Aangiften tegen PVV-campagnefilmpje geseponeerd
Het filmpje dat de PVV op 15 maart 2018 in de Zendtijd voor Politieke Partijen heeft uitgezonden en dat ook op sociale media is gepubliceerd, is naar het oordeel van het Openbaar Ministerie niet strafbaar. Er is geen sprake van het beledigen van een groep mensen, er wordt ook niet aangezet tot haat, discriminatie of geweld en mensen worden niet opgehitst om iets strafbaars te doen. De aangiften zijn dan ook geseponeerd. De zeventien aangevers zijn per brief over de sepotbeslissing geïnformeerd.
In het filmpje wordt in rode letters de tekst ‘ISLAM IS’ getoond; daaronder volgt onder een rode lijn de tekst inhoudende de opsomming: ‘discriminatie, geweld, terreur, vrouwenhaat, homohaat, jodenhaat, christenhaat, onderwerping, gedwongen huwelijk, eerwraak, totalitair, doodstraf voor afvalligheid, sharia, dierenleed, onrecht, slavernij, dodelijk’. Bij deze laatste woorden druppelt vanuit de rode lijn bloed. Aan het begin en het eind van de film wordt het PVV-logo getoond; gedurende de film klinkt muziek.
De uiting in zijn geheel moet zo begrepen worden dat deze alleen gaat over de islam als godsdienst en niet over de aanhangers van die godsdienst. Omdat de onderhavige uiting in ieder geval niet over ‘een groep mensen’ gaat, is deze niet strafbaar op grond van artikel 137c Sr. De uiting is, omdat deze niet over mensen gaat, ook niet strafbaar op grond van artikel 137d Sr (aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen). Evenmin wordt met de uiting aangezet tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden; de kijker wordt, anders gezegd, door middel van de film niet aangemoedigd of opgehitst om iets strafbaars te gaan doen. Van strafbaarheid op grond van artikel 131 Sr is dan ook geen sprake.