op de inzittenden.
Er is dan ook voldaan aan het vereiste dat de gevorderde immateriële schade als rechtstreekse schade kan worden aangemerkt die is geleden door slachtoffers in de zin van artikel 51f lid 1 Sv, als gevolg van de strafbare feiten waarvoor verdachten in onze visie veroordeeld dienen te worden.
5.2.3 Geen onevenredige belasting strafgeding (art. 361 lid 3 Sv)
De strafzaak van Pulatov wordt op tegenspraak behandeld. Gezien de loop van zijn strafproces heeft hij voldoende gelegenheid gehad om de vorderingen benadeelde partij te betwisten. Bij pleidooi krijgt hij ook daartoe de gelegenheid.
Voor de verdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko geldt dat het Openbaar Ministerie veel inspanningen heeft verricht om hen te informeren over hun strafzaak, inclusief over het spreekrecht en de mogelijkheid van het indienen van vorderingen tot schadevergoeding. Uw rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze drie verdachten op de hoogte zijn van de tegen hen lopende strafzaak. Voor Girkin en Dubinskiy geldt bovendien dat zij zich nog tijdens dit strafproces over de behandeling van hun zaak hebben uitgelaten. /
Gelet hierop concluderen wij overeenkomstig ons eerder ingenomen standpunt dat alle verdachten in voldoende mate in de gelegenheid zijn geweest om verweer te voeren en dat er dus sprake is van een eerlijk proces.
Verder is de behandeling van deze civiele vorderingen ook niet ten koste gegaan van de strafzaken tegen verdachten. Weliswaar is een groot aantal vorderingen ingediend, maar door de eenduidige onderbouwing en categorisering van de bedragen zijn de vorderingen niet ingewikkeld. Daar komt nog bij dat vanwege de schriftelijke ronde de totale behandeling van de vorderingen benadeelde partij weinig zittingsruimte in beslag heeft genomen. Er is al met al geen sprake van een onevenredige belasting van dit strafproces. Daarom kunnen alle benadeelde partijen worden ontvangen in hun vorderingen tot schadevergoeding.
5.3 Beoordeling vorderingen naar Oekraïens recht
5.3.1 Toepasselijk recht
De verdere (materiële) beoordeling van de vorderingen vindt plaats op basis van Oekraïens civiel recht.
5.3.2 Aansprakelijkheid
De in de visie van het Openbaar Ministerie te bewijzen gedragingen van verdachten leveren bij veroordeling naar Oekraïens civiel recht de volgende juridische elementen op: een ‘illegal act’, ‘schuld’ van verdachten en een voldoende ‘causaal verband’ met de gevorderde schade. Daarom zijn verdachten aansprakelijk voor de door de nabestaanden geleden schade en bestaat er in beginsel een recht op schadevergoeding.
5.3.3 Schade
De volgende vraag is welke schade naar Oekraïens recht voor vergoeding in aanmerking komt. Artikel 23 lid 2 onder 2 Civil Code of Ukraine voorziet in vergoeding van ‘moral damages’. Dit wordt ook wel omschreven als ‘emotional distress’ of ‘mental suffering and distress’.
Het Openbaar Ministerie ziet deze ‘moral damages’ naar Oekraïens recht als een ruime vorm van immateriële schade die in elk geval ook het Nederlandse schadebegrip van affectieschade omvat, maar daar niet toe beperkt is. Naar Oekraïens recht komt de door de nabestaanden gevorderde schade dus voor vergoeding in aanmerking.
Daarbij merken wij op dat het Openbaar Ministerie, zoals hiervoor is toegelicht, de vorderingen zo begrijpt dat deze zien op schadevergoeding voor het ondervonden leed in de vorm van verdriet, rouw, verlies, onzekerheid en stress.
5.3.4 Vorderingsgerechtigden
Tot slot moet beoordeeld worden of alle nabestaanden die zich in deze strafzaak als benadeelde partij hebben gevoegd naar Oekraïens recht ook een vorderingsrecht hebben.
Volgens Oekraïens recht hebben de volgende personen een vorderingsrecht voor ‘moral damages’ als gevolg van overlijden: echtgenoten, geregistreerde partners, ouders, (biologische en adoptie-) kinderen en andere personen die met de overledene samenwoonden, een gezamenlijk huishouden deelden en wederzijdse rechten en plichten hadden.
Naar Oekraïens recht hebben partners van slachtoffers van gelijk geslacht geen vorderingsrecht. Met het RBT menen wij dat zij niet van dit recht kunnen worden uitgesloten. Het onderscheid dat naar Oekraïens recht wordt gemaakt tussen partners van verschillend en van gelijk geslacht, is naar het oordeel van het Openbaar Ministerie in strijd met het Nederlandse grondrecht op gelijke behandeling en dus onverenigbaar met de Nederlandse openbare orde. Daarom moet deze Oekraïense regel van onderscheid op basis van geslacht buiten toepassing blijven. Alle partners moeten - ongeacht het geslacht - als vorderingsgerechtigde worden aangemerkt in de zin van art. 1168 lid 2 Civil Code of Ukraine.
Daarom concludeert het Openbaar Ministerie dat alle benadeelde partijen een vorderingsrecht hebben.
5.3.5 Begroting immateriële schade
Dat de nabestaanden in aanmerking komen voor schadevergoeding staat voor ons dus vast. Het moeilijkste en ook pijnlijkste onderdeel van de beoordeling van de vorderingen is de begroting van de schade. Het leed van de nabestaanden kan niet in geld worden uitgedrukt en elk debat over de omvang van schadebedragen doet onvermijdelijk af aan de ernst van dat leed. Toch ontkomen wij daar niet aan.
De vorderingen tot schadevergoeding moeten zoals gezegd beoordeeld worden naar Oekraïens recht. Dit is anders dan het Nederlandse recht. Deze andere wijze van beoordeling van de schade in het Oekraïense recht betekent dat dit kan leiden tot een andere uitkomst dan wanneer de zaak naar Nederlands recht zou worden beoordeeld. Dit is inherent aan het feit dat deze zaak internationale aspecten heeft. Hiermee zijn in de visie van het Openbaar Ministerie de rechtseenheid en rechtsgelijkheid niet in het geding. De schadebegroting in deze zaak kan ook geen leidraad zijn voor een schadebegroting in een andere Nederlandse strafzaak.
De begroting van de immateriële schade (‘moral damages’) gebeurt naar Oekraïens recht op basis van
(i) de aard van de onrechtmatige daad;
(ii) de ernst van het lichamelijk en geestelijk lijden;
(iii) de omvang en duur van de negatieve gevolgen van dat lijden;
(iv) de omvang van de schuld van de veroorzaker van de schade;
(v) de gezondheidssituatie van het (directe) slachtoffer van de onrechtmatige daad (waarbij overlijden in de hoogste categorie van ernst valt) en
(vi) de ernst van de gedwongen wijzigingen in het dagelijkse leven en arbeidsrelaties.
Daarnaast vindt de schadebegroting plaats op basis van beginselen van redelijkheid, evenwichtigheid en billijkheid (‘principles of reasonableness, balance, and fairness’). Alle omstandigheden van de zaak dienen meegewogen te worden.
Het RBT heeft diverse uitspraken van Oekraïense gerechten overgelegd om uw rechtbank inzicht te geven in de wijze waarop de Oekraïense rechter de immateriële schade vaststelt en welke elementen hierbij een rol spelen. In deze uitspraken worden wel verschillende elementen benoemd die een rol spelen bij de vaststelling van de immateriële schade, maar ze geven geen inzicht in welk gewicht er wordt gekoppeld aan de diverse schadefactoren. De diverse zaken verschillen onderling en er zit geen rode draad in de hoogte van de toegekende bedragen. Die bedragen lopen sterk uiteen. Het RBT geeft aan dat de verschillen in waardering door Oekraïense rechters diverse oorzaken kunnen hebben, zoals gebrek aan gevalsvergelijking, verschil in het gevorderde schadebedrag, verschil in waardering van de schade door de rechter of het gevoerde verweer. Dit verklaart wellicht de verschillende schadebedragen, maar biedt voor onderhavige zaak geen oplossing.
Als we daarnaast in aanmerking nemen dat de overgelegde uitspraken niet vergelijkbaar zijn met de zaak MH17, komt het Openbaar Ministerie tot de conclusie dat de Oekraïense jurisprudentie onvoldoende aanknopingspunt biedt voor de begroting van de hoogte van de schade van de benadeelde partijen in deze zaak. Het komt dus aan op een eigen weging van alle omstandigheden van deze zaak en het bepalen van het schadebedrag per categorie nabestaanden, met inachtneming van de Oekraïense rechtsbeginselen van redelijkheid, evenwichtigheid en billijkheid. Met het RBT menen wij dat nationaliteit of woonplaats van de nabestaanden hierbij geen rol spelen.
Wij herhalen dat het Openbaar Ministerie ‘moral damages’ naar Oekraïens recht ziet als een ruime vorm van immateriële schade die in elk geval ook het Nederlandse schadebegrip van affectieschade omvat, maar daar niet toe beperkt is. Er wordt (per categorie nabestaanden) schadevergoeding gevorderd voor het door alle benadeelde partijen ondervonden leed in de vorm van verdriet, rouw, verlies, onzekerheid en stress. De vorderingen tot vergoeding van deze schade strekken tot het verkrijgen van herstel van onrecht en tot erkenning en genoegdoening voor wat hen en hun dierbaren is aangedaan. Volgens de toelichting van het RBT was die genoegdoening ook richtinggevend bij de bepaling en categorisering van de gevorderde schadevergoedingen.
Zulk leed van nabestaanden, waarvan de vergoeding strekt tot erkenning en genoegdoening, wordt in Nederland aangemerkt als affectieschade. Voor de begroting van affectieschade worden in Nederland vaste (forfaitaire) bedragen gehanteerd. In de Nederlandse rechtsorde wordt - in de wetenschap dat het leed op geen enkele wijze kan worden gecompenseerd - aangenomen dat deze bedragen (i) tegemoet komen aan de aard en ernst van de geleden schade en het onrechtmatig handelen van de schadeveroorzaker en (ii) afdoende erkenning en genoegdoening bieden. Deze affectieschade valt zoals gezegd binnen de ruimere categorie van de Oekraïense ‘moral damages’.
Gelet hierop en het feit dat het strafproces in Nederland plaatsvindt, vindt het Openbaar Ministerie het redelijk om voor het minimumschadebedrag de thans in Nederland geldende forfaitaire bedragen voor affectieschade bij overlijden door een misdrijf als richtsnoer te nemen. In Nederland liggen deze bedragen tussen de € 17.500,- en € 20.000,-. Het verschil tussen deze bedragen wordt bepaald door de aard van de relatie van de nabestaande met het slachtoffer, waarbij een hoger vast bedrag gerelateerd is aan een nauwere relatie. Wij benadrukken dat het Besluit vergoeding affectieschade waarin dit is opgenomen niet de juridische basis is voor deze zaak. Oekraïens civiel recht is immers van toepassing. Wij hebben enkel naar de affectieschadebedragen gekeken, omdat die in onze visie een goed aanknopingspunt bieden om te bepalen wat voor deze zaak een gerechtvaardigd schadebedrag is. We beginnen bij de categorie waarvoor het hoogste schadebedrag wordt gevorderd. Gelet op de aard en ernst van deze zaak en de gevolgen voor de nabestaanden, menen wij dat een basisbedrag van € 20.000,- aan schadevergoeding voor de door het RBT aangedragen eerste categorie nabestaanden redelijk en billijk is. Dit is de categorie van echtgenoten/geregistreerd partners, levenspartners (mits samenlevend), kinderen (mits samenlevend) en ouders/voogden (mits samenlevend).
Wij menen daarnaast dat een verhoging gerechtvaardigd is gelet op het bijzondere karakter van de door de benadeelde partijen gevorderde schade. Voor die verhoging is naar Oekraïens recht ook ruimte omdat alle omstandigheden van de zaak gewogen dienen te worden en wij voor deze strafzaak niet gebonden zijn aan het plafond van de Nederlandse affectieschadebedragen.
Net als het RBT bekijken we deze zaak dus met een Oekraïense blik. En in lijn met het RBT hebben we gekeken naar de gemene deler van de nabestaanden die een verhoging van het schadebedrag aan ‘moral damages’ rechtvaardigt. Het RBT heeft dit gemeenschappelijk kenmerk samengevat als ‘psychisch letsel’ dat via de band van shockschade of ‘aantasting van de persoon op andere wijze’ in Nederland tot toekenning van een hoger schadebedrag dan het affectieschadebedrag kan leiden. Zoals gezegd, moeten we niet naar het Nederlandse kader kijken maar naar het Oekraïense recht.
Voor deze zaak baseren wij de genoemde verhoging op in de vorderingen gestelde en voor alle nabestaanden geldende bijzondere omstandigheden. Meer specifiek hebben deze bijzondere omstandigheden betrekking op de hiervoor genoemde Oekraïense factoren voor de begroting van ‘moral damages’: (ii) de ernst van het geestelijk lijden en (iii) de omvang en duur van de negatieve gevolgen van het lijden van de nabestaanden. Wij gaan hier nader op in.
Verschillende door het RBT genoemde schadebepalende omstandigheden zijn uniek voor deze zaak. Wij hebben het dan over de grote en voortdurende media-aandacht voor het neerschieten van MH17, waardoor nabestaanden voortdurend geconfronteerd worden met pijnlijke berichten over de ramp, zoals beelden van de wrakstukken van MH17 en gewapende personen, medestrijders van verdachten, op de rampplek. De afgelopen zeven jaar heeft geen enkele nabestaande aan deze terugkerende, pijnlijke beelden en berichten kunnen ontkomen. Hierdoor is extra leed toegebracht. Verder doelen wij op de ontoegankelijkheid van de plaats van de ramp, waardoor er voor nabestaanden geen zicht was op de toestand en het moment van repatriëring van de stoffelijke overschotten van hun geliefden. Hierdoor werden zij in een uitzonderlijk pijnlijke onzekerheid gehouden en werd hun afscheid en rouwverwerking uitgesteld.
Deze schadeverhogende factoren liggen in lijn met de factoren die naar Oekraïens recht mee kunnen wegen bij de bepaling van de ‘moral damages’: het waarnemen van het wrak van MH17, het waarnemen van de crash site, het waarnemen van de beelden van de overblijfselen van de slachtoffers. Alsmede constante media-aandacht, waardoor nabestaanden bij herhaling werden (en nog steeds worden) geconfronteerd met de crash van MH17 en de dood van hun geliefden.
Dan komen we nu bij de vraag welke bedrag gekoppeld dient te worden aan deze voor alle nabestaanden geldende schadeverhogende omstandigheden. Welk bedrag ook wordt gekozen, het doet nooit recht aan het leed dat is geleden. Maar toekenning van enig bedrag doet wel recht aan de behoefte aan erkenning en genoegdoening. Wij vinden alles afwegend een verhoging met
€ 20.000,- voor de eerste categorie nabestaanden redelijk, billijk en evenwichtig. Dit betekent dat voor deze eerste categorie een totaalbedrag van € 40.000,- voor toewijzing vatbaar is. Wij verlagen dit bedrag overeenkomstig de differentiatie van het RBT met € 5.000,- per categorie van nabestaanden naarmate er sprake is van een minder nauwe relatie met hun dierbare. Voor de tweede categorie (niet-samenlevende kinderen, niet-samenlevende ouders) achten wij daarom een totaalbedrag van € 35.000,- toewijsbaar en voor de derde categorie (in gezinsverband levende: broer/zus, grootouder/kleinkind, tante/oom, neef/nicht, schoonfamilie) een totaalbedrag van € 30.000,-.
5.3.5.1 Conclusie immateriële schadebedragen:
Gezien het voorgaande concludeert het OM dat de volgende bedragen aan immateriële schade voor toewijzing vatbaar zijn:
- voor categorie I, te weten: echtgenoten en geregistreerde partners van de slachtoffers en met slachtoffers samenlevende levenspartners, kinderen, ouders en voogden van die slachtoffers, een schadebedrag van € 40.000,-;
- voor categorie II, te weten: kinderen en ouders die niet met slachtoffers samenleefden, een bedrag van € 35.000,-;
- voor categorie III, te weten: broers, zussen, grootouders, kleinkinderen, tantes en ooms, neven en nichten en schoonfamilie die in gezinsverband met slachtoffers samenleefden, een bedrag van € 30.000,-.
De bedragen gelden voor elke verloren dierbare. Op de vordering die wij later overleggen aan uw rechtbank noemen wij per categorie en per advocaat de namen van de benadeelde partijen. Daar waar een nabestaande meerdere dierbaren heeft verloren, is een meervoud van het bedrag per persoon toewijsbaar. Dat zullen wij dan aangeven (met bijvoorbeeld ‘2x’) achter de naam van de nabestaande.
5.3.6 Verrekening
De volgende vraag is of er nog aanleiding is deze toewijsbare bedragen te verminderen vanwege eerdere betalingen van derden aan de benadeelde partijen.
5.3.6.1 Betalingen van derden
Uit informatie van het RBT blijkt dat een deel van de nabestaanden betalingen heeft ontvangen van derden in verband met het neerstorten van vlucht MH17. Het gaat om:
- een eenmalige betaling door Malaysia Airlines aan een groot aantal nabestaanden,
- een eenmalige gift uit overwegingen van solidariteit van de Maleisische oliemaatschappij Petronas en
- eenmalige uitkeringen vanwege verzekeringsovereenkomsten die door (een deel van) de slachtoffers waren afgesloten.
Het Openbaar Ministerie ziet geen reden om deze uitkeringen in mindering te brengen op de toe te kennen schadebedragen. Het Oekraïens recht biedt geen grond voor verrekening van eerdere uitkering door derden voor dezelfde immateriële schade als wordt gevorderd. Het is dan ook niet relevant dat nabestaanden vergoedingen hebben ontvangen van derden. Ook zien wij geen reden voor verrekening op basis van Nederlands recht (artikel 6:100 BW). Dit gelet op de aard van de verzekeringen en het feit dat er door Malaysia Airlines, Petronas of verzekeringsmaatschappijen geen bedragen zijn uitgekeerd die zijn aan te merken als immateriële schade. Er valt dus niks te verrekenen.
5.3.6.2 Subrogatie en regres
Wij kunnen ons verder vinden in de conclusie van het RBT dat zowel naar Oekraïens als naar Nederlands recht verdachten niet twee keer door Malaysia Airlines of verzekeringsmaatschappijen voor de immateriële schade zullen worden aangesproken. Subrogatie en regres zijn dus niet aan de orde.
5.3.7 Andere procedures
Verder willen wij nog stilstaan bij andere schadevergoedingsprocedures die nabestaanden zijn gestart tegen verdachte Girkin bij de Amerikaanse rechter en tegen de Russische staat bij het Europees Hof voor Rechten van de Mens (EHRM).
5.3.7.1 Amerikaanse civiele procedure tegen Girkin
Uw rechtbank heeft vragen gesteld aan het RBT over de uitkomst van de Amerikaanse civiele procedure tegen Girkin. Daarbij heeft u de kwestie van litispendentie geagendeerd. Volgens artikel 12 van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan de Nederlandse rechter een civiele zaak aanhouden als dezelfde zaak aanhangig is bij een buitenlandse rechter en moet de Nederlandse rechter zichzelf vervolgens onbevoegd verklaren als die buitenlandse rechter daarin eenmaal heeft beslist en die beslissing in Nederland vatbaar is voor erkenning en ten uitvoer kan worden gelegd.
Het RBT heeft aangegeven dat civiele vonnissen zijn gewezen in een zaak die door verschillende nabestaanden in de Verenigde Staten was aangespannen tegen verdachte Girkin. Volgens het RBT heeft de Amerikaanse rechter in deze zaak al schadevergoeding toegekend, bestaat dit bedrag uit ‘compensatory damages’ en ‘punitive damages’ en is deze Amerikaanse veroordeling inmiddels onherroepelijk.
Wij menen om twee redenen dat de Amerikaanse rechtsgang geen invloed heeft op de bevoegdheid van uw rechtbank om te oordelen over de vorderingen tot schadevergoeding in de strafzaak tegen Girkin.
Zoals wij eerder hebben aangegeven, meent het Openbaar Ministerie dat de bevoegdheid van uw rechtbank om te beslissen op de vorderingen van de benadeelde partijen volgt uit haar bevoegdheid om kennis te nemen van de strafzaak. De wetgever heeft met de voegingsprocedure voor de benadeelde partij immers willen voorzien in een eenvoudige en laagdrempelige procedure die ertoe leidt dat personen die schade hebben geleden als gevolg van een strafbaar feit zoveel mogelijk schadeloos worden gesteld. In die procedure is het materieel civiel recht van toepassing, maar gelden verder als uitgangspunt de strafvorderlijke processuele regels en waarborgen. Om die reden is ook de civielrechtelijke verstekregeling van artikel 10 Rv niet van toepassing in dit strafproces. Datzelfde geldt voor artikel 12 Rv: ook die bepaling is niet van toepassing in dit proces. Daarom staat de eerdere veroordeling van Girkin tot betaling van schadevergoeding in de Amerikaanse civiele zaak dus niet in de weg aan de bevoegdheid van uw rechtbank om op de vorderingen tot schadevergoeding in zijn strafzaak te beslissen.
De tweede reden waarom de Amerikaanse civiele zaak niet aan uw bevoegdheid in de weg staat is de volgende. Litispendentie ziet op de situatie dat er tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp in Nederland én in een buitenland een procedure aanhangig is. Nu er sprake is van onherroepelijke buitenlandse vonnissen, is van een in het buitenland aanhangige procedure geen sprake meer en is artikel 12 Rv dus niet van toepassing. Deze bepaling is bovendien niet van toepassing omdat de beslissing van de Amerikaanse rechter niet in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd.
De enige vraag die uw rechtbank zich kan en moet stellen, is of u zich verzekerd acht dat de behandeling van de vorderingen tegen Girkin wel verenigbaar is met zijn recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 lid 1 EVRM. Als dat niet het geval is, moet u de betreffende benadeelde partijen geheel of gedeeltelijk niet ontvankelijk verklaren in hun vordering. Aan uw bevoegdheid doet dit niets af.
In dit geval zien wij geen grond voor een niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen, waarvan eerder al een vordering tot schadevergoeding op Girkin is toegewezen in de Verenigde Staten. Alleen al omdat Girkin die schadevergoeding nog niet heeft betaald en de Amerikaanse beslissing pas in Nederland kan worden erkend, nadat hiervoor een afzonderlijke procedure is doorlopen en die procedure is nog niet gestart. Wij menen in ieder geval dat de voeging in het Nederlandse strafproces niet als zodanig kan gelden.
Kortom: op grond van artikel 51f Sv is uw rechtbank bevoegd om op deze vorderingen op Girkin te beslissen en de toewijzing daarvan is verenigbaar met zijn recht op een eerlijk proces.
5.3.7.2 Klachtprocedures Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Net als het RBT is het Openbaar Ministerie verder van mening dat de bij het EHRM lopende statenprocedures niet relevant zijn voor de beoordeling van de vorderingen tot schadevergoeding die zijn ingediend tegen de individuele verdachten in deze strafzaak.
5.3.8 Hoofdelijke aansprakelijkheid
De benadeelde partijen hebben verder gevorderd dat hun vorderingen hoofdelijk worden toegewezen. Dat betekent dat elk van de vier verdachten kan worden aangesproken voor het volledige schadebedrag en dat zij de verdere verdeling onderling moeten regelen. Naar Oekraïens recht is dit mogelijk en deze hoofdelijke veroordeling wordt ook door het Openbaar Ministerie gevorderd.
5.3.9 Wettelijke rente
Tot slot hebben de benadeelde partijen de wettelijke rente gevorderd over de toe te wijzen schadebedragen. Volgens Oekraïens recht is de wettelijke rente over het toegewezen bedrag aan schadevergoeding toewijsbaar vanaf de datum dat de uitspraak van de betreffende rechterlijke instantie rechtskracht krijgt. Het Openbaar Ministerie acht het een kwestie van goede justitie dat uw rechtbank de wettelijke rente toewijst vanaf de datum dat de uitspraak in deze zaak onherroepelijk is.
5.4 Schadevergoedingsmaatregel
Naast hun vorderingen tot schadevergoeding hebben de benadeelde partijen uw rechtbank ook verzocht om aan de vier verdachten hoofdelijk een schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Oplegging van een schadevergoedingsmaatregel betekent dat de Nederlandse staat een eventueel toegewezen schadevergoeding voorschiet, zodat slachtoffers of nabestaanden deze niet zelf hoeven te incasseren bij de verdachten. Die incasso zal dan verder worden uitgevoerd door de Nederlandse overheid.
5.4.1 Mogelijkheid opleggen schadevergoedingsmaatregel
Op grond van artikel 1 lid 2 Sr moet worden uitgegaan van de wettelijke bepaling voor de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr (oud)) zoals die gold op 17 juli 2014. Het eerste lid van die bepaling voorzag in oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ‘ten behoeve van het slachtoffer of diens nabestaanden in de zin van artikel 51f lid 2 Sv’.
De nabestaanden in deze strafzaak kunnen worden aangemerkt als slachtoffers in de zin van deze oude bepaling (artikel 36f, eerste lid, Sr (oud)). Volgens artikel 51a lid 1 (oud) Sv, zoals geldend op 17 juli 2014, werd ‘als slachtoffer aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden’. Dat komt op hetzelfde neer als rechtstreekse schade. Zoals hiervoor besproken, menen wij dat de nabestaanden die zich als benadeelde partijen hebben gevoegd rechtstreekse schade hebben geleden. Dat was ook al het geval op 17 juli 2014.
Daarom meent het Openbaar Ministerie dat de schadevergoedingsmaatregel ook ten behoeve van hen aan verdachten kan worden opgelegd. De schadevergoedingsmaatregel kan gelijktijdig met straffen worden opgelegd, ongeacht de hoogte van een gevangenisstraf.
5.4.2 Bedrag schadevergoedingsmaatregel
De schadevergoedingsmaatregel is een strafrechtelijke sanctie die los van de beslissing in de voegingsprocedure kan worden opgelegd. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat het mogelijk is om het bedrag van de betalingsverplichting als bedoeld in artikel 36f Sr op een ander bedrag te stellen dan het bedrag waarvoor de rechter de daarmee verband houdende vordering van de benadeelde partij heeft toegewezen. Gelet op de toelichting van het RBT en de parlementaire geschiedenis ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel ziet het Openbaar Ministerie hiervoor geen aanleiding. Wij concluderen dan ook dat het bedrag van de schadevergoedingsmaatregel op hetzelfde bedrag gesteld dient te worden als de toe te wijzen bedragen aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover.
5.4.3 Hoofdelijke oplegging
De schadevergoedingsmaatregel dient, zoals gevorderd, hoofdelijk opgelegd te worden.
5.4.4 Gijzeling
Tot slot menen wij dat gijzeling als dwangmiddel ingezet dient te worden om ervoor te zorgen dat de schadevergoedingsmaatregel wordt betaald. Wij vorderen het aantal dagen gijzeling te bepalen op het wettelijk maximum van 1 jaar. Wij merken op dat toepassing van gijzeling de verplichting tot betaling niet opheft.
5.5 Conclusie
Kort gezegd vindt het Openbaar Ministerie dat uw rechtbank bevoegd is, de benadeelde partijen – op één na - ontvankelijk zijn en de vorderingen van de benadeelde partijen toewijsbaar zijn tot de volgende bedragen aan immateriële schade: € 40.000,- (categorie I), € 35.000,- (categorie II) en € 30.000,- (categorie III) per slachtoffer. Tevens dient voor die bedragen de schadevergoedingsmaatregel met één jaar gijzeling, opgelegd te worden. De wettelijke rente kan worden toegekend vanaf de datum dat de uitspraak in deze zaak onherroepelijk is. Verdachten dienen hoofdelijk te worden veroordeeld. Het meer of anders gevorderde moet worden afgewezen.
6 Beslag
Nu wij hebben geconcludeerd dat de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden en wij ons standpunt hebben gegeven over de vorderingen tot schadevergoeding van de nabestaanden, staan wij stil bij het beslag in deze zaak. Ook hierover dient uw rechtbank een beslissing te nemen.
Over dat beslag kan het Openbaar Ministerie kort zijn. De voorwerpen waarop nog beslag rust, zijn de veiliggestelde wrakdelen van MH17, de in Oekraïene los aangetroffen raketdelen, de in of uit diverse wrakdelen en stoffelijke overschotten veiliggestelde raketdelen, de restanten van de bij de arenatesten gebruikte getuigenplaten, warheads en raket, de cockpit voice recorder en de flight data recorder. Al deze voorwerpen zijn opgenomen op de beslaglijst die wij aan uw rechtbank hebben verstrekt.
Administratief is het beslag gekoppeld aan verdachte Girkin. Dat betekent dat wij in zijn zaak, op grond van het bepaalde in artikel 353 Sv en de artikelen 33 en 33a Sr, de volgende beslagbeslissingen zullen vorderen.
Ten aanzien van de wrakdelen van MH17 vordert het Openbaar Ministerie dat deze worden teruggegeven aan Malaysia Airlines. Datzelfde geldt voor de cockpit voice recorder en de flight data recorder.
Ten aanzien van de los aangetroffen en uit wrakdelen, vliegtuigdocumenten en stoffelijke resten veiliggestelde raketdelen geldt dat deze op grond van artikel 33a lid 2a Sr verbeurd moeten worden verklaard. De raket behoorde formeel niet aan verdachte Girkin toe – het was immers een raket van de Russische strijdkrachten – maar kan wel verbeurd worden verklaard, omdat de Russische strijdkrachten wisten dat Girkin en de andere verdachten deze raket zouden gebruiken voor het neerschieten van vliegtuigen. Daarom vorderen wij de verbeurdverklaring van alle raketdelen.
Tot slot de restanten van de bij de arenatesten gebruikte voorwerpen. Hiervan vorderen wij de teruggave aan degenen waarbij deze in beslag zijn genomen.
Zoals wij eerder al hebben aangeven, zullen wij de door uw rechtbank te nemen beslagbeslissingen pas uitvoeren nadat de zaken tegen alle verdachten onherroepelijk zijn afgedaan. Deze voorwerpen blijven dus beschikbaar voor nader onderzoek, zolang de zaken tegen de verdachten onder de rechter zijn.
Voetnoten
[1] Proces-verbaal verhoor M58 door rechter-commissaris d.d. 30 november t/m 3 december 2020, p. 6 i.c.m. 12 en 21. Op pagina 21 verklaart M58 expliciet dat hij de dag vóór de ramp met de Boeing is aangekomen op het kruispunt. Eerder verklaarde hij dit ook al: Primo-14133, p. 3, Primo-14138, p. 16, Primo-14139, p. 17 en Primo-14143, p. 52 (bijlagendossier getuigen / 149b getuigen / M58).
[2] Proces-verbaal verhoor M58 door rechter-commissaris d.d. 30 november t/m 3 december 2020, p. 15 en 16 en o.a. Primo-14143 (bijlagendossier getuigen / 149b getuigen / M58), p. 46.
[3] Proces-verbaal rechter-commissaris verhoor deskundige, p. 42, proces-verbaal rechter-commissaris verhoor deskundige, p. 54 en proces-verbaal rechter-commissaris verhoor deskundige, p. 35 en 82 en proces-verbaal rechter-commissaris gezamenlijk verhoor deskundigen p. 7 en 8.
[4] Proces-verbaal rechter-commissaris verhoor deskundige, p 15.
[5] Proces-verbaal rechter-commissaris verhoor deskundige, p. 52.
[6] Inhoudelijke behandeling, Deelvraag 3: Rol verdachten?, 10 juni 2021, p. 117, Z-tap 17-07-2014, 18:44.37 uur.
[7] Zie voetnoot 608 en verder Toelichting OM (vraag 2 en 3), 17 juni 2021, hoofdstuk 6.
[8] Zie onder meer: openingswoord OM, 9 maart 2020, p. 15-16 (uitnodiging van het OM van Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko), tussenuitspraak 25 november 2020, p. 46 (uitnodiging door rechtbank van Pulatov), proces-verbaal van de zitting van 6 tm 24 september 2021, p. 7 (uitnodiging door rechtbank van Girkin, Dubinskiy en Kharchenko).
[9] Zie bellingcat.com/news/uk-and-europe/2020/11/12/the-grus-mh17-disinformation-operations-part-1-the-bonanza-media-project/.
[10] Proces-verbaal van de rechter-commissaris van vertaling van video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 117.
[11] 'Ik wil nog een keer rechtsreeks in jullie gezicht zeggen dat de beschuldiging van het neerhalen van de Boeing aan de verkeerde persoon is gericht. Hetzelfde geldt voor de personen die als verdachte zijn aangemerkt. Geen commentaar verder.’ in Primo-13620 (bijlagendossier) en Primo-13620, bijlage 1 (bijlagendossier); 19 juni 2019: ‘De volksweer heeft hiermee (de catastrofe) niets te maken. Ik wil dit niet eens becommentariëren, ik noch andere volksweerstrijders hebben er iets mee te maken.’ in Primo-13870 (mediadossier) en Primo 14075 (bijlagendossier); 19 juni 2019: ‘Girkin declined to comment about the accusations and hung up. He told the Interfax news service he would not testify in the criminal case and claimed that his militia was not responsible for shooting down MH17’ in Primo-13875 (bijlagendossier); 12 juli 2019: ‘iedere malloot weet dat de opstandelingen de Boeing niet hebben neergehaald, ook daar niet.’ in Primo-13874 (bijlagendossier); 13 juli 2019: ‘De opstandelingen hebben de Boeing niet neergeschoten. Verder geen commentaar.’ Primo-13070 (bijlagendossier); 13 juli 2019: “Als het over de Boeing gaat, geef ik geen enkel commentaar, afgezien van datgene wat ik erover al heb gezegd: de opstandelingen hebben de Boeing niet neergeschoten. Punt uit.”
[12] 1 april 2020: ‘Ik lever vrijwel geen commentaar in verband met het neerhalen van de Boeing; de volksweer heeft de Boeing niet neergehaald. De volksweer beschikte niet over wapens om die Boeing mee neer te halen.’ in Primo-14484, bijlage 1 (bijlagendossier), p. 16750.
[13] 25 mei 2018: ‘‘‘Het houdt maar niet op over de Boeing” Traditiegetrouw geef ik geen ander commentaar, vanaf het begin tot de dag van vandaag: VERZETSSTRIJDERS HEBBEN DE BOEING NIET NEERGEHAALD.’ in Primo-13341 (persoonsdossier Girkin), p. 15.
[14] 19 juni 2019: ‘Omdat ik telefonisch bedolven wordt door vragen van allerlei correspondenten, en ik bedolven wordt door dergelijke vragen van mijn volgers, herhaal ik nogmaals wat ik al vanaf juli 2014 tot op heden schrijf en zeg: “Verzetsstrijders hebben de Boeing niet neergehaald. Ik geef geen enkel commentaar op die tragedie noch op de loop van het onderzoek in deze zaak.” in Primo-13042, bijlage 1 (bijlagendossier), p. 13509; 7 juli 2019: ‘Hoewel ik als actieve deelnemer aan deze oorlog indirect aansprakelijk ben – maar dan uitsluitend in de ogen van God – voor alle slachtoffers van deze oorlog, heb ik schoon geweten voor wat betreft de dood van deze 298 burgers. De opstandelingen hebben de Boeing niet neergehaald’ in Primo-13888 (bijlagendossier), p. 13736; 15 november 2019: ‘militietroepen hebben de Boeing niet neergeschoten’ in Primo-13752 (bijlagendossier), p. 13658.
[15] Toelichting OM (Vraag 3 – Pulatov en desinformatie), 17 juni 2021, p. 21-22.
[16] Toelichting OM (Vraag 3 – Pulatov en desinformatie), 17 juni 2021, p. 11-13.
[17] Toelichting OM (Vraag 3 – Pulatov en desinformatie), 17 juni 2021, p. 8-20.