100.000 euro boete voor IPCO Trading
Het Zwitserse oliehandelbedrijf IPCO Trading (hierna: IPCO) heeft een door het Openbaar Ministerie aangeboden transactie van 100.000 euro boete geaccepteerd. Het OM verwijt het bedrijf de illegale import van afval en het verwerken van afval buiten een inrichting die vergund is, te weten op een tankschip voor de kust van Scheveningen.
Het onderzoek door de Politie startte naar aanleiding van een melding van de Inspectie ILT, begin 2013. In januari 2013 was een tankschip met de naam Franz Schulte aangekomen in Nederland. Aan boord was circa 8000 kubieke meter hoogzwavelige nafta afkomstig van een olieraffinaderij uit Tatarstan. Deze zogenaamde ‘visbreaking nafta’ is een residu dat ontstaat bij de productie van brandstoffen. Op de rede van Scheveningen is de Franz Schulte voor anker gegaan. Dat is binnen Nederlandse territoriale wateren. Hier is gestart met het ‘wassen’ van de nafta, een proces waarbij met behulp van in water opgeloste caustic soda (een middel dat ook in gootsteenontstopper zit) het zwavelgehalte van de nafta wordt teruggebracht. Dit proces was noodzakelijk om de nafta te kunnen verkopen als brandstof(component).
De Franz Schulte heeft het afval (‘spent caustic’) van het chemische proces aan boord op advies van ILT afgegeven aan een erkend afvalverwerker in Moerdijk. Na afgifte van het afval is het schip naar Antwerpen gevaren, waar de overgebleven nafta op 22 februari 2013 is gelost.
Strafbare feiten
Uit onderzoek door de politie blijkt dat het residu uit Tatarstan - de hoogzwavelige nafta- als afvalstof had moeten worden aangemerkt. Bij het transport van afvalstoffen moet men zich houden aan de Europese regels voor overbrenging van afvalstoffen, de EVOA.
Het bedrijf IPCO had de hoogzwavelige nafta gekocht van de raffinaderij in Tatarstan en IPCO gaf opdracht om de stof op het tankschip voor de kust van Scheveningen te laten bewerken. Omdat de hoogzwavelige nafta afval is, had IPCO volgens de EVOA voorafgaand aan de overbrenging naar Nederland toestemming moeten vragen aan de Nederlandse autoriteiten om de (gevaarlijke) afvalstof over te brengen naar Nederland. Dat is niet gebeurd. Eenmaal binnen Nederland mag het afval niet aan boord van een schip bewerkt worden. Bewerking mag alleen plaatsvinden bij een afvalverwerker die daarvoor vergunning heeft. Het is onwenselijk wanneer binnen ons gebied gevaarlijk afval wordt verwerkt , buiten daarvoor ingerichte locaties en zonder toezicht van toezichthouders, vanwege de risico’s die het met zich mee kan brengen.
Voor een uitgebreidere beschrijving van de feiten verwijzen wij naar het feitenrelaas (pdf, 142 kB)
Passende afdoening
Het OM vindt het ernstige strafbare feiten. In dit specifieke geval is de milieuschade uitgebleven. Met het plegen van de strafbare feiten heeft IPCO in dit geval geen winst behaald. De bewerking met caustic soda bleek uiteindelijk veel duurder dan voorzien en de kosten voor verwerking van de spent caustic, ca. 470.000 euro, vielen hoger uit dan verwacht.
Het OM ziet de boete van 100.000 euro voor de gepleegde strafbare feiten als passend. IPCO heeft erkend dat zij het residu in dit geval als (gevaarlijke) afvalstof had moeten aanmerken.