Sprekerstekst persbijeenkomst MH17 19 juni 2019

Spreekteksten van de heer Fred Westerbeke, Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket in Nederland en tevens Coördinator van het Joint Investigation Team, de heer Wilbert Paulissen Onderzoeksleider MH17 van de Nederlandse politie en de heer Peter Crozier, assistant-commisioner van de Australian Federal Police.

Goedemiddag, dames en heren,

Graag heet ik u allen welkom op deze persconferentie van het Joint Investigation Team. In het bijzonder heet ik de nabestaanden en vrienden van slachtoffers welkom. Ook zij die deze presentatie volgen via de livestream. Mijn naam is Peter Crozier. Ik ben assistant-commisioner van de Australische Federale Politie.

Sinds 2014 werken België, Maleisië, Nederland, Oekraïne en Australië als JIT samen in één van de meest complexe strafrechtelijke onderzoeken denkbaar: het onderzoek naar het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 in Oekraïne. Een tragedie die onze vijf landen verbindt, en zoveel andere, direct en indirect. Een onderzoek dat te omvangrijk en complex is om door één land te verrichten. Vertegenwoordigers van alle JIT-landen zijn hier vandaag aanwezig.

Graag stel ik hen aan u voor:

  • Mr Mohammed Hanafiah Bin Al Zakaria, Solicitor General of the Malaysian Attorney General’s Chambers;
  • Mr Frederic van Leeuw, Federaal Procureur van het Federaal Parket van België;
  • Mr. Yuriy Lutsenko, Prosecutor General of Ukraine;
  • Mr. Fred Westerbeke, Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket in Nederland en tevens Coördinator van het Joint Investigation Team;
  • Mr. Wilbert Paulissen, Onderzoeksleider MH17 van de Nederlandse politie.

Mijn collega’s zullen hier vandaag spreken in het Engels en Nederlands. 
De coördinator van het JIT, de heer Westerbeke en onderzoeksleider van de Nederlandse politie, de heer Paulissen, zullen u vandaag toespreken. Hun presentatie zal worden afgesloten met een getuigenoproep. Na afloop is er gelegenheid voor vragen aan mijn JIT-collega’s.

Nu wil ik de heer Westerbeke uitnodigen om het woord tot u te richten.

Fred Westerbeke

Dames en heren,

Op basis van onderzoek van het Joint Investigation Team hebben wij besloten vier verdachten te vervolgen voor het neerhalen van vlucht MH17. Daarmee gaat het Nederlandse strafproces van start. Dit vliegtuig, Malaysia Airlines vlucht MH17, met daarin 298 inzittenden, kwam bijna vijf jaar geleden terecht in een gebied in Oost-Oekraïne waar een gewapend conflict gaande was. Dat conflict duurt voort tot op de dag van vandaag en daarmee werd een oorlogsgebied onze plaats delict. Het maakte de opsporing van de daders ingewikkeld. Vanaf het eerste moment doen vele theorieën de ronde over de oorzaak van de ramp en over de vraag wie verantwoordelijk zijn. Vaak zijn deze theorieën gebaseerd op wantrouwen, op aannames en regelmatig zelfs op bewust gepresenteerde onwaarheden. Dit creëert onzekerheid en onrust bij nabestaanden.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft in 2015 de eerste belangrijke stap gezet om hen in deze onzekere periode duidelijkheid te verschaffen. De raad heeft de oorzaak van de crash onderzocht en concludeerde dat vlucht MