Arts niet vervolgd voor euthanasie
Het College van procureurs-generaal heeft besloten een huisarts die in februari 2017 euthanasie uitvoerde bij een 84-jarige vrouw niet te vervolgen en de zaak onvoorwaardelijk te seponeren. Een officier van justitie van parket Den Haag deed op verzoek van het College een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijk strafbare euthanasie door de arts. Op basis van de resultaten van dat onderzoek kan de arts geen strafrechtelijk verwijt worden gemaakt omdat er volgens de zorgvuldigheidsnormen is gehandeld.
De patiënte was zeer beperkt in haar bewegingsvrijheid door longemfyseem waaraan zij sinds 1989 leed. De vrouw beschikte over een euthanasieverklaring en had duidelijk de wens uitgesproken niet meer verder te willen leven. Aanvullend onderzoek of behandelingen wilde ze niet meer.
De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) oordeelde vorig jaar dat de huisarts niet zorgvuldig had gehandeld en stuurde zoals gebruikelijk deze zaak door naar het Openbaar Ministerie voor een strafrechtelijke beoordeling. De RTE oordeelde dat de arts niet genoeg heeft gedaan om de klachten van de vrouw te bestrijden en het was volgens hen niet duidelijk of de eerder vastgestelde diagnose nog steeds gold.
Tijdens het strafrechtelijk onderzoek door het OM heeft de huisarts gezegd dat hij altijd is uitgegaan van longemfyseem en dat de diagnose is vastgesteld door een longarts. Ter onderbouwing heeft de arts nadere medische informatie overlegd. Deze informatie was niet bekend bij de RTE. Het gaat om een zogenaamde ‘patiëntenkaart’ met de aantekening van een longarts dat bij de vrouw de diagnose longemfyseem is vastgesteld zonder kans op genezing.
Volgens het Openbaar Ministerie is de arts, met de kennis van nu, zorgvuldig geweest bij de uitvoer van de euthanasie omdat er sprake is van een onomkeerbare longemfyseem. De bevindingen van de arts zijn gebaseerd op de diagnose van de longarts en de uitkomsten van zijn eigen herhaalde onderzoeken. Deze herhaalde onderzoeken bevestigden de ernstige longemfyseem.
Het oordeel van de RTE in bovengenoemde zaak is te vinden op de site van de euthanasiecommissies, onder nummer: 2017 –31.
Het College verwacht binnen enkele weken uitsluitsel te geven over de andere strafrechtelijke onderzoeken naar mogelijk strafbare euthanasie. Op dit moment lopen er nog drie strafrechtelijke onderzoeken: twee zaken bij het parket Noord-Holland en een zaak bij het parket Den Haag.