Requisitoir dag 1 (20 december 2021)
Op maandag 20 december, dinsdag 21 december en woensdag 22 december 2021 heeft het Openbaar Ministerie het requisitoir gehouden in de MH17-zaak. Hieronder vindt u de spreektekst en videoregistratie van de eerste dag.
1. Inleiding
17 juli 2014, een warme zomerdag. Op de luchthaven van Schiphol checken 283 passagiers in op een vlucht van Malaysia Airlines naar Kuala Lumpur. Het is een bont gezelschap: opa’s en oma’s met spelende kleinkinderen, net geslaagde eindexamenscholieren die nog gauw een selfie maken, jonge stelletjes, samengestelde gezinnen, gepensioneerde ouderen, een non, een Maleisische onderhoudsmedewerker in de scheepsbouw die bij zijn familie een Islamitische feestdag gaat vieren, een jonge militair op weg naar zijn broer op Bali.
Duizenden kilometers verderop, in het oosten van Oekraïne, bereiden de vier mannen die hier terecht staan zich voor op een nieuwe dag vol geweld. Tanks worden aangevoerd, verkenners gepositioneerd. In een gewapend konvooi rijdt een witte vrachtwagen van Donetsk naar Snizhne. Onder een camouflagenet bevindt zich een installatie met raketten, een Buk-TELAR. Vandaag hebben de separatisten een troef in handen.
Op Schiphol zijn de passagiers intussen aan boord. Ze lezen wat over hun droombestemming of maken aantekeningen voor de internationale AIDS-conferentie in Melbourne. Anderen laten hun familie in Maleisië, Australië of Indonesië nog even weten dat ze er aan komen. De vijftien bemanningsleden van vlucht MH17 doen wat ze altijd doen: ze heten de passagiers welkom, brengen het toestel in de lucht en zorgen dat de vlucht comfortabel verloopt.
Die vlucht duurt nog geen drie uur als de luchtverkeersleiding in Oost-Oekraïne om 13:20 uur UTC (16:20 uur lokale Oekraïense tijd) het contact met vlucht MH17 verliest. Op dat moment detoneert een warhead van een Buk-raket linksboven de cockpit. Fragmentatie- en raketdelen doorboren de linkerzijde van de cockpit en de daarbij vrijkomende drukgolf doet de rest; de romp van het vliegtuig breekt in meerdere delen en valt naar beneden. De inzittenden van vlucht MH17 maken geen schijn van kans. Terwijl familieleden MH17 van hun vluchttrackers zien verdwijnen,1 delen separatisten op een landbouwveld nabij Pervomaiskyi hun blijdschap, omdat een vliegtuig van de vijand zou zijn neergehaald.
Op 17 juli 2014 worden de 298 inzittenden van MH17 slachtoffer van een strijd, die tot op de dag van vandaag voortduurt en inmiddels aan ruim 13.000 mensen het leven heeft gekost.2 Een strijd die Oekraïne verscheurt en zijn maatschappij ontregelt en destabiliseert. Een strijd die nog altijd een enorme impact heeft op het dagelijks leven in Oekraïne, en ver daar buiten, in al die landen waar nabestaanden en vrienden wonen van de inzittenden van vlucht MH17.
Het Openbaar Ministerie betreurt álle slachtoffers van het conflict in Oost-Oekraïne, maar wij staan hier vandaag om recht te doen aan de 298 slachtoffers van vlucht MH17. Uw rechtbank zal moeten vaststellen hoe MH17 op 17 juli 2014 is neergeschoten en of de verdachten Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko hiervoor schuld dragen of niet.
Dit najaar vertelden diverse nabestaanden dat deze rechtszaak van belang is om de dood van hun geliefden een plek te kunnen geven. “To try to make some sense of what seems so senseless” zoals een Australische nabestaande het verwoordde.3 Verschillende nabestaanden benadrukten tijdens de uitoefening van het spreekrecht ook dat de desinformatie rondom het neerhalen van MH17 hun rouwproces verstoort. Een vonnis zou hun duidelijkheid en rust kunnen geven.
Vaststelling van de werkelijke gang van zaken dient ook een breder belang. Zoals wij op de eerste zittingsdag zeiden, kan het vaststellen van de waarheid in deze zaak ook bijdragen aan het voorkomen van nieuw geweld in de toekomst. Immers, een wereld die geen moeite doet om die waarheid te achterhalen en de schuldigen te straffen als honderden onschuldige burgers worden vermoord, verklaart zijn burgers vogelvrij. Ook daarom moeten waarheid en leugen worden onderscheiden en daders worden bestraft. Voor die taak staan wij in deze rechtszaal.
Naast het belang van de waarheid, de slachtoffers en de nabestaanden dient het Openbaar Ministerie ook de wettelijke belangen van de vier verdachten die het vervolgt. Dat vereist een kritische beoordeling van het verzamelde bewijs, een open blik en luisterend oor voor de standpunten van verdachten en de verzekering dat zij een eerlijk proces krijgen. Een evenwichtige en kritische beoordeling van het bewijs is een gedeeld belang van verdachten en nabestaanden. Niemand in dit proces heeft iets aan een veroordeling van een onschuldige of een vonnis dat de tand des tijds niet kan doorstaan. Daarom staat het Openbaar Ministerie vanaf de eerste dag in dit onderzoek met een warm hart, maar een koel hoofd.
De komende dagen geven wij onze visie op de resultaten van dit onderzoek. Ons requisitoir bestaat uit de volgende vier delen:
- Investigation, prosecution and trial
- Evidence and criminal liability
- Damages claimed by next of kin
- Sentence
Vandaag behandelen we het eerste deel en maken we een aanvang met deel twee. In het eerste deel (onderzoek, vervolging en proces) zullen wij ingaan op het verloop van het onderzoek en de wijze waarop het verkregen bewijs in dat onderzoek is getoetst. Vervolgens staan we stil bij onze beslissingen om deze verdachten te vervolgen en de wijze waarop hun strafproces is verlopen. In het tweede deel (bewijs en strafbaarheid) bespreken we het bewijs en de strafbaarheid van verdachten en hun gedragingen. Daarbij zullen we de feiten bespreken zoals die uit het onderzoek blijken. Morgen ronden wij deel twee af. Dan staan wij stil bij de verklaringen en standpunten van de verdachten, gaan we in op mogelijke bewijsverweren en komen wij tot onze conclusies over de feitelijke toedracht en de betrokkenheid van de verdachten, de kwalificatie van die feiten en de strafbaarheid van verdachten. Ook bespreken we dan het derde deel: de vorderingen van de benadeelde partijen en het beslag. Overmorgen sluiten wij af met het vierde en laatste deel van ons requisitoir: de strafeis.
Op de eerste zittingsdag van dit proces in maart 2020 verwezen wij naar de Russische schrijver Alexander Solzhenitsyn, die bij zijn aanvaarding van de Nobelprijs voor de literatuur in 1970 sprak over de samenhang tussen geweld en leugen. Een nabestaande citeerde deze Nobelprijswinnaar op de eerste dag van het spreekrecht. Solzhenitsyn schreef óók over het belang van het bestrijden van onrecht. Wij sluiten deze inleiding af met wat hij schreef:
“Door over het kwaad te zwijgen, en het diep in ons te begraven zodat het nergens aan de oppervlakte komt, planten we het juist en zal het in de toekomst duizendvoudig opkomen. Als wij hen die kwaad doen niet bestraffen of terechtwijzen (…) scheuren we de fundamenten van rechtvaardigheid voor nieuwe generaties aan flarden.”4
2. Onderzoek, vervolging en proces
2.1 Inleiding
Zoals gezegd, zullen wij eerst stilstaan bij het verloop van het onderzoek waarin het bewijs in de zaken van de vier verdachten, Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko, is verkregen en bij de beslissingen die het Openbaar Ministerie op basis van dat bewijs heeft genomen om deze zaken voor uw rechtbank aan te brengen. Daarna zullen wij ingaan op het verloop van dit strafproces. Meer in het bijzonder zullen wij stilstaan bij de bescherming van de rechten en belangen van de verdachten tijdens dit proces.
Daarbij zullen wij ook enkele onderwerpen bespreken die wij al eerder in dit strafproces hebben genoemd, bijvoorbeeld bij de start van dit proces of tijdens onze uitgebreide toelichting op het onderzoek in juni vorig jaar. Wij willen niet onnodig in herhaling vallen, maar ontkomen er niet aan om deze onderwerpen opnieuw te benoemen, omdat ze van belang zijn voor het publieke begrip van het optreden van het Openbaar Ministerie in deze strafzaak.
2.2 Verloop opsporingsonderzoek
Nu eerst het verloop van het opsporingsonderzoek, dat kort na het neerstorten van MH17 is gestart.
2.2.1 Joint Investigation Team
Dat onderzoek is uitgevoerd door een samengesteld internationaal onderzoeksteam: een Joint Investigation Team, oftewel een JIT. Hierin werken vijf verschillende landen samen, die getroffen zijn door de ramp: Nederland, Australië, Maleisië, België en Oekraïne.
Een JIT stelt de betrokken landen in staat hun werk te coördineren, gezamenlijk uit te voeren waar dat efficiënt is, en zonder onnodige bureaucratie informatie en bewijs uit te wisselen. Daarnaast behoudt ieder land de vrijheid om ook eigen onderzoek en analyse te doen. Zo heeft Nederland in zijn eigen onderzoek bedreigde getuigen laten horen door de Nederlandse rechter-commissaris.
Het zal niemand verbazen dat deze samenwerking soms ingewikkeld was. Voor JIT-partner Oekraïne bijvoorbeeld geldt dat het zelf betrokken is in de oorlog waarin MH17 is neergeschoten en daarvoor door sommigen ook verantwoordelijk wordt gehouden. Daarom was het noodzakelijk dat het Oekraïense opsporingsteam alle deuren openzette voor zijn JIT-collega’s. Zo is het ook gegaan. Oekraïne begrijpt als geen ander hoe belangrijk het is dat bewijs uit eigen land in samenwerking met de andere, neutrale JIT-landen wordt verkregen en door die andere, neutrale JIT-landen kritisch wordt getoetst. Voor Maleisië was er een juridisch obstakel dat moest worden weggenomen, voordat het lid kon worden van het JIT. Daarvoor moest het land eerst garanderen dat er geen doodstraf zou worden geëist voor het geval er later een vervolging zou plaatsvinden in Maleisië. Verder moest er op verschillende plaatsen worden samengewerkt: tijdens de vaste overleggen tussen alle JIT-partners vanuit Driebergen in Nederland, op de Field Office in Kiev, waar Oekraïense, Australische en Nederlandse rechercheurs gezamenlijk onderzoek doen, en op verschillende andere plaatsen in Nederland en Oekraïne waar experts uit alle JIT-landen technisch onderzoek uitvoeren. Ondanks deze uitdagingen verliep de samenwerking voorspoedig. Er was steeds overeenstemming over de te verrichten onderzoekhandelingen, dat onderzoek werd met grote inzet uitgevoerd en als getuigen wel tegenover een, maar niet tegenover een ander JIT-land wilden verklaren, was daar ruimte voor. Kortom: dankzij het JIT kon er volledig en efficiënt onderzoek plaatsvinden.
2.2.2 Validatie
Vanaf het eerste moment verricht het JIT breed en diepgravend onderzoek. Er is forensisch onderzoek gedaan op de lichamen van de slachtoffers en de wrakstukken van MH17. Er zijn honderden getuigen gehoord in verschillende landen. Er is onderzoek gedaan naar telecommunicatie, satellietbeelden en radargegevens, foto’s en video’s en informatie uit open bronnen.
Vanaf het begin is duidelijk dat het voortdurende conflict tussen Rusland en Oekraïne van invloed is op de manier waarop de onderzoekresultaten zouden worden ontvangen. Daarom hebben wij extra stappen gezet. Door nóg langer door te rechercheren en door al het bewijs nóg strenger te toetsen dan we in andere onderzoeken zouden doen. Dat hebben we op meerdere manieren gedaan.
In de eerste plaats hebben we langs verschillende wegen de betrouwbaarheid van individuele onderzoekresultaten getoetst.
Zo zijn Oekraïense telefoongegevens onderzocht door de inhoud, tijd- en locatiegegevens van gesprekken te verifiëren. Die verificatie vond plaats door vergelijking met andere telefoongegevens, door vergelijking met informatie uit andere bronnen en door na te gaan of gespreksdeelnemers de opgenomen gesprekken konden bevestigen. Dat laatste is in verschillende gevallen gelukt. Het JIT heeft meerdere deelnemers aan opgenomen gesprekken geïdentificeerd en als getuigen gehoord. Ook hebben verschillende gespreksdeelnemers openbaar gemaakte tapgesprekken bevestigd, bijvoorbeeld in interviews. Verder zijn bij telecomproviders in andere landen telecomgegevens opgevraagd. Zo kunnen we controleren of de Oekraïense telecominformatie over internationale gesprekken feitelijk juist is. Ook de zendmastgegevens die door de Oekraïense autoriteiten zijn verstrekt zijn vergeleken met informatie afkomstig van netwerkmetingen die door Nederlandse specialisten zijn gedaan in Oost-Oekraïne. Bij de analyse van de verstrekte tapgesprekken is ook gekeken naar tapgesprekken die niet direct relevant zijn voor het bewijs. Dat levert bevestiging op van vele details in die gesprekken. Deze uitgebreide validatie van de door Oekraïne verstrekte telecomgegevens was tijdrovend, maar heeft door de omvang, onderlinge samenhang en brede analyse een solide basis opgeleverd voor de beoordeling van die gegevens door uw rechtbank.
Er is ook uitgebreid validatie onderzoek gedaan naar beeldmateriaal. In alle gevallen is geprobeerd de maker van het beeldmateriaal te vinden en als getuige te horen. In sommige gevallen is dat gelukt, en in andere niet. In sommige gevallen konden ook personen worden gehoord die bij de maker aanwezig waren tijdens het opnemen van het beeldmateriaal of die betrokken waren bij de verspreiding van het beeldmateriaal en daardoor de oorsprong daarvan konden bevestigen. Waar mogelijk is de betreffende camera, inclusief geheugenkaart, in beslag genomen en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). En waar zinvol heeft het NFI onderzocht of er aanwijzingen zijn voor manipulatie van het beeldmateriaal. Beelden zijn ook aangeboden aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Een deskundige van dat weerinstituut heeft onderzoek gedaan naar schaduw, licht en bewolking. Op basis daarvan is beoordeeld of het weer op de foto of de video overeenkomt met het weerbeeld op de betreffende plek op 17 juli 2014 en hoe laat deze foto of video ongeveer moet zijn opgenomen. Tot slot is onderzocht waar het beeldmateriaal moet zijn opgenomen. Dat gebeurde door vergelijking van de kenmerken op het beeld met de omgevingskenmerken uit open bronnen, zoals Google Streetview of satellietbeelden. Van alle foto’s en video’s heeft het onderzoeksteam een geografische locatie vastgesteld.
Elk type bewijs, van video’s tot tapgesprekken en van forensische sporen tot getuigenverklaringen, is dus steeds zo nauwkeurig mogelijk gevalideerd.
Naast individuele toetsing van onderzoekresultaten, zijn al die verschillende bewijsbronnen ook weer met elkaar vergeleken en in samenhang beschreven in het procesdossier. Zo kunnen relevante verschillen en overeenkomsten worden vastgesteld. Met dat doel hebben wij een breed dossier samengesteld. Een dossier waarin onderzoekresultaten in onderlinge samenhang kunnen worden beoordeeld en in de juiste context kunnen worden geplaatst. Daarom bevat het dossier bijvoorbeeld ook ruimschoots informatie over het verloop van het gewapend conflict waarin MH17 is neergeschoten. Als die verschillende bewijsbronnen in onderlinge samenhang worden beoordeeld, blijkt dat zij vaak opvallend goed op elkaar aansluiten en elkaar op die manier versterken. Dat zal opnieuw blijken, als wij straks het bewijs bespreken.
2.2.3 Alternatieve scenario’s
De bewijsbronnen zijn verkregen in het onderzoek naar verschillende scenario’s. Die scenario’s zijn vanaf de start van het onderzoek opgesteld en doelgericht onderzocht. In elk scenario is een andere oorzaak voor het neerstorten van MH17 benoemd. Zo zijn de mogelijkheden onderzocht van een explosie van binnenuit, een aanval door een gevechtsvliegtuig (het ‘air-to-air’ scenario) en het scenario dat vlucht MH17 is neergeschoten door een grond-luchtraketsysteem, oftewel een ‘surface-to-air’ (SAM) wapen. Dat laatste scenario hebben we weer opgedeeld in twee mogelijkheden: een aanval met een Buk-systeem en een aanval met een ander type ‘surface-to-air’ systeem. Voor de aanval met een Buk hebben we dan weer de verschillende scenario’s onderzocht dat deze is afgeschoten vanuit gebied onder controle van Oekraïne of vanuit gebied onder controle van de zelfverklaarde Volksrepubliek Donetsk (‘Donetsk People’s Republic’ of DPR). Na langdurig onderzoek naar al die verschillende mogelijkheden is alleen dat laatste scenario overeind gebleven. Om precies te zijn: het afvuren van een Buk-raket vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi.
In juni vorig jaar hebben wij op zitting uitgebreid stilgestaan bij het verloop en de resultaten van het onderzoek naar alternatieve scenario’s. Nu het onderzoek van het JIT én het aanvullend onderzoek dat uw rechtbank op verzoek van de verdediging heeft gelast geen begin van aannemelijkheid heeft opgeleverd voor een ander scenario dan het scenario dat MH17 is neergeschoten met een Buk-TELAR vanaf een landbouwveld bij Pervomaiskyi, zullen wij ons in dit requisitoir richten op het bewijs voor het hoofdscenario en de reacties die verdachten daarop hebben gegeven, binnen en buiten deze rechtszaal. Dit is immers ook het scenario dat aan verdachten ten laste is gelegd en waarover uw rechtbank moet oordelen.
2.2.4 Bewijs uit Oekraïne
Zoals gezegd hebben wij het bewijs in deze zaak nog strenger getoetst dan wij in andere onderzoeken doen, omdat de verschillende partijen in dit conflict belangen hebben bij de uitkomst van het onderzoek. Verder wordt al langere tijd door gezaghebbende bronnen gerapporteerd over ernstige mensenrechtenschendingen door gewapende groepen tegen burgers in Oost-Oekraïne en door de Oekraïense overheid tegen gedetineerden. Ook daarom is in dit onderzoek behoedzamer omgegaan met bewijs uit Oekraïne dan gebruikelijk is bij internationale strafrechtelijke samenwerking, in die zin dat dit bewijs telkens is gevalideerd.
Met personen die als getuigen zijn gehoord terwijl zij gedetineerd waren in Oekraïne, hebben JIT-deelnemers uit andere landen dan Oekraïne steeds eerst buiten aanwezigheid van de Oekraïense autoriteiten, maar met hun toestemming, korte voorgesprekken gevoerd. Daarin is met de gedetineerde getuigen gesproken over hun detentieomstandigheden, hun behandeling door de Oekraïense autoriteiten en hun vermogen om vrijuit te verklaren. Alleen als de JIT-deelnemers uit de andere landen zich voldoende verzekerd achten dat de getuige vrijuit kon verklaren, werd deze door het JIT gehoord. Wij benoemen dit om aan te geven dat er zo zorgvuldig mogelijk te werk is gegaan bij de bewijsvergaring. De waardering van de afgelegde verklaringen is uiteindelijk aan uw rechtbank.
2.2.5 Bewijs uit de Russische Federatie
Naast bewijs uit Oekraïne hebben wij ook bewijs gevraagd en ontvangen van de Russische Federatie. Onderzoek naar dat bewijsmateriaal wijst uit dat dit niet altijd even inzichtelijk en in verschillende gevallen ook onbetrouwbaar is. Zo hebben de Russische autoriteiten verklaringen verstrekt van twee beweerdelijke ooggetuigen van het afvuren van een Oekraïense raket vanuit de plaats Amvrosiivka. Die verklaringen staan niet alleen op zichzelf – er is geen enkele andere bron gevonden die dit verhaal kon bevestigen - maar de afzonderlijk opgenomen verklaringen van deze twee getuigen blijken ook woordelijk identiek. Ook op het verzoek om de Russische primaire radarbeelden te verstrekken volgde geen inzichtelijke reactie. Tijdens de persconferentie van het Russische ministerie van Defensie van 21 juli 2014 werden op die beelden nog reflecties van een mogelijk Oekraïens gevechtsvliegtuig aangewezen. Kort daarop liet de Russische Federatie aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) weten dat het deze beelden niet had bewaard. Twee jaar later werden diezelfde Russische primaire radarbeelden opeens teruggevonden.
Dit keer kwam een Russische radarspecialist tot de conclusie dat dezelfde reflecties niet afkomstig waren van een gevechtsvliegtuig, maar van wrakstukken van MH17. Nu werden de Russische primaire radarbeelden opgevoerd als bewijs dat MH17 niet kon zijn neergeschoten vanuit de ten laste gelegde afvuurlocatie bij Pervomaiskyi. De Russische autoriteiten hebben verder valse informatie verstrekt over satellietfoto’s van een beweerdelijk Oekraïens Buk-systeem op 17 en 18 juli 2014. Uit satellietbeelden van de European Space Agency (ESA) en Google Earth en weerbeeldonderzoek van het KNMI blijkt dat de Russische beelden niet op die data kunnen zijn gemaakt.5 De onderliggende digitale beeldbestanden van deze satellietfoto’s kan Rusland niet verstrekken. Op andere, voor de hand liggende bewijsvragen blijft de Russische Federatie het antwoord schuldig. Zo hebben wij bijvoorbeeld nooit informatie mogen ontvangen over de verblijfplaats op 17 juli 2014 van de Buk-TELAR met het driecijferige voertuignummer dat begint met een 3 en eindigt op een 2 en die op 23, 24 en 25 juni 2014 meermalen op beeld is vastgelegd in de Russische Federatie. Die informatie willen de Russische autoriteiten niet verstrekken, omdat het beeldmateriaal van de TELAR van 17 en 18 juli 2014 volgens hen vervalst zou zijn. Nog daargelaten dat dit geen grond geeft om de verstrekking van bewijs te weigeren, blijken die manipulatiebeschuldigingen ook niet steekhoudend. Forensisch beelddeskundigen hebben de Russische beweringen uitgebreid onderzocht en één voor één weerlegd.
Het Russische bewijs moet dus met grote behoedzaamheid worden beoordeeld. Ook dat Russische bewijs is opgenomen in het dossier, zodat uw rechtbank en de verdediging van dit tegengeluid kennis kunnen nemen. Op die manier hebben wij een zo evenwichtig mogelijk procesdossier samengesteld.
2.3 Vervolgingsbeslissingen
Tot zover het verloop van het opsporingsonderzoek in grote lijnen. In de loop van dat onderzoek zijn de JIT-landen met elkaar in gesprek gegaan over waar een eventuele vervolging moest plaatsvinden. De eerste voorkeur was om dit te doen bij een door de VN-Veiligheidsraad op te richten internationaal tribunaal. Dit werd door de Russische Federatie, als permanent lid van de Veiligheidsraad, geblokkeerd. Daarop is besloten om die vervolging in Nederland te laten plaatsvinden, als het land met de meeste slachtoffers, zonder betrokkenheid bij het conflict in Oost-Oekraïne en met de nodige ervaring met vervolging van internationale misdrijven. Dit kan vanwege het bepaalde in artikel 5 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (Sr).
2.3.1 Rechtsmacht
Artikel 5 Sr bepaalt dat de Nederlandse strafwet van toepassing is op een ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een misdrijf tegen een Nederlander. Gelet hierop heeft Nederland rechtsmacht over het neerschieten van vlucht MH17 op basis van de Nederlandse nationaliteit van een groot aantal slachtoffers.
Als, zoals in deze zaak, sprake is van één gedraging waarmee tegelijkertijd meerdere dodelijke slachtoffers worden gemaakt, moet dat feit in zijn geheel worden aangemerkt als het misdrijf waarover artikel 5 Sr rechtsmacht geeft. Die rechtsmacht strekt zich dan dus uit over de levensberoving van alle slachtoffers die door dezelfde feitelijke handeling om het leven zijn gebracht als de Nederlandse slachtoffers. Oftewel: die rechtsmacht strekt zich uit over het gehele misdrijf, te weten het opzettelijk neerhalen van een vliegtuig waardoor iedereen aan boord van dat vliegtuig werd gedood en daarmee de gelijktijdige moord op alle inzittenden. Daarmee heeft Nederland directe (originaire) rechtsmacht over alle slachtoffers.
Om iedere twijfel over de positie van de niet-Nederlandse slachtoffers voor te zijn, is aan Oekraïne verzocht om de eigen rechtsmacht over te dragen aan Nederland. Noodzakelijk was dat niet, maar op die manier kan zonder verdere juridische discussie recht worden gedaan aan alle slachtoffers en alle nabestaanden, uit welk deel van de wereld ook.
Voor zover uw rechtbank – anders dan het Openbaar Ministerie – zou concluderen dat voor onderdelen van de tenlastelegging directe (originaire) rechtsmacht ontbreekt, bestaat over die feiten dus in elk geval afgeleide (subsidiaire) rechtsmacht.
2.3.2 Verdachten
De keuze voor een Nederlandse vervolging betekent dat verdere beslissingen over wie waarvoor vervolgd zouden worden door het Nederlandse Openbaar Ministerie genomen worden. Op de eerste dag van dit strafproces, in maart 2020, hebben wij al uitgelegd hoe het Openbaar Ministerie tot de beslissing is gekomen om deze vier verdachten – Girkin, Dubinskiy, Kharchenko en Pulatov – te vervolgen. In het uitgebreide onderzoek zijn veel personen in beeld gekomen. Binnen die groep van personen waartegen het onderzoek voldoende bewijs heeft opgeleverd, hebben wij gekeken naar de rol van de verschillende verdachten. Voor vervolging in Nederland komen alleen de hoofdrolspelers in aanmerking. Personen met een kleinere rol mogen niet vrijuit gaan, maar kunnen vervolgd worden in Oekraïne. Dat is in verschillende gevallen ook gebeurd. Zulke ondergeschikten zijn in bredere zin vervolgd voor hun deelname aan de DPR als terroristische organisatie.
Van de DPR-strijders zien wij Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko als hoofdrolspelers bij het neerschieten van vlucht MH17. Girkin en Dubinskiy stonden aan de militaire top van de DPR. Pulatov en Kharchenko waren hun directe ondergeschikten. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inzet van de Buk-TELAR waarmee MH17 is neergeschoten.
2.3.3 Tenlastelegging
Het strafrechtelijk verwijt dat het Openbaar Ministerie elk van deze vier verdachten maakt is dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan het doen verongelukken van vlucht MH17, waardoor de 298 inzittenden zijn overleden en de moord op die 298 inzittenden.
Hun betrokkenheid is in meerdere varianten in de tenlastelegging opgenomen. Het Openbaar Ministerie verdenkt elk van de verdachten ervan dat zij zich als functioneel pleger of functioneel medepleger schuldig hebben gemaakt aan deze misdrijven. Kort gezegd betekent dit dat zij niet zelf op de knop hebben gedrukt, maar wel verantwoordelijk zijn voor het neerschieten van MH17 omdat zij samen de Buk-TELAR hebben aangevraagd en overgenomen uit de Russische Federatie en ingezet voor hun gewapende strijd, met het doel om een vliegtuig neer te schieten. Zij hebben de Buk-TELAR als instrument gebruikt om hun eigen militaire belang te dienen en hebben daarmee MH17 getroffen.
Als uw rechtbank dit anders zou zien, luidt het subsidiaire verwijt dat de verdachten de ten laste gelegde delicten als medeplegers hebben begaan. Ook hier geldt dat zij niet zelf op de knop hebben gedrukt, maar zodanig met elkaar en anderen hebben samengewerkt dat zij als mededaders kunnen worden aangemerkt. Meer subsidiair is elk van de verdachten ten laste gelegd dat zij anderen hebben uitgelokt om MH17 neer te schieten. Tot slot worden Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko er meest subsidiair van verdacht dat zij als medeplichtigen hebben geholpen om vlucht MH17 neer te schieten.
2.3.4 Vergissingsscenario
Bij het opstellen van de tenlastelegging heeft het Openbaar Ministerie nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid dat de vier verdachten eigenlijk van plan waren om een vliegtuig van de Oekraïense strijdkrachten uit de lucht schieten. Als dit hun intentie was, verandert dat niets aan het verwijt dat wij hun strafrechtelijk maken. Een vergissing in doel maakt ook geen verschil voor het bewijs dat zulke misdrijven zijn gepleegd.
Geen van de misdrijven op de tenlastelegging vereist opzet op het burgerkarakter van het vliegtuig of de inzittenden. Artikel 168 Sr verbiedt het opzettelijk doen verongelukken van enig luchtvaartuig ongeacht de civiele of militaire status van dat luchtvaartuig. De dood van de inzittenden is hierbij aangemerkt als een strafverzwarend gevolg, niet als een bepalend onderdeel (of constitutief bestanddeel) van het misdrijf. Art. 168 Sr vereist dus niet eens opzet op de dood van inzittenden, laat staan specifiek op de dood van een bepaalde categorie inzittenden (civiel of militair). Uit de wetsgeschiedenis blijkt ook duidelijk dat de luchtvaartdelicten in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn op zowel militaire als civiele luchtvaart. Het misdrijf moord (artikel 289 Sr) vereist opzet op de dood van een ander, maar niet op een bepaalde categorie anderen (civiel of militair) of een specifiek aantal slachtoffers. Daarom worden in Nederland en in vele andere landen mensen gewoon voor moord veroordeeld als zij een toevallige voorbijganger doodschieten, in plaats van hun beoogde slachtoffer. Wie in Nederland een gevechtsvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht neerhaalt, kan dus vervolgd worden voor artikel 168 Sr en de moord op de piloot. En wie in Nederland een gevechtsvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht wil neerschieten, maar bij vergissing een KLM-toestel neerhaalt, kan eenzelfde vervolging tegemoet zien. Kortom: voor het bewijs van de ten laste gelegde misdrijven maakt het geen verschil of verdachten nu de bedoeling hadden om een militair of een burgervliegtuig neer te schieten.
2.3.5 Combattantenimmuniteit
Ook het feit dat in juli 2014 sprake was van een gewapend conflict in Oekraïne heeft het Openbaar Ministerie meegewogen bij het opstellen van de tenlastelegging. In juli 2014 werd in het oosten van Oekraïne zwaar gevochten tussen de strijdkrachten van Oekraïne en gewapende groepen. In een oorlog kunnen andere regels gelden dan in vredestijd: één van die regels is het leerstuk van de combattantenimmuniteit. Dat houdt in dat militairen oorlogshandelingen mogen uitvoeren binnen de grenzen van het internationaal oorlogsrecht en daar niet voor kunnen worden vervolgd door een ander land. Die regel geldt echter alleen voor reguliere militairen, die optreden in internationale gewapende conflicten onder de verantwoordelijkheid van een staat en in een groep die het internationale oorlogsrecht respecteert. Voor andere personen die deelnemen aan een gewapend conflict gelden de gewone strafrechtelijke regels en zij kunnen gewoon worden bestraft voor het geweld dat zij plegen.
