Eis: drie jaar gevangenisstraf voor drie keer illegaal vuurwerk
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank Zwolle 3 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 23-jarige verdachte uit Houten. Het OM verwijt hem het bezit en verhandelen van illegaal vuurwerk. De verdachte, die ruim 7 maanden in voorlopige hechtenis zit, is in één jaar tijd drie keer betrapt op het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. Volgens de officier van justitie zit in deze drie voorvallen een stijgende lijn als het gaat om de ernst van de feiten: “Verdachte is iemand die er bewust voor heeft gekozen om door te gaan op de ingeslagen criminele weg. Dat gedrag, die bewuste keuze heeft gevolgen.”
Professioneel?
Op 31 oktober 2018 werd de man voor het eerst betrapt. De verdachte werd midden in de nacht in Lichtenvoorde aangetroffen met een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk in het door hem bestuurde en gehuurde vrachtauto. Hij deed voorkomen alsof hij van niets wist en slechts de auto bestuurde op verzoek van een ander, wiens naam hij niet noemde. Minder dan een jaar later werd de verdachte voor de tweede keer betrapt. Op 5 oktober 2019 werd hij ’s avonds in Utrecht aangetroffen terwijl hij een paar dozen vuurwerk bij iemand anders in de auto zette. In zijn eigen auto werd ook nog een doos vuurwerk aangetroffen. Hij had meer dan 38.000 euro contant geld bij zich. De verdachte zweeg. Slechts 4 dagen later, op 9 oktober 2019, werd er een inval gedaan bij een opslagruimte in Driebergen-Rijsenburg. Daar werd een omvangrijke hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen. De verdachte bleek deze ruimte al lang te huren. De opslagruimte voldeed volstrekt niet aan de eisen die aan een reguliere professionele vuurwerkopslag gesteld worden. De verdachte werd bij dit voorval gearresteerd en zit sindsdien in voorlopige hechtenis.
Ernst van de feiten en strafmaat
"De wereld van het illegale vuurwerk en de handel daarin is qua criminaliteitsvorm en organisatiestructuur in zijn algemeenheid te vergelijken met die van de drugshandel en de wapenhandel," zei de officier op ziting: "Een harde wereld waarin praten over het aandeel van anderen wordt afgestraft en waar druk en dreiging wordt gezet op mensen lager in de organisatie om vooral te zwijgen over afnemers en toeleveranciers." De officier vervolgde: “De verdachte zelf heeft zich in deze drie voorvallen laten zien als een verdachte die niet verklaart of slechts verklaart om er een voor hem gunstige draai aan te geven. Hij komt over als iemand die zijn kaarten voor de borst houdt en als een persoon die voortdurend beslissingen neemt om verdere pakkansrisico’s zo veel mogelijk te reduceren. Ik kwalificeer dat als berekend en sluw.” De officier vindt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaren passend, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.