OM eist 48 maanden gevangenisstraf tegen terugkeerster uit strijdgebied

Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank Rotterdam 48 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, geëist tegen een 27-jarige terugkeerster uit het strijdgebied in Syrië. Het OM verdenkt haar van deelneming aan de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) in Syrië en van het verrichten van voorbereidings- en bevorderingshandelingen voor terroristische misdrijven. Het gaat daarbij om de periode tussen 20 januari 2015 en 20 oktober 2020.

Onderzoek

Hoewel de verdachte in haar verhoren beweerde dat haar uitreis naar Syrië een impulsieve actie was, denkt het OM daar heel anders over. Het OM vindt dat de verdachte bewust naar Syrië is gegaan om zich aan te sluiten bij IS. Dit blijkt volgens het OM haar radicaliseringsproces vanaf augustus 2014, dus na de oprichting van het kalifaat, waaronder de zoektocht op internet naar informatie over IS. Maar ook uitwat zij over het strijdgebied vertelde aan haar ouders in de eerste maanden toen zij in Syrië was. Zo heeft zij trouw gezworen aan de khalief Abu Bakr al-Baghdadi.

Mislukte vlucht en uiteindelijke aanhouding

Hoewel de verdachte samen met –de inmiddels berechte- uitreizigster, Laura H., tevergeefs geprobeerd heeft het strijdgebied te ‘ontvluchten’, is gebleken dat zij absoluut niet van plan om afstand te doen van het IS-gedachtegoed. Zij is uiteindelijk in het kalifaat gebleven bijna tot aan de val van het kalifaat met de val van Baghouz, stad in Syrië.

Deelneming aan IS

De IS-vrouwen namen in het strijdgebied een belangrijke positie in voor IS, ook al was het de man die in beginsel vocht of een andere (maatschappelijke) functie binnen IS had.

De bijdrage van de vrouw in het kalifaat bestaat uit het ondersteunen van haar vechtende man door het huishouden te doen en de zorg op zich te nemen van de kinderen. Het idee daarachter is dat zij zo de strijd ondersteunt en het voortbestaan van IS verzekert. De vrouw werd geacht haar kinderen op te voeden in de geest van de jihad, de jongens waren voorbestemd om jihadstrijder te worden.  

In dat licht ziet het OM de rol van de verdachte in het kalifaat. Zij is volgens het OM tot tweemaal toe (Islamitisch) gehuwd geweest met een IS-strijder en met wie ze nageslacht wilde krijgen. Haar eerste echtgenoot, een IS-strijder uit Delft, is gesneuveld op het strijdveld. Verdachte heeft gedurende haar tijd in het strijdgebied inkomsten genoten van IS.

Verdachte heeft, zo heeft onderzoek aangetoond, deelgenomen aan app-groepen met “zusters”. Daaronder was ook een app-groep voor vrouwen in het strijdgebied waar spullen werden verhandeld. De verdachte handelde in goederen. Haar goede vriendin handelde in die app-groep in wapens.

Ten slotte blijkt uit onderzoek dat zij foto’s stuurde naar een vriendin van haar die in die periode ook aan het radicaliseren was en op die foto’s stond de verdachte afgebeeld met automatische vuurwapens en IS-materiaal.

Uitspraak

De rechtbank doet uitspraak op 19 augustus a.s. om 13:00 uur.