Zoals wij vorig jaar bij de start van dit proces al zeiden, is oorlog geen vrijbrief voor geweld van iedereen tegen iedereen. Dat is niet zo in Nederland, maar ook niet in Oekraïne of de Russische Federatie. Alle staten ter wereld hebben in de afgelopen eeuwen regels voor oorlogsvoering ontwikkeld die bedoeld zijn om de gevolgen van oorlogsgeweld zoveel mogelijk te beperken. Uitgangspunt is daarbij dat de gewapende strijd wordt gevoerd tussen militairen onderling en dat burgers daar niet bij betrokken raken. Als burgers in Oekraïne geweld gebruiken tegen Nederlandse, Maleisische, Australische en Belgische staatsburgers, valt dat daarom onder de gewone strafwetten van die landen. Dan plegen die burgers gewone misdrijven, zoals moord en het neerhalen van een vliegtuig met de dood van de inzittenden tot gevolg. Ongeacht of zij schieten met een geweer of met een geavanceerd raketsysteem, en ongeacht of de beoogde slachtoffers nu burgers of militairen waren. Hetzelfde geldt voor gewapende strijders in Oekraïne die zeggen dat zij gewone burgers zijn; ook zij vallen onder de gewone strafwet.
Een vrijbrief - of immuniteit - voor oorlogsgeweld wordt alleen bij uitzondering verleend. Dat gebeurt niet in situaties van chaos en wetteloosheid, maar uitsluitend bij gecontroleerd en afgewogen geweld. Gecontroleerd wil zeggen: door reguliere militairen die als zodanig herkenbaar zijn, vechtend onder de verantwoordelijkheid van een staat en in een organisatievorm die het oorlogsrecht respecteert. Dus geen groepen die vechten onder eigen vlag en die geen boodschap hebben aan het oorlogsrecht. Net als elke andere burger mogen leden van zulke gewapende groepen geen geweld plegen. Net als elk ander vallen zij onder het gewone strafrecht. Hetzelfde geldt voor militairen die doen alsof zij gewone burgers zijn: ook dat mag niet, omdat dit tegengeweld tegen echte burgers uitlokt. Ook militairen die hun militaire status verhullen mogen daarom gewoon bestraft worden voor hun geweld. Het internationaal humanitair recht stelt strikt persoonlijke eisen aan combattantenimmuniteit. Personen die niet aan die eisen voldoen kunnen niet meeliften op de combattantenstatus van anderen met wie zij optrekken. Het is dus mogelijk dat van één groep die gezamenlijk geweld pleegt, sommigen wel aanspraak kunnen maken op combattantenimmuniteit en anderen niet. Wij hebben dit juridisch kader eerder uitvoerig op zitting besproken en verwijzen daarnaar.6
In het onderzoek is niet gebleken dat de vier verdachten in juli 2014 reguliere militairen waren die in het conflict in Oekraïne optraden voor een staat. Zowel de overheid van de Russische Federatie als de leden van de DPR, waaronder de verdachten, hebben altijd ontkend dat de DPR deelnam aan het gewapend conflict in Oost-Oekraïne namens de Russische Federatie. De Russische overheid stelt keer op keer dat de DPR-strijders niet werden aangestuurd vanuit de Russische Federatie. De verdachten hebben steeds verklaard dat zij vrijwillig deelnamen aan de strijd in Oost-Oekraïne en dat hun groep niet werd aangestuurd door de Russische Federatie. Er was dus geen sprake van een voor anderen kenbare gezagsrelatie en er was geen aanvaarding van verantwoordelijkheid door de Russische Federatie voor het handelen van de gewapende groep waartoe de vier verdachten behoorden. Sterker nog, de Russische Federatie heeft zelfs aan Nederland voorgesteld om de vervolging van deze vier verdachten over te nemen. Alleen al dankzij het ontbreken van een voor anderen kenbare gezagsrelatie komt verdachten geen beroep toe op combattantenimmuniteit. Alleen reguliere en als zodanige herkenbare militairen die vechten onder verantwoordelijkheid van een staat genieten immers immuniteit voor het plegen van dodelijk oorlogsgeweld.
Het onderzoek wijst verder uit dat de gewapende groep van de verdachten in de zomer van 2014 het oorlogsrecht niet respecteerde. Zo bleek sprake van systematische en grootschalige schendingen van het oorlogsrecht door de DPR in 2014 en ook daarna. Het gaat daarbij om duizenden gevallen van plundering, vrijheidsberoving van burgers, martelingen, onmenselijke behandeling en executies van burgers en krijgsgevangenen, het leggen van (verboden) landmijnen, en vele andere misdrijven in strijd met het internationaal oorlogsrecht. Ook deze feitelijke onderzoekresultaten hebben wij eerder op zitting benoemd.7
De vier verdachten waren geen reguliere militairen, maar zelfverklaarde vrijwilligers die de wapens hebben opgepakt en hebben bijgedragen aan de chaos en wetteloosheid in Oost-Oekraïne. Zij vallen dus gewoon onder de Nederlandse strafwet en kunnen daarom ook gewoon vervolgd worden voor het doen verongelukken van MH17 en de moord op de inzittenden in de zin van artikelen 168 en 289 Sr.
2.3.6 Onschuldpresumptie
Iedere verdachte heeft recht op een eerlijk proces. Dat is neergelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In het tweede lid van dat artikel staat dat een ieder die wordt vervolgd, voor onschuldig wordt gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan. Verdachten zijn dus pas schuldig aan de hen ten laste gelegde feiten als het bewijs daarvoor door een rechter is vastgesteld. Tot dat moment zijn de vier verdachten onschuldig.
Om die reden is het Nederlandse Openbaar Ministerie in de regel terughoudend bij het openbaar maken van de identiteit van verdachten. Dat is echter niet vanzelfsprekend. Zo publiceert Interpol namen en foto’s van verdachten die internationaal worden gezocht, door middel van zogenaamde ‘red notices’. Ook in andere landen en bij internationale tribunalen worden namen en foto’s van verdachten naar buiten gebracht, nog voordat de rechter onherroepelijk over hun schuld heeft beslist. In deze zaak kwamen wij tot een vergelijkbare beslissing. Dat hebben wij niet lichtvaardig gedaan, maar na zorgvuldige afweging van de belangen van verdachten tegen die van de nabestaanden en het bredere publiek.
Op grond van artikel 2 EVRM is het Openbaar Ministerie namelijk verplicht om de nabestaanden van de slachtoffers in deze zaak te informeren over de loop van het onderzoek en de te nemen vervolgingsbeslissingen.8 Het recht van nabestaanden op informatie over de onderzoekresultaten en vervolgingsbeslissingen omvat ook het recht op informatie over de identiteit van de te vervolgen verdachten.9 Omdat er in dit geval 298 slachtoffers zijn te betreuren, met een nog veel groter aantal nabestaanden uit alle delen van de wereld, kunnen wij deze informatie over de onderzoekresultaten en vervolgingsbeslissingen niet individueel en vertrouwelijk met de nabestaanden delen. Om alle nabestaanden tegelijkertijd te kunnen bereiken, moest het JIT deze informatie dus openbaar maken.10 Daarmee komen we ook tegemoet aan de verdragsrechtelijke verplichting om het bredere publiek over deze zaak te informeren.11 Dat informatiebelang is in deze zaak des te groter, omdat al vanaf 17 juli 2014 desinformatie wordt verspreid over de toedracht van het neerstorten van MH17. Onderzoekresultaten die onzekerheid bij nabestaanden en het bredere publiek zouden kunnen wegnemen, kan en wil het JIT hun niet onthouden.
Daarom heeft het JIT verschillende persconferenties gehouden waarin het de nabestaanden en het bredere publiek tussentijds informeert over de verkregen onderzoekresultaten: in 2016 over het wapen waarmee en de locatie waar vandaan MH17 is neergeschoten en in 2018 over de herkomst van dat wapen. In 2019 heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie zijn vervolgingsbeslissingen bekendgemaakt. Vanwege het recht van nabestaanden om de identiteit van deze verdachten te weten12 en de onvermijdelijke openbaarmaking van die identiteit in het kader van hun internationale signalering en het latere strafproces, hebben wij bij die gelegenheid hun namen genoemd en foto’s getoond. Daarbij heeft het Openbaar Ministerie benadrukt dat dit slechts een verdenking betreft, dat de rechter nog een oordeel moet vellen over het bewijs en dat de vier verdachten onschuldig zijn totdat het tegendeel bewezen is.13 Omdat verdachten nog steeds onschuldig zijn, hebben wij hun verdenkingen behoedzaam en met de nodige voorbehouden geformuleerd.14
In ons openingswoord in dit strafproces hebben wij opnieuw benoemd dat uw rechtbank uiteindelijk al het verkregen bewijs zal moeten wegen en op basis daarvan een oordeel zal moeten vellen over de schuld of onschuld van de verdachten.15 Daarin verschilt de taak van de Nederlandse rechter van die in andere rechtssystemen, waarin het bewijs door een jury wordt gewogen. Waar een lekenjury zich misschien nog zou kunnen laten beïnvloeden door uitlatingen van anderen in de media, zijn ervaren beroepsrechters – ook volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) – daar goed tegen bestand.16
Kortom: ook in de aanloop naar dit proces heeft het Openbaar Ministerie gewaakt over de gerechtvaardigde belangen van verdachten. Niet alleen door bewijs uitvoerig te valideren en alternatieve scenario’s en de mogelijkheid van combattantenimmuniteit grondig te onderzoeken, maar ook door het uitgangspunt van hun onschuld zoveel mogelijk te bewaken. Dat belang hebben wij afgewogen tegen de informatiebelangen van de nabestaanden en het bredere publiek. Ook als wij straks tot onze eigen bewijsbeoordeling komen en een strafeis zullen formuleren, blijven deze verdachten onschuldig, totdat de rechter hun schuld onherroepelijk heeft vastgesteld.
2.4 Verloop proces
Met het uitbrengen van de dagvaardingen hebben wij de zaken van de verdachten voor uw rechtbank gebracht. Tijdens hun proces heeft uw rechtbank de bescherming van hun rechten en belangen nadrukkelijk bewaakt.
2.4.1 Aanwezigheid verdachten
Een van die rechten van een verdachte is om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn. Geen van de verdachten heeft van dat recht gebruik gemaakt. Daartoe zijn zij ook niet verplicht. Verdachten kunnen zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat.
Verdachte Pulatov heeft dat gedaan. Hij laat zich hier op zitting vertegenwoordigen door Nederlandse raadslieden en voert zijn verdediging via hen. Verder wordt hij bijgestaan door een Russische advocate die naast hem in contact staat met zijn Nederlandse advocaten. Samen vormen zij het verdedigingsteam van Pulatov.
Verdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko zijn niet op de eerste zitting in maart vorig jaar verschenen en hebben zich ook niet laten vertegenwoordigen door een advocaat. Voordat hun zaken buiten hun aanwezigheid behandeld konden worden, moest eerst worden vastgesteld of zij wel op de hoogte waren van deze zitting en dus bewust afstand hebben gedaan van hun recht om hier aanwezig te zijn. Met dat doel heeft het Openbaar Ministerie zich sinds de aankondiging van hun vervolging op 19 juni 2019, bij herhaling en op meerdere manieren ingespannen om de verdachten op de hoogte te brengen van de zitting en de beschuldiging. Op de eerste zittingsdag in deze strafzaak heeft uw rechtbank geoordeeld er niet aan te twijfelen dat alle drie verdachten op de hoogte zijn van dit strafproces. Daarbij heeft uw rechtbank opgemerkt dat van een verdachte die op de hoogte is van een strafrechtelijke procedure tegen hem, en graag gebruik wil maken van zijn aanwezigheidsrecht, kan en mag worden verwacht dat hij inspanningen verricht om op de hoogte te geraken van de precieze inhoud van de beschuldiging en de tijd en plaats waar hij wordt verwacht om zich tegen deze beschuldiging te verdediging. Nu Girkin, Dubinskiy en Kharchenko dat niet hebben gedaan, mag er volgens uw rechtbank van worden uitgegaan dat zij afstand hebben gedaan van hun aanwezigheidsrecht.17
Ook ná die eerste zittingsdag is er geen enkele aanwijzing gevonden dat de verdachten alsnog van hun aanwezigheidsrecht gebruik hadden of zouden willen maken. Dubinskiy heeft nog van zich laten horen in een interview dat op internet is geplaatst. Daarin heeft hij aangegeven het proces te volgen en kritiek geleverd op “ter zitting opgevoerde bewijsstukken” zoals tapgesprekken en anonieme getuigen, maar op geen enkele wijze heeft hij te kennen gegeven van zijn aanwezigheidsrecht gebruik te willen maken.18 Ook Kharchenko en Girkin hebben niet meer laten weten dat zij alsnog wensen deel te nemen aan dit proces. Kharchenko heeft niet van zich laten horen. Girkin heeft al vaker uitgesproken dat hij uw rechtbank niet erkent en ook nooit zal erkennen. Zo zegt hij in een interview uit augustus 2019:
“Ik heb de dood vaak in de ogen gekeken, niet figuurlijk, maar letterlijk. Wat stelt zo’n Haagse rechter dan nog voor, dat is zo klein! Ik heb voor mezelf besloten, dat als het zover komt, ik categorisch weiger mee te werken. Ik zal de legitimiteit van de rechter niet erkennen.”
In juni van dit jaar heeft Girkin nog eens herhaald dat hij geen objectieve beoordeling van de zaak door uw rechtbank verwacht en verder geen commentaar op de zaak wil geven.19 Dit jaar heeft uw rechtbank bij herhaling vastgesteld dat de verdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko op de hoogte zijn van de zitting.20 Voor alle verdachten geldt dus dat zij bekend zijn met de behandeling van hun strafzaak, maar desondanks niet zijn verschenen en dat er dus vanuit mag worden gegaan dat zij doelbewust afstand hebben gedaan van hun aanwezigheidsrecht.
2.4.2 Wederhoor verdachten
Slechts één van de vier verdachten heeft er voor gekozen om aan dit proces deel te nemen en zich daarin te laten verdedigen. Omdat het Openbaar Ministerie en uw rechtbank graag kennis willen nemen van standpunten van alle vier verdachten in dit proces, zijn er vergaande inspanningen verricht om hen in de gelegenheid te stellen hun visie te geven.
Vanaf 19 juni 2019, toen wij de beschuldiging openbaar maakten, heeft het Openbaar Ministerie alle vier verdachten uitgenodigd om een verklaring af te leggen. Verder heeft het Nederlandse politieteam via verschillende wegen contact gezocht met verdachten. Daarbij heeft de teamleider van de politie Dubinskiy tweemaal aan de telefoon gekregen, maar deze wilde niet met hem spreken. Bij de start van dit proces hebben wij de uitnodiging tot wederhoor herhaald. Wij hebben er toen op gewezen dat verdachten hun standpunt op verschillende manieren konden overbrengen: via de website van het JIT, de Russische autoriteiten en sociale media of door middel van een schriftelijke verklaring of videoboodschap.21 Alleen Dubinskiy en Pulatov hebben zich inhoudelijk over dit proces uitgelaten in interviews die op video zijn opgenomen.22 Het interview van Dubinskiy noemden wij hiervoor al. Pulatov is door zijn raadslieden bevraagd. Deze videoverklaringen van Dubinskiy en Pulatov zijn op zitting getoond.
Op de uitnodiging van uw rechtbank van 25 november 2020 aan Pulatov om nadere vragen op zitting te beantwoorden, is hij niet ingegaan.23 Op de uitnodiging van uw rechtbank op 6 september van dit jaar aan Dubinskiy, Girkin en Kharchenko om zich (nader) uit te spreken, zijn zij niet ingegaan.24
Voor alle verdachten geldt dus dat zij niet alleen bekend waren met dit proces, maar ook in de gelegenheid waren - en zijn - om daarin een standpunt in te nemen, op zitting of - zonder risico van aanhouding - daarbuiten. Voor zover ze dat niet hebben gedaan, hebben verdachten er dus zelf voor gekozen om te zwijgen.
2.4.3 Voorbereiding Pulatov
Alleen Pulatov heeft zich laten bijstaan door Nederlandse raadslieden en heeft actief zijn verdediging gevoerd. Voor de voorbereiding van die verdediging heeft Pulatov ruim de tijd gehad. Vanaf 19 juni 2019 was hij met de beschuldiging en zijn vervolging bekend. Toen heeft hij via sociale media contact gehad met de teamleider van de Nederlandse politie.
Nadien heeft Pulatov een Russische advocate benaderd, die in oktober 2019 contact heeft opgenomen met de Nederlandse rechter-commissaris.25 Begin 2020 hebben zijn Nederlandse raadslieden laten weten dat ze zijn verdediging voeren, in samenwerking met zijn Russische advocate.26 Toen de verdediging van Pulatov te maken kreeg met reisbeperkingen als gevolg van de coronapandemie, heeft het Openbaar Ministerie de raadslieden in contact gebracht met de Nederlandse ambassade in Moskou. De Nederlandse ambassade heeft de raadslieden vervolgens bijstand geboden bij hun in- en uitreis naar de Russische Federatie. Sindsdien heeft Pulatov vrij en volledig contact kunnen onderhouden met zijn Nederlandse raadslieden.
Bij de start van dit proces in maart 2020 heeft uw rechtbank aan Pulatov extra tijd verleend voor de voorbereiding van zijn verdediging. U heeft toen bepaald dat hij niet eerder dan in juni zijn onderzoekswensen hoefde in te dienen. In juni vorig jaar heeft de verdediging om extra tijd gevraagd om haar onderzoekswensen te formuleren. Vervolgens heeft uw rechtbank meer dan de gevraagde tijd verleend.27 Ook na de regiezitting van november vorig jaar heeft Pulatov nog bij herhaling gebruik gemaakt van zijn wettelijke mogelijkheid om nieuwe verzoeken te doen tot nader onderzoek en de inzage en voeging van stukken.28
Pulatov heeft dus sinds 19 juni 2019 gelegenheid gehad om eigen onderzoek te doen, nader onderzoek te laten verrichten door het Openbaar Ministerie of uw rechtbank en zijn verweren te formuleren. Tijdens de inhoudelijke behandeling in juni van dit jaar had Pulatov al meer dan voldoende tijd gehad om zijn verdediging voor te bereiden en nader onderzoek te doen. Het pleidooi staat nu gepland in maart volgend jaar. Als Pulatov dan voor het eerst zijn verweren naar voren brengt, loopt dit proces inmiddels al twee jaar en is hij al meer dan tweeëneenhalf jaar bekend met zijn beschuldiging.
2.4.4 Onderzoek Pulatov
Gedurende die tijd heeft Pulatov zijn eigen onderzoek verricht, heeft het Openbaar Ministerie op zijn verzoek veel extra informatie uit het onderzoek verstrekt en is hem ruim gelegenheid geboden om het belastend bewijs te toetsen en ontlastend bewijs aan te dragen.
Tijdens dit strafproces heeft Pulatov honderden verzoeken aan uw rechtbank gedaan. Dit betreffen verzoeken tot het horen van getuigen en deskundigen, het doen van technisch onderzoek, het verkrijgen van informatie en het voegen van stukken in het procesdossier. Alleen verzoeken waarbij Pulatov evident geen belang had of die zinloos waren, zijn afgewezen. Tientallen verzoeken heeft uw rechtbank toegewezen. Een klein aantal toegewezen getuigen kon niet worden gehoord, omdat dit niet op veilige manier kon gebeuren, de Russische autoriteiten daar niet aan zeiden te kunnen meewerken of omdat de getuige, een Nederlandse militaire expert, in de tussentijd was overleden. Daarnaast heeft de verdediging ook verzoeken gedaan aan het Openbaar Ministerie om inzage te krijgen in onderzoeksmateriaal dat zich niet in het procesdossier bevindt. Daarop hebben wij de verdediging honderden documenten, duizenden foto’s en duizenden audiobestanden van tapgesprekken verstrekt en haar in de gelegenheid gesteld om de opname van de cockpit voice recorder te beluisteren en tientallen veiliggestelde raketdelen met eigen ogen te bekijken.
De verdediging is verder in de gelegenheid gesteld om de toegewezen getuigen en deskundigen uitgebreid te horen. Deze verhoren duurden vaak meerdere dagen en als de verdediging meer tijd nodig meende te hebben voor haar ondervraging, werd die tijd door uw rechtbank geboden. Zo is de deskundige van de Russische wapenproducent Almaz-Antey vier dagen lang alleen en drie dagen lang samen met twee andere deskundigen gehoord en heeft uw rechtbank de verdediging hiernaast nog in de gelegenheid gesteld om vele nadere schriftelijke vragen te stellen. Op die manier is de verdediging meer dan voldoende gelegenheid geboden om getuigen en deskundigen te bevragen.
Om veiligheidsredenen zijn verschillende getuigen in dit proces anoniem gehoord. Over die veiligheidsredenen hebben wij al eerder gesproken bij de start van dit proces.29 Dat risico geldt in het bijzonder voor getuigen die in Oost-Oekraïne wonen of daar familie hebben. Neutrale internationale organisaties en journalisten rapporteren over willekeurige vrijheidsberoving, geweld en foltering door leden van de DPR. Dat vindt steun in onze onderzoekresultaten. Zo spreken DPR-strijders in tapgesprekken vrijuit over marteling van gevangenen en heeft één van de personen die de Buk-TELAR heeft gefilmd in Oost-Oekraïne, per email aan het onderzoeksteam laten weten dat hij tot twee keer is bezocht door gewapende mensen en inmiddels is gevlucht. Naast de dreiging vanuit de DPR moet ook rekening worden gehouden met de dreiging van de Russische Federatie. Het is algemeen bekend dat Russische veiligheidsdiensten GRU en FSB door onderzoekautoriteiten in andere landen verantwoordelijk worden gehouden voor moorden of pogingen tot moord in die betreffende landen. Het onderzoek van het JIT heeft duidelijke aanwijzingen opgeleverd dat diezelfde Russische veiligheidsdiensten FSB en GRU ook nauw betrokken zijn bij het gewapend conflict in Oekraïne. In het dossier bevinden zich in Oekraïne afgeluisterde gesprekken uit juli 2014 waarin leden van gewapende groepen in Oost-Oekraïne met elkaar spreken over “groen licht uit Moskou om iemand te executeren” en “een bevel uit Moskou om iemand neer te schieten”. Er zijn verder duidelijke aanwijzingen dat Russische veiligheidsdiensten actief proberen waarheidsvinding naar het neerschieten van vlucht MH17 te verstoren. De Britse en Nederlandse autoriteiten hebben vastgesteld dat Russische GRU-agenten betrokken zijn geweest bij pogingen om de Maleisische opsporings- en vervolgingsautoriteiten te hacken.30 Verder zijn er aanwijzingen dat een Russische journaliste die vertrouwelijke JIT-documenten gepubliceerd heeft, contacten onderhield met GRU-agenten.31 Eerder zijn al pogingen vastgesteld om de OVV te hacken tijdens zijn onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17. Meerdere getuigen in dit onderzoek hebben uitgesproken voor hun leven te vrezen als hun identiteit bekend wordt.32 De inzet van Russische veiligheidsdiensten om de identiteit van getuigen in dit onderzoek te achterhalen is een reëel scenario. Die veiligheidsdiensten hebben mogelijkheden om communicatie te onderscheppen en reisbewegingen van personen te monitoren.
Vanwege deze reële dreiging vanuit verschillende hoeken tegen getuigen heeft de rechter-commissaris telkens per getuige een inschatting gemaakt van veiligheidsmaatregelen die nodig zijn. Daarbij is onder meer gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de getuige, waaronder zijn woonplaats en die van familieleden, de aard van de verklaring van de getuige en de mogelijke manieren om ongewenste gevolgen van het afleggen van een verklaring te voorkomen. Dat heeft ertoe geleid dat (binnen de wettelijke mogelijkheden) de identiteit is afgeschermd van verschillende getuigen, die verklaren over hun waarnemingen van een Buk-TELAR, het afvuren van een Buk-raket of het veiligstellen van delen van een Buk-raket in Oost-Oekraïne.
Tijdens dit proces heeft Pulatov tot tweemaal toe beroep ingesteld tegen zulke beslissingen van de rechter-commissaris (op grond van artikel 226a van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering (Sv)) bij de raadkamer van uw rechtbank. Dit zijn andere rechters, die verder niet betrokken zijn bij dit proces. In beide gevallen hebben deze andere rechters geoordeeld dat de rechter-commissaris de identiteit van getuigen op goede gronden heeft afgeschermd. Bij één getuige (V11) heeft de raadkamer de afschermingsbeslissing van de rechter-commissaris om een procedurele reden vernietigd.
In sommige gevallen heeft de rechter-commissaris moeten beslissen dat de getuigen, omwille van hun veiligheid, buiten aanwezigheid van de verdediging en het Openbaar Ministerie gehoord moesten worden. In die gevallen heeft de rechter-commissaris bijzondere maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat Pulatov zijn ondervragingsrecht zo goed mogelijk kon uitoefenen. In het geval van M58 bijvoorbeeld,33 die getuige was van het afvuren van de Buk-raket, is het verhoor uitgevoerd via videoverbinding en door twee rechters-commissarissen, waarvan er één zich bij de getuige bevond en de ander bij de verdediging en officieren van justitie. Andere getuigen moesten geheel buiten aanwezigheid van de verdediging en het Openbaar Ministerie gehoord worden. In sommige van die gevallen heeft de rechter-commissaris het verhoor in verschillende ronden uitgevoerd. Dan stelde de rechter-commissaris de door de verdediging (en het Openbaar Ministerie) opgegeven vragen aan de getuige. Vervolgens werden de antwoorden weer aan de verdediging (en het Openbaar Ministerie) voorgelegd voor eventuele vervolgvragen, die dan weer in de tweede ronde van het verhoor aan de getuige werden gesteld. In andere gevallen kon het verhoor ook niet op deze manier plaatsvinden, bijvoorbeeld omdat de data van het verhoor moesten worden afgeschermd. Aan de hand van die data zouden immers de reisbewegingen van de getuige kunnen worden nagegaan. In die gevallen kon de verdediging slechts één keer vragen aanleveren en moest de rechter-commissaris - in de geest van de verdediging – zelf vervolgvragen formuleren. In het belang van de veiligheid van getuigen heeft de rechter-commissaris ook verschillende antwoorden van getuigen geheel of gedeeltelijk moeten afschermen. Daarbij heeft de rechter-commissaris telkens het veiligheidsbelang van de getuige bij afscherming afgewogen tegen het verdedigingsbelang bij kennisneming van het antwoord. Het spreekt voor zich dat antwoorden van een getuige die ontlastend zijn voor Pulatov, niet zomaar kunnen worden afgeschermd.
Bij alle door de rechter-commissaris verhoorde getuigen heeft Pulatov dus gebruik kunnen maken van zijn ondervragingsrecht. Voor zover Pulatov bij pleidooi bezwaar zou maken tegen het gebruik van een getuigenverklaring, omdat hij deze getuige onvoldoende zou hebben kunnen ondervragen, dan ligt het op zijn weg om concreet te maken welke vraag er onbeantwoord is gebleven, waarom hij die vraag niet eerder heeft kunnen stellen en welk nadeel hij daarvan heeft ondervonden. Verder zal de verdediging moeten motiveren waarom de betreffende verklaring, tegen de achtergrond van het gehele proces, niet voor het bewijs gebruikt zou mogen worden. Alleen dan kunnen uw rechtbank en wij, het Openbaar Ministerie, beoordelen of het gebruik van die verklaring voor het bewijs onverenigbaar is met het recht van Pulatov op een eerlijk proces in zin van artikel 6 EVRM.34
Daarbij moet gewogen worden wat het belang is van de betreffende getuige voor het bewijs van schuld van Pulatov. Hoe belangrijker de getuige, hoe groter het belang van Pulatov bij zijn ondervraging van die getuige. Wij stellen vast dat geen enkele getuige concreet verklaart over de betrokkenheid van Pulatov bij het neerschieten van MH17. De meeste getuigen verklaren over hun waarneming van een Buk-systeem en enkele van hen over de afvuurlocatie. Die verklaringen vinden verder ruim steun in ander, objectief bewijs, zoals forensische bevindingen, telecomgegevens, foto’s, video’s en satellietbeelden. Datzelfde geldt voor de getuigen die wel eerder zijn gehoord, maar om veiligheidsredenen niet meer door de verdediging konden worden bevraagd: V22 en X48. Ook deze getuigenverklaringen over respectievelijk een Buk-TELAR in Snizhne (V22) en het afvuren van een Buk-raket vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi (X48) vinden ruim steun in ander objectief bewijs en zijn dus niet doorslaggevend. Alles overziend zien wij op dit moment geen belemmering om deze getuigenverklaringen voor het bewijs te gebruiken.
2.4.5 Onderzoek Openbaar Ministerie en rechtbank
Niet alleen Pulatov heeft nader onderzoek laten doen, ook het Openbaar Ministerie heeft aan uw rechtbank verzocht om bepaalde zaken verder uit te zoeken. Zo heeft uw rechtbank op ons verzoek besloten om een aantal getuigen te horen, zodat wij hun verklaring nader konden toetsen. Ook heeft uw rechtbank op ons verzoek de reconstructie van MH17 geschouwd, zodat uw rechtbank en de raadslieden van Pulatov de schade met eigen ogen konden zien.
Verder hebben wij al bij de start van dit proces in maart 2020, nog voordat Pulatov een verklaring had afgelegd, nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het onderzoek naar de betrouwbaarheid van tapgesprekken en beeldmateriaal van de Buk-TELAR. Zo hebben wij gewezen op nieuwe manipulatiebeschuldigingen die de Russische regering twee maanden vóór die zitting had gedaan in een procedure bij het EHRM. Verschillende van die beschuldigingen waren al eerder onderzocht door het NFI, maar één nog niet. Volgens de Russische regering zou ook de video van een zelfstandig rijdende Buk-TELAR in Snizhne gemanipuleerd zijn. Hoewel eerdere, soortgelijke Russische manipulatiebeschuldigingen van ander beeldmateriaal al weerlegd waren door het NFI, vond het Openbaar Ministerie dat ook deze potentieel ontlastende stelling door uw rechtbank onderzocht moest worden. In uw opdracht heeft de rechter-commissaris dit onderzoek laten uitvoeren door Zweedse forensisch deskundigen. Zij oordelen dat er geen grond is voor deze manipulatiestelling.35
Verder hebben wij gewezen op de mogelijkheden en onmogelijkheden van technisch onderzoek naar de authenticiteit van belastende tapgesprekken en hebben wij aangekondigd dat wij graag zouden vernemen of verdachten, en Pulatov in het bijzonder, in de loop van dit proces nog specifieke tapgesprekken zouden betwisten.36 Die tapgesprekken zijn immers belastend bewijs en specifieke betwisting daarvan zou reden geven voor nader onderzoek.
Uw rechtbank heeft de beoordeling van de tapgesprekken bijzonder serieus genomen. Het JIT heeft eerder al uitvoerig onderzoek gedaan naar de authenticiteit van tapgesprekken. Wij hebben dat onderzoek op verschillende zittingen toegelicht.37 Dat heeft geen enkele aanwijzing voor manipulatie, maar vooral bevestiging van de authenticiteit van de tapgesprekken opgeleverd. Ook de verdachten zelf hebben, met uitzondering van de tijdsbepaling van één gesprek van Dubinskiy, geen specifieke tapgesprekken betwist. Integendeel, van verschillende gesprekken hebben zij uitdrukkelijk verklaard dat zij die inderdaad gevoerd hebben. Wij komen hier later nog op terug bij de bespreking van het bewijs. Toch heeft uw rechtbank reden gezien om onbetwiste tapgesprekken van Pulatov alsnog aan nader deskundigenonderzoek te onderwerpen, kennelijk vanwege het belang van die tapgesprekken voor het bewijs van zijn betrokkenheid. In uw opdracht heeft de rechter-commissaris vergelijkend spraakonderzoek laten doen door forensisch deskundigen van het NFI en authenticiteitsonderzoek naar audiobestanden door forensisch deskundigen in Litouwen. De resultaten daarvan zullen wij later nog bespreken.
Kortom: niet alleen Pulatov heeft tijdens dit proces belastend bewijs getoetst en gezocht naar ontlastend bewijs. Ook het Openbaar Ministerie en uw rechtbank hebben dat gedaan. Het bewijs in deze zaak wordt voor een belangrijk deel gedragen door beeldmateriaal en tapgesprekken. Zoals wij hierna nog nader zullen bespreken, is de conclusie van al het betrouwbaarheidsonderzoek in verschillende ronden en door verschillende deskundigen dat er geen enkele aanwijzing is voor manipulatie van ook maar één van die belastende tapgesprekken, foto’s of video’s.
3. Bewijs
3.1 Inleiding
Wij gaan nu verder met onze beoordeling van het bewijs. Voor een goed begrip daarvan zullen wij eerst bespreken waarom wij bepaalde telefoonnummers toeschrijven aan bepaalde verdachten en waarom de via deze lijnen gevoerde gesprekken authentiek zijn. Daarna zullen wij, aan de hand van tapgesprekken die via die telefoonlijnen zijn gevoerd en op basis van een groot aantal andere bewijsbronnen, reconstrueren wat er feitelijk is gebeurd voorafgaand, tijdens en kort na het neerschieten van MH17.
3.2 Tapgesprekken
3.2.1 Inleiding
Eerst dus het gebruik van bepaalde telefoonnummers. Al direct na het neerhalen van MH17 blijkt dat de Oekraïense veiligheidsdienst SBU beschikt over afgeluisterde telefoongesprekken waarin wordt gesproken over het neerhalen van MH17. De SBU doet namelijk al vanaf de start van het conflict in Oost-Oekraïne – en dus ruim vóór het neerhalen van MH17 - onderzoek naar de betrokken gewapende groeperingen in het conflict in Oost-Oekraïne. Om die reden worden telefoonlijnen afgeluisterd van een groot aantal leden van de DPR, waaronder telefoonlijnen waarvan is vastgesteld dat ze in gebruik zijn bij de verdachten.
Het belang van deze tapgesprekken voor het JIT-onderzoek naar de rollen van de verschillende verdachten is groot. In die tapgesprekken is immers te horen hoe op dat moment de verhoudingen zijn, wie zich waar bevindt en wie wat doet op belangrijke momenten. Van even groot belang is te weten wie de deelnemers aan deze telefoongesprekken zijn. Om die reden is vanaf de start van het onderzoek veel energie gestoken in de identificatie van gespreksdeelnemers. Omdat deze identificaties op een verifieerbare wijze moeten gebeuren en er geen enkele ruimte mag zijn voor twijfel heeft het JIT de identiteit van gebruikers van telefoonnummers steeds zelf vastgesteld. Conclusies over de identiteiten van verdachten zijn dan ook nooit overgenomen van anderen zonder controle en eigen onderzoek.
Alle vier verdachten gebruiken in juli 2014 meerdere telefoonnummers. Ook maken zij gebruik van veilige communicatiemiddelen, die niet afgeluisterd kunnen worden. Niet alle communicatie is dus beschikbaar, maar veel wel. Van de telefoonnummers die wel afgeluisterd zijn, is op verschillende manieren vastgesteld wie welk nummer gebruikt. Deze bevindingen zijn opgenomen in verschillende processen-verbaal van identificatie, die in het dossier zijn gevoegd. In een aantal gevallen is het JIT bij de identificatie geholpen door de verdachten zelf, bijvoorbeeld omdat zij in een interview of een verklaring informatie geven die kan worden gekoppeld aan informatie uit gevoerde tapgesprekken. Of omdat zij eenvoudigweg erkennen een bepaald nummer te hebben gebruikt of deel te hebben genomen aan bepaalde gesprekken.
Vanwege het belang van de tapgesprekken voor het vaststellen van de rollen van de verdachten en daarmee voor het bewijs van de ten laste gelegde feiten, zullen wij nu bespreken op basis van welke bevindingen wij tot de conclusie komen dat bepaalde telefoonnummers in juli 2014 in gebruik zijn bij de vier verdachten. We zullen daarbij beginnen met het telefoonnummer dat eindigt op -511 en wordt toegeschreven aan verdachte Pulatov. Daarna bespreken we de identificatie van Dubinskiy, Girkin en Kharchenko als gebruikers van bepaalde telefoonnummers die in het onderzoek naar voren komen.
3.2.2 Telefoonnummers in gebruik bij verdachten
3.2.2.1 Pulatov gebruikt telefoonnummer 380631212511
3.2.2.1.1 Inleiding
Eén van de telefoonnummers die in het onderzoek naar voren zijn gekomen en waarmee gesproken wordt over de Buk-TELAR, is het nummer eindigend op -511.38 Uit de inhoud van de gesprekken via deze lijn blijkt dat de gebruiker van dit nummer ‘Giurza’, ‘Oleg’ en ‘Oleg Yuldashevich’ wordt genoemd. Op basis van onderzoek in open bronnen en op een internetforum kon worden vastgesteld dat dit verdachte Pulatov is. Zo is onder meer gebleken dat een forumgebruiker die zichzelf ‘Khalif’ noemt door verschillende andere forumleden wordt aangesproken met ‘Oleg’, ‘Oleg Yuldashevich’ en ‘Giurza’. Dezelfde forumgebruiker wordt op 24 juli gefeliciteerd met zijn verjaardag, deelt afbeeldingen van visitekaartjes van zijn Nederlandse raadslieden en bericht dat hij zijn advocaten ontmoet en gesproken heeft. Ook deelt deze ‘Khalif’ op het Glav forum screenshots van een chatgesprek van 19 juni 2019 tussen de gebruiker van het OK-account ‘Oleg.Pulatov’ en een rechercheur van het JIT. Op 28 oktober 2015 geeft hij in een gesprek met een andere forumgebruiker zijn telefoonnummer door: het betreft het telefoonnummer dat eindigt op -511. Op basis van het onderzoek van het JIT kon dus al worden vastgesteld dat Pulatov de gebruiker was van dit telefoonnummer.
3.2.2.1.2. Verklaring Pulatov
Tijdens dit proces heeft Pulatov ook zelf bevestigd dat hij de gebruiker was van dit nummer. Zo hebben zijn raadslieden op de zitting van 28 september 2020 namens hem gezegd dat Pulatov in het procesdossier opgenomen gesprekken via dat nummer daadwerkelijk heeft gevoerd:
“En ja, hij is op telefoontaps te horen. Hoe die gesprekken moeten worden geduid, is echter (…) een ongelofelijk ingewikkelde vraag. Daar moeten ook wij ons verder in verdiepen; in de vraag hoe we dat en de visie van cliënt daarop goed kunnen gaan uitleggen en onderbouwen.”39
Dat uitleggen is precies wat Pulatov en zijn raadslieden een kleine maand later doen, in een onderling gesprek van 22 oktober 2020. In dat gesprek, dat door zijn raadslieden is opgenomen en waarvan de video aan uw rechtbank is verstrekt, legt Pulatov uit hoe de tapgesprekken via de lijn -511 moeten worden uitgelegd. Hij betwist dus niet dat hij deze gesprekken gevoerd heeft. Integendeel, in deze videoverklaring zegt Pulatov dat het nummer dat eindigt op -511 aan hem is verstrekt en dat hij dit nummer in 2014 de hele tijd heeft gebruikt in het gebied dat onder controle stond van de DPR (‘op het grondgebied van de Republiek Donetsk’). Daarbij zegt Pulatov in deze videoverklaring dat hij op dit nummer altijd bereikbaar was (‘op dit nummer was ik altijd te vinden’).40
In datzelfde gesprek met zijn raadslieden van oktober 2020 worden verschillende telefoonopnamen voor hem afgespeeld en legt Pulatov telkens uit hoe die gesprekken waren bedoeld of welke betekenis er aan specifieke woorden moet worden gegeven. In één geval bevestigt Pulatov uitdrukkelijk dat hij in het betreffende telefoongesprek te horen is. Hij legt dan uit dat de controlevragen die hij tijdens het opgenomen telefoongesprek stelt, te maken hebben met zijn gehoorproblemen.41 In andere gevallen zegt hij niet uitdrukkelijk dat hij op de telefoonopname te horen is, maar volgt uit zijn uitleg van die gesprekken de erkenning dat hij deze zelf gevoerd heeft. Zo zegt Pulatov bijvoorbeeld over een gesprek van 16 juli 2014 dat hij (‘ik’) hieruit begreep dat de eenheden zouden worden afgelost.42 Op de zitting van 3 november 2020 hebben zijn raadslieden namens hem bevestigd dat Pulatov door hem besproken tapgesprekken zelf heeft gevoerd:
“Voor alle duidelijkheid: ons standpunt is niet dat cliënt aan geen van de gesprekken die zijn gevoerd met het nummer eindigend op 511, zou hebben deelgenomen. Er zijn gesprekken van hem te vinden; die heeft hij in zijn verklaring toegelicht [onderstreping OM]."43
Dat zijn vier gesprekken; vier gesprekken die hij in zijn verklaring heeft toegelicht. Eén daarvan is niet in het dossier gevoegd, maar betreft één van de opnamen die aan de verdediging ter inzage zijn verstrekt.44 Drie andere opnamen zijn wel in het dossier gevoegd. Ten eerste is dat een gesprek over geleden materiële en personele verliezen ten gevolge van luchtaanvallen en de behoefte aan lange afstandsartillerie en een deugdelijk luchtverdedigingssysteem. Ten tweede een gesprek over een ontmoeting met Kharchenko die met ‘het speelgoed’ bij de supermarkt Furshet staat. En ten derde het gesprek waarin Kharchenko verzoekt om contact op te nemen met de strijders van ‘het nieuwe doosje’, die niet op de afgesproken plek zijn en een van hun strijders zijn vergeten.45 Van deze gesprekken erkent Pulatov in oktober en november vorig jaar dus feitelijk dat hij ze gevoerd heeft.
Enkele maanden later stelt de verdediging opeens dat Pulatov niet met zekerheid kan zeggen of zijn stem op deze en andere in het dossier gevoegde tapgesprekken te horen is.46 Dat is, in het licht van wat hij in oktober 2020 op video heeft gezegd en bij monde van zijn raadslieden op de zittingen van september en november van dat jaar naar voren heeft gebracht, een ongeloofwaardige stelling. Toen was zijn standpunt nog ondubbelzinnig dat zijn stem op verschillende tapgesprekken te horen is. Een standpunt dat op video is uitgewerkt en op zitting met uw rechtbank is gedeeld. Een standpunt ook, waar wij Pulatov al sinds de start van dit proces om gevraagd hebben.47 Wij hebben geen reden om aan dat eerdere, weloverwogen standpunt van Pulatov te twijfelen. Daarom gaan wij uit van wat hij in oktober 2020 op video heeft gezegd en namens hem op de zittingen van september en november naar voren is gebracht.
In die videoverklaring van oktober 2020 zegt Pulatov verder dat hij op 17 juli 2014 heeft meegeholpen om een colonne van tanks naar hun locaties te brengen om ze op te stellen.48 Dit sluit aan bij de inhoud van een tapgesprek dat op 17 juli 2014 om 09:55:20 uur via telefoonlijn -511 is gevoerd met verdachte Dubinskiy.49 Daarin noemt Dubinskiy de gebruiker van dat nummer ‘Oleg’, spreekt hij met deze ‘Oleg’ over de bewaking van de ‘Buk’ en de verdeling van drie ‘Rhino’s from Vostok’. ‘Oleg’ is de voornaam van Pulatov. Verder blijkt uit foto’s, video’s en sociale mediaberichten dat een colonne van drie tanks van het Vostok-bataljon in de ochtend van 17 juli 2014 naar Snizhne is gereden, via dezelfde route als het konvooi van de Buk-TELAR.50 De inhoud van dit gesprek over de Buk - via de lijn van Pulatov waarop hij naar eigen zeggen altijd bereikbaar was - sluit dus niet alleen aan bij zijn voornaam, maar ook bij zijn eigen verklaring over zijn bemoeienissen met tanks op 17 juli 2014.
Tot slot zegt Pulatov, in antwoord op de vraag of hij bevelen heeft ontvangen waarin over een Buk werd gesproken, dat hij zich wel kan herinneren dat er in één of misschien in meerdere gesprekken werd gesproken over een Buk. Later spreekt hij over meerdere gesprekken waarin de Buk-wordt genoemd.51 Pulatov maakt weliswaar de kanttekening dat dit gebeurde in het kader van de verspreiding van desinformatie, maar hij erkent dus wel dat hij één of meer gesprekken over een Buk heeft gevoerd.
Slechts van één van de gesprekken die zijn advocaten aan hem hebben voorgehouden, heeft Pulatov specifiek gezegd dat hij niet weet of hij dit gesprek heeft gevoerd, omdat hij de stemmen niet herkent.52 Het betreft een gesprek met DPR-strijder Dmitri Tskhe, met call sign Koreets. Pulatov erkent dus niet dat hij dit gesprek heeft gevoerd, maar hij betwist het evenmin. Datzelfde geldt voor alle andere tapgesprekken die in het dossier zijn opgenomen of ter inzage aan zijn raadslieden zijn verstrekt en in juni en juli 2014 gevoerd zijn met het telefoonnummer eindigend op -511. Van geen van deze gesprekken heeft Pulatov betwist dat hij ze gevoerd heeft.
Als we vervolgens kijken naar de inhoud van het enige gesprek waarvan Pulatov zegt dat hij zichzelf daarin niet als deelnemer herkent, dan is het waarschijnlijker dat hij dat gesprek juist wel zelf gevoerd heeft. Zoals wij op de zitting van 13 november 2020 hebben benoemd,53 is dit gesprek van 17 juli 2014 om 19.01uur met Koreets54 namelijk onderdeel van een serie van meerdere samenhangende gesprekken over hetzelfde onderwerp. Ruim een kwartier voor dit gesprek spreken Kharchenko en Pulatov over het neerschieten van een vliegtuig: Kharchenko zegt dat ‘we’ een Sushka hebben neergeschoten, terwijl Pulatov aanvult dat die Sushka even daarvoor ‘het Chinese vliegtuig’ heeft neergehaald.55 Pulatov vertelt dat vervolgens weer verder, eerst in het genoemde gesprek aan Koreets en daarna aan Dubinskiy.56 Aangezien Pulatov de gesprekken met Kharchenko en Dubinskiy niet betwist, is het wat het Openbaar Ministerie betreft onaannemelijk dat iemand anders opeens de plaats van Pulatov heeft ingenomen en het tussenliggende gesprek met Koreets zou hebben gevoerd. Dat is nog onaannemelijker, als we bedenken dat er nog meer gesprekken via deze lijn, waarop Pulatov naar eigen zeggen altijd bereikbaar was, met diezelfde Koreets zijn gevoerd. Pulatov heeft de audio-opnamen van deze gevoegde57 en niet-gevoegde gesprekken met Koreets verstrekt gekregen, maar hiervan niet betwist dat hij deze gevoerd heeft. Waarom een andere persoon tussentijds de vaste telefoon van Pulatov zou overnemen om een herhaalde boodschap van Pulatov zelf over te brengen aan één van zijn eigen contactpersonen, ontgaat ons. Uiteindelijk maakt het voor het bewijs overigens niet uit wie dit ene gesprek met Koreets heeft gevoerd, omdat de onbetwiste gesprekken die Pulatov vóór en na dit gesprek met Kharchenko en Dubinskiy heeft gevoerd een zelfde inhoud hebben.
Kortom: wij stellen vast dat Pulatov zelf verklaart dat hij lijn -511 in juli 2014 in gebruik had en dat hij hierop in juli 2014 altijd bereikbaar was. Hij betwist niet dat hij de in het dossier gevoegde gesprekken via deze lijn heeft gevoerd en van een aantal van die gesprekken erkent hij uitdrukkelijk dat hij ze wél gevoerd heeft. Verder wordt de inhoud van deze gesprekken bevestigd door andere bewijsbronnen.
3.2.2.1.3 Spraakvergelijkend onderzoek NFI
Zekerheidshalve heeft uw rechtbank nog nader deskundigenonderzoek laten doen door het NFI naar veertien belastende gesprekken die gevoerd zijn met Pulatovs telefoonnummer eindigend op -511. Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de spraak van de deelnemers aan deze gesprekken. Van twee opnamen was de gespreksduur te kort om ze in de beoordeling te betrekken. Voor de overige twaalf opnamen geldt volgens het NFI dat de forensische onderzoeksbevindingen waarschijnlijker zijn wanneer deze afkomstig zijn van één en dezelfde spreker, dan wanneer ze afkomstig zijn van twee of meer sprekers.58 Anders gezegd volgt uit dit NFI-onderzoek een objectieve aanwijzing dat deze gesprekken door één en dezelfde persoon zijn gevoerd. Van twee van deze gesprekken erkent Pulatov zelf dat hij ze gevoerd heeft.59 Van een derde gesprek, over de drie ‘Rhino’s from Vostok’, sluit de inhoud aan bij de voornaam en eigen verklaring van Pulatov. Op basis van dit NFI-onderzoek en de eigen verklaring van Pulatov dat hij de lijn eindigend op -511 zelf gebruikte en daar altijd op te bereiken was, concluderen we dat Pulatov die andere negen belastende gesprekken ook gevoerd heeft.
3.2.2.1.4 Zendmastgegevens
Ook de zendmastgegevens van dit nummer wijzen erop dat het in gebruik was bij Pulatov. Het toestel met dit nummer straalt namelijk dezelfde zendmasten aan als een tweede nummer dat volgens het onderzoek in gebruik was bij Pulatov: 380508032177. Beide nummers stralen tot 5 juli 2014 alleen zendmasten aan in de omgeving van Kramatorsk. En op 16, 17 en 18 juli 2014 stralen beide nummers zendmasten aan in dezelfde omgeving. Op 17 juli 2014 zijn dat zendmasten in de omgeving van Donetsk, Makeevka, Torez, Snizhne, Pervomaiske, het ten zuiden van Pervomaiske gelegen Lysiche en Rozsypne. Oftewel: de telefoons bevinden zich gedurende die dag steeds in elkaars omgeving.
En Pulatov bevindt zich in de omgeving van die telefoons. In zijn videoverklaring van oktober 2020 zegt Pulatov dat hij op 17 juli 2014 in verschillende plaatsen in de omgeving van Snizhne is geweest, waaronder Marinovka. Pulatov hoort die middag om 16:20 uur, dus rond het moment van neerschieten van MH17, naar eigen zeggen op zo’n 300 meter afstand het afvuren van een luchtdoelraket. Dit gebeurt volgens Pulatov op een locatie zo’n twee kilometer ten noordwesten van Marinovka.60 Op de zitting van 1 november van dit jaar heeft de verdediging een kaartje ingebracht waarop Pulatov heeft ingetekend waar hij om 16:20 uur was: in een auto tussen Pervomaiskyi en Stepanovka.61 Stepanovka en Marinovka liggen hemelsbreed een paar kilometer uit elkaar en ten zuiden van Pervomaiske en Pervomaiskyi. Uit de zendmastgegevens van het nummer -511 volgt dat dit telefoontoestel zich ten tijde van de lancering ergens in een gebied ten zuiden van Pervomaiske bevindt. Deze verklaring past bovendien bij de inhoud van een tapgesprek van 17 juli 2014 om 19:52 uur waarin Pulatov zegt dat hij het neerstorten van vlucht MH17 niet gezien heeft omdat hij op dat moment in Marinovka was.62 Volgens zijn eigen verklaring was Pulatov dus in dezelfde omgeving als de telefoon met het nummer dat eindigt op -511.
3.2.2.1.5 Conclusie
Op basis van het voorgaande kan wat het Openbaar Ministerie betreft zonder enige twijfel worden geconcludeerd dat verdachte Pulatov in juli 2014 gebruik maakte van het telefoonnummer dat eindigt op -511 en dat hij degene is die te horen is op de telefoongesprekken die wij later in dit requisitoir zullen bespreken.
3.2.2.2 Dubinskiy gebruikt telefoonnummer 380631213401
3.2.2.2.1 Inleiding
Na het neerhalen van vlucht MH17 blijkt al vrij snel dat via het getapte nummer63 dat eindigt op -401 openlijk over het neerschieten van een vliegtuig en een Buk-systeem werd gesproken. Het verbaast dus niet dat direct is ingezet op de identificatie van deze gebruiker die zichzelf aan de telefoon geregeld voorstelt als kolonel Petrovskiy en plaatsvervangend minister van Defensie. Gesprekspartners noemen hem regelmatig ‘Sergey Nikolaevich’, Khmury en een enkele keer ‘Dubinskiy’.
Door de tolken van het JIT is op grond van stemherkenning vastgesteld dat de persoon die gebruik maakt van het nummer -401 dezelfde persoon is die gebruikt maakt van drie andere nummers, namelijk de nummers die eindigen op -582, -147 en -773.
Op basis van informatie uit de tapgesprekken blijkt het vervolgens vrij eenvoudig om deze persoon te identificeren als verdachte Sergey Nikolayevich Dubinskiy.
3.2.2.2.2 Inhoud tapgesprekken en open bronnen
Door op internet onderzoek te doen naar een combinatie van de namen ‘Sergey’ en ‘Dubinskiy’ wordt een profielpagina gevonden op de website ok.ru. Deze profielpagina behoort toe aan Sergey Nikolaevich Dubinskiy Petrovski. De profielfoto komt overeen met een foto van een man die bij de Oekraïense autoriteiten bekend is als ‘Khmuryi’. In 2014 wordt op de website Kazzura een interview geplaatst met een zekere Majoor-Generaal Petrovsky. Deze Majoor-Generaal stelt zich voor als “Majoor-Generaal Petrovsky Sergei Nikolayevich, call sign Khmury, geboren in 1962 in Donetsk Oblast”. Oftewel: alle namen die worden gebruikt voor of door de gebruiker van de hiervoor genoemde telefoonnummers en een geboortejaar en geboorteplaats die overeenkomen met die van verdachte Dubinskiy.
Dat het inderdaad Dubinskiy is die in de tapgesprekken te horen is volgt ook uit andere bevindingen.
3.2.2.2.3 Uitlatingen Dubinskiy
Zo heeft Dubinskiy zelf bevestigd dat hij verschillende gesprekken via de -401 lijn heeft gevoerd. Dat bevestigen doet hij voor het eerst enkele maanden na de ramp, in september 2014. Dubinskiy voert dan onderhandelingen met de Oekraïense autoriteiten over de vrijlating van krijgsgevangenen. Zijn Oekraïense gesprekspartner is een bekende van Dubinskiy en is later als getuige gehoord. De telefoongesprekken die zij voerden, zijn opgenomen. In één van die telefoongesprekken, op 27 september 2014, spreekt de getuige met Dubinskiy over de ‘Boeing’, oftewel vlucht MH17. In de maanden daarvoor hadden de Oekraïense autoriteiten al onderdelen van drie gesprekken over de Buk-TELAR openbaar gemaakt die gevoerd zijn via de lijn eindigend op -401.64 In reactie op de mededeling van de getuige dat hij in verband wordt gebracht met de Boeing zegt Dubinskiy zelf:
“When the toy was being moved around, got it, I mean the one, which was moved across the Republic's area. Yes. It really features my voice. But it does not mean that someone was shooting down.”65
In dit gesprek bevestigt Dubinskiy dus dat hij eerder openbaar gemaakte telefoongesprekken over de Buk via -401 lijn heeft gevoerd.
In november 2014 vertelt Dubinskiy in een interview over een telefoongesprek dat hij kort voor het neerstorten van MH17 had met DPR-commandant Khodakovsky. Volgens Dubinskiy belde Khodakovsky hem op en bood deze hem drie of vier tanks aan.66 Een dergelijk gesprek heeft inderdaad plaatsgevonden en is gevoerd via de lijn eindigend op -401. Op 17 juli, iets na middernacht (00:17 uur), belt Khodakovsky naar Dubinskiy en vraagt hem hoe hij hem kan helpen. Hij wil materieel en mensen beschikbaar stellen en vertelt onder andere dat hij vier tanks voor Dubinskiy heeft. In ditzelfde gesprek vertelt Dubinskiy over het neerhalen van twee Sushka’s door ‘zijn mannen’, over de personele verliezen die hij die dag heeft geleden en dat de Buk die nacht zal komen, waarna alle problemen zullen worden opgelost.67
In 2020 geeft Dubinskiy een interview aan Bonanza Media, dat op 30 oktober 2020 op YouTube is gezet.68 Hierin wijst Dubinskiy onder meer op een tapgesprek dat volgens hem ten onrechte door het JIT zou zijn gedateerd op 17 juli 2014 in plaats van op 16 juli 2014. In het interview zegt Dubinskiy daarover dat zij dit de vorige keer ook besproken hebben. In de video is kort daarvoor in beeld verwezen naar de Bonanza documentaire ‘MH17 – call for justice’ waarin Dubinskiy ook met de interviewster zou hebben gesproken. In die documentaire (vanaf 13:11 min) is te horen dat iemand die wordt aangeduid als Dubinskiy reageert op de vraag of het juist is dat de door de SBU gepubliceerde telefoontaps van 17 juli 2014 zijn. Hij antwoordt dat in ieder geval het tapgesprek met Botsman - waarin hij tegen Botsman zegt dat ze een Su-25 hebben neergeschoten en dat hij op dat moment in Stepanovka is - niet op 17 juli 2014 maar op 16 juli 2014 heeft plaatsgevonden. Op de 17e zou hij namelijk alweer terug zijn in Donetsk. Op de vraag of zijn stem te horen is in het gesprek antwoordt hij bevestigend.69 De inhoud van het gesprek waaraan Dubinskiy refereert komt vrijwel geheel overeen met het getapte gesprek van 17 juli 2014 om 17:42 uur, dat is gevoerd met het telefoonnummer dat eindigt op -401.70 Hierin zegt Dubinskiy tegen iemand die hij aanspreekt met de naam ‘Botsman’ dat ze een ‘Buk-M’ hebben gekregen en net een Sushka hebben neergehaald. Verder zegt Dubinskiy in dit gesprek dat Marinovka de dag ervoor is ingenomen en dat op die dag ook twee Sushka’s zijn neergeschoten. Die laatste mededelingen kunnen niet kloppen als het gesprek op 16 juli 2014 zou zijn gevoerd, zoals Dubinskiy ons wil doen geloven. Marinovka is namelijk niet ingenomen op 15 juli 2014, maar op 16 juli. Verder zijn er geen Sushka’s neergeschoten op 15 juli, maar wel op 16 juli 2014.71 Als Dubinskiy in dit gesprek zegt dat zowel de inname van Marinovka als het neerhalen van twee Sushka’s de dag vóór het gesprek hebben plaatsgevonden, moet het gesprek dus wel op 17 juli 2014 zijn gevoerd en niet op 16 juli. Dit blijkt ook uit onderzoek aan de metadata van deze gespreksopname en de historische telefoongegevens van beide gespreksdeelnemers. Dit alles wijst dus uit dat dit gesprek op 17 juli is gevoerd, en niet op 16 juli 2014.72 Kortom: Dubinskiy erkent dat hij op de opnamen van dit telefoongesprek is te horen, het gesprek is wel degelijk op 17 juli 2014 gevoerd en van manipulatie van de datum is dus geen sprake.
3.2.2.2.4 Stemherkenning broer Dubinskiy
Verder is de broer van verdachte Dubinskiy als getuige gehoord door het JIT. Hij heeft een aantal tapgesprekken beluisterd en herkent daarin de stem van zijn broer. Daarnaast verklaart hij over persoonlijke omstandigheden van Dubinskiy, die ook terugkomen in tapgesprekken of interviews. Zo bevestigt hij onder andere het bestaan van een zoon, waarover en waarmee Dubinskiy in tapgesprekken spreekt en herkent hij diens stem in een tapgesprek. Ook verklaart hij bekend te zijn met twee bijnamen van zijn broer: Khmury en Generaal Petrovskiy. Over die laatste naam zegt hij dat dit een verwijzing is naar de meisjesnaam van hun moeder.
3.2.2.2.5 Conclusie
Kort en goed: op basis van vergelijking van de inhoud van gesprekken met informatie uit open bronnen, de bevestiging van Dubinskiy zelf dat hij verschillende gesprekken heeft gevoerd en de stemherkenningen van zijn broer kan worden vastgesteld dat Dubinskiy de gebruiker is van het telefoonnummer eindigend op -401.
3.2.2.3 Girkin gebruikt telefoonnummers 380637087501 en 380930721558
3.2.2.3.1 Inleiding
Dubinskiy heeft in de voor het onderzoek relevante periode regelmatig contact met de Oekraïense telefoonnummers die eindigen op -454 en -501.73 Oproepen naar of van deze nummers worden veelal beantwoord door ‘Arman’ en ‘Dublior’ (ook wel Sascha genoemd), die de telefoon lijken te beheren voor een persoon die ‘Pervyi(iy)’, ‘Igor Ivanovich’ en ‘comrade Colonel’ wordt genoemd. Uit de inhoud van de gesprekken is af te leiden dat deze ‘Pervyi’ een hooggeplaatste DPR-strijder is. Het woord ‘Pervyi’ betekent ook ‘de eerste’. De stem van degene die in de tapgesprekken van deze nummers telkens wordt aangeduid met ‘Pervyi’, ‘Igor Ivanovich’ en ‘comrade Colonel’ is volgens de tolken van het JIT steeds dezelfde. Op basis van stemherkenning onderkennen de tolken bovendien dat deze persoon ook deelneemt aan gesprekken via de nummers die eindigen op -342, -558 en -182.74 Zij geven aan dat het telkens om dezelfde persoon gaat en dat deze niet alleen ‘Pervyi’, ‘Igor Ivanovich’ en ‘comrade Colonel’ wordt genoemd, maar ook wordt aangesproken met ‘Igor’, ‘Igorioha’ en ‘Ivanovich’. De stem van diezelfde persoon horen zij ook éénmaal in een gesprek dat is gevoerd met het telefoonnummer dat eindigt op -401 en dat in gebruik is bij Dubinskiy. Ook dan wordt deze persoon door Dubinskiy geïntroduceerd als ‘Pervyi’. Gesprekken van deze persoon die gevoerd worden via de lijnen eindigend op -501 en -558, komen terug in onze bespreking van het bewijs.
3.2.2.3.2 Inhoud tapgesprekken en open bronnen
Uit open bronnen en onderzoeksinformatie uit de periode rond het neerhalen van MH17 blijkt dat een voormalige Russische militair die Igor Strelkov wordt genoemd een leidende rol speelt in het gewapende conflict in Oost Oekraïne. Deze Igor Strelkov wordt op 22 januari 2015 geïnterviewd door slavyangrad.org. De tolken van het JIT herkennen de stem van de geïnterviewde persoon (Igor Strelkov) als die van de persoon die zij ook in tapgesprekken hoorden en die daarin wordt aangeduid als ‘Pervyi’, ‘Igor Ivanovich’ en ‘comrade Colonel’.
Het onderzoeksteam heeft daarna op internet gezocht naar de naam ‘Igor Strelkov’. Daaruit volgt dat degene die de naam Igor Strelkov gebruikt, Igor Vsevolodovich Girkin heet, dat hij is geboren op 17 december 1970 te Moskou, dat hij werkzaam was in de Russische krijgsmacht en bij de Russische veiligheidsdienst FSB en naar eigen zeggen de rang van kolonel heeft behaald.
3.2.2.3.3 Verklaring Pulatov
Ook de videoverklaring van Pulatov is relevant voor de identificatie van Girkin als gebruiker van de nummers eindigend op -501 en -558. Pulatov verklaart immers dat hij vanaf mei 2014 onder direct bevel van Girkin en Dubinskiy stond en dat hij maar aan twee personen rapporteerde: aan de commandant van de militiestrijders, ‘Strelkov’, en het hoofd van de afdeling inlichtingen, ‘Khmury’.75 Daarmee bevestigt Pulatov de gezagsverhouding zoals die blijkt uit de tapgesprekken en bevestigt hij dat Girkin en Strelkov inderdaad één en dezelfde persoon zijn.
3.2.2.3.4 Uitlatingen Girkin
Tot slot heeft Girkin ook zelf uitlatingen gedaan die bevestigen dat hij de persoon is die gebruik maakt van de lijnen eindigend op -501 en -558.
Zo bevestigt Girkin in de getuigenverklaring die hij op 6 februari 2015 tegenover de Russische opsporingsautoriteit heeft afgelegd dat ‘(Igor) Strelkov’ zijn bijnaam of call sign was tijdens zijn deelname aan de strijd in de Donbas. Hij verklaart dat hij tijdens de uitoefening van het ambt van minister van Defensie van de Volksrepubliek Donetsk gebruik maakte van de alias ‘Igor Strelkov’ en dat hij deze als hoofd van de maatschappelijke beweging ‘Novorossiya’ nog steeds gebruikt. Girkin verklaart verder dat hij in de voor het onderzoek relevante periode de activiteiten van het volksleger coördineerde en de eenheden van dat volksleger aanstuurde. Activiteiten die overeenkomen met de activiteiten van de persoon die gebruik maakt van de eerder genoemde telefoonnummers.
Dat Girkin inderdaad gebruik maakt van de telefoonnummers eindigend op -501 en -558, volgt ook uit twee berichten van Girkin op zijn VK-account. Het eerste bericht wordt geplaatst kort na de persconferentie van het JIT op 19 juni 2019, waarin bekend is gemaakt dat hij zal worden vervolgd voor het neerhalen van MH17. Tijdens die persconferentie zijn ook twee tapgesprekken van 8 juni 2014 afgespeeld tussen Girkin en Aksyonov, de door Rusland aangestelde leider van de ingenomen Krim. In één van deze gesprekken gevoerd via de lijn eindigend op -558, belt een persoon die ‘Igor’ wordt genoemd. Deze ‘Igor’ zegt tegen Aksyonov dat hij ‘deugdelijk luchtafweergeschut’ nodig heeft ‘met getrainde bemanning’.76 Na de openbaarmaking van dit gesprek tijdens de persconferentie van 19 juni 2019, schrijft Girkin diezelfde dag nog op VK:
“Wat zijn Nederlanders toch leuk!... Ik heb de audio-opnames beluisterd van mijn zogenaamde ‘ontmaskerende’ gesprekken ‘ter zake’ en nog heb ik niet begrepen wat die Boeing ermee te maken heeft? Ik heb weliswaar hulp gevraagd aan Aksenov, tanks, antitank-artillerie en luchtverdedigingssystemen. Ik heb weliswaar vanuit Donetsk gesproken (waarvandaan anders?). Nou en? Heb ik daar ooit een geheim van gemaakt? Van dat ik contact had met Aksenov of dat ik hulp had gevraagd – waaronder militaire hulp – bij de RF? Nee. Ik heb wel hulp gevraagd, maar ik kreeg die niet. En wat dan nog?”
Girkin legt uit wat hij met Aksyonov heeft besproken en erkent daarmee degene te zijn die ‘Igor’ wordt genoemd en gebruik maakt van nummer -558.
Datzelfde doet Girkin in een later VK-bericht, van 15 november 2019. Dit bericht plaatst hij op de dag nadat het JIT een getuigenoproep heeft gedaan en daarin een telefoongesprek van 13 augustus 2014 tussen Borodai en Girkin openbaar heeft gemaakt. In dit gesprek wordt de telefoon met het nummer eindigend op -501 overgegeven aan een persoon die ‘Ivanovich’ wordt genoemd. Deze ‘Ivanovich’ zegt tegen Borodai dat hij teruggaat naar ‘de staf’. Hij zegt dat ook Borodai terug moet keren naar de staf.77 In zijn getuigenverklaring van 6 februari 2015 verklaart Girkin dat hij de positie van minister van Defensie heeft bekleed tot en met 12 augustus 2014 en dat hij op 15 augustus 2014 terugkeerde naar de Russische Federatie. In de getuigenoproep vraagt het JIT wie er in de zomer van 2014 orders gaf aan Girkin en Borodai en wat de rol was van ‘de staf’. In reactie op deze oproep schrijft Girkin op zijn VK-pagina:
“In het kort. Een Nederlands onderzoeksteam heeft ‘een openbaring’ gedaan – het team is te weten gekomen dat verdachte Girkin aan de telefoon met Borodai sprak op 13 augustus 2014.”
Nadat Girkin vervolgens de volledige uitwerking van dat tapgesprek op zijn VK-account heeft weergegeven, herhaalt hij de vragen van het JIT en beantwoordt hij deze als volgt:
“Niet geachte Nederlandse debielen! Probeer eens voor jezelf duidelijk te maken (ik snap het – het is moeilijk, maar toch probeer het) dat ik in Donetsk een “eigen” Staf had. Mijn eigen. Die door mij persoonlijk werd geleid. Waarmee ik de gevechten van de DNR-strijders tegen de Oekro-straftroepen leidde.”
Girkin legt dus uit hoe het telefoongesprek van 13 augustus 2014 moet worden geduid en erkent impliciet dat hij de persoon is die als ‘Ivanovich’ belt via de lijn eindigend op -501. In een interview van 15 maart 2020 komt hij terug op dit gesprek (dat hij abusievelijk op 12 in plaats van 13 augustus 2014 plaatst) en andere door het JIT openbaar gemaakte tapgesprekken via diezelfde lijn die aan hem worden toegeschreven. Girkin zegt dan:
“En wat die zogenaamde bewijzen betreft die zijn gepubliceerd - bepaalde besprekingen van mij die door de Nederlanders zijn gepubliceerd - ik geef trouwens toe dat ik dat gezegd heb, ik kan me die momenten zelfs nog herinneren; bijvoorbeeld mijn gesprek met Boroday op 12 augustus 2014; maar neem me niet kwalijk, daarin is geen sprake van een Boeing of BUK’s, er wordt daar zelfs in de verste verte überhaupt geen melding van gemaakt, nog niet eens indirect. Daarom is het lachwekkend om deze besprekingen te beschouwen in de zin van bepaalde bewijzen.”
Volgens Girkin mogen deze gesprekken dan misschien geen bewijs opleveren, hij heeft ze naar eigen zeggen wél gevoerd.
3.2.2.3.5 Conclusie
Hiermee staat vast dat verdachte Girkin degene is die gebruik maakt van de nummers eindigend op -501 en -558 en daarbij onder meer wordt aangeduid als ‘Strelkov’, ‘Pervyi’, ‘Igor Ivanovich’ en ‘comrade Colonel’.
3.2.2.4 Kharchenko gebruikt telefoonnummers 380660827518 en 380950165197
3.2.2.4.1 Inleiding
Als laatste staan wij stil bij Kharchenko. Bij de bestudering van de onderschepte telefoongesprekken komt al vrij snel de gebruiker in beeld van de nummers eindigend op -518 en -197.78 Zo spreekt Pulatov op 17 juli 2014 om 18:44 uur met de gebruiker van de lijn eindigend op -518 over ‘onze Buk’ en het neerhalen van een ‘Chinees passagiersvliegtuig’.79 Ook Dubinskiy heeft op 17 juli 2014 veelvuldig contact met deze lijn en het nummer dat eindigt op -197.
Gedurende het onderzoek is door de voor het JIT werkzame tolken vastgesteld dat de persoon die gebruik maakt van de telefoonlijnen die eindigen op respectievelijk -518 en -197 steeds dezelfde persoon is. Ook is vastgesteld dat deze gebruiker in de gesprekken voornamelijk ‘Krot’ of ‘Lyonya’ genoemd wordt.
3.2.2.4.2 Inhoud tapgesprekken en open bronnen
De inhoud van de tapgesprekken gaf reden tot aanvullend onderzoek naar deze persoon en deze (bij)namen. De naam ‘Lyonya’ is zowel in de Oekraïense als in de Russische taal een veelvoorkomende bijnaam voor de voornaam Leonid. Deze naam komt ook voor in enkele tapgesprekken, in combinatie met de naam Vladimirovich. Zo is in een gesprek van 18 juni 2014 te horen dat de gebruiker zich voorstelt als de militaire commandant van Konstantinovka. Op de vraag hoe hij dan heet, antwoordt hij: ‘Leonid Vladimirovich’.80 Op 11 juli 2014 wordt de gebruiker van het nummer -518 gevraagd om zijn persoonlijke informatie door te geven. De gebruiker reageert daarop als volgt: ‘Kharchenko Leonid Vladimirovich’ en het jaartal ‘1972’.81
Daarmee is de identificatie van de gebruiker van het nummer -518 al bijna rond. Nader onderzoek naar de naam Leonid Vladimirovich Kharchenko en het jaartal 1972 identificeert deze gebruiker definitief als verdachte Kharchenko.
Uit een rapport van de SBU blijkt dat een persoon met de naam Leonid Volodymyrovych Kharchenko, geboren op 10 januari 1972, een vervangend paspoort heeft aangevraagd waarbij een pasfoto was bijgevoegd. Ook is een hypotheekregistratie aangetroffen op naam van diezelfde persoon en het overeenkomende paspoortnummer op een adres in Konstantinovka in Oost-Oekraïne. Ditzelfde adres blijkt te zijn geregistreerd op de Oekraïense justitiële documentatie - ofwel het strafblad - van Leonid Volodymyrovych Kharchenko, geboren op 10 januari 1972. De pasfoto op het strafblad komt overeen met die bij de aanvraag voor het vervangend paspoort.
3.2.2.4.3 Verklaring Pulatov
In zijn videoverklaring zegt Pulatov het volgende over Kharchenko:
“Het was juist toen, eind augustus, begin september, dat de Volksweer van de stad Konstantinovka aan de inlichtingenstaf werd toegevoegd, het zogeheten Konstantinovka inlichtingenbataljon, onder leiding van Kharchenko, call sign Krot. En die Konstantinovka-volksweer werd de tweede speciale eenheid binnen de inlichtingenstaf.” 82
In antwoord op de vraag van zijn advocaten naar de hiërarchische relatie met medeverdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko antwoordt Pulatov:
“In de periode vanaf mei 2014 waren Girkin en Dubinskiy mijn direct leidinggevenden, (…) terwijl Krot (Kharchenko) en de Konstantinovka-volksweer tot augustus één van de eenheden was waar we van tijd tot tijd mee samenwerkten. Vanaf september werd deze eenheid onderdeel van de Inlichtingenstaf en werd ze onder mijn bevel geplaatst.”83
Ook de verklaring van Pulatov over de call sign en rol van Kharchenko sluit dus aan bij de inhoud van de tapgesprekken die gevoerd worden met de lijnen eindigend op -518 en -197.
3.2.2.4.4 Uitlatingen Kharchenko
Dan is er nog een interview met Kharchenko van 11 april 2015. Daarin stelt hij zich voor als luitenant kolonel Leonid Vladimirovich Kharchenko, ‘Chief of the Department Two of the Republican Guard Intelligence’. Hoofd van de tweede eenheid van de inlichtingenstaf dus, precies zoals Pulatov hem aanduidt. Een verbalisant stelt vast dat de stem van de man op de video hoogstwaarschijnlijk de stem is van de man die gesprekken voert met het nummer dat eindigt op -518. Op de vraag van de interviewer hoe de inlichtingendienst van de DPR is opgebouwd, antwoordt Kharchenko dat het allemaal begon met de komst van Sergey Nicolaevich Petrovskyi, die deze eenheid van de DPR heeft opgericht. Eerder bespraken we al dat dit een alias is van verdachte Dubinskiy. Ook dit past naadloos bij de verhoudingen zoals die blijken uit de gesprekken die gevoerd worden door de gebruiker van de lijnen eindigend op -518 en -197.
Op 20 december 2019 wordt nog een interview met verdachte Kharchenko gepubliceerd. Daarin vertelt de interviewer dat de DPR-strijders oprecht verbaasd waren toen ze hun eigen stemmen in tapgesprekken hoorden en herkenden. Daarop zegt Kharchenko:
“Voor zover mij bekend, was het een MTS-netwerk, een Oekraïens netwerk, dat door de SBU werd opgenomen. En ze kunnen willekeurig welke zin die ik heb uitgesproken monteren; tot op heden. Waaronder zelfs dat ik mijn eigen moeder heb vermoord.”
Daarmee lijkt Kharchenko te verwijzen naar eerdere publicaties van tapgesprekken door de SBU en het JIT en impliciet te bevestigen dat zijn stem daarin te horen is. Eén van die gepubliceerde gesprekken gaat over ‘onze Buk’ en is gevoerd via de lijn eindigend op -518.84 Welke gesprekken dan precies gemonteerd zouden zijn en uit welke door hem uitgesproken losse zinnen deze gesprekken zouden zijn samengesteld, vertelt Kharchenko niet.
3.2.2.4.5 Conclusie
Op basis van al deze bevindingen kan worden vastgesteld dat Kharchenko de gebruiker was van de telefoonlijnen met nummers eindigend op -518 en -197. Daarmee zijn alle verdachten geïdentificeerd als gebruikers van telefoonnummers die relevant zijn gebleken in het onderzoek naar het neerhalen van MH17.
3.2.3 Authenticiteit tapgesprekken
Naast de conclusie dat voornoemde telefoonlijnen in gebruik waren bij verdachten, stellen we ook vast dat de via deze lijnen gevoerde gesprekken authentiek zijn.
Op basis van de zojuist besproken verklaringen van verdachten is er geen enkele reden om aan de authenticiteit van hun tapgesprekken te twijfelen. Integendeel, Girkin en Pulatov hebben de inhoud van verschillende van die tapgesprekken juist bevestigd. Verder leveren de algemene suggesties van Dubinskiy,85 Kharchenko86 en Pulatov87 dat de tapgesprekken gemonteerd of bewerkt zouden kunnen zijn geen concrete aanwijzing voor manipulatie op. Terwijl in elk geval van Pulatov en Dubinskiy een concrete onderbouwing van die abstracte beschuldiging mag worden verlangd. Pulatov heeft immers al sinds september vorig jaar de beschikking over de audio-opnamen en metadata van alle gesprekken die in juni en juli 2014 via zijn lijnen zijn gevoerd. Desondanks noemt Pulatov geen enkel concreet gesprek dat volgens hem gemonteerd zou zijn. Dubinskiy zegt dat hij kennis heeft genomen van de opnamen van tapgesprekken die vóór en tijdens dit proces openbaar zijn gemaakt.88 Zijn suggestie van manipulatie gaat niet verder dan zijn stelling dat één gesprek weliswaar heeft plaatsgevonden, maar dat dit op een andere datum was. Zoals wij hiervoor al bespraken, kan dat niet kloppen. Kortom, er is op basis van de uitlatingen van verdachten geen enkele reden om de authenticiteit van de tapgesprekken in twijfel te trekken.
Tegenover deze ongefundeerde stellingen van verdachten staat het uitgebreide onderzoek naar de authenticiteit van tapgesprekken. Wij bespraken dit al tijdens de inhoudelijke behandeling in juni van dit jaar en onze toelichting op het onderzoek van juni vorig jaar.89 Zoals we toen hebben gezegd:
- is er informatie opgevraagd over de locaties van zendmasten en zijn er netwerkmetingen verricht;
- zijn verkregen telecomgegevens en metadata steekproefsgewijs onderling en kruislings op verschillende manieren vergeleken;
- zijn gegevens van Oekraïense providers vergeleken met daartoe opgevraagde gegevens van buitenlandse (niet-Oekraïense) providers;
- is op verschillende manieren vastgesteld dat ook andere deelnemers aan afgeluisterde gesprekken hun eigen stem hebben herkend en dat andere deelnemers de inhoud van die gesprekken hebben bevestigd, waarmee zij dus ook bevestigen dat de gesprekken daadwerkelijk zijn gevoerd;
- en is in openbare bronnen gezocht of gebeurtenissen die werden besproken in afgeluisterde gesprekken ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
Dit uitgebreide onderzoek heeft geen enkele aanwijzing voor manipulatie opgeleverd, maar juist bevestiging van de authenticiteit van zeer vele tapgesprekken.
In opdracht van uw rechtbank is nader forensisch-technisch onderzoek uitgevoerd naar de audiobestanden van veertien belastende tapgesprekken, die gevoerd zijn via de lijn die in gebruik is bij Pulatov (met het telefoonnummer eindigend op -511). Zes van die veertien gesprekken vonden plaats met de lijn die in gebruik is bij Dubinskiy (met het telefoonnummer eindigend op -401). Dit onderzoek is verricht door deskundigen van het Litouws Forensisch Expertisecentrum. Volgens deze deskundigen bevatten de audiobestanden geen sporen van bewerking. Op basis van divers onderzoek hebben de deskundigen vastgesteld dat het verloop van de opgenomen gesprekken logisch is en dat de (dialogische) integriteit van de gesprekken niet is vervormd. Op basis van een (spectrale) analyse van de opnamen hebben de deskundigen vastgesteld dat de frequentieband ervan overeenkomt met die van telefoonnetwerken, ook tijdens pauzes in de gesprekken. Verder blijft in elke opname de akoestische achtergrondomgeving constant gedurende het verloop van het gesprek en zijn er ook in de metadata van de bestanden geen sporen van bewerking vastgesteld.90 Ook dit deskundigenonderzoek heeft dus geen enkele aanwijzing opgeleverd voor manipulatie.
Kortom: de gesprekken die verdachten via de door hen gebruikte lijnen voerden zijn authentiek. We zullen die gesprekken hierna in samenhang met het andere bewijs bespreken. Daaruit zal nog eens blijken hoezeer de inhoud van die gesprekken aansluit bij feitelijke gebeurtenissen die wij op basis van andere bewijsbronnen hebben kunnen vaststellen.
3.3 Context
3.3.1 Inleiding
Wij gaan nu verder met de bespreking van het bewijs en staan stil bij de context waarin de handelingen van de verdachten plaatsvonden.
Op eerdere zittingen is hierover door het Openbaar Ministerie al het nodige gezegd: over het gewapend conflict, de rolverdeling binnen de gewapende groep van de verdachten die zichzelf DPR noemt, de ontwikkelingen in de strijd en de behoefte aan luchtafweer bij de DPR in de aanloop naar 17 juli 2014.91
Vandaag gaan we nader in op de context waarin MH17 werd neergeschoten en lichten we toe hoe het samenwerkingsverband van de verdachten eruit zag ten tijde van het neerschieten. Dit is van belang voor de beoordeling van het bewijs voor het opzet van de verdachten en hun samenwerking. We vatten in chronologische volgorde de meest relevante informatie samen, en gaan wat dieper in op de gewapende groep van de verdachten. Daaruit zal blijken dat de verdachten in de aanloop naar 17 juli 2014 een hecht samenwerkende dadergroep vormden die zich onder andere richtte op het neerhalen van vliegtuigen en dat zij een gezamenlijk belang hadden bij de inzet van een Buk-TELAR.
3.3.2 Ontwikkelingen tot juli 2014
Voor een goed begrip van de situatie rond 17 juli 2014 is ook de aanloop naar die periode van belang. Wij bespreken daarom eerst de ontwikkelingen in Oost-Oekraïne in de lente van 2014. Dit is het moment waarop de groepen DPR en LPR de wapens oppakken.
3.3.2.1 April 2014: oprichting DPR
Begin 2014 is het onrustig in Oekraïne. Geopolitieke ontwikkelingen leiden tot protesten in de hoofdstad Kiev, het aftreden van de toenmalige Oekraïense regering, en de inname van de Krim door de Russische Federatie. In meerdere Oekraïense plaatsen vinden in het voorjaar van 2014 gewelddadige confrontaties plaats waaraan pro-Russische groepen deelnemen.
Op 7 april 2014 bezet een groep gewapende personen het regionale regeringsgebouw in de stad Donetsk in het oosten van Oekraïne. Zij verklaren dat de Volksrepubliek Donetsk, of DPR, is opgericht. Dit is de gewapende groep waartoe de verdachten behoren. Vijf dagen later, op 12 april, bezetten bewapende mannen overheidsgebouwen in de stad Slavyansk. U ziet de inname van de steden Donetsk en Slavyansk hier op de kaart.
In Luhansk, de oblast (of provincie) ten oosten van Donetsk, vinden in die periode gelijksoortige ontwikkelingen plaats. Op 27 april wordt in de hoofdstad Luhansk, hier op de kaart, de Volksrepubliek Luhansk (LPR) uitgeroepen.
De LPR zal in de navolgende maanden het gebied richting het oosten tot aan de Russische grens bezetten. De DPR en de LPR werken in juli 2014 samen in hun strijd tegen de Oekraïense overheid, maar vormen aparte gewapende groepen.
De verdachten sluiten zich allen rond dezelfde periode aan bij de DPR en gaan binnen deze groep met elkaar samenwerken. Wij lichten deze samenwerking nu verder toe.
3.3.2.1.1 Rol verdachten
Verdachte Girkin komt op 12 april 2014 vanuit de Krim aan in Slavyansk. Dit is de dag waarop de stad wordt ingenomen. Girkin zegt in een interview van november 2014 dat Aksyonov, de door Rusland aangestelde leider van de ingenomen Krim, hem heeft gevraagd ‘zich met de noordelijke territoirs bezig te houden’ en Girkin heeft benoemd tot ‘zijn adviseur in deze vraagstukken’. Met deze noordelijke territoirs verwijst Girkin naar de Donbas. Dit is het gebied waar de separatisten later controle over gaan uitoefenen. In een ander interview uit 2017 zegt Girkin dat hij ‘als vrijwilliger is gegaan’. Als hem wordt gevraagd ‘dus u stelde het voor en Aksyonov steunde u?’ zegt Girkin dat het zijn eigen initiatief was en dat hij ‘door niemand is aangesteld en door niemand gestuurd’. Girkin blijft in de maanden na zijn komst naar Oost-Oekraïne contact onderhouden met deze Aksyonov, onder andere op 8 juni bij de aanvraag van ‘deugdelijk luchtafweergeschut met getrainde bemanning’.92 Vanaf het moment dat hij aankomt in Slavyansk geeft verdachte Girkin leiding aan DPR-strijders in die regio. Op 26 april 2014 geeft Girkin een persconferentie, waarin hij wordt geïntroduceerd als ‘commandant van de Donbass Volksmilitie’. In mei 2014 wordt Girkin door het bestuur van de DPR uitgeroepen tot ‘minister van Defensie’. In zijn getuigenverhoor zegt Girkin: ‘in de periode van 12 april 2014 tot 15 augustus 2014 verbleef ik op het grondgebied van Oekraïne waar ik van 16 mei tot 12 augustus 2014 de functie van minister van Defensie en Opperbevelhebber van het volksleger van de Volksrepubliek Donetsk vervulde.’ Girkin krijgt dus binnen zijn gewapende groep verschillende titels. Hieruit blijkt dat hij wordt gezien als een van de hoogste leiders van de DPR en dat hij gaat over de gewapende strijd.93 Zelf zegt hij in een interview van november 2014 dat hij in Oost-Oekraïne ‘de gelegenheid kreeg het bevel te voeren over het hele strijdtoneel’ en daarbij ‘voortdurend deelnam aan de gevechten’. In zijn getuigenverhoor zegt hij dat de ‘coördinatie van de activiteiten van eenheden van het volksleger en het sturen van gevechtsactiviteiten’ tot zijn verplichtingen behoorden. Uit het dossier blijkt dat Girkin in deze periode niet alleen op papier de leiding heeft, maar ook daadwerkelijk de separatisten in Donetsk aanstuurt in de gewapende strijd.
Ook verdachte Dubinskiy sluit zich in deze oprichtingsperiode aan bij de DPR. In een interview vertelt Dubinskiy dat hij in april 2014 telefonisch contact had met verdachte Girkin, die hij kent uit hun gezamenlijke diensttijd in Tsjetsjenië, en dat hij toen naar hem in Slavyansk is gegaan. Daar krijgt Dubinskiy de functie van ‘plaatsvervanger legercommandant van de Volksrepubliek Donetsk’ onder Girkin.
Verdachte Pulatov zegt in zijn videoverklaring van februari 2020 dat hij zich op 2 mei 2014 vrijwillig en uit eigen beweging aansloot bij de DPR.94 Pulatov verklaart dat hij gezien zijn militaire ervaring eerst de leiding krijgt over twee eenheden van dertig man. Vervolgens wordt hij naar eigen zeggen toegevoegd aan de inlichtingenstaf en voert hij het bevel over ongeveer 1150 man.95 Verder verklaart Pulatov: ‘in de periode vanaf mei 2014 waren Girkin en Dubinskiy mijn direct leidinggevenden’.96
Verdachte Kharchenko verwijst in een interview naar de oprichting van de inlichtingeneenheid. Volgens Kharchenko vond de oprichting van ‘hun’ eenheid plaats in mei 2014.97 Op 18 juni 2014 zegt Kharchenko in een tapgesprek dat hij de commandant is van Konstantinovka. Dat is een plaats vlak boven Donetsk. Uit het dossier blijkt niet de precieze datum waarop Kharchenko zich heeft aangesloten bij de DPR, maar dit moet tussen mei en juni 2014 zijn geweest.
Binnen de DPR werken de verdachten met elkaar samen. Girkin staat al snel aan het hoofd van de DPR-strijders. De medeverdachten krijgen bevelen van Girkin, en sturen op hun beurt andere strijders aan. Ze zetten een structuur op waarin bepaalde strijders specifieke taken en verantwoordelijkheden krijgen, die lijken te zijn afgeleid van de taakgebieden van reguliere legereenheden. Het is geen formele militaire structuur en soms ontstaan misverstanden over wie welke taak heeft en wanneer separatisten autonoom opereren.
In deze context neemt de DPR de wapens op tegen de Oekraïense overheid. In de maanden die volgen wordt de DPR in belangrijke mate verantwoordelijk voor het ontstaan en in stand houden van het gewapend conflict in Oost-Oekraïne en het daarmee gepaard gaande geweld. Deze situatie zorgt voor een diepgaande ontwrichting van de maatschappij en gevaar voor burgers en militairen. Het dossier bevat bovendien aanwijzingen dat door de DPR structureel en tot op het hoogste niveau ernstige schendingen van het oorlogsrecht plaatsvinden.
3.3.2.1.2 Taakgebieden logistiek en luchtafweer
Zoals wij zojuist bespraken krijgen bepaalde strijders in de DPR specifieke taken en verantwoordelijkheden die lijken te zijn afgeleid van reguliere legereenheden. Twee taakgebieden zijn van bijzonder belang en deze lichten wij daarom kort toe: logistiek en luchtafweer.
3.3.2.1.2.1 Logistiek
Uit het onderzoek blijkt dat gedurende het conflict in Oost-Oekraïne militair materieel vanuit de Russische Federatie wordt binnengebracht ten behoeve van de door DPR en LPR gevoerde strijd. De DPR gebruikt daarvoor een zogenaamde ‘logistieke eenheid’.98 Onder deze eenheid valt onder meer een separatist genaamd Andrey Chernykh, die ook wel Bibliothekar wordt genoemd.99 Ook de strijder Vlokh is in juli 2014 regelmatig betrokken bij het transport van militair materieel vanaf de Russische grensstreek naar de omgeving van Donetsk, zo blijkt uit telecomanalyse. Vlokh en Chernykh werken in die periode samen. De logistieke eenheid speelt op 17 juli een rol bij de aanvoer van de Buk-TELAR die MH17 neerhaalt en komt daarom later in dit requisitoir terug.
3.3.2.1.2.2 Luchtafweer
Meerdere bronnen in het dossier wijzen op een ander specifiek taakgebied binnen de DPR, namelijk luchtafweer. Zo spreekt Girkin in zijn getuigenverklaring over ‘de luchtverdediging van de volksstrijders van de Volksrepubliek Donetsk’. Girkin verklaart ook dat omstreeks 15 juni 2014 door ‘het hoofd van de luchtverdediging in het garnizoen in Slavyansk’ aan hem werd gerapporteerd over een Oekraïens burgervliegtuig. Volgens Girkin rapporteerde een maand later, op 17 juli, een strijder met call sign Kep hem ‘het treffen door de luchtverdediging van één van de twee vliegtuigen SU-25 van de Oekraïense luchtmacht (…) ten noorden van de woonplaats Snezhnoye’. Blijkbaar had de DPR onder leiding van Girkin dus ook in het gebied bij Snizhne strijders die verantwoordelijk waren voor de luchtverdediging. Uit tapgesprekken blijkt verder dat ook de DPR-strijder Tskhe met call sign Koreets100 een rol speelt bij die luchtverdediging. In een tapgesprek van 15 juli 2014 om 16:29 uur tussen verdachten Dubinskiy en Kharchenko wordt over hem gesproken als (behorende bij) de luchtafweer.101 Met deze Koreets voert verdachte Pulatov verschillende afgeluisterde gesprekken waarin hij Koreets verschillende bevelen geeft over de inzet van zijn luchtafweereenheid.102 Een andere DPR-strijder die zich bezig houdt met luchtafweer is Tsemakh. In zijn getuigenverhoor zegt Tsemakh op de vraag wat hij deed in de vroege zomer van 2014: ‘since 26 of June, I have been asked to handle the anti-air defence of the town of Snizhne’. In een post op VK uit 2019 omschrijft Girkin hem als ‘commandant van de luchtverdedigingseenheid in de stad Snizhne in juli-augustus 2014’. Girkin zegt daarbij dat hij Tsemakh persoonlijk kent en ‘hem, evenals andere plaatselijke commandanten, een paar keer heeft gesproken toen hij in Snizhne was om de operaties te coördineren (…)’.
Dat de ‘luchtafweer’ waar de DPR zich mee bezig houdt in feite ‘het neerschieten van vliegtuigen’ behelst, blijkt uit veel andere tapgesprekken waarin DPR-strijders de dreiging van vliegtuigen en de beschikking over luchtafweerwapens bespreken. Het luchtruim wordt in de zomer van 2014 door de DPR-strijders in de gaten gehouden. Waarnemingen van vliegtuigen worden doorgegeven aan de ‘inlichtingenafdeling’ onder leiding van de verdachten.
Uit het dossier blijkt verder dat de DPR in de zomer van 2014 de beschikking heeft over verschillende wapens die (alleen) dienen voor het neerhalen van vliegtuigen en dat die wapens ook worden ingezet. Verdachte Girkin heeft zich hierover op verschillende momenten uitgelaten. Op het daadwerkelijk beschieten van vliegtuigen met deze wapens komen wij later vandaag terug.
3.3.2.2 Juni 2014: gevechten DPR en ‘wapenstilstand’
In juni 2014 rukt de DPR in de oblast Donetsk op richting het zuiden. Op 8 juni wordt de plaats Snizhne bezet. Er worden loopgraven gegraven en op de daken worden sluipschutters en strijders met draagbare luchtafweersystemen gezet. Snizhne dient vanaf dan als zuidelijke uitvalsbasis voor de DPR. U ziet hier de inname van Snizhne op de kaart.
Begin juni 2014 vecht de DPR aan twee fronten met het Oekraïense leger. Aan het noordwestelijk front in en rondom de steden Slavyansk en Kramatorsk. En aan het zuidelijk front, dat richting de grens met de Russische Federatie bij Snizhne en de heuvel Saur-Mogila ligt. U ziet dat hier.
Begin juni 2014 ligt Slavyansk, de plaats waar Girkin op dat moment zijn hoofdkwartier heeft, flink onder vuur. Op 8 juni vraagt Girkin via de eerder genoemde Aksyonov telefonisch om militaire ondersteuning vanuit de Russische Federatie. Girkin zegt dat ze behoefte hebben aan een ‘deugdelijk luchtafweergeschut met getrainde bemanning.’ Girkin’s aanvraag wordt in een volgend tapgesprek door Aksyonov bevestigd.103
Op 20 juni kondigt de Oekraïense President Poroshenko een - eenzijdige - wapenstilstand af die inhoudt dat de Oekraïense troepen geen gevechtshandelingen zullen ondernemen, tenzij zij zelf worden aangevallen. Op 23 juni verklaart Aleksandr Borodai, de zelfverklaarde premier van de DPR, dat de separatisten zich zullen houden aan het bestand van 20 juni. Ondanks deze wapenstilstand wordt er op 23 juni nog gevochten bij Saur-Mogila. En op 24 juni wordt een Oekraïense helikopter neergehaald met een luchtdoelraket, waarbij negen personen omkomen. Op 30 juni loopt de wapenstilstand af en laaien de gevechten weer in alle hevigheid op.
3.3.3 De situatie in juli 2014
We komen nu te spreken over de situatie in juli 2014; de periode waarin MH17 werd neergeschoten. Na een relatief rustige periode met de zojuist besproken wapenstilstand wordt er begin juli hevig gevochten rondom Slavyansk, dan nog steeds het hoofdkwartier van verdachte Girkin. Na heftige gevechten valt op 5 juli zowel Slavyansk als Kramatorsk en worden die plaatsen heroverd door het Oekraïense leger. De DPR-strijders trekken zich terug richting het zuiden. Girkin zegt over deze periode dat Slavyansk moest worden opgegeven vanwege een gebrek aan ondersteuning vanuit de Russische Federatie.
3.3.3.1 Samenwerkingsverband verdachten: verkenningsbataljon in Donetsk
Op dat moment, in juli 2014, is de DPR opgebouwd uit verschillende eenheden, elk met een min of meer eigen territorium, maar met een duidelijke hiërarchie tussen de strijders. Commandanten zijn verantwoordelijk voor bepaalde gebieden of taken en sturen daarbij andere strijders aan. Op hun beurt rapporteren de commandanten aan personen ‘hoger in de boom’. In het gebied van waaruit MH17 wordt neergeschoten zijn de verdachten in juli 2014 die ‘hoge bomen’.
Girkin vestigt zich na zijn vertrek uit Slavyansk in de stad Donetsk, waar hij zijn leidinggevende rol voortzet.
De eenheden worden dan opnieuw gerangschikt en verdeeld in ‘drie bataljons en een verkenningsbataljon’, vertelt Girkin in een interview. In dit zogenoemde verkenningsbataljon, dat het hoofdkwartier heeft in Donetsk, is Dubinskiy Girkin’s plaatsvervanger en vallen Pulatov en Kharchenko daar weer onder. Op hun beurt sturen Pulatov en Kharchenko andere DPR-commandanten aan. In het gebied van waaruit MH17 wordt neergeschoten hebben de verdachten het in juli 2014 voor het zeggen.
De onderlinge hiërarchie tussen de verdachten betekent niet dat bevelen van Girkin altijd via Dubinskiy en vervolgens Pulatov bij Kharchenko terecht komen. Binnen de samenwerking zoals die bestond in juli 2014 ontvangt Pulatov bijvoorbeeld niet alleen bevelen van Dubinskiy, maar ook van Girkin. En Kharchenko neemt in die periode niet alleen van Pulatov bevelen aan, maar ook direct van Girkin en Dubinskiy.
Voor de bewijsvraag is de hiërarchische indeling van de gewapende groep van de verdachten wel relevant, maar niet doorslaggevend. Veel belangrijker is de aard en intensiteit van de feitelijke samenwerking tussen de vier verdachten die gericht was op het neerschieten van een vliegtuig met ‘hun’ Buk-TELAR. Wij komen hier later nog op terug.
3.3.3.2 Gebiedscontrole en transportroutes DPR
Zoals besproken wint het Oekraïense leger in juli gebied terug. Half juli ziet het gebied onder controle van de DPR en LPR er zo uit.
De DPR heeft het westelijke ingetekende gebied in handen, tussen Donetsk en Snizhne, de LPR controleert het oostelijke gebied, voor een deel grenzend aan de Russische Federatie. Dit is belangrijk voor de separatisten omdat vanuit de Russische Federatie materieel wordt binnengehaald ten behoeve van de gewapende strijd. De grensovergangen die in juli het meest worden gebruikt zijn die bij de Oekraïense plaatsen Severny en Izvaryne. Deze grensposten in de oblast Luhansk zijn rechts te zien op de kaart.
Via deze grensposten komt geregeld zwaar militair materieel vanuit de Russische Federatie het gebied binnen. Deze transporten vinden in juli 2014 veelvuldig plaats en de bevoorrading is bestemd voor zowel de LPR als de DPR.
De Buk-TELAR die MH17 neerschiet wordt vermoedelijk aan de separatisten geleverd vanaf de grensovergang bij Severny. In de dagen voorafgaand aan de aanvoer van dit wapen worden ook andere transporten van materieel via die grensovergang verzorgd. Zo wordt in de nacht van 13 op 14 juli een ander luchtafweerwapen geleverd. Deze is blijkens tapgesprekken bedoeld om de lucht boven het gebied onder controle van de LPR ‘schoon te houden’, maar raakt vervolgens defect en is niet meer inzetbaar. Voor alle duidelijkheid: dit is niet de Buk-TELAR die uiteindelijk bij de DPR terecht komt en waarmee MH17 wordt neergeschoten. Een dag later, in de vroege ochtend van 15 juli, passeert weer een ander konvooi de grenspost bij Severny. Dit konvooi bestaat uit onder meer vier tanks, drie artillerievoertuigen, een pantserinfanterievoertuig (BTR) en een witte vrachtwagen met een witte trailer. Dit konvooi wordt begeleid door de logistieke eenheid van de DPR, waar de zojuist genoemde Vlokh en Chernykh deel van uitmaken. Zij worden aangestuurd door verdachten Girkin104 en Dubinskiy. In dezelfde samenwerking en via dezelfde route wordt twee dagen later, in de nacht van 16 op 17 juli, de Buk-TELAR geleverd waarmee MH17 wordt neergeschoten.
Er zijn dus vaste routes voor de aanvoer van militair materieel. Omdat de separatisten afhankelijk zijn van bevoorrading vanuit de Russische Federatie, is controle over het grensgebied voor hen van groot belang. Zo is ook controle over het zuiden van het DPR-gebied, dat naast Donetsk de plaatsen ten zuidoosten hiervan omvat, zoals Snizhne, Pervomaiske, Dmitrovka, Stepanovka, Marinovka en Tarany, van strategisch belang. Wij lichten nu het offensief toe dat de DPR in juli 2014 in die richting onderneemt.
3.3.3.3 Het DPR offensief aan het zuidelijk front
Als gezegd wordt begin juli hevig gevochten aan het noordelijk front. Aan het zuidelijk front staan gevechten rond de heuvel Saur-Mogila centraal. Dat zien we hier op de kaart.
Omdat dit het hoogste punt in de regio is, is de heuvel van groot strategisch belang. Saur-Mogila blijft de hele maand juli in handen van de DPR, maar de stellingen van de separatisten worden veelvuldig met artillerievuur en luchtaanvallen bestookt.
Vanaf 6 juli 2014 begint de DPR met voorbereidingen voor een offensief richting het zuiden. Een doorbraak zou de Oekraïense troepen aan weerszijden van een doorgang richting de Russische Federatie van elkaar scheiden en daarmee verzwakken. Bovendien zou de DPR daarmee het zuidelijke gebied aan de Russische grens in handen krijgen. Deze beoogde doorgang van DPR-gebied naar Russisch grondgebied wordt in onderschepte communicatie door DPR-strijders ‘corridor’ genoemd.
Met de operatie richting het zuiden neemt de intensiteit van de gevechten verder toe. Het Oekraïense leger wil voorkomen dat de separatisten doorbreken naar de Russische grens en voert veelvuldig luchtaanvallen uit. De DPR lijdt zware verliezen en zet luchtafweergeschut in. Het lukt de separatisten om meerdere militaire vliegtuigen neer te halen. Bij dit offensief, dat ook de middag van 17 juli nog aan de gang is, hebben de verdachten een belangrijke leidinggevende rol. Ook voor wat betreft de daarbij ingezette luchtafweer. Wij gaan nu verder in op de rol van de verdachten tijdens het offensief.
3.3.3.3.1 Offensief richting het zuiden vanaf 6 juli 2014
Uit tapgesprekken en telecomgegevens van 6 juli 2014 blijkt dat Dubinskiy die middag om 13:30 uur bij Girkin in Donetsk is. Een paar uur later, vlak na 17:00 uur, komt Pulatov ook naar Donetsk en voegt hij zich bij Dubinskiy. In een tapgesprek van 17:13 uur is te horen dat Dubinskiy en Pulatov bespreken dat zij de opdracht hebben gekregen om voorverkenningen te doen ten zuiden van Snizhne richting de grens met de Russische Federatie. Pulatov gaat vervolgens die kant op. Pulatov komt, zo blijkt uit paallocaties en een tapgesprek, de volgende ochtend terug in Donetsk om zijn bevindingen te rapporteren.
Drie dagen later schetst Girkin in een persconferentie, waarin hij door Borodai wordt aangekondigd als ‘commandant van de strijdkrachten van de DPR’, waar de frontlinie dan loopt: langs Shakhtyorsk, Torez, Snizhne. De hevigste gevechten aan de zuidelijke frontlinie zijn volgens Girkin geconcentreerd bij Saur-Mogila en Stepanovka, waar aanhoudende gevechten en een wederzijds artillerievuur gaande zijn.
Vanaf 14 juli vinden in dit gebied hevige gevechten plaats tussen de Oekraïense troepen en de DPR. Op 14 juli wordt Dmitrovka gebombardeerd door de Oekraïense luchtmacht. In de nacht van 14 op 15 juli voeren de separatisten een aanval uit op controleposten nabij Stepanovka en die plaats wordt vervolgens ingenomen. Uit tapgesprekken blijkt dat Pulatov in de middag van 15 juli een opdracht krijgt van Dubinskiy105 en daarna met Kharchenko plannen maakt om vanuit Donetsk te vertrekken.106 Kharchenko belt die avond rond half 12 naar Pulatov en zegt hem dat hij in Snizhne is. Kharchenko vraagt of hij naar Prapor, de plaatselijke DPR-commandant, moet gaan. Pulatov bevestigt dit en geeft Kharchenko de opdracht aan Prapor te zeggen dat zij de eersten zijn die zijn aangekomen en dat de hoofdmacht achter ligt.107 Pulatov, zo volgt uit een tapgesprek van diezelfde avond tussen twee commandanten van een bataljon genaamd Oplot, is aangewezen als degene die alle DPR troepenbewegingen coördineert (“a coordinator of all forces that have been dragged and are being dragged there”).108 We zullen zo bespreken dat Pulatov die leidinggevende rol de komende dagen zal blijven houden en dat Kharchenko en zijn medestrijders de voorhoede vormen van het offensief vanuit Snizhne richting het zuiden.
3.3.3.3.2 Het zuidelijk front op 16 juli 2014
Dan is het 16 juli 2014. In de vroege ochtend wordt Marinovka, een dorp vier kilometer van de Russische grens, aangevallen door de DPR. De aanval wordt ingezet vanuit het net veroverde Stepanovka en de al langer bezette heuvel Saur-Mogila. De Oekraïense luchtmacht voert bombardementen uit op de posities van de separatisten en de Oekraïense troepen worden met tanks en mortieren aangevallen. In een video die we tijdens de inhoudelijke behandeling toonden zijn de omstandigheden te zien van dit DPR-offensief bij Marinovka.109 Er vinden hevige gevechten plaats waarbij de Oekraïense luchtmacht bombardeert en de DPR verliezen lijdt. Ook toonden wij eerder de video van de ochtend van 16 juli waarop verdachte Girkin in een interview in de buurt van Marinovka te zien is terwijl hij aan de frontlinie bevelen geeft, onder andere om een Oekraïense mortierbatterij te vernietigen. Girkin spreekt in het interview over doden en gewonden aan de kant van de DPR. Ook in verschillende tapgesprekken wordt over deze verliezen gesproken. Zo rapporteert Kharchenko vanaf 13:26 uur voortdurend aan Pulatov over grote verliezen, waaronder de uitschakeling van de Strela-10.110 Pulatov geeft Kharchenko vervolgens de opdracht om ook de gewonden zo snel mogelijk te tellen omdat Pulatov die cijfers met de hogere leiding dient te bespreken.111
Hoewel Pulatov in zijn videoverklaring van februari 2020 zegt dat hij die dag bij Stepanovka en Marinovka leiding gaf aan activiteiten van de verkenningseenheden, blijkt uit verschillende tapgesprekken dat zijn leidinggevende rol die dag meeromvattend was.112 Eerder refereerden wij al aan het tapgesprek waarin Pulatov als coördinator van alle troepenbewegingen werd aangewezen.113 Daarbij stuurt hij die dag een luchtafweereenheid onder leiding van DPR-strijder Koreets aan.114 In een tapgesprek van 16 juli 2016 om 13:22 uur vertelt Koreets tegen Pulatov dat op dat moment een ZU-23 luchtafweergeschut (‘Zushka’) en een crew bij hem zijn. Pulatov beveelt hem vervolgens om op te trekken naar Stepanovka.115 Iets meer dan twee uur later geeft Pulatov aan Koreets de opdracht om de lucht in de gaten te houden omdat daar een ‘motherfucker’ vliegt.116
Ondanks de verliezen is de DPR in staat om bij dit offensief twee Oekraïense gevechtsvliegtuigen te treffen: een Sukhoi-25, in tapgesprekken ook wel een ‘Sushka’ genoemd. Aan het einde van de dag is onder meer de grensplaats Marinovka ingenomen door de DPR.117 Op de kaart is te zien welke zuidelijke plaatsen aan het eind van de 16e onder controle zijn van de DPR.
In een tapgesprek van 17:52 uur geeft Girkin aan Velikorodnyy (call sign Cap/Kep) het bevel om twee compagnieën naar Stepanovka en Marinovka te sturen ter versterking van het verkenningsbataljon.118 Dubinskiy en Pulatov bespreken in een tapgesprek van vlak daarna, om 18:12 uur, dat twee compagnieën van Cap eraan komen en dat dit genoeg zal zijn om hun eigen manschappen te kunnen terugtrekken.119
3.3.3.3.3 Het zuidelijk front op 17 juli 2014
Op 17 juli 2014 wordt opnieuw hevig gevochten in het gebied rond Saur-Mogila, Stepanovka en Marinovka richting de Russische grens. Door het Oekraïense leger wordt onder meer artillerie gebruikt. De Oekraïense luchtmacht wordt op 17 juli niet ingezet. Oekraïense militairen verklaren later in het onderzoek dat dit te maken had met de verliezen in de voorgaande dagen.
Ook op de 17e juli zijn de verdachten gezamenlijk betrokken bij de gewapende strijd. Girkin is terug in zijn hoofdkwartier in Donetsk, en geeft bevelen aan Dubinskiy en Pulatov. Hij wordt door DPR-commandanten, waaronder medeverdachte Dubinskiy, telefonisch op de hoogte gehouden van het verloop van de strijd. Dubinskiy bevindt zich die dag ook in Donetsk. In de ochtend zijn Girkin en Dubinskiy bij elkaar in het SBU-gebouw in Donetsk. Kharchenko komt ook naar dit gebouw en gaat daarna op pad om de Buk-TELAR te begeleiden. Hoe de verdachten die dag precies samenwerken bij de aanvoer van de Buk-TELAR zal later aan de orde komen.
Dubinskiy heeft op 17 juli telefonisch overleg met Girkin over de gewapende strijd, krijgt terugkoppeling van andere strijders en geeft bevelen aan ondergeschikten, waaronder Pulatov en Kharchenko. Uit de tapgesprekken blijkt dat de bevelen onder andere zien op de verplaatsing van tanks en manschappen. Pulatov bevindt zich die dag volgens mastgegevens in de omgeving van Snizhne. Zelf zegt Pulatov in zijn tweede videoverklaring dat hij in de ochtend een stafvergadering had met commandanten in Snizhne.120 In een tapgesprek van die ochtend komt deze vergadering ook aan de orde. Kennelijk is gedurende die vergadering onduidelijkheid ontstaan over de hiërarchische verhoudingen tussen de verschillende DPR-commandanten. Een telefoontje naar Girkin biedt uitkomst: Pulatov heeft de leiding zolang hij nog niet in reserve is.121
In de middag hield Pulatov zich naar eigen zeggen bezig met het overbrengen en opstellen van tanks in de omgeving van Saurovka en in de richting van Stepanovka.122 Volgens zijn eerste videoverklaring bevond Pulatov zich op 17 juli, totdat hij hoorde van de vliegramp, op zijn commandopost ‘in een gebied 2-3 kilometer ten westen van de plaats Stepanovka’, dit is een paar kilometer onder Snizhne. Hij gaf daar naar eigen zeggen leiding aan de verkenningseenheid die in dat gebied bezig was.123 Uit tapgesprekken blijkt dat Pulatov overleg heeft met de medeverdachten, onder andere met Dubinskiy over het in positie brengen van wapens en het in stand houden van de corridor. Daarnaast geeft Pulatov opdrachten aan anderen, waaronder aan Kharchenko. Hier komen wij later nog op terug.
Terwijl een Buk-TELAR via het buurgebied van de LPR de DPR in wordt gebracht, gaan de gevechten in het gebied ten zuiden van Snizhne door. De separatisten proberen nog altijd door te breken naar de Russische grens en de Oekraïense troepen willen dit voorkomen. Ondanks hevige aanvallen op de separatisten worden de Oekraïense troepen aan weerszijden van het gebied onder controle van de DPR van elkaar gescheiden. Dit zien we hier op de kaart weergegeven. Deze hevige strijd aan het zuidelijk front is de fase van het conflict waarin MH17 werd neergeschoten.
3.3.4 Aanvallen DPR op luchtvaartuigen vóór de middag van 17 juli 2014
Zoals wij hiervoor bespraken wordt het gebied onder controle van de DPR in de eerste helft van juli 2014 geregeld gebombardeerd, wat leidt tot zware verliezen aan de kant van de separatisten. In tegenstelling tot het Oekraïense leger hebben de separatisten zelf geen luchtmacht.124 Luchtaanvallen zijn dus een belangrijke troef van de Oekraïense strijdmacht.
Tijdens de inhoudelijke behandeling heeft uw rechtbank al stilgestaan bij het neerschieten van luchtvaartuigen door de separatisten. Aan de orde kwam dat het hen al voor 17 juli was gelukt om enkele luchtvaartuigen uit de lucht te schieten, maar dat er een toenemende behoefte was aan luchtafweer om hoog vliegende vliegtuigen te bereiken.125 Op de zitting van 17 juni besprak het Openbaar Ministerie verklaringen van verdachten Girkin en Pulatov en enkele tapgesprekken, waaruit de betrokkenheid van de verdachten bij het neerhalen van vliegtuigen blijkt.126
De eerdere aanvallen op vliegtuigen en de aanloop naar die fatale middag van 17 juli 2014 zullen wij nu bespreken. Wij bespreken daarbij de betrokkenheid van de verdachten en de wijze waarop hun samenwerkingsverband in belangrijke mate was gericht op het neerhalen van vliegtuigen. Hoe zeer de separatisten van de DPR gebrand waren op het neerhalen van vliegtuigen, blijkt uit de grote reeks aanvallen op luchtvaartuigen, de communicatie over het neerhalen van vliegtuigen tussen de separatisten en de verklaringen van de verdachten over dat onderwerp. De behoefte van de separatisten aan luchtafweerwapens met een steeds groter bereik wordt uiteindelijk beantwoord met de levering van de Buk-TELAR die MH17 neerschiet.
3.3.4.1 April tot juli 2014
Vanaf het begin van het gewapend conflict in april tot vlak voor het neerschieten van MH17 op 17 juli bespreken de DPR-strijders, waaronder de verdachten, in tapgesprekken over luchtafweer127 en het beschieten van vliegtuigen.128 In zijn getuigenverklaring bevestigt verdachte Girkin verschillende aanvallen op luchtvaartuigen in deze periode. Er worden dus, in lijn met de gevoelde behoefte van de separatisten, daadwerkelijk luchtvaartuigen aangevallen vanuit het gebied onder controle van de DPR.
Analyse van uiteenlopende bronnen over deze aanvallen voor juli 2014 geeft het volgende overzicht:
- 22 april: militair Antonov vliegtuig met machinegeweervuur beschoten bij Slavyansk.
- 25 april: helikopter beschoten met raketwerper bij Kramatorsk.
- 2 mei: twee helikopters met MANPADs beschoten bij Slavyansk. Ook een derde helikopter wordt getroffen.
- 5 mei: helikopter met machinegeweervuur beschoten bij Slavyansk.
- 29 mei: helikopter met MANPADs neergeschoten bij Slavyansk.
- 3 juni: helikopter beschoten bij Slavyansk.
- 4 juni: drie helikopters beschoten bij Slavyansk.
- 5 juni: helikopter beschoten bij Slavyansk.
- 6 juni: militair Antonov vliegtuig met raketten neergehaald bij Slavyansk.
- 14 juni: Sukhoi gevechtsvliegtuig beschoten bij Horlivka.
- 16 juni: Sukhoi gevechtsvliegtuig beschoten bij Horlivka.129
- 24 juni: helikopter neergeschoten bij Slavyansk.
In zijn getuigenverklaring zegt Girkin dat omstreeks 20 juni ‘door de luchtverdediging van de volksstrijders van de Volksrepubliek Donetsk boven Slavyansk (…) met behulp van het draagbare luchtdoelraketsysteem Igla een verkenningsvliegtuig AN-26 van de Oekraïense luchtmacht [is] neergehaald’. In de periode tot juli 2014 worden boven het DPR-gebied dus minstens 12 helikopters en 4 vliegtuigen beschoten, waarbij meerdere inzittenden worden gedood. Ook in het gebied onder controle van de LPR wordt op luchtvaartuigen geschoten door separatisten. Zo wordt op 14 juni vlakbij de luchthaven van Luhansk een Oekraïens militair transportvliegtuig van het type Ilyushin-76 neergeschoten met een MANPAD. Alle 49 inzittenden komen daardoor om het leven.
3.3.4.2 Juli 2014
Dan nu de aanvallen op militaire vliegtuigen in de periode van 1 tot 17 juli 2014. Zoals gezegd vinden er in juli hevige gevechten plaats tussen de DPR en het Oekraïense leger. Het Oekraïense leger bombardeert veelvuldig en de DPR-strijders proberen zoveel mogelijk vijandelijke vliegtuigen neer te halen. Uit verschillende tapgesprekken waaraan de verdachten deelnemen blijkt dat ze manieren zoeken om vliegtuigen op grote hoogte neer te halen. Met name tijdens het offensief richting de zuidgrens wordt gesproken over (gewenste) luchtafweerwapens,130 over de dreiging uit de lucht,131 en over het neerhalen van vliegtuigen.132 De verdachten spreken tijdens deze gesprekken nadrukkelijk over ‘hun’ luchtafweer.133
Wanneer wij de informatie uit het dossier over aanvallen tussen 1 en 17 juli 2014 vanuit het door de DPR bezette gebied op de kaart bekijken, ziet dat er zo uit:
- 1 juli: Sukhoi gevechtsvliegtuig beschoten.
- 2 juli: Sukhoi gevechtsvliegtuig met MANPADs beschoten bij Donetsk.
- 11 juli: Sukhoi gevechtsvliegtuig beschoten bij Horlivka.
- 12 juli: helikopter neergeschoten met MANPADs bij Snizhne.
- 16 juli: twee Sukhois getroffen.
Tussen 1 en 17 juli 2014 worden er dus nog zes andere luchtvaartuigen aangevallen door de separatisten.
3.3.4.3 16-17 juli: groeiende behoefte aan sterke luchtafweer
Het lukt de DPR-strijders dus om vliegtuigen en helikopters neer te halen, maar wel slechts tot een bepaalde hoogte. Hoog vliegende vliegtuigen kunnen niet geraakt worden met het materieel dat tot dan toe beschikbaar is. De separatisten kunnen dus weinig beginnen tegen veel van de luchtaanvallen die de Oekraïense luchtmacht inzet,134 met name ook tijdens het offensief van half juli, om de opmars van de DPR te beperken.
De behoefte aan sterk luchtafweergeschut dat tot op grote hoogte vliegtuigen kan raken komt dan ook terug in tapgesprekken van 16 en 17 juli 2014. DPR-strijders bespreken in verschillende tapgesprekken van 16 juli dat ze last hebben van hoog vliegende gevechtsvliegtuigen en dat het erg moeilijk is om zulke vliegtuigen te raken.135 Ook de verdachten beklagen zich hierover.136 Ze hebben het over zware verliezen door bombardementen en bespreken dat ze ondersteuning nodig hebben. Daaronder valt ook sterkere luchtafweer, specifiek een Buk. Zo is er het gesprek van 16 juli om 18:12 uur tussen Dubinskiy en Pulatov, waarin Pulatov zegt: “what we need is long-range artillery and some good anti-aircraft weapons, 'cause the jet was firing from high altitude, so that it was out of range of virtually all system.”137 In een gesprek van 16 juli om 18:55 uur is te horen dat Dubinskiy zegt dat zijn verkenningsbataljon en zijn ‘special ops’ compagnie in Marinovka zijn en dat zij bij de inname van Marinovka geen verliezen hebben geleden, tot het moment dat een vliegtuig aanvallen begon uit te voeren ‘from as high as seven kilometers or so’. Dubinskiy zegt vervolgens dat hij uiteindelijk tien doden en dertig gewonden had.138 In een gesprek van 19:09 uur zegt Dubinskiy tegen Semenov, de plaatsvervangend commandant van het Vostok-bataljon:
“Grads are something we could fucking deal with, but if Sushkas strike in the morning... If I will be able to receive a Buk in the morning and send it there, than it's OK. If not, things will go totally fucked up. (…) we took the high grounds, those which are there, and Marynivka itself. Then I left, and after that jets came along and bombed them from as high as 5 or 6 kilometers, for they couldn't even hear the Sushkas coming..."139
Nog geen uur na dit gesprek, waarin Dubinskiy aangeeft dat hij graag een Buk wil, vindt opnieuw een gesprek plaats tussen Semenov en Dubinskiy. Semenov laat weten dat ‘dat ene ding’ waar Dubinskiy over vertelde (‘that certain something you were telling about’) naar Dubinskiy toe komt ‘in twee eenheden’.140 Dubinskiy zegt ‘ja, ja, ja ze moeten vandaag komen’ en dat hij ‘die meteen daar naartoe’ wil sturen. Dat het te maken heeft met luchtafweer blijkt ook uit het feit dat Dubinskiy zijn zin vervolgt door te zeggen dat zijn mannen het goed gedaan hebben en zonder gewonden Marinovka overnamen, maar dat erna een bombardement vanaf een hoogte van minimaal vijf kilometer werd uitgevoerd. Niemand hoorde ze aankomen.141 Vijf minuten na dit gesprek met Semenov belt Dubinskiy naar Pulatov.142 Wij laten dit gesprek nu horen.
Uit het gesprek blijkt duidelijk dat de verdachten de levering van de Buk, die die nacht zal worden gebracht, noodzakelijk achten. Dubinskiy ziet de Buk zelfs als ‘hun enige hoop’.
Een paar uur later, iets na middernacht, spreekt Dubinskiy met Khodakovsky, de commandant van het Vostok-bataljon. Khodakovsky vraagt hoe hij Dubinskiy kan helpen om het gebied te behouden, bijvoorbeeld met manschappen of materieel. Dubinskiy vraagt of ze de volgende dag tanks die kant op sturen. Khodakovsky bevestigt dit. Dubinskiy zegt dat ze wel mankracht hebben en vertelt dat zijn mannen die dag twee Sushka’s hebben neergehaald. Volgens Dubinskiy nam zijn eenheid Marinovka in met slechts drie gewonden, maar daarna begonnen Sushka’s te werken vanaf vijf kilometer hoogte en had hij tien doden.143 Khodakovsky wil dan iets zeggen maar Dubinskiy onderbreekt hem en zegt: “maar vannacht arriveert een Buk en alle problemen worden dan opgelost”. Khodakovsky biedt hem vervolgens tanks en gepantserde voertuigen aan ter ondersteuning. Khodakovsky verwijst daarbij naar ‘Dushman’ (de call sign van strijder Protsenko), die naar hen toe zal komen, als Dubinskiy daar behoefte aan heeft. Het enige dat Dubinskiy hoeft te doen is een taak te geven aan Semenov, Khodakovsky’s plaatsvervanger. Khodakovsky benadrukt dat de missie van Dubinskiy nu prioriteit heeft en dat zij hem op alle mogelijke manieren zullen proberen te ondersteunen. Vlak na dit gesprek geeft Dubinskiy de inhoud van dat gesprek door aan Girkin. Girkin geeft Dubinskiy vervolgens de opdracht om de door Khodakovsky aangeboden tanks de volgende ochtend te laten vertrekken om mee te vechten. Zij kunnen dienen als vervanging voor drie tanks die kapot zijn gegaan.144
Kortom: de DPR-strijders hebben op een belangrijk moment in hun offensief richting de zuidgrens last van luchtaanvallen van grote hoogte en de wapens die zij hebben zijn niet sterk genoeg om overvliegende vliegtuigen te raken. Zij verwachten ondersteuning, onder andere in de vorm van tanks, maar belangrijker nog: een Buk-TELAR die hun problemen zal oplossen. Als die Buk-TELAR uiteindelijk komt, wordt hij dezelfde dag nog ingezet.
3.3.5 Conclusie context
De context waarin MH17 wordt neergeschoten is welbeschouwd als volgt te omschrijven. De DPR bezet vanaf april 2014 verschillende steden in de oblast Donetsk en begint structureel geweld te plegen tegen de Oekraïense overheid en Oekraïense burgers. De verdachten sluiten zich in die periode aan bij de DPR en gaan binnen die gewapende groep nauw met elkaar samenwerken.
In juli heeft de DPR zich met hulp van de Russische Federatie versterkt en houdt het een groot deel van het Oost-Oekraïense grondgebied bezet. De strijd verhevigt en de bezetting wordt met geweld gehandhaafd: in juli zijn na maanden vechten duizenden personen om het leven gekomen, even zoveel gewond geraakt,145 en honderdduizenden zijn ontheemd.146 De DPR heeft dan al een groot aantal vliegtuigen beschoten met mitrailleurs, draagbare raketwerpers en nog zwaardere luchtafweerwapens. Meerdere van de beschoten vliegtuigen zijn door de aanvallen vernietigd en de inzittenden zijn omgekomen. Binnen de DPR werd over hun aanvallen enthousiast rapport uitgebracht. Dat de verdachten vanuit hun hecht samenwerkende groep een aansturende rol spelen bij het neerhalen van vliegtuigen blijkt uit de hiervoor besproken onderdelen van het dossier.147
De separatisten proberen vanaf begin juli een doorgang te forceren naar de Russische grens. Tijdens het DPR-offensief voert de Oekraïense luchtmacht bombardementen uit om het grondgebied te verdedigen en te voorkomen dat de separatisten de beoogde doorgang realiseren. Daarbij wordt vanaf grote hoogte geopereerd. De wens van de DPR en de verdachten om materieel te krijgen waarmee ze vliegtuigen op grote hoogte kunnen neerschieten groeit dan nog meer en de verdachten bespreken in de dagen voorafgaand aan het neerhalen van MH17 dat het goed zou zijn als ze daarvoor een Buk zouden hebben. Nogmaals: een nóg zwaarder luchtafweerwapen met een nóg groter bereik dan ze tot dan toe hebben ingezet.
Op basis van al het voorgaande is het belang van verdachten bij de gang van zaken op 17 juli duidelijk. Zij voeren gezamenlijk strijd tegen de Oekraïense krijgsmacht. Zij willen het grensgebied met de Russische Federatie innemen en de dreiging van de Oekraïense luchtmacht hindert hen daarin. De verdachten hebben zich in de voorafgaande periode gezamenlijk ingespannen om vliegtuigen neer te schieten. Uiteindelijk lukt het de verdachten een Buk-TELAR aan te laten voeren vanuit de Russische Federatie. Hoe zij dit precies doen en wat hun rol is bij de aanvoer van de Buk-TELAR richting de uiteindelijke afvuurlocatie lichten wij hierna toe.
3.4 Aanvoer van de Buk-TELAR
3.4.1. Inleiding
Wij zullen nu de aanvoer van de Buk-TELAR bespreken vanaf de grensstreek met de Russische Federatie naar de afvuurlocatie nabij Pervomaiskyi. Deze route is op basis van veel verschillende bewijsbronnen in kaart gebracht. Hoewel de aanvoer van de TELAR al vaak op zitting is besproken, is het tóch belangrijk daar vandaag wéér bij stil te staan. Aan die route kunnen immers tapgesprekken worden gekoppeld, waarin wordt gesproken over de begeleiding en bewaking van een ‘Buk’ of ‘Buk-M’ en de organisatie hiervan. De samenhang tussen deze tapgesprekken en andere bewijsbronnen voor de aanvoerroute is relevant voor de validatie van die tapgesprekken en van belang voor de beantwoording van de vraag of wat door verdachten in bepaalde tapgesprekken wordt besproken ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. En dat antwoord is weer van belang voor de beoordeling van de rol die de vier verdachten spelen bij het neerhalen van MH17. Met andere woorden: wanneer een verdachte in een tapgesprek de opdracht krijgt het transport van een ‘Buk’ of ‘Buk-M’ naar een bepaalde plaats te begeleiden en uit het onderzoek blijkt dat een Buk-TELAR op weg naar die plaats verschillende keren op beeld wordt vastgelegd en de telefoon van die verdachte volgt dezelfde route, dan zegt dat zowel iets over de authenticiteit en juistheid van het tapgesprek als over de rol die de verdachte heeft gespeeld bij het vervoer van die Buk-TELAR. Daarnaast is de aanvoerroute van de Buk-TELAR relevant voor het vaststellen van de afvuurlocatie.
Vandaar dat wij vandaag andermaal stil staan bij de aanvoer van de Buk-TELAR, te beginnen met het transport van de grensregio naar Donetsk.
3.4.2 Transport Buk-TELAR van grensregio naar Donetsk
3.4.2.1.Logistieke eenheid haalt Buk-TELAR op bij grens Russische Federatie
Hiervoor hebben we besproken dat de DPR gedurende het conflict militair materieel vanuit de Russische Federatie Oekraïne binnenbrengt. In de zomer van 2014 gebruikt de DPR daarvoor een logistieke eenheid waar onder meer Chernykh (call sign Bibliotekar) deel van uitmaakt. Vaak worden daarbij dezelfde routes en dezelfde grensovergangen gebruikt en ook dezelfde begeleidende voertuigen.
3.4.2.1.1. Logistieke eenheid vertrekt naar grens Russische Federatie
In de loop van 16 juli 2014 komt deze logistieke eenheid opnieuw in beweging. Vooraf heeft Chernykh contact met Dubinskiy. Uit een telefoongesprek van 16 juli 2014 om 16:23 uur blijkt dat Dubinskiy en Chernykh spreken over twee voertuigen die Chernykh mee moet nemen, waarvan eentje bij ‘Krot’s plaats’ staat. Het andere voertuig zou klaar staan op de plek waar een dag eerder goederen zijn uitgeladen.148
Rond acht uur ‘s avonds belt Chernykh vervolgens weer met Dubinskiy en vraagt hem welk voertuig van Kharchenko hij mee kan nemen. Dubinskiy zegt hierop dat hij er aan komt.149 De telefoons van Dubinskiy en Chernykh stralen hierbij palen aan met dekking op het Instituut voor Lichamelijke Opvoeding te Donetsk, waar de basis van Kharchenko gevestigd is. Dat Dubinskiy inderdaad naar Kharchenko is gegaan en Chernykh voertuigen heeft meegenomen volgt uit een tapgesprek van 16 juli 2014 om 22:20 uur waarin een vrouw tegen Kharchenko zegt dat ‘Khmury’, de call sign van verdachte Dubinskiy, net langs kwam en een paar auto’s mee nam.150 Vermoedelijk zijn op dit moment voertuigen opgehaald die nodig waren voor de begeleiding van het konvooi van de volgende dag.
Uit het onderzoek blijkt dat Chernykh vervolgens rond 21:30 uur vanuit Donetsk richting de Russische grensstreek vertrekt. Vanaf dat tijdstip stralen de telefoons die bij hem in gebruik zijn verschillende telefoonmasten aan op een route die leidt naar de grensstreek.
Rond half 3 ’s-ochtends wordt een telefoonmast in Sukhodilsk aangestraald. Sukhodilsk ligt ongeveer 17 kilometer ten westen van de grens met de Russische Federatie en zo’n 16 kilometer van de grenspost Severny.
3.4.2.1.2 Logistieke eenheid keert terug met Buk-TELAR
Na dit bezoek aan de grensstreek zijn de telefoons van Chernykh enkele uren niet actief. Pas op 17 juli om 08:00 uur maakt één van zijn telefoons weer contact met een telefoonmast. Deze telefoonmast staat in Yenakiieve. Niet veel later ziet getuige S16 in Yenakiieve op een kruising met de Revkomivskastraat een konvooi met daarin een grote ‘launcher’ met rupsbanden op een witte Volvo trailer. Op die launcher liggen raketten. Als hij later beelden op TV ziet concludeert de getuige dat de betreffende launcher een Buk-TELAR was.
3.4.2.2 Chernykh is met Buk-TELAR in Donetsk
Uit de telecomgegevens van een van de telefoons van Chernykh blijkt dat deze telefoon na Yenakiieve vervolgens telefoonmasten aanstraalt in Makeevka en uiteindelijk – om 09:08 uur – een mast aan de Illicha avenue in Donetsk. Op dit tijdstip belt Chernykh met Dubinskiy en voordat deze iets zegt, is te horen dat Chernykh zegt: “Guys we need to stop, we need to stop. … Let’s stand in the left lane, occupy all of it, stand in the left lane, the left one.” De linkerrijstrook waar Chernykh het over heeft, komt hierna nog terug. Vervolgens vertelt Chernykh aan Dubinskiy dat hij met de Buk is aangekomen in Donetsk. Op vragen van Dubinskiy of de Buk op een trekker-oplegger staat en of er bemanning bij is, antwoordt Chernykh bevestigend. Dubinskiy geeft Chernykh vervolgens de instructie om de Buk ‘daar naar toe’ te brengen. Chernykh antwoordt dat hij het begrijpt; hij weet kennelijk wat Dubinskiy bedoelt met ‘daar’.151
3.4.2.3 Buk-TELAR op Illicha avenue in Donetsk
De inhoud van dit telefoongesprek sluit aan bij een groot aantal andere onderzoeksbevindingen. De telefoonmast op Illicha avenue, die Chernykh tijdens dit gesprek aanstraalt, staat vlakbij de locatie aan Illicha avenue waarvandaan een foto is genomen van een Buk-TELAR die op een rode oplegger staat.
Die foto is onderzocht door zowel het NFI als het Zweedse National Forensic Centre. Hierbij zijn geen aanwijzingen voor manipulatie van de foto aangetroffen. Het KNMI concludeert dat de schaduwval die te zien is op deze foto past bij een opname op 17 juli 2014 tussen 08:48 uur en 09:32 uur. Deze bevindingen passen weer bij een bericht dat op 17 juli 2014 om 09:40 uur op het sociale mediaplatform VK is geplaatst.
In dit bericht staat dat omstreeks 9 uur een trailer met daarop een Buk vanuit Makeevka richting Donetsk is gereden en dat deze zich om 09:15 uur op een kruispunt met lllicha avenue bevond. Verder staat in dit bericht dat de trailer wordt begeleid door enkele voertuigen, dat de rebellen uit de auto’s zijn gestapt en de twee meest linker rijstroken hebben ingenomen, kennelijk in afwachting van logistieke aanwijzingen.
Verder verklaren drie getuigen dat zij de Buk-TELAR in de ochtend van 17 juli 2014 op de Illicha avenue in Donetsk hebben zien staan. Deze drie getuigen hebben hun eerste verklaringen in 2015 afgelegd, dus ruim voordat de hiervoor genoemde foto van de Buk-TELAR op Illicha Avenue in oktober 2017 openbaar is gemaakt. De eerste getuige, S27, verklaart dat de Buk-TELAR op 17 juli 2014 rond 09:15 uur geparkeerd staat op Illicha Avenue in de ‘hammer lane’, de meest linker baan. Die Buk-TELAR staat op een truck van het merk Volvo en de kleur van de cabine van de truck is wit. Getuige V43 verklaart rond 09:00 uur een witte Volvo truck te hebben zien staan op de meest linkerbaan van Illicha avenue. Op de trailer staat een Buk, die bedekt is met een camouflagenet. Voor en achter de trailer staan begeleidende voertuigen. Eén van die voertuigen is een SUV, een PAZ of een UAZ. De derde getuige ten slotte, V52, verklaart ook dat hij de trailer op Illicha avenue heeft zien staan in de buitenste rijbaan. Op die trailer staat een systeem met vier immens grote raketten. De trailer maakt deel uit van een konvooi, dat uit nóg drie voertuigen bestaat. Ook deze getuige noemt dat een van die voertuigen een UAZ is. De laatste twee getuigen zijn ook nog door de Nederlandse rechter-commissaris gehoord. Deze heeft de verklaringen onderzocht en geconcludeerd dat beide getuigen een betrouwbare verklaring hebben afgelegd.
3.4.2.4 Tussenconclusie
Terwijl Dubinskiy in de loop van de avond van 16 juli 2014 verneemt dat de Buk-TELAR waar hij zo op hoopt onderweg is, komt de logistieke eenheid van Chernykh in beweging. Geconcludeerd kan worden dat Chernykh en zijn eenheid de Buk-TELAR vervolgens in de nacht van 16 op 17 juli vanuit de grensstreek met de Russische Federatie naar Donetsk hebben verplaatst. Eenmaal in Donetsk aangekomen staat deze vanaf ongeveer 09:08 uur stil op de meest linker rijbaan van Illicha avenue.
3.4.3 Organisatie van transport en bewaking Buk-TELAR
Na het gesprek over de aankomst van de Buk in Donetsk volgt een groot aantal tapgesprekken over het verdere transport van de Buk-TELAR richting de uiteindelijke afvuurlocatie. In die gesprekken wordt door Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko de organisatie van het vervoer van de Buk van Donetsk naar Pervomaiskyi besproken. Ook wordt gesproken over de bewaking en de beveiliging van de Buk. Hoewel Girkin zelf niet deelneemt aan deze gesprekken, kan zijn betrokkenheid bij die organisatie wel uit verschillende van die gesprekken worden afgeleid.
3.4.3.1 Dubinskiy is bij Girkin in het hoofdkwartier
De eerste van die gesprekken vindt om 09:20 uur plaats tussen Dubinskiy en Kharchenko. In dit gesprek is te horen dat Dubinskiy tegen Kharchenko zegt dat hij op dat moment bij Girkin is. Kharchenko, die kennelijk in hetzelfde gebouw is, antwoordt dat hij naar boven komt.152
Uit het onderzoek volgt dat het hoofdkwartier van Igor Girkin is gevestigd in het voormalig SBU-gebouw op de Schorschastraat in Donetsk. De telefoons van Kharchenko en Dubinskiy stralen tijdens dit gesprek telefoonmasten aan die op of nabij de Schorschastraat in Donetsk staan. Ook het telefoonnummer dat op 17 juli veelvuldig door Girkin wordt gebruikt straalt de hele dag deze masten aan.
Wij leiden uit de inhoud van dit gesprek en de locaties van de telefoons af dat Dubinskiy bij Girkin is en dat Kharchenko zich kort daarna bij hem voegt. Uit de direct hierop volgende gesprekken van Dubinskiy met Chernykh, Semenov en Pulatov blijkt dat Kharchenko de opdracht heeft gekregen om het transport van de Buk-TELAR te begeleiden. Die gesprekken bespreken wij nu.
3.4.3.2 Dubinskiy wil weten of er ‘één of twee’ zijn
Twee minuten na het telefoongesprek met Kharchenko belt Dubinskiy weer naar Chernykh en vraagt of hij er ‘één of twee’ heeft meegenomen. Chernykh vertelt dat hij er maar ‘één’ heeft die op een trailer staat. Volgens Chernykh was ‘daar’ onduidelijkheid; ‘onze trailer’ was niet gebracht, dus is ‘het’ afgeladen en op eigen kracht ‘de lijn overgestoken’. Nadat Dubinskiy de bevestiging krijgt dat Chernykh ‘die’ nu met een trailer vervoert, vertelt hij hem dat ‘het’ samen met de Vostok-tanks onderweg zal gaan.153
Bij de bespreking van de context van deze feiten wezen wij al op de gesprekken die Dubinskiy in de avond van 16 juli 2014 voert met Semenov, de plaatsvervangend commandant van het Vostok-bataljon. Dubinskiy bespreekt dan dat hij in de ochtend van 17 juli een Buk zal ontvangen en naar het front zal sturen en dat ‘that certain something’ ‘in two units’ naar hem toekomt. Kort daarna spreekt Dubinskiy met Khodakovsky, de commandant van het Vostok-bataljon, en met Girkin over de bijstand en het vertrek van Vostok-tanks.154 Deze gesprekken van Dubinskiy van 16 juli sluiten dus naadloos aan op zijn gesprek van 17 juli met Chernykh over ‘één of twee’ dingen en één ding dat op een dieplader staat en met de Vostok-tanks op weg gaat.
3.4.3.3 De Buk moet mee met het Vostok-konvooi van Semenov
Meteen na het gesprek met Chernykh belt Dubinskiy naar Semenov en vertelt hem dat zijn - Dubinskiy’s - ‘Buk-M’ die nacht is aangekomen en mee moet met het Vostok-konvooi van Semenov. Dubinskiy vraagt vervolgens waar de Buk heen gebracht moet worden om te kunnen aansluiten bij het konvooi. Semenov antwoordt dat deze voorbij het motel, langs de ‘Makshosse autoweg’, kan worden gebracht.155
3.4.3.4 Chernykh moet keren en richting het motel gaan
En direct na dit gesprek belt Dubinskiy weer naar Chernykh. Als hij hoort waar Chernykh is, zegt hij dat hij moet omkeren en naar een locatie moet gaan tussen het motel en Makeevka, zodat hij kan aansluiten bij de drie Vostok-tanks. Chernykh bevestigt dat hij gaat keren.156 Op dit moment straalt de telefoon van Chernykh een antenne aan op Illicha Avenue.
3.4.3.5 Kharchenko brengt Pulatov een Buk met bestemming Pervomaiskyi
Zeven minuten na dit gesprek, iets na half 10, belt Dubinskiy met Pulatov en vertelt hem dat ‘Krot’, een bijnaam van verdachte Kharchenko, een Buk-M naar hem (Pulatov) zal brengen.157 Wij luisteren nu naar dit gesprek.
Wij hoorden Dubinskiy zojuist zeggen dat ‘deze Buk-M’ in de buurt van ‘Pervomaisk’ moet worden geplaatst, en dat drie Vostok-tanks zullen komen. Pulatov, die de avond daarvoor al van Dubinskiy had gehoord dat als die nacht een Buk zou arriveren deze direct naar hem zou gaan,158 stelt geen vragen en geeft aan dat hij het heeft begrepen.159 Eerder benoemden wij al dat Pulatov zelf verklaart dat hij op 17 juli bezig is met een colonne van tanks.160 Uit de inhoud van dit gesprek volgt dat hij óók met een Buk in de weer is. De telefoon van Pulatov straalt ten tijde van dit gesprek een telefoonmast aan in Snizhne.
3.4.3.6 Het Vostok-konvooi kan vast vertrekken
Twintig minuten na dit gesprek, om 09:51 uur, bellen Dubinskiy en Semenov opnieuw met elkaar en spreken af dat het Vostok-konvooi met tanks zelf, dus zonder de Buk-TELAR, naar Stepanovka zal rijden. Zij hoeven niet op Kharchenko te wachten. De tanks van Semenov gaan onder begeleiding van ‘Dushman’, de call sign van DPR strijder Protsenko, naar Stepanovka en daar zijn ‘Kep’ en ‘Tor’ ook. Kharchenko, zo stelt Dubinskiy, weet waar de Buk heen moet en hij zal hem zelf begeleiden.161
3.4.3.7 Chernykh moet naar het motel gaan
Dubinskiy deelt twee minuten later nogmaals aan Chernykh mee dat hij naar het motel moet gaan, in de richting van Makeevka. ‘Krot’ zal hem daar oppikken.162 Chernykh straalt op dat moment nog steeds een telefoonmast op Illicha avenue aan.
3.4.3.8 Kharchenko moet naar Pervomaiskyi voor bewaking Buk
Meteen daarna belt Dubinskiy naar Kharchenko en zegt dat ‘dat ding’ achter de motel rotonde (‘ring motel’) zal staan en dat hij contact moet opnemen met Bibliothekar, de call sign van Chernykh. Hij vraagt vervolgens aan Kharchenko of hij begrijpt wat Dubinskiy bedoelt. Kharchenko bevestigt dit en stelt geen vragen. Verder geeft Dubinskiy aan Kharchenko de opdracht om met zijn mensen naar de ‘omgeving van Pervomaiskoye’ te gaan. Zijn taak is ‘reserve plus bewaking van dat dingetje dat je nu gaat begeleiden’. Pulatov zal ook daar naartoe komen, aldus Dubinskiy.163 Met Pervomaiskoye wordt Pervomaiskyi bedoeld. En dat met ‘dat dingetje dat je nu gaat begeleiden’ de Buk-TELAR wordt bedoeld, blijkt onmiskenbaar uit het gesprek dat Dubinskiy direct aansluitend met Pulatov voert.164
3.4.3.9 Pulatov moet naar Pervomaiskyi voor bewaking en organisatie Buk
Wij laten dat gesprek nu horen.
In dit gesprek (van 09:55 uur) vraagt Dubinskiy dus aan Pulatov om aan Cap door te geven dat de drie ‘neushoorns van Vostok’ naar hem gaan. Tegen de achtergrond van de andere gesprekken, begrijpen wij dat het hier om drie tanks gaat. Pulatov zegt Dubinskiy dat hij het begrijpt en zojuist met ‘Pervyi’ heeft gesproken. Zoals we eerder al aangaven: Pervyi is een bijnaam van Girkin en betekent ‘de eerste’, in dit tapgesprek vertaald als ‘the first’. Vervolgens zegt Dubinskiy dat Pulatov op ‘Lyonya’, een bijnaam van Kharchenko, moet wachten die op dat moment de ‘BM’ begeleidt. Pulatov beaamt dat hij het begrepen heeft, maar zekerheidshalve zegt Dubinskiy dan nog: ‘Buk, Buk, ja?’. Vervolgens zegt Dubinskiy dat Pulatov, ‘Lyonya’ en ‘al onze mensen’ de plaats ‘Pervomaiskoye’ moeten zoeken en in die omgeving in reserve moeten gaan. Dubinskiy geeft Pulatov en zijn mannen als taak ‘bewaking van deze Buk en de organisatie van dit alles’.165 Zoals gezegd wordt met Pervomaiskoye het Oekraïense plaatsje Pervomaiskyi bedoeld.
3.4.3.10 Girkin heeft Pulatov instructies gegeven
Vijf minuten later, iets na 10 uur, wordt Girkin gebeld door DPR-strijder Averyanov, een commandant in de omgeving van Stepanovka en Marinovka. Averyanov zegt tegen Girkin dat de ‘eerste vergadering’ op dat moment plaats vindt en vraagt Girkin om duidelijkheid met betrekking tot de hiërarchie: heeft Cap de leiding of Giurza? Girkin antwoordt dat zolang Pulatov nog niet is vertrokken Pulatov de leiding heeft, maar dat hij bij vertrek de leiding aan Cap zou overdragen.166 Cap is een commandant in de omgeving van Snizhne. Vervolgens vertelt Girkin dat de mannen van Pulatov in reserve worden geplaatst. Ook zegt hij dat hij alle instructies aan Pulatov heeft gegeven.167
Dat Pulatov in reserve wordt geplaatst en instructies heeft gekregen van Girkin komt overeen met het vorige gesprek dat wij zojuist bespraken, waarin Pulatov tegen Dubinskiy zegt dat hij kort daarvoor met ‘Perviy’ heeft gesproken en Dubinskiy hem vertelt dat hij met zijn mannen in reserve moet gaan ‘in de omgeving van Pervomaiskoye’. Die bestemming ligt iets ten zuiden van Snizhne, waar Pulatov - zo volgt ook uit zijn videoverklaring168 - op dat moment deelneemt aan een stafvergadering en volgens Girkin de leiding heeft.
3.4.3.11 Tussenconclusie
Wij hebben net enkele tapgesprekken besproken die, na het arriveren van de Buk-TELAR in Donetsk, binnen een tijdsbestek van ongeveer een uur hebben plaatsgevonden. Vanuit het hoofdkwartier van Girkin bespreekt Dubinskiy met Kharchenko en Pulatov dat de Buk-TELAR vanuit Donetsk naar Pervomaiskyi moet worden vervoerd, dat Kharchenko dit transport zal begeleiden en dat Pulatov in de omgeving van Pervomaiskyi op hem moet wachten en de verdere organisatie op zich moet nemen. Ook Girkin heeft Pulatov instructies gegeven. Dubinskiy bespreekt de logistieke uitvoering van het Buk-transport ook met andere personen binnen de DPR. Zo geeft hij Chernykh specifieke opdrachten om zich met het konvooi vanaf Illicha Avenue in Donetsk naar het motel te verplaatsen en daar op Kharchenko te wachten, terwijl Dubinskiy aan Semenov vertelt dat het Vostok-konvooi, waarvan in eerste instantie de bedoeling was dat het de Buk-TELAR zou begeleiden, alvast kan vertrekken.
De verschillende elementen die in de zojuist besproken tapgesprekken naar voren komen, het verplaatsen van de Buk naar de omgeving van Pervomaiskyi, de begeleiding daarvan door Kharchenko en het bewaken en de organisatie door Pulatov, komen overeen met andere bewijsbronnen over de gang van zaken op 17 juli 2014. Dit is onder meer zichtbaar in het vervolg van de route die de Buk-TELAR op 17 juli 2014 heeft afgelegd. Wij gaan die route nu bespreken en we beginnen met het transport van Donetsk naar Snizhne.
3.4.4 Transport Buk-TELAR van Donetsk naar Snizhne
3.4.4.1 Konvooi Buk-TELAR staat stil bij motel in Donetsk
3.4.4.1.1 Motel Donetsk
Uit de zojuist besproken gesprekken en zendmastgegevens van Chernykh volgt dat het konvooi van de Buk-TELAR op 17 juli 2014 vanaf ongeveer 09:00 uur enige tijd stilstaat op Illicha avenue te Donetsk. In enkele gesprekken wordt gesproken over ‘motel’ en ‘rotonde’. In het verlengde van Illicha avenue, in de richting van Makeevka, ligt daadwerkelijk een rotonde. Aan die rotonde liggen een bushalte met de naam ‘motel’ en een gebouw met daarop een bord waarop het woord ‘motel’ (‘MOTEЛЬ’) is geschreven.
3.4.4.1.2 Video Donetsk
In een parkeerhaven bij deze rotonde wordt op 17 juli 2014 een Buk-TELAR op een trailer gefilmd. Op deze video is te zien dat de vrachtwagen en de trailer met daarop de Buk-TELAR samen met enkele andere voertuigen aan de rechterkant van de weg staan. Wij laten nu een deel van die video zien.
Het NFI heeft deze video onderzocht en geen aanwijzingen voor manipulatie gevonden.169 Uit de GPS-data die zijn aangetroffen in de eigenschappen van de video en aanvullend onderzoek naar de opnamelocatie van de video volgt dat deze parkeerhaven zich bevindt op de Makeevka snelweg in Donetsk nabij voornoemde rotonde. Dit is enkele honderden meters vanaf de eerdere stopplaats van de Buk-TELAR op Illicha avenue. In de eigenschappen van de video worden de datum 17 juli 2014 en het tijdstip 10:23:54 uur vermeld. Dit tijdstip klopt met onderzoek dat is uitgevoerd door het KNMI. Uit dit onderzoek volgt dat het schaduwbeeld dat in deze video te zien is, past bij een opname op 17 juli 2014 tussen 10:13 en 10:26 uur.
Als we vervolgens terugkijken naar de eerdere telefonische instructie van Dubinskiy aan Chernykh van 09:03 uur om vanaf zijn locatie (op Illicha avenue) terug te gaan naar het motel, in de richting van Makeevka, waar Kharchenko (‘Krot’) hem zal oppikken,170 dan moeten we op basis van de video vaststellen dat Chernyk die opdracht van Dubinskiy heeft uitgevoerd: op die video is te zien dat de trailer met de Buk-TELAR is gedraaid en zich vanaf de stopplaats op Illicha avenue in de richting van het motel en de rotonde heeft verplaatst en daar is stilgezet.
3.4.4.2 Kharchenko voegt zich bij het konvooi in Donetsk
In de zojuist besproken tapgesprekken is verder te horen dat Kharchenko van Dubinskiy te horen krijgt dat het ‘ding’ achter de ‘rotonde motel’ staat en dat hij contact op moet nemen met Chernykh. Uit de telefoongegevens blijkt dat Kharchenko direct na bovenstaand gesprek, om 09:55 uur, op een van zijn nummers wordt gebeld door Chernykh. Omdat dit betreffende nummer (380950165197) dan nog niet wordt getapt, en het nummer waarmee Chernykh belt evenmin, is de inhoud van dit gesprek niet bekend.
Tien minuten na het contact van Chernykh met Kharchenko laat Kharchenko aan Protsenko (call sign Dushman) weten dat hij van plan is om binnen 40 minuten bij het motel te zijn.171 Protsenko is, zoals we net bespraken, aangewezen om de drie Vostok-tanks naar Stepanovka te begeleiden. De telefoon waarmee Kharchenko dit gesprek voert, straalt op dat moment een mast aan in het centrum van Donetsk.173 We zien dat hier.
Om 10:55 uur, ongeveer 50 minuten na het telefoontje met Protsenko, straalt een telefoon in gebruik bij Kharchenko inderdaad een zendmast aan op Illicha avenue in Donetsk.
Dit is vlakbij de hiervoor beschreven rotonde, motel en parkeerhaven. Dit duidt erop dat Kharchenko zich vanuit het centrum van Donetsk naar de omgeving van het motel heeft verplaatst om zich aan te sluiten bij het konvooi met de Buk-TELAR, precies zoals Dubinskiy hem een uur eerder (om 09:54 uur) telefonisch had geïnstrueerd.173
Dat Kharchenko zich inderdaad bij het konvooi met de Buk-TELAR voegt en de begeleiding overneemt van Chernykh, volgt uit een analyse van de verkeersgegevens van twee telefoons die bij hem in gebruik waren. Uit deze analyse blijkt dat beide telefoons op 17 juli 2014 verschillende telefoonmasten aanstralen op diverse locaties gelegen tussen Donetsk en Snizhne. Op die locaties zijn, rond de momenten waarop de telefoons van Kharchenko bepaalde zendmasten aanstralen, foto’s en video’s gemaakt van het konvooi met de Buk-TELAR. Ook hebben meerdere getuigen de Buk-TELAR op deze locaties gezien. Wij zullen deze bewijsbronnen nu bespreken.
3.4.4.3 Konvooi Buk-TELAR rijdt van Donetsk naar Makeevka
Het konvooi met de Buk-TELAR verplaatst zich vanuit de parkeerhaven bij het motel richting Makeevka. Dit wordt door meerdere getuigen gezien.
3.4.4.3.1 Getuigen Donetsk-Snizhne
Zo verklaart getuige S27 dat hij op 17 juli 2014 tussen 11:00 en 12:00 uur vanaf het motel bij de uitgang van Donetsk, via Makeevka en Khartsizsk, richting Snizhne achter een konvooi van voertuigen komt te rijden die achter een Buk aan rijden.
En getuige V09 verklaart tegenover de Nederlandse rechter-commissaris dat hij op 17 juli 2014 in de omgeving van Donetsk een gewapend konvooi ziet staan, met daartussen op een witte vrachtwagen een installatie die hij naar aanleiding van filmpjes die hij later zag een Buk noemt. Op die Buk ziet getuige onder een camouflagenet raketten met vermoedelijk een witte kop. Getuige ziet dat het transport vertrekt in de richting van Makeevka. V09 heeft op de rechter-commissaris een betrouwbare en geloofwaardige indruk gemaakt. 174
3.4.4.3.2 Video Makeevka
Tussen Donetsk en Makeevka is het Buk-transport ook vastgelegd met een dashboard camera. Deze video hebben we tijdens de inhoudelijke behandeling in juni laten zien en uitgebreid besproken. Wij volstaan hier met een korte samenvatting van wat op die video is te zien. Dat betreft een konvooi dat vermoedelijk bestaat uit een donkere Peugeot 3008, een zilver- of lichtgekleurde Toyota RAV4, een UAZ 469, een donkerkleurige Volkswagen Transporter, een witte Ssang Yong Korando en een witte Volvo truck met roodkleurige oplegger met hierop een Buk-TELAR.
Om de authenticiteit van die video te verifiëren, is nader onderzoek verricht. Kort samengevat betreft dit: het horen van de maker van de video (S32), onderzoek aan diens camera en SD-kaarten, vergelijkend beeldonderzoek met beelden van Google Streetview en Google Maps en onderzoek naar omgevingskenmerken en de benzineprijzen die op de dashcamvideo te zien zijn door het onderzoeksteam. Verder heeft het KNMI omgevingskenmerken en het weerbeeld onderzocht, terwijl het NFI metadata- en brononderzoek heeft verricht en onderzoek heeft gedaan naar beeldmanipulatie. Hierbij zijn geen aanwijzingen gevonden voor manipulatie. Ook is de video onderzocht door de European Space Agency, ook wel ESA genoemd. Hieruit blijkt dat belangrijke herkenningspunten in de dashcamvideo ook zichtbaar zijn op een satellietfoto van 17 juli 2014.175 Tot slot zien we dat een telefoon van Kharchenko om 11:13 uur een telefoonmast aanstraalt in Makeevka (op de Gorodetzka straat) in de buurt van de opnameplaats van de dashcamvideo.
3.4.4.4 Konvooi Buk-TELAR rijdt van Makeevka naar Zuhres
Niet alleen het konvooi beweegt, de telefoons van Kharchenko bewegen mee.
3.4.4.4.1 Sharpov moet in Pervomaiskyi op Kharchenko wachten
Na het aanstralen van de zojuist genoemde zendmast in Makeevka om 11:13 uur straalt een telefoon van Kharchenko om 11:27 uur een mast aan in Khartszisk, gevolgd door een zendmast in Zuhres.
Deze laatste mast wordt aangestraald als Kharchenko om 11:31 uur een telefoongesprek voert met een van zijn ondergeschikten, Sharpov. In dit telefoongesprek zegt Kharchenko tegen Sharpov dat hij samen met Dikson en de zijnen naar Pervomaiskyi, dat vóór Snizhne ligt, moet gaan. Sharpov moet daar op Kharchenko wachten, want hij is er bijna.176
3.4.4.4.2 Kharchenko nadert Snizhne
Vijf minuten na dit gesprek belt Kharchenko om 11:36 uur met een andere ondergeschikte, Gilazov, en vertelt dat hij Snizhne nadert.177 De telefoon waarmee Kharchenko belt, straalt op dat moment een andere zendmast aan in Zuhres.
3.4.4.4.3 Video Zuhres
In Zuhres is de Buk-TELAR weer vastgelegd op beeld. Op een video is een vrachtwagencombinatie te zien met een witte cabine met op de zijkant een blauwe horizontale streep. We zien dit nu.
Achter deze cabine is een donkerkleurige dieplader zichtbaar met daarop een Buk-TELAR. Volgens de eigenschappen van de video is deze opgenomen op 17 juli 2014 om 11:39:59 uur. Dit tijdstip past bij de bevindingen van het KNMI, dat op basis van onderzoek naar het weerbeeld en schaduwen in de video concludeert dat de beelden passen bij een opname op 17 juli 2014 tussen 11:27 en 11:43 uur. Ook bevat het videobestand metadata, waaronder GPS coördinaten van de plaats van opname. Door het onderzoeksteam is gecontroleerd of die coördinaten overeenkomen met hetgeen op de video te zien is. De conclusie is dat de coördinaten inderdaad passen bij de opname en dat de beelden van de Buk-TELAR zijn opgenomen vanuit een flatgebouw dat uitkijkt op de hoofdweg H21 in Zuhres.
3.4.4.4.4 Telefoongegevens Kharchenko
Uit de verkeersgegevens van een telefoon van Kharchenko blijkt dat deze tijdens de zojuist besproken gesprekken met Sharpov en Gilazov telefoonmasten aanstraalt in de directe omgeving van de opnamelocatie van de video.
3.4.4.4.5 Vostok-konvooi
Ook de telefoon van de al eerder genoemde Protsenko (call sign Dushman) straalt op ongeveer hetzelfde moment als Kharchenko een mast aan in Zuhres. Zoals gezegd, was Protsenko belast met de begeleiding van de Vostok-tanks, die aanvankelijk met de Buk-TELAR mee zouden rijden,178 maar waarvan Dubinskiy later besluit dat deze al eerder kunnen vertrekken.179 De aanwezigheid van de begeleider van de colonne Vostok-tanks in Zuhres past bij een andere video die twee minuten vóór de video van de Buk-TELAR, om 11:37:58 uur, vanaf dezelfde locatie in Zuhres wordt opgenomen. Op deze video is een stilstaande gun truck van het type Ural 4320-31 te zien. Een zelfde type gun truck, gevolgd door een drietal tanks, is eerder die dag ook in Makeevka gefilmd. Ook toen straalde de telefoon van Protsenko een mast aan in de omgeving van die opnamelocatie. Uit verschillende bewijsbronnen volgt dat dit Vostok-konvooi via dezelfde route als het konvooi met de Buk-TELAR van Donetsk naar Snizhne rijdt. De drie tanks van het Vostok Bataljon worden, zoals al eerder is benoemd, in een aanzienlijk aantal tapgesprekken van 16 en 17 juli 2014 besproken. Die serie gesprekken begint met het gesprek tussen Dubinskiy en Khodakovsky in de nacht van 16 op 17 juli en omvat ook meerdere tapgesprekken waaraan Kharchenko en Pulatov deelnemen.180
3.4.4.5 Konvooi Buk-TELAR rijdt van Zuhres via Shakhtarsk en Torez naar Snizhne
3.4.4.5.1 Tweet
Terug naar het konvooi met de Buk-TELAR. Uit een Twitter bericht van 12:51 uur en de verklaring van getuige S37 volgt dat het konvooi met de Buk-TELAR na Zuhres via Shakhtarsk naar Torez rijdt.
3.4.4.5.2 Video Torez
In Torez wordt de Buk-TELAR vastgelegd op video. De metadata van de video bevatten een exact tijdstip waarop deze is opgenomen, maar omwille van de veiligheid van de bron is dit exacte tijdstip afgeschermd en ruimer omschreven als ‘omstreeks 12:00 uur’. Ook zijn de omgevingskenmerken op de video afgeschermd. Op basis van die afgeschermde omgevingskenmerken kon worden vastgesteld dat de video is gemaakt op een specifieke geolocatie in Torez. We spelen deze video nu af.
Er is een aantal voertuigen te zien: een donkerkleurig personenbusje, vermoedelijk een Volkswagen Transporter, een witte Volvo vrachtwagen met rode dieplader met daarop een Buk-TELAR en een groenkleurige Jeep, vermoedelijk een UAZ.
3.4.4.5.3 Foto Torez
In Torez is ook een foto van de Buk-TELAR gemaakt. Deze foto is later op de dag, respectievelijk om 19:59 uur en 20:55 uur, op Facebook en VK geplaatst. In het begeleidend Facebook-bericht wordt vermeld dat deze Buk MH17 zou hebben neergeschoten en eerder die dag in Torez is gezien op de route naar Snizhne. Volgens het KNMI past het beeld op de foto bij een opname op 17 juli 2014 tussen 12:34 uur en 12:47 uur lokale tijd. Ook op Twitter wordt melding gemaakt van het voorbij rijden van een Buk-TELAR in Torez in de richting van Snizhne. Dit bericht wordt geplaatst op 17 juli 2014 om 12:07 uur.
3.4.4.6 Tussenconclusie
Uit het voorgaande blijkt dat de route van het Buk-konvooi vanaf Illicha avenue in Donetsk naar Snizhne nauwkeurig kan worden gereconstrueerd. Op dit deel van de route is het transport van de Buk-TELAR door verschillende getuigen waargenomen en meermalen op beeld vastgelegd. Het gaat daarbij om zoveel verschillende waarnemingen dat het niet anders kan dan dat er die dag, op die route en op die tijdstippen een konvooi met daarin een oplegger met daarop een Buk-TELAR heeft gereden. De verschillende waarnemingen ondersteunen elkaar en sluiten nauwkeurig aan bij de tapgesprekken die aan het vertrek van het konvooi voorafgaan.
3.4.5 Buk-TELAR rijdt zelfstandig van Snizhne naar afvuurlocatie
3.4.5.1 Pulatov voegt zich bij konvooi in Snizhne
Iets voor half 1 ’s middags belt Kharchenko met Gilazov en zegt hem ‘hierheen’ te komen. Kort erna, om 12:29 uur straalt een telefoon van Kharchenko voor het eerst een telefoonmast aan in Snizhne.183
Tien minuten na dit gesprek belt Kharchenko met Pulatov. In dit gesprek van 12:42 uur zegt Kharchenko tegen Pulatov dat hij met ‘het speelgoed’ in Snizhne staat, naast de Furshet. De Furshet is een supermarkt in Snizhne. Pulatov vraagt hem daar te wachten en zegt dat hij naar hem toe komt.184 Volgens verschillende bewijsbronnen bevindt zich vlakbij de Furshet ook een hoofdkwartier van de DPR-afdeling van Snizhne en een opslagplaats voor militair materieel,185 waaronder die van de afdeling luchtafweer Snizhne. Uit een tapgesprek van nog geen tien minuten later blijkt dat Pulatov en Kharchenko elkaar bij de Furshet-supermarkt ontmoeten. Eerst kan Pulatov Kharchenko niet vinden, maar dan wijst Kharchenko hem op de ‘trailer’, ‘daar waar de rotonde is’ en treffen ze elkaar. Hieruit blijkt dat de trailer met de Buk-TELAR op dat moment bij de Furshet-supermarkt staat.186 Tijdens dit gesprek van 12:51 uur stralen de telefoons van Pulatov en Kharchenko telefoonmasten aan in de buurt van de Furshet in Snizhne. Deze gesprekken en telefoongegevens worden bevestigd door getuige S20. Hij ziet omstreeks 12:30 uur bij de Furshet-supermarkt in Snizhne een dieplader met daarop een Buk.
3.4.5.2 Buk-TELAR wordt afgeladen en rijdt zelfstandig verder
In Snizhne eindigt het transport van de Buk-TELAR. Vanuit deze plaats rijdt de Buk op eigen kracht verder, onder begeleiding van een personenauto. Dat blijkt uit verschillende bewijsbronnen.
3.4.5.2.1 Getuigen Snizhne
Zo ziet getuige V22 dat in Snizhne (nabij Leninstraat) een Buk van een trailer wordt afgeladen. Vervolgens ziet hij dat de Buk-TELAR zelfstandig verder rijdt en hierbij begeleid wordt door een donkere jeep. Beide voertuigen stoppen enkele minuten bij café Ugolek. Daarbij ziet V22 rook en ruikt hij de geur van diesel. De rechter-commissaris heeft deze getuigenverklaring onderzocht en geconcludeerd dat deze betrouwbaar is. Ook een andere getuige, V7, ziet in de vroege middag een zelfstandig rijdende Buk bij hetzelfde café Ugolek (‘Uholok’) in Snizhne. Getuige V7 verklaart dat deze Buk wordt begeleid door een SUV en dat zij samen stoppen. Na de stop gaan de Buk en de SUV bij het café linksaf en rijden verder naar het oosten. Ook van deze getuige heeft de rechter-commissaris geoordeeld dat hij een betrouwbare verklaring heeft afgelegd.188
3.4.5.2.2 Foto Snizhne
Verder is in de vroege nacht van 17 op 18 juli 2014 een foto op Twitter geplaatst, waarop een zelfstandig rijdende Buk-TELAR is te zien, die een appartementencomplex passeert.
NB hier stond eerder dat deze tweet in de middag is geplaatst,. Dat verwees naar de tijd weergegeven door Twitter (14.27 uur Amerikaanse tijd). De tijd van plaatsing volgens Oekraiense tijd is 00.27 uur op 18 juli 2014, zoals ook in het procesdossier (Primo-09022) staat vermeld.
Op basis van de tekst bij de tweet en kenmerken op de foto komt het JIT tot de conclusie dat de foto is gemaakt vanaf een locatie op de 50 jaar oktober straat in Snizhne en dat de Buk-TELAR rijdt op de Karapetianstraat, vlakbij het eerder genoemde café Ugolek. Na onderzoek concludeert het KNMI dat de schaduwen en weersomstandigheden op deze foto passen bij een opname op 17 juli 2014 tussen 13.07 uur en 13.33 uur.
3.4.5.2.3 Getuige Snizhne
Even verderop wordt de Buk-TELAR gezien door getuige V51.
Om 13:10 of 13:15 uur ziet hij materieel voorbij rijden dat hij nog niet eerder heeft gezien. Dit materieel rijdt zelfstandig, is bedekt met een net en produceert een luid gebrul dat lijkt op dat van een tank. Hij ziet het materieel op de Gagarinstraat rijden in de richting van Saur-Mogila. Ook deze getuige heeft volgens de rechter-commissaris een betrouwbare verklaring afgelegd.189
3.4.5.2.4 Video Snizhne
Dit vervolg van de route van de Buk-TELAR wordt bevestigd door een video die wij nu zullen tonen. Hierop is een Buk-TELAR te zien die op eigen kracht achter een personenauto aanrijdt.
Op basis van de omgevingskenmerken op deze video kan worden vastgesteld dat de Buk op de door getuige V51 genoemde Gagarinstraat (landweg T0522) rijdt, in de richting van Saur-Mogila en Pervomaiskyi.
Volgens het KNMI passen deze videobeelden bij een opname op 17 juli 2014 tussen 13:11 en 13:58 uur lokale Oekraïense tijd. Het bewolkingsbeeld op de video komt overeen met het vastgestelde bewolkingsbeeld van 17 juli 2014 in dat gebied. Naar aanleiding van beweringen van de Russische regering dat deze video zou zijn gemanipuleerd en op een andere datum zou zijn gemaakt, is nader onderzoek verricht door Zweedse forensische beelddeskundigen en het NFI.190
Daarbij zijn geen aanwijzingen gevonden voor manipulatie. De door de Russische regering opgevoerde uploaddatum van 16 juli 2014 wordt veroorzaakt door een programmeerfout in het programma van YouTube. Deze programmeerfout is door Google bevestigd. Gelet op alle bevindingen staat buiten twijfel dat deze video gemaakt is in de middag van 17 juli 2014.
3.4.5.3 Sharpov vraagt Kharchenko de weg naar Pervomaiskyi
Om 13:09 uur wordt Kharchenko gebeld door zijn ondergeschikte Sharpov. Dat is dezelfde Sharpov die eerder die ochtend van Kharchenko de instructie kreeg dat hij met zijn mannen naar Pervomaiskyi moest gaan en daar op Kharchenko moest wachten.191 In dit nieuwe gesprek vraagt Sharpov aan Kharchenko of hij de goede weg heeft gekozen. Sharpov vraagt of het klopt dat zijn bestemming ‘voorbij Snizhne’ is, ‘de laatste controlepost vóór Stepanovka en linksaf’. Volgens Sharpov zou ‘Pervomayskoye’ bij de eerste controlepost liggen. Daarop zegt Kharchenko dat ze elkaar ‘ergens in dat gebied’ zullen treffen.192 De telefoon van Kharchenko straalt op dat moment een zendmast aan in Snizhne. Uit de verklaringen van onder andere getuigen X48, S21, M58 en een journalist volgt dat zich naast de afvuurlocatie bij Pervomaiskyi, op de weg tussen Snizhne en Stepanovka, inderdaad een controlepost van de DPR bevindt.
3.4.5.4 Telefoon van Kharchenko volgt richting van Buk-TELAR
Terwijl de Buk-TELAR vanuit Snizhne richting Pervomaiskyi rijdt, beweegt een telefoon van Kharchenko zich in dezelfde richting. Om 13:09 uur straalt deze telefoon een zendmast aan in het centrum van Snizhne en om 13:39 uur een zendmast in Pervomaiske, vlakbij Pervomaiskyi.
3.4.5.5 Pulatov zoekt contact met bemanning Buk-TELAR
Terwijl de Buk-TELAR zelfstandig richting de afvuurlocatie rijdt, zoekt Pulatov (om 13:35 uur) tevergeefs telefonisch contact met de gebruiker van het telefoonnummer dat eindigt op -6335, een nummer dat wij niet eerder in de ons beschikbare telecomgegevens terugzien. Dit nummer zoekt vervolgens ruim een kwartier later contact met het nummer van Pulatov. Uit de historische verkeersgegevens van het nummer -6335 volgt dat deze op 17 juli 2014 om 13:52 uur een zendmast aanstraalt in Snizhne.193 Dit is dezelfde zendmast die de telefoon van Pulatov op dat moment aanstraalt. Deze mast heeft een groot bereik. Zo volgt uit de netwerkmetingen die zijn uitgevoerd in 2015 dat deze zendmast ook aangestraald kan worden vanaf de afvuurlocatie nabij Pervomaiskyi.
Hoewel er geen afgeluisterde telefoongesprekken zijn van het nummer dat eindigt op -6335, kan op basis van andere bevindingen in het onderzoek worden geconcludeerd dat de gebruiker van dat nummer in contact staat met de bemanning van de Buk-TELAR, dan wel één van de bemanningsleden is. Deze conclusie kan met name worden getrokken op basis van afgeluisterde gesprekken van ná het neerschieten van MH17, waar wij later nog uitgebreid op in zullen gaan.
3.4.5.6 Tussenconclusie
Kort samengevat: na aankomst van het Buk-konvooi in Snizhne, voegt Pulatov zich bij Kharchenko en de Buk bij de Furshet-supermarkt. Niet lang hierna wordt de Buk-TELAR van de trailer gehaald. Daarna rijdt het rupsvoertuig zelfstandig verder in de richting van Pervomaiskyi. Terwijl de Buk-TELAR onderweg is, belt Kharchenko met een ondergeschikte over de bestemming bij Pervomaiskyi, in de omgeving van een controlepost. Kort daarna zoekt Pulatov vanuit Snizhne contact met de bemanning van de Buk-TELAR.
3.4.6 Buk-TELAR komt aan op de afvuurlocatie
3.4.6.1 Een voertuig in een veld moet bewaakt worden
Om 14:07 uur vindt een telefoongesprek plaats, waaruit kan worden afgeleid dat de Buk-TELAR de afvuurlocatie heeft bereikt. In dit gesprek geeft Kharchenko aan de gebruiker van de telefoon van Sharpov de opdracht om een voertuig te bewaken dat verderop in een veld is gestopt. Ook geeft Kharchenko aan dat hij Gilazov (Ryazan) zal ophalen en dan ook ‘naar daar’ zal komen; dan zullen zij ‘de gebeurtenissen verder laten ontwikkelen’.194 We zullen dat gesprek nu afspelen.
3.4.6.2 Gilazov en Kharchenko naar de afvuurlocatie
Dezelfde Gilazov belt om 14:10 uur met Kharchenko. Ze spreken af bij de Furshet in Snizhne.195 Een klein kwartier na dit gesprek straalt Kharchenko een zendmast aan in het centrum van Snizhne. Hierna worden tot 16:48 uur helemaal geen zendmasten meer aangestraald door de telefoons van Kharchenko.196 Volgens het gesprek dat Kharchenko kort daarvoor met Sharpov had (om 14:07 uur), zou Kharchenko eerst Gilazov ophalen en vervolgens ‘naar daar’ komen, kennelijk verwijzend naar het veld met het voertuig dat bewaakt moest worden. Daaruit volgt dat Kharchenko van plan is om na zijn ontmoeting met Gilazov bij de Furshet (na 14:24 uur) met hem naar de afvuurlocatie te gaan.
3.4.6.3 Gilazov in de omgeving van de afvuurlocatie
Dat Gilazov inderdaad in de omgeving van de afvuurlocatie is als MH17 wordt neergeschoten, volgt uit een chatgesprek van Gilazov in mei 2015 op VK. In die chat wordt hem gevraagd wie de Boeing heeft neergeschoten. In antwoord op die vraag zegt Gilazov dat hij ‘daar’ was, dat het ‘de onzen’ waren en dat het ‘per ongeluk’ was. Daar komt bij dat de telefoon van Gilazov rondom het tijdstip van het neerhalen van MH17 zendmasten aanstraalt in Pervomaiske, in de buurt van het landbouwveld nabij Pervomaiskyi.
3.4.6.4 Tussenconclusie
Omstreeks twee uur in de middag bereikt de Buk-TELAR zijn eerder besproken bestemming in een veld bij Pervomaiskyi. Om 14:07 uur geeft Kharchenko telefonisch opdracht de Buk te bewaken, die dan net in het veld is gestopt. Kharchenko zegt dat hij daar zelf ook heen komt, samen met zijn ondergeschikte Gilazov. Nadat Kharchenko en Gilazov hebben afgesproken bij de Furshet in Snizhne, wordt het stil op de tap op het nummer van Kharchenko.197 Het eerstvolgende gesprek dat met deze telefoon wordt gevoerd is het gesprek van 16:48 uur, ruim 20 minuten nadat MH17 is neergeschoten. Waar Kharchenko in de tussentijd is, blijft dus onduidelijk. Gilazov is in elk geval in de omgeving van de afvuurlocatie, als MH17 wordt neergeschoten.
3.4.7 Conclusie aanvoer Buk-TELAR
Wij komen tot onze conclusie over het bewijs voor de aanvoer, bewaking en organisatie van de Buk-TELAR. Omdat de DPR ernstige verliezen lijdt door luchtaanvallen van grote hoogte, wordt in de nacht van 16 op 17 juli 2014 een Buk-TELAR de grens tussen de Russische Federatie en Oekraïne over gesmokkeld en door een logistieke eenheid van de DPR onder begeleiding van Chernykh naar Donetsk gebracht. Zodra Dubinskiy van Chernykh verneemt dat de Buk-TELAR in Donetsk is gearriveerd, zorgt hij er vanuit het kantoor van Girkin voor dat het verdere transport en de bewaking van de Buk-TELAR door twee van zijn directe ondergeschikten, Pulatov en Kharchenko, worden geregeld. Dat Pulatov met deze opdracht wordt belast, is gezien de voorgeschiedenis logisch. Hij is immers degene die als leidinggevende van de DPR troepen in dit gebied de avond daarvoor bij Dubinskiy aangaf dat hij dringend behoefte had aan een deugdelijk luchtverdedigingssysteem en vervolgens van Dubinskiy te horen kreeg dat als er een Buk zou komen, deze direct naar Pulatov zou gaan. Zodra de Buk in Donetsk is gearriveerd, krijgen Pulatov en Kharchenko te horen waar de Buk-TELAR naar toe moet: naar Pervomaiskyi.
In het vervolg van de ochtend wordt de Buk-TELAR onder begeleiding van Kharchenko vanuit Donetsk naar Snizhne gebracht, waar Pulatov conform de opdracht van Dubinskiy op hem wacht. Ondertussen zorgt Kharchenko er voor dat zijn ondergeschikten, waaronder Sharpov en Gilazov, ook die kant op komen. Onder toezicht van Kharchenko bereikt de Buk-TELAR uiteindelijk op eigen kracht de afvuurlocatie bij Pervomaiskyi, terwijl Pulatov ondertussen contact probeert op te nemen met de bemanning. De zojuist besproken route van de Russische grens naar het landbouwveld nabij Pervomaiskiy kan op basis van een breed scala aan bewijsmiddelen worden gereconstrueerd. Dat zien we nu.
Voetnoten
[1] Verklaring O. Niewold (NL), 10 september 2021, p. 1; Verklaring M. Beaujean (Aus), 13 september 2021, p. 1, Verklaring W. de Vos (NL), 21 september 2021, p. 1.
[2] NOS, ‘In Oost-Oekraïne lopen de spanningen weer op’, 1 april 2021, https://nos.nl/artikel/2375043-in-oost-oekraine-lopen-de-spanningen-weer-op.
[3] Verklaring J. O’Brien, 13 september 2021, p. 4.
[4] Aleksandr Solzhenitsyn, The Gulag Archipelago 1918-1956 (1973): “In keeping silent about evil, in burying it so deep within us that no sign of it appears on the surface, we are implanting it, and it will rise up a thousandfold in the future. When we neither punish nor reproach evildoers (..) we are thereby ripping the foundations of justice from beneath new generations.”
[5]Toelichting OM (alternatieve scenario’s), 9 juni 2020, p. 31-33.
[6] Toelichting OM (onderzoek naar de verdachten), 10 juni 2020, § 2.1-2.3.
[7] Toelichting OM (onderzoek naar de verdachten), 10 juni 2020, § 2.4-2.5.
[8] EHRM (grand chamber), Güzelyurtlu et al.t. Cyprus en Turkije (Nr. 36925/07), 29 januari 2019, par. 219. Zie verder Richtlijn 2012/29/EU van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten van slachtoffers van strafbare feiten, overweging 26 en Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights, Study on the right to the truth, E/CN.4/2006/91, § 38-39 (8 februari 2006). Zie: https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G06/106/56/PDF/G0610656.pdf?OpenElement.
[9] Zie onder meer: Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights, Study on the right to the truth, E/CN.4/2006/91, § 39 (8 februari 2006).
[10] Zie Richtlijn 2012/29/EU van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten van slachtoffers van strafbare feiten, overweging 27: “In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld in verband met het grote aantal slachtoffers in een bepaalde zaak, moet het mogelijk zijn informatie te verstrekken via de media, via een officiële website van de bevoegde autoriteit of via een vergelijkbaar communicatiekanaal.”
[11] EHRM, Al Nashiri t. Polen (Nr. 28761), 11 juli 2014, par. 495. Zie ook: Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights, Study on the right to the truth, E/CN.4/2006/91, § 58 (8 februari 2006): “The right to the truth also has a societal dimension: society has the right to know the truth about past events concerning the perpetration of heinous crimes, as well as the circumstances and the reasons for which aberrant crimes came to be committed, so that such events do not reoccur in the future.”
[12] Zie o.a. Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights, Study on the right to the truth, E/CN.4/2006/91, § 38-39 (8 februari 2006).
[13] Hoofdofficier van Justitie en JIT-coördinator Westerbeke tijdens publieke aankondiging van vervolgingsbeslissingen op 19 juni 2019: “Het JIT verdenkt Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko ervan een belangrijk aandeel te hebben gehad in de dood van 298 onschuldige burgers. De bewijsmiddelen waarop die verdenking is gebaseerd, zullen in het strafproces uitgebreid aan de orde komen. Daarna zal de rechtbank een oordeel vellen. De verdachten zijn onschuldig, totdat het tegendeel bewezen is in de rechtszaal. Zo hoort dat in een rechtsstaat.” Zie ook het begeleidend persbericht van het Openbaar Ministerie van 19 juni 2019: “Het Openbaar Ministerie heeft tijdens de persconferentie benadrukt alleen de beschuldigingen bekend te maken. Het is aan de rechtbank om over die beschuldigingen een oordeel te vellen.”
[14] Zie Hof Den Bosch, 26 mei 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ6181.
[15] Openingswoord OM, 9 maart 2020, p. 5.
[16] Zie onder meer EHRM, Viorel Burzo t. Roemenië (75109/01), 30 juni 2009, par. 158 en de annotatie van B.E.P. Meyjer (onder 8) bij HR 13 oktober 2015, NJ 2016/111 (Kopschopperzaak Eindhoven).
[17] Proces-verbaal terechtzitting 9 maart 2020, p. 25-26.
[18] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 111 (“Letterlijk twee weken na het begin van de rechtszaak wordt er bij mij via de intercom aangebeld (…)”), 113 (“ik volg het proces toch ook”) en 117-118.
[19] Post VK 12 juni 2021, Primo-16232 (bijlagendossier).
[20] Zie processen-verbaal van de zittingen van 7 juni 2021, 6 september 2021, 1 november 2021 en 8 december 2021.
[21] Openingswoord OM, 9 maart 2020, p. 15-16.
[22] Girkin en Kharchenko hebben zich op andere wijze over de verdenking uitgelaten. Zie respectievelijk paragrafen 3.9.2 en 3.9.4 van dit requisitoir.
[23] Tussenuitspraak 25 november 2020, p. 46.
[24] Proces-verbaal van de zitting van 6 tot en met 24 september 2021, p. 7.
[25] Brief van E. Kutina aan rechter-commissaris van 16 oktober 2019.
[26] Brief van verdediging aan OM van 16 januari 2020.
[27] Tussenuitspraak 3 juli 2020, p. 26.
[28] Op 1 februari, 15 april, 21 mei, 24 juni, 1 november en 8 december 2021.
[29] Standpunt OM voortgang proces, 10 maart 2020, p. 12-15.
[30] Ministerie van Defensie, Verklaring over de verstoring van een cyberoperatie van de GRU door de MIVD op 4 oktober 2018 in Den Haag, 4 oktober 2018, beschikbaar op defensie.nl/downloads/publicaties/2018/10/04/statements-over-de-verstoring-cyberoperatie-gru-door-de-mivd-op-4-oktober-2018, p. 1.
[32] Standpunt OM voortgang proces, 10 maart 2020, p. 13.
[33] Van M58 is wel de naam bekend, maar is het gezicht onherkenbaar gemaakt en is zijn verklaring over specifieke persoonlijke omstandigheden afgeschermd.
[34] Zie bijlage 1, schriftelijk standpunt OM juridisch kader, hoofdstuk 3. Zie in aanvulling daarop ook Rb Rotterdam 26 oktober 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:11017 en HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576 en HR 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418.
[35] Swedish National Forensic Centre, Forensic expert report, 31 maart 2021.
[36] Standpunt OM voortgang proces, 10 maart 2020, p. 29.
[37] Toelichting OM, 8 juni 2020, onderzoek naar telecommunicatie, hoofdstuk 4; Toelichting OM, 17 juni 2021, vraag 3 – Pulatov, p. 4.
[38] Het volledige nummer is 380631212511.
[39] Pleitaantekeningen ten behoeve van de zitting van 28 september 2020, randnummer 14.
[40] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 37-39.
[42] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 49.
[42] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 58 (over het gesprek van 16 juli 2014 om 18:12:49 uur): “(…) het gaat hier met andere woorden over de 16e van de maand, met andere woorden begreep ik de volgende dag al dat de eenheden op hun posities zouden worden afgelost”.
[43] Pleitaantekeningen ten behoeve van de zitting van 3 november 2020, deel 5 van 5, randnummer 11.
[44] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 46-47. Dit betreft het gesprek van 11 juli 2014 om 10:58:01 uur tussen Dubinskiy en Pulatov (in de transcriptie wordt abusievelijk het tijdstip 10:58:10 vermeld). Zie Primo-16588 (bijlagendossier) voor algemeen overzicht van verstrekte audio-opnamen.
[45] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 47-60, gesprekken van 16 juli 2014 om 18:12:49 uur, 17 juli 2014 om 12:42:57 uur en 17 juli 2014 om 21:40:49 uur.
[46] Brief van verdediging van 5 februari 2021, p. 2.
[47] Standpunt OM voortgang proces van 10 maart 2020, p. 22; brief van OM aan verdediging van 23 maart 2020, p. 3-4; brief van OM aan verdediging van 10 juli 2020, p. 5-6; brief van OM aan verdediging van 22 juli 2014, p. 3.
[48] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 68-69.
[49] Z-tap, 17-07-2014, 09:55:20u.
[51] Primo-03759 (bijlagendossier); Primo-03883 (bijlagendossier); Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 22, 29, 34 en 66. Zie ook tapgesprek van 17 juli 2014 om 15:07:57 uur tussen Girkin en Averyanov (‘Tor’), waarin Averyanov vertelt dat zojuist drie tanks voorbij zijn gekomen ‘voor Giurza’ (de call sign van Pulatov) en tapgesprek van 17 juli 2014 om 17:16:28 uur waarin Kharchenko tegen Dubinskiy zegt dat hij geen tank tot zijn beschikking heeft omdat ‘Giurza’ die heeft meegenomen.
[52] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 66-67 en 106.
[53] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 62-63. Zie ook brief van verdediging van 5 februari 2021, p. 2.
[54] Reactie OM, 13 november 2020, p. 7-9.
[55] Geïdentificeerd als Tskhe, Primo-05532 (bijlagendossier).
[56] Z-tap, 17-07-2014, 18:44:37u; Primo-07733 (persoonsdossier Pulatov), p. 36-37.
[57] Z-tap, 17-07-2014, 19:52:23u; Primo-02356 (zaakdossier afvuurlocatie), p. 68.
[57] Z-tap, 14-07-2014, 14:45:03u; Z-tap, 15-07-2014, 16:29:56u; Z-tap, 16-07-2014, 13:22:24u; Z-tap, 16-07-2014, 08:47:53u; Z-tap, 16-07-2014, 15:28:24u; Z-tap, 17-07-2014, 19:01:38u; Z-tap, 18-07-2014, 01:43:39u; Z-tap, 18-07-2014, 09:46:37u; Z-tap, 08-08-2014, 11:09:49u.
[58] NFI-rapport vergelijkend spraakonderzoek tapgesprekken d.d. 29 juli 2021.
[59] Dit betreffen de gesprekken van 16 juli 2014 om 18:12:49 uur (in NFI-rapport B3 genoemd) en 17 juli 2014 om 21:40:49 uur (in NFI-rapport B13 genoemd). Beide gesprekken heeft Pulatov toegelicht in zijn videoverklaring van oktober 2020. Zie Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy (videoverklaring van oktober 2020), p. 48-49 en 52-59. Gesprek B3 gaat over de defecte Strela en wordt door Pulatov als voorbeeld van desinformatie opgevoerd. Over gesprek B13 verklaart Pulatov zelf: “Dus in dit specifieke gesprek hoor je mij in gesprek met een ander persoon.”
[60] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, 15 januari 2021, p. 73.
[61] Pleitaantekeningen van 1 november 2021, randnummer 16 en bijlage 1.
[62] Z-tap, 17-07-2014, 19:52:23u.
[63] Het volledige nummer is 380631213401.
[64] Dit betroffen onderdelen van de gesprekken van 17 juli 2014 om 09:08:26, 09:22:19 en 09:54:08 uur. Zie Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 55-56.
[65] Z-tap, 27-09-2014, 14:41:26u. Zie ook Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 55-56.
[66] Primo-03781 (bijlagendossier), p. 8 en 9.
[67] Z-tap, 17-07-2014, 00:17:09u.
[68] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 110 e.v.
[69] Primo-12812 XX13804 XX14159 EVI MH17 Call for Justice(1) (mediadossier). In de vertaling in de video wordt ‘Botsman’ gespeld als ‘Boatsman’ (vanaf 13:12).
[70] Z-tap 17-07-2014, 17:42:43u. Verder hebben op 16 en 17 juli 2014 geen andere gesprekken plaatsgevonden tussen ‘Botsman’ en Dubinskiy. Het gesprek van 17 juli 2014 te 17:42:43 uur is bovendien door de SBU op Youtube gezet (vindplaats vanaf 4:16 min: youtube.com/watch?v=MVAOTWPmMM4). Gelet op het voorgaande kan het niet anders dan dat het door Dubinskiy genoemde (en volgens hem verkeerd gedateerde) gesprek, het gesprek van 17 juli 2014 om 17:42:43 uur is.
[71] Primo-00032 (bijlagendossier); Primo-11940 (zaakdossier), p. 49; Primo-05604 (bijlagendossier), p. 5140-5141; Primo-07316 (bijlagendossier); Z-tap, 16-07-2014, 20:49:55u; Z-tap, 16-07-2014, 20:57:01u; Z-tap, 16-07-2014, 00:17:09u; Z-tap, 16-07-2014, 22:02:39u.
[72] Zie Z-tap, 17-07-2014, 17:42:43u; Primo-06324 en bijlage 2. Zie over de reden dat historische telefoongegevens vaak een iets later aanvangstijdstip en een iets kortere gespreksduur vermelden dan metadata Primo-7058, p. 9 (Relaas Dossier Telecom) en Primo-04104 (bijlagendossier) (dit betreft het verschil tussen registratie aanvang bellen en totstandkoming gesprek).
[73] Het gaat om de nummers 380933968454 en 380637087501.
[74] De volledige nummers zijn: 380502833, 380930721558 en 380991669.
[75] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 90 en 102.
[76] Z-tap 08-06-2014, 11:30:47u.
[77] Z-tap 13-08-2014, 00:28:31u.
[78] De volledige nummers zijn: 380660827518 en 380950165197.
[79] Z-tap 17-07-2014, 18:44:37u.
[80] Z-tap, 18 juni 2014, 14:28:52u.
[81] Z-tap, 11 juli 2014, 11:05:36u.
[82] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 93 en 94.
[83] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 102.
[84] Z-tap 17-07-2014, 18:44:37u.
[85] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 113 ((…) alles draait om die gesprekken, [met] plaksporen, die montage, dat is al meer dan eens bewezen. En dan…ze noemen daar totaal andere data (…)) en p. 117 (Dit proces, dat deze tapes, met montagesporen en al, aan het dossier toevoegt en er bijkans het belangrijkste bewijs van maakt.”).
[86] Primo-14002, bijlage 1 (bijlagendossier), p. 15513 (“Voor zover mij bekend, was het een MTS-netwerk, een Oekraïens netwerk, dat door de SBU werd opgenomen. En ze kunnen willekeurig welke zin die ik heb uitgesproken monteren; tot op heden. Waaronder zelfs dat ik mijn eigen moeder heb vermoord.”).
[87] Brief van verdediging van 2 februari 2021, p. 2 (“(…) en ik kan niet met zekerheid zeggen of het mijn stem is of niet, of er een conversatiemontage is of niet. (…) Alle onderschepte gesprekken werden geleverd door de SBU, met de beschikbaarheid van nieuwe technologieën, ze konden stemmen vervalsen en opnames bewerken, evenals de data en plaatsen van geolocatie wijzigen.”)
[88] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 113 (“Wel, weet u, soms krijg je er toch genoeg van om toe te zitten kijken, zodoende: ik volg het proces toch ook. (…) alles draait om die gesprekken (…).”). Op de zitting van 26 juni 2020 de volgende tapgesprekken van Dubinskiy openbaar gemaakt en via de livestream en websites van het Openbaar Ministerie en de rechtbank te raadplegen: gesprek van 17 juli 2014 om 16:48:44 uur, waarin Kharchenko tegen Dubinskiy zegt dat ze op de plek zijn en net een ‘Sushka’ hebben neergehaald en Dubinskiy vervolgens de opdracht geeft om naar hem te komen en dat hij een compagnie achter moet laten om de de Buk te bewaken; gesprek van 17 juli 2014 om 19:54:17 uur waarin Dubinskiy aan Girkin doorgeeft wat hij kort daarvoor van Pulatov heeft gehoord, namelijk dat de ‘Sushka’ eerst de Boeing neerschoot en dat die ‘Suskha’ vervolgens door de Buk werd neergeschoten. Zie ook tapgepsprek van Dubinskiy waarin hij reageert op eerder openbaar gemaakte gesprekken over het transport van de Buk-TELAR: Z-tap, 27-09-2014, 14:41:26u en Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 55. De SBU heeft vóór 27 september 2014 onderdelen gepubliceerd van de gesprekken van 17 juli 2014 om 09:08:26, 09:22:19 en 09:54:08 uur.
[89] Toelichting OM, Vraag 3 – Pulatov en desinformatie, 17 juni 2021, p. 4. Zie ook toelichting OM ter zitting van 8 juni 2020, onderzoek naar telecommunicatie, hoofdstuk 4.
[90] Rapport van Litouws Forensisch Expertisecentrum van 22 oktober 2021.
[91] O.a. Toelichting OM 8 juni 2020, hoofdstuk 2.
[92] Z-tap, 08-06-2014, 11:30:47u en Z-tap, 08-06-2014, 11:46:33u.
[93] Girkin zegt zelf in een interview over de ministerstitel: ‘eigenlijk was dat een loze titel, aangezien er geen helemaal ministerie als zodanig was; (…) daarom gaf ik er de voorkeur aan gebruik te maken van de benaming ‘bevelvoerder van de volksweer’. Ik voerde het bevel over de volksweer van de Volksrepubliek Donetsk’. Primo-14484, bijlage 1 (bijlagendossier), p. 16743.
[94] ‘Ja; ik heb me vrijwillig aangesloten bij volksweer van de Donbass op 2 mei (…) dit was uitsluitend mijn eigen, bewuste wens, die ik als juist beschouwde’. Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 9-10.
[95] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 11-12.
[96] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 102.
[97] ‘It started as early as May when major general Sergey Nikolaevich Petrovskiy came. He set up the Main Intelligence Directorate of Donetsk Peoples Republic. I reckon, it was the 20th of May. It was our first combat operation and the formation of our Intelligence Directorate has started since then.’ Primo-03801, bijlage 2 (bijlagendossier), p. 2915.
[98] Primo-02740 (dossier context – hiërarchie), hoofdstuk 8; in een interview zegt Girkin dat hij zelf niet veel ervaring heeft in logistiek maar een ‘goed team heeft’, Primo-10531 (bijlagendossier), p. 11298.
[99] Inhoudelijke behandeling, Deelvraag 3: Rol verdachten?, 10 juni 2021, p. 27-28; Primo-08704 (bijlagendossier); Primo-02740 (dossier context – hiërarchie), p. 63-65.
[100] Inhoudelijke behandeling, Deelvraag 3: Rol verdachten?, 10 juni 2021, p. 39.
[101] Z-tap, 15-07-2014, 16:29:56u.
[102] Toelichting OM (Vraag 2 en 3), 17 juni 2021, p. 16-17.
[103] Zie Z-tap, 08-06-2014, 11:30:47u en Z-tap, 08-06-2014, 11:46:33u.
[104] Primo-02734 (bijlagendossier); Z-tap, 15-07-2014, 13:29:07u. Dat Girkin bemoeienis had met dit transport blijkt uit een tapgesprek van 15 juli om 13:29:07 uur waarin Girkin aan de ander vraagt om informatie over kapotte riem van een voertuig aan ‘Ivanovich’ door te geven. Dat het inderdaad om dit transport gaat blijkt uit de volgende zin die Girkin uit spreekt: ‘We were given four nosed ones, three Gvozdikas and one 80th/80-mm [...]’. Ook refereert Chernykh in een tapgesprek met Dubinskiy van 14:39:12 uur aan een oponthoud dat ontstond vanwege de kapotte riem van een voertuig.
[105] Z-tap, 15-07-2014, 14:36:36u.
[106] Z-tap, 15-07-2014, 16:17:15u.
[107] Z-tap, 15-07-2014, 23:29:24u; Primo-07733 (persoonsdossier Pulatov), p. 33.
[108] Z-tap, 15-07-2014, 22:54:14u; Primo-02740 (dossier context - hiërarchie), p. 18.
[109] Toelichting OM (Vraag 3 – Pulatov en desinformatie), 17 juni 2021, p. 12; Primo-01230 XX10981B video 2 - Zv8TmzbDb0s (mediadossier).
[110] Z-tap, 16-07-2014, 13:26:21u, Primo-07733 (persoonsdossier Pulatov), p. 44-45.
[111] Z-tap, 16-07-2014, 17.54.42u; Primo-02740 (dossier context - hiërarchie), p. 35.
[112] Videoverklaring Pulatov van 16 februari 2020, p. 13, 15.
[113] Z-tap, 15-07-2014, 22:54:14u; Primo-02740 (dossier context - hiërarchie), p. 18.
[114] Deze Tskhe, wordt in een ander tapgesprek aangeduid als behorende bij ‘de luchtafweer’. Zie: z-tap, 15-07-2014, 16:29:56u.
[115] Z-tap, 16-07-2014, 13:22:24u; Primo-07733 (persoonsdossier Pulatov), p. 34.
[116] Z-tap, 16-07-2014, 15:28:24u, Primo-11940, p. 51.
[117] Z-tap, 16-07-2014, 19:09:20u; Z-tap, 17-07-2014, 17:42:43u.
[118] Z-tap, 16-07-2014, 17.52.25u.
[119] Z-tap, 16-07-2014, 18.12.49u.
[120] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 64-65.
[121] Zie onder meer Z-tap, 17-07-2014, 10:01:03u.
[122] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 67-68.
[123] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 15-18.
[124] Inhoudelijke behandeling, Deelvraag 3: Rol verdachten?, 10 juni 2021, p. 13, 38.
[125] Inhoudelijke behandeling, Deelvraag 3: Rol verdachten?, 10 juni 2021, p. 13-14.
[126] Toelichting OM (Vraag 2), 17 juni 2021, hoofdstuk 5.
[127] Z-tap, 08-06-2014, 11.30.47u en Z-tap, 08-06-2014, 11.46.33u (verzoek van Girkin om fatsoenlijke luchtafweer); Z-tap, 14-06-2014, 14:46:43u (Girkin zal Kharchenko in de komende dagen ‘anti-aircraft facility’ sturen).
[128] Z-tap, 16-06-2014, 21:27:34u (Dubinskiy vraagt een assistent van Girkin om aan ‘Pervyi’ te rapporteren dat ‘Bes’ een ‘Sushka’ heeft neergeschoten).
[129] Z-tap, 16-06-2014, 21:27:34u; Primo-10981 (bijlagendossier), p. 11406.
[130] Z-tap, 13-07-2014, 12:31:38u (LPR-commandant Gureev zegt ‘‘Those anti-aircraft gunners and MANPADS operators have fucking gone away to Strelkov!’); Z-tap, 15-07-2014, 15:20:15u (Kutepov wil luchtafweer en zegt dat ze alles zullen raken, zowel transport als passagiers); Z-tap, 16-07-2014, 13:22:24u (Koreets zegt tegen Pulatov dat op dat moment een ‘Zushka’ en een crew bij hem zijn); Z-tap, 16-07-2014, 17:11:11u (Kharchenko zegt tegen Dubinskiy dat ze bij Marinovka gebombardeerd worden en zware verliezen lijden); Z-tap, 16-07-2014, 18:12:49u (Pulatov informeert Dubinskiy over doden en gewonden door een luchtaanval); Z-tap, 16-07-2014, 19:09:20u (Dubinskiy zegt tegen Semenov dat alles naar de kloten gaat als de Sushkas in de ochtend aanvallen tenzij ze een Buk krijgen).
[131] Z-tap, 16-07-2014, 11:50:49u (Koreets spreekt over een luchtaanval die op dat moment plaatsvindt op Saur-Mogila, door een Sushka vanaf hele grote hoogte); Z-tap, 16-07-2014, 15:28:24u (Pulatov zegt tegen Koreets dat hij de lucht in de gaten moet houden omdat daar een “mother fucker” vliegt); Z-tap, 16-07-2014, 16:57:02u (Kutepov vertelt over een bombardement op Marinovka); Z-tap, 17-07-2014, 00:17:09u (Dubinskiy en Khodakovskiy bespreken luchtaanvallen van grote hoogte en het die nacht arriveren van een Buk).
[132] Z-tap, 13-07-2014, 00:06:28u (Dubinskiy zegt tegen Bezler dat zij vandaag “two motherfucking jets” hebben neergehaald); Z-tap, 16-07-2014, 08:47:53u (Pulatov en Koreets spreken over het neerhalen van vliegtuigen); Z-tap, 16-07-2014, 20:49:55u (Pulatov zegt tegen Dubinskiy dat “our ack-ackers have distinguished themselves” en dat een “Sushka” is neergeschoten); Z-tap, 16-07-2014, 20:57:01u (Pulatov zegt tegen Dubinskiy dat ‘het’ was neergeschoten met een ‘ack-ack’, een Zu-23); Z-tap, 16-07-2014, 22:02:39u (twee separatisten bespreken dat ‘our guys’ die dag twee ‘Sushka’s’ hebben neergeschoten).
[133] Zo is op 16 juli 2014 te horen dat Pulatov tegen Dubinskiy zegt dat ‘our ack-ackers’ zichzelf onderscheiden hebben en dat een ‘Sushka’ is neergeschoten, Z-tap, 16-07-2014, 20:49:55u.
[134] Zie in dit verband ook het eerder aangehaalde tapgesprek waarin Girkin op 8 juni 2014 via Sheremet verzoekt: ‘decent anti-aircraft defense - because we can't last on MANPADS alone any more - all manned with trained personnel, of course’. Z-tap, 08-06-2014, 11:30:47u.
[135] Primo-10981b (bijlagendossier), p. 16944; Z-tap, 16-07-2014, 11:43:49u (‘a Sushka is circling around. (…) it’s flying very high. Impossible to acquire it.’); Z-tap, 16-07-2014, 11:50:49u (‘it [een Sushka] it wasn’t flying low as it went on a run at us. It fucking hit Saur-Mogila from a very high altitude.’); Z-tap, 16-07-2014, 13:26:21u (‘Sushka is moving in there, fuck.... is fucking us from above!’; Z-tap, 16-07-2014, 15:28:24u (‘watch the sky, there's some motherfucker flying out there’); Z-tap, 17-07-2014, 21:13:42u (‘Yesterday those guys got beaten, who were on BTRs. Everyone's wounded. (…) I took those wounded guys to a hospital’).
[136] Zie ook Toelichting OM (Vraag 3), 17 juni 2021, hoofdstuk 3.
[137] Z-tap, 16-07-2014, 18:12:49u.
[138] Z-tap, 16-07-2014, 18:55:28u; Primo-07584 (persoonsdossier Dubinskiy), p. 58.
[139] Z-tap, 16-07-2014, 19:09:20u.
[140] Z-tap, 16-07-2014, 20:06:49u; Primo-07584 (persoonsdossier Dubinskiy), p. 60-61.
[141] Z-tap, 16-07-2014, 20:06:49u.
[142] Z-tap, 16-07-2014, 20:11:57u.
[143] Z-tap, 16-07-2014, 00:17:09u.
[144] Z-tap, 17-07-2014, 00:26:56u.
[145] OHCHR, Report on the human rights situation in Ukraine 17 August 2014, 29 augustus 2014, p. 7.
[146] internal-displacement.org/countries/ukraine.
[147] Zie ook de getuigenverklaring van Girkin Primo-04044 (getuigendossier) waarin hij verklaart over het neerschieten van verschillende luchtvaartuigen onder zijn bewind.
[148] Z-tap, 16-07-2014, 16:23:14u; Primo-09656 (bijlagendossier), p. 10642.
[149] Z-tap, 16-07-2014, 19:57:59u; Primo-09656 (bijlagendossier), p. 10643.
[150] Z-tap, 16-07-2014, 22:20:45u; Primo-09656 (bijlagendossier), p. 10642.
[151] Z-tap, 17-07-2014, 09:08:26u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 30-31.
[152] Z-tap, 17-07-2014, 09:20:25u.
[153] Z-tap, 17-07-2014, 09:22:19u (Nederlandse vertaling).
[154] Zie voor onderliggende bewijsbronnen paragraaf 3.3.4.3 van dit requisitoir.
[155] Z-tap, 17-07-2014, 09:23:13u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 32-33.
[156] Z-tap, 17-07-2014, 09:24:51u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 33-34.
[157] Z-tap, 17-07-2014, 09:31:30u.
[158] Z-tap, 16-07-2014, 20:11:57u.
[159] Z-tap, 17-07-2014, 09:31:30u, Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 34.
[160] Zie paragraaf 3.2.2.1.2 van dit requisitoir. Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 68-69.
[161] Z-tap, 17-07-2014, 09:51:39u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 34-35.
[162] Z-tap, 17-07-2014, 09:53:10u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 35.
[163] Z-tap, 17-07-2014, 09:54:08u (Nederlandse vertaling).
[164] Z-tap, 17-07-2014, 09:55:20u.
[165] Z-tap, 17-07-2014, 09:55:20u.
[166] Z-tap, 17-07-2014, 10:01:03u; Primo-11940 (zaakdossier context – de voorgeschiedenis), p. 38.
[167] Z-tap, 17-07-2014, 10:01:03u; Primo-11940 (zaakdossier context – de voorgeschiedenis), p. 38.
[168] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 64.
[169] Het NFI concludeert dat er geen visuele aanwijzingen zijn voor manipulatie. Omdat niet duidelijk is of de video een directe kopie is van de opname van de camera kan niet worden uitgesloten dat visuele aanwijzingen voor manipulatie verloren zijn gegaan. Dit heeft het NFI herhaald in een rapport van 22 november 2019 waarin zij kort gezegd stelt dat perspectief-analyse van het beeldmateriaal niet bruikbaar is als onderbouwing voor de door het Russische Ministerie van Defensie geclaimde manipulatie van het videobestand en dat ook overigens niet is gebleken van enige manipulatie.
[170] Z-tap, 17-07-2014, 09:53:10u.
[171] Z-tap, 17-07-2014, 10:04:43u; Primo-10072 (persoonsdossier Kharchenko), p. 65.
[172] Zie metadata mastgegevens in Z-tap, 17-07-2014, 10:04:43u.
[173] Z-tap, 17-07-2014, 09:54:08u.
[174] Primo-07544 (getuigendossier / V09); Proces-verbaal netto verhoor door de rechter-commissaris, kast 02. V09 heeft een betrouwbare en geloofwaardige indruk gemaakt op de rechter-commissaris. De verklaring komt als geheel coherent, plausibel en logisch, nauwkeurig en gedetailleerd voor en is op hoofdpunten consistent. Getuige heeft volgens de rechter-commissaris een betrouwbare verklaring afgelegd.
[175] Primo-09908 (bijlagendossier), p.36 en Primo-08644 (bijlagendossier), p.10209. ESA spreekt over een satellietfoto die is genomen door de satelliet GeoEye1. Het onderzoekteam heeft diezelfde satellietfoto aangekocht bij het bedrijf Georserve en spreekt derhalve over een satellietfoto van Geoserve.
[176] Z-tap 17 juli 2014, 11:31:21u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 68-69.
[177] Z-tap 17 juli 2014, 11:36:16u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 69.
[178] Z-tap, 17-07-2014, 09:23:13u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 32-33.
[179] Z-tap, 17-07-2014, 09:51:39u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 34-35.
[180] Z-tap, 17-07-2014, 00:17:09u; Z-tap, 17-07-2014, 00:26:56u; Z-tap, 17-07-2014, 09:31:30u;
Z-tap, 17-07-2014, 09:55:20u.
[181] Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 77. In het bericht staat: “Shakhtersk [Shakhtarsk], KAMAZ van terroristen, 3 tanks. Hiervoor, waarschijnlijk, is een BUK afgedekt met een tentdoek voorbijgereden #ATO”.
[182] Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 78; Primo-12438 (getuigendossier), p. 1210. Getuige S37 verklaart in 2017 dat hij op 17 juli in Shakhtarsk een konvooi heeft gezien. In dat konvooi reed een zwarte militaire bus met daarachter een Volvo met een lichtrode aanhanger met daarop een gele sticker met een mobiel telefoonnummer. Op de aanhanger stond een pantser met daarop raketten. Hij hoorde iemand in de menigte zeggen dat het voertuig een Buk was. Het konvooi reed richting Torez.[1]
[183] Z-tap, 17-07-2014, 12:28:29u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 92-93.
[184] Z-tap, 17-07-2014, 12:42:57u (Nederlandse vertaling); Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 93.
[185] Proces-verbaal rechter-commissaris netto verhoor V45 (kast 02), p. 14 en 15 en bijlage 4
[186] Z-tap, 17-07-2014, 12:51:09u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 93-94.
[187] Proces-verbaal van verrichtingen en bevindingen ex artikel 226e Sv d.d. 6 augustus 2019, getuige V22.
[188] Proces-verbaal van verrichtingen en bevindingen ex artikel 226e Sv d.d. 9 mei 2019; Proces-verbaal van verrichtingen en bevindingen ex artikel 226e Sv d.d. 20 augustus 2021.
[189] Uit het proces-verbaal van verrichtingen en bevindingen ex artikel 226e Sv d.d. 2 januari 2020, getuige V51, volgt dat getuige V51 op de rechter-commissaris een betrouwbare en geloofwaardige indruk heeft gemaakt. Volgens de rechter-commissaris is de verklaring van de getuige als geheel coherent, plausibel en logisch, nauwkeurig, gedetailleerd en consistent. Hoewel de getuige over enkele details wisselend heeft verklaard en een klein aantal details is vervaagd, is de eindconclusie dat naar het oordeel van de rechter-commissaris de getuige een betrouwbare verklaring heeft afgelegd.
[190] Forensic Expert Report NFC d.d. 30 maart 2021 (verstrekt door rechter-commissaris per brief van 2 april 2021) en NFI rapport naar ‘encoded date’ d.d. 9 februari 2021.
[191] Z-tap, 17-07-2014, 11:31:21u; Primo-02378 (zaakdossier aanvoerroute), p. 68-69.
[192] Z-tap, 17-07-2014, 13:09:27u.
[193] Primo-14912 (bijlagendossier), bijlage 46. Opmerking: de belpoging van Pulatov van 13:35 uur naar het nummer -6335 en de (uitgaande) belpogingen van het nummer -6335 naar het nummer van Pulatov om 13:51 en 13:52 uur zijn niet zichtbaar in de historische verkeersgegevens van het nummer -6335. Dit heeft te maken met het feit dat in deze verkeersgegevens geen zogenaamde 0-contacten zijn opgenomen door de Provider. Zie voor een compleet overzicht van de binnen het onderzoek bekende belcontacten van -6335: Primo-05484 (bijlagendossier), p. 3.
[194] Z-tap, 17-07-2014, 14:07:30u.
[195] Z-tap, 17-07-2014, 14:10:00u
[196] Dit geldt voor het nummer eindigend op -7518. Voor het nummer eindigend op -5197 geldt zelfs dat het eerstvolgende contact met een zendmast om 17:02 uur plaatsvond. Zie Primo-10072 (persoonsdossier Kharchenko), p. 13.
[197] Hiermee wordt bedoeld het enige nummer van Kharchenko dat op 17 juli 2014 werd getapt, eindigend op -7518.