‘Met zijn daden heeft hij grote angst gezaaid in de samenleving’
De 32-jarige man die op 8 mei vorig jaar een ruit vernielde van een restaurant aan de Amstelveenseweg in Amsterdam en een Israëlische vlag in brand stak, heeft gehandeld met een terroristisch oogmerk. Dat zei de officier van justitie vandaag op zitting. Tegen de man eiste hij vanmiddag TBS met dwangverpleging.
“Het gaat om een bijzondere zaak”, zei de officier van justitie. “Aan de ene kant spreken we ‘enkel’ over een kapot raam en een verbrandde vlag. Aan de andere kant hebben we te maken met een zaak die tot zeer veel beroering, emoties en angst heeft geleid. Verdachte heeft met zijn daden een grote angst gezaaid in de samenleving. De restauranteigenaren werden ook wederom slachtoffer. Wederom de schrik en wederom de angst. Allemaal omdat je in een politiek conflict een andere visie aanhangt. Verdachte heeft een politiek debat gevoerd door geweld uit te oefenen en mensen angstig te maken.”
Eerder veroordeeld
De 32-jarige verdachte is twee jaar geleden door de rechtbank veroordeeld voor vernielingen aan en diefstal van een Israëlische vlag uit hetzelfde restaurant. Anders dan toen heeft de officier van justitie nu een terroristisch oogmerk tenlastegelegd. De huidige zaak is een andere situatie dan die in 2017, zei de officier van justitie vandaag op zitting. Volgens hem is de actie van de 32-jarige verdachte specifiek gericht op het restaurant. Enkel en alleen om de achtergrond van het restaurant. Hij zou nadrukkelijk gericht zijn op de Israëlische vlag die voor het raam hing.
Extremistische ideeën
Een gespecialiseerd bureau (NTA) heeft de verdachte in opdracht van het OM onderzocht. Volgens dat bureau is de 32-jarige verdachte geradicaliseerd, houdt hij er extremistische ideeën op na en heeft hij vanuit dat gedachtengoed gehandeld. Daarnaast zijn er volgens de officier van justitie nog meer factoren die wijzen op een terroristisch oogmerk. Bij de politie heeft de verdachte onder meer verklaard over het motief van zijn handelen. Hieruit wordt duidelijk dat zijn actie voortkomt uit een pro Palestijns gedachtegoed.
Aanranding
Naast de vernieling en brandstichting met terroristisch oogmerk stond de verdachte vandaag ook terecht voor een aanranding in een tram op 28 februari 2020. Hij zou zijn linkerhand op de billen van een vrouw hebben gelegd. Het incident leidde tot ophef in de tram. De gealarmeerde politie kon op aanwijzingen van de aangeefster de 32-jarige verdachte aanhouden. Hij ontkent met opzet haar billen te hebben aangeraakt. Volgens hem was het te druk in de tram en gebeurde dit per ongeluk. Het verhaal van de aangeefster wordt echter bevestigd door een getuige.
Herhaling
De verdachte is naast bureau NTA ook onderzocht in het Pieter Baan Centrum (PBC) en door de reclassering. De deskundigen komen tot de conclusie dat er een groot gevaar voor herhaling is. Dat rapporteert ook het bureau NTA. Dit grote herhalingsgevaar is volgens de officier van justitie niet op een andere manier dan met de TBS maatregel te beteugelen. Met andere woorden de veiligheid vereist de TBS maatregel. Naast TBS met dwangverpleging eiste de officier van justitie 418 dagen gevangeinsstraf, dit komt overeen met de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten.
De rechtbank doet op 14 juli uitspraak.