OM seponeert strafzaak tegen verdachte van moord IS-strijders
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de strafzaak tegen J. A., die werd verdacht van betrokkenheid bij het doden van IS-strijders in Syrië, geseponeerd. Het opsporingsonderzoek heeft onvoldoende bewijs opgeleverd dat A. persoonlijk betrokken is geweest bij het plegen van levensdelicten of pogingen daartoe.
A. is op 13 januari 2016 aangehouden op verdenking van moord naar aanleiding van zijn uitlatingen in de media over zijn deelname aan de strijd tegen IS. Hij zou naar eigen zeggen hebben meegevochten aan de zijde van de Koerdische gewapende beweging YPG.
Onder verantwoordelijkheid van het OM heeft de politie onderzoek gedaan naar mogelijk door A. gepleegde strafbare feiten. Het ging daarbij om onderzoek aan inbeslaggenomen voorwerpen, onderzoek naar het optreden van A. voor de YPG in de regio en periode waarin hij voor die groepering actief was. Verder deed de politie onderzoek naar mogelijke getuigen van A.'s handelen in Syrië en onderzoek naar aanleiding van zijn eigen uitlatingen in de (sociale) media.
Eigenmachtig
Het OM stelde een strafrechtelijk onderzoek in omdat het niet toelaatbaar is dat burgers eigenmachtig en op eigen gezag waar ook ter wereld deelnemen aan een gewapend conflict en zich daarbij het recht toe-eigenen om te beschikken over leven en dood van anderen. In dergelijke omstandigheden is het gebruik van - zo nodig dodelijk – geweld uitsluitend voorbehouden aan de krijgsmacht. Het optreden van de krijgsmacht is met een heel scala aan regels en waarborgen omgeven. Gebruik van militair geweld wordt in elk individueel geval door het OM getoetst.
Maatschappelijke discussie
Naar aanleiding van de aanhouding van A. is maatschappelijk onbegrip ontstaan. Als er echter - zoals in deze zaak - concrete aanwijzingen voor strafbare feiten, doet het OM daar onderzoek naar, ongeacht bij wie deze persoon zich heeft aangesloten en tegen wie hij heeft gevochten. Het doel daarvan is om vast te stellen of hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige strafbare feiten.
Spannend verhaal
Na zijn aanhouding verklaarde A. bij de rechter-commissaris dat zijn uitlatingen in de media niet meer waren dan een spannend verhaal. Verder beriep hij zich op zijn zwijgrecht, ook tegenover de politie.
De waarde van de uitlatingen van A. liet zich verder moeilijk toetsen, zeker nu ze niet werden ondersteund door enig ander bewijs. Onderzoek ter plaatse is in de huidige (oorlogs)omstandigheden geen begaanbare weg. Bovendien ontbraken daarvoor ook concrete aanknopingspunten.
A. is door het OM in een persoonlijk gesprek op de hoogte gebracht van de sepotbeslissing. Hij is daarbij nogmaals gewezen op de ontoelaatbaarheid van eigenmachtig deelnemen van burgers aan een gewapend conflict.