Boetes en dagvaardingen voor meer dan 100 veehouders vanwege strafbare feiten met meerlingen
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aan circa 100 rundveehouders boetes opgelegd tussen de 700 en bijna 24.000 euro. Het OM verwijt de rundveehouders strafbare feiten met de registratie van dieren, waardoor het leek of er minder melkkoeien waren. De veehouders zouden hierdoor een onterecht voordeel hebben gehaald, want een aantal veehouders ontving ten onrechte subsidie van de RVO voor vermindering van het vee. Ook konden ze besparen op de mestafzet. Circa 20 veehouders zullen worden gedagvaard door het OM.
De strafrechtelijke onderzoeken zijn uitgevoerd door de NVWA. Uit de onderzoeken blijkt volgens het OM dat de veehouders de Regeling Identificatie en Registratie Dieren (Regeling I&R) op diverse manieren hebben overtreden. Het zou hoofdzakelijk gaan om onterecht geregistreerde meerlingen dan wel vaarzen, die in werkelijkheid al melkkoe waren geworden. Het lijkt erop dat vaarzen administratief langer vaars gehouden werden door een geboren kalf te registreren onder een reeds bestaande melkkoe, of een doodgeboren kalf niet te registeren. Hierdoor zouden er op papier minder fosfaten zijn uitgestoten dan in werkelijkheid gebeurde.
Aanvang onderzoek
De NVWA startte de strafrechtelijke onderzoeken na een signaal van de RVO aan de NVWA eind 2017 en een aantal daarop volgende fysieke inspecties. Het vermoeden was dat de registraties van aantallen koeien en meerlingen van veehouders niet klopten. Dat zou zijn gedaan om het aantal melkkoeien in 2017 lager te houden dan in werkelijkheid het geval was. Er werden door de toezichthouder in totaal meer dan 2000 bedrijven geblokkeerd. De veehouders moesten opheldering geven aan de toezichthouder. Bedrijven die vragen niet afdoende konden antwoorden of die sowieso voor inspectie in aanmerking kwamen, zijn fysiek bezocht. Naar aanleiding van deze fysieke inspecties zijn in ruim 140 gevallen dossiers opgemaakt van vermoedelijke strafbare feiten met meerlingen en aan het OM ingestuurd. In de overige zaken heeft de RVO de onterecht uitgekeerde bedragen verrekend.
Geconstateerde overtredingen
Uit de onderzoeken door de NVWA komt naar voren dat circa 125 bedrijven in totaal circa 3000 runderen te veel hielden. Het gaat om 3 kleine bedrijven, bijna 40 middelgrote bedrijven en meer dan 80 grote bedrijven. Gemiddeld komt dat neer op circa 24 koeien te veel per bedrijf. De veehouders die onderzocht zijn hadden een bandbreedte van enkele onjuist geregistreerde runderen tot meer dan 100 dieren waarvan de registratie niet klopte. Circa 60 bedrijven hadden tussen de 3 en 20 runderen te veel, bij de overige bedrijven ging het om tientallen dieren te veel. In het overgrote deel van de zaken is in elk geval sprake geweest van een onterecht voordeel voor de veehouder als de onjuiste registraties onopgemerkt waren gebleven.
De dossiers die het OM heeft ontvangen vermelden diverse soorten overtredingen van de Regeling Identificatie en Registratie Dieren (Regeling I&R), waarbij het hoofdzakelijk ging om onterecht geregistreerde meerlingen c.q. vaarzen die in werkelijkheid melkkoe waren geworden. Er waren veehouders met opvallend veel meerlingen en/of oudere vaarzen die nog niet gekalfd leken te hebben. Bij de controles door de NVWA bleek echter ook dat in diverse gevallen substantiële aantallen runderen op zogenoemde vrije oormerken uit de vrije voorraad stonden. Deze runderen vallen ook buiten de registraties en waren daardoor niet in beeld. Het ging hierbij in totaal om honderden (spook)runderen.
Overtredingen van de Regeling I&R zijn strafbare feiten volgens het wetboek. Een correct gevuld I&R is van groot belang voor de voedselveiligheid en voor het voorkomen van ongecontroleerde verspreiding van dierziektes. Het moet op elk moment duidelijk zijn waar vee vandaan komt en waar het naartoe is gegaan. Door dieren onder de verkeerde koe of helemaal niet te registeren, wordt dit moeilijker. Voedsel kan zo niet meer naar de oorsprong herleid worden. Daarnaast zijn uitbraken van dierziektes lastiger te beheersen, met consequenties voor andere veehouders.
‘Bewust vermindering melkvee ondergraven’
Het OM heeft verschillende soorten van overtreders gezien. Bij sommige was opzet tot frauderen waarschijnlijk afwezig. Zo waren er probleembedrijven waar behalve het I&R van alles mankeerde en slordigheid of onmacht leidend leek. Ook waren er bedrijven die niet alleen meerlingen of verkeerde vaarzen hadden, maar ook gestorven dieren die nog op het bedrijf stonden geregistreerd. Dat wijst ook op slordigheid. Verder hebben veel veehouders allerlei bedrijfsmatige omstandigheden aangedragen die het in hun visie moeilijk maakten de registratie goed op orde te houden. Een veelgehoord verwijt was ook de complexiteit van de regelgeving en de veranderlijkheid daarvan.
Het OM heeft anderzijds ook een heel aantal gevallen gezien waarbij inderdaad vee opzettelijk onjuist moet zijn geregistreerd om op papier lager uit te komen. Het gaat om ongeveer de helft van de bedrijven. Een aantal van die veehouders hebben dit ook bekend toen zij door de NVWA werden gecontroleerd. Een motief was vaak dat door veranderende regelgeving eerdere investeringsbeslissingen opeens onhoudbaar bleken. Met de overtredingen is volgens het OM door deze veehouders bewust het beleid ondergraven dat is gericht op vermindering van het melkvee om onder het fosfaatplafond te komen. Hierbij zijn overheidssystemen bewust gevuld met onjuiste informatie. Hierdoor kregen veehouders ook ten onrechte bonussen voor vermindering van het vee. De overtredingen leiden daarnaast tot concurrentievervalsing. Veehouders die niet eerlijk zijn over het aantal dieren op hun bedrijf, krijgen niet alleen meer bonusgeld, maar besparen ook op de mestafzet. Verder konden ze meer melk produceren dan de concurrent die wel eerlijk is.
Afdoeningen
Het OM heeft in 125 van de ruim 140 dossiers een vervolgingsbeslissing genomen. Ruim 100 veehouders hebben van het OM boetes opgelegd gekregen van 700 tot 24.000 euro. Het OM heeft de boetes opgelegd na hoorzittingen. Op de zittingen werden de veehouders, al dan niet in het bijzijn van hun advocaat, gehoord. Een deel van de boetes is al onherroepelijk. Het OM is daarnaast voornemens om circa 20 veehouders te dagvaarden. Hier speelden bijzondere omstandigheden zoals samenloop met andere dossiers tegen de veehouder, of de veehouder ging niet akkoord met de opgelegde boete.
Het OM heeft bij het bepalen van de opgelegde boetes rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte. Meegewogen heeft het aantal dieren waarvan de registratie niet klopte, de omvang van het bedrijf, of er recidive was en of duidelijk bewezen kon worden dat de onjuistheden bewust waren gepleegd om het aantal dieren lager te maken. Ook is rekening gehouden met de consequenties van het bestuurlijk ingrijpen.
Veel bedrijven zijn korte of lange periodes geblokkeerd geweest, totdat zij de administratie bij RVO op orde hadden gebracht. Vaak was hiervoor DNA onderzoek noodzakelijk. De blokkades hebben vaak ook geleid tot verhoogde kosten voor mestafzet en gederfde inkomsten. Ook heeft RVO conform afspraak met het OM in bijna alle dossiers een berekening gemaakt van het voordeel dat veehouders hadden doordat hun vee niet juist geregistreerd was. Dit voordeel is in de meeste gevallen verrekend. Ten slotte zijn in bijna alle zaken kortingen gevolgd op de EU betalingsrechten en soms op de deelname aan agrarisch natuurbeheer. Dit betekent dat veehouders vaak al forse financiële consequenties hadden gehad voordat de boete vanuit het OM kon worden opgelegd. Het OM heeft hiermee dan ook rekening gehouden bij het opleggen van de boetes.
Circa 5 zaken zijn (voorwaardelijk) geseponeerd. Dit had verschillende redenen: geen bewijs van strafbare feiten, het bedrijf was inmiddels failliet of er was sprake van een boer die niet in staat was zorg te dragen voor een juiste bedrijfsvoering vanwege persoonlijke omstandigheden.