Wereldwijd proberen terroristen met aanslagen maatschappelijke angst te veroorzaken en samenlevingen te ontwrichten. Ook in Nederland is de dreiging al langere tijd substantieel. Veiligheidsdiensten, gemeenten, zorginstellingen, opsporingsdiensten en OM werken al jaren samen om te voorkomen dat dreiging zich vertaalt in concrete aanslagen.
De Nederlandse aanpak is in eerste instantie gericht op het voorkomen van radicalisering en het tegenhouden van Nederlandse burgers die willen deelnemen aan de gewapende strijd in het buitenland. Islamitische Staat verliest al langere tijd terrein; onder meer zichtbaar in de hoeveelheid uitreizigers voor wie het ideologisch gedreven avontuur een desillusie bleek. Het is echter noodzakelijk alert te zijn op de motieven van jihadstrijders die terugkomen of dat proberen. Wie deel heeft genomen aan de gewapende strijd of anderszins betrokken is geweest bij terrorisme, zal zich moeten verantwoorden bij de strafrechter.
Naast terugkeerders met oprechte spijt, kan niet worden uitgesloten dat er ook mensen terugkeren met andere bedoelingen, zoals het ontwrichten van de Nederlandse samenleving. Samen met opsporings- en veiligheidsdiensten brengt het OM verdachten van deelname aan de buitenlandse strijd in beeld en volgt hen intensief. Die aanpak leidt tot meer complexe strafrechtelijke onderzoeken en tot de noodzaak om snel op te treden wanneer nieuwe informatie over een betrokkene of verdachte beschikbaar komt.