Celstraffen geëist tegen Syriëgangers
Het Openbaar Ministerie eist 6 jaar cel en 30 maanden cel waarvan 10 voorwaardelijk tegen twee neven uit Den Haag (22 en 23 jaar) voor uitreizen naar Syrië en een poging hiertoe. De 23-jarige man maakte op het laatste moment rechtsomkeert in Turkije, de ander zette wel door en verblijft vermoedelijk nog in het strijdgebied. Ze vertrokken samen met nog een derde persoon, die is volgens de familie in Syrië omgekomen.
Het drietal boekte samen tickets om eind oktober 2015 naar Turkije te reizen. Ze boekten een retourreis, maar een aantal dagen later liet de 22-jarige verdachte per app aan zijn familie en vriendin weten dat hij veilig de grens over was gegaan en in Syrië verbleef.
De 23-jarige verdachte keerde half november wel terug uit Turkije. Waarom is niet duidelijk. De officier van justitie gelooft wel dat hij de intentie had ook in Syrië te gaan vechten. Net als de anderen liet hij zijn telefoon thuis en nam hij voor vertrek een groot geldbedrag op. Daarbij werd op zijn telefoon een afscheidsnotitie aan zijn ouders gevonden.
De derde persoon in het reisgezelschap was het broertje van de 23-jarige verdachte. Hij trok samen met de neef wel de grens over en zou in juni 2016 zijn omgekomen.
Tegen de 23-jarige verdachte die is teruggekeerd eist de officier van justitie 30 maanden cel waarvan 10 voorwaardelijk. Een van de voorwaarden zou moeten zijn dat hij niet in de buurt van landsgrenzen of vliegvelden mag komen. Tegen zijn neef eist de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar inclusief een bevel gevangenneming. Dit zou betekenen dat hij direct kan worden opgepakt en vastgezet zodra hij weer voet op Nederlandse bodem zet.
Tot 1 juni 2017 zijn er vanuit Nederland circa 280 personen uitgereisd, waarvan er ongeveer 50 zijn teruggekeerd. Het Openbaar Ministerie maakt zich hard voor het vervolgen van jihadstrijders. Enerzijds omdat ze in het zelfbenoemde kalifaat onbeschrijflijke gruweldaden begaan, anderzijds omdat ze een gevaar kunnen vormen als ze terugkeren. Ze zijn - soms jarenlang - weggeweest uit het 'normale' leven in Europa, zijn getraind en hebben gevochten en waarschijnlijk gedood. Om die reden vervolgt het OM niet alleen strijders die zijn teruggekeerd maar ook, preventief, strijders die nog in het strijdgebied verblijven en mogelijk later terugkeren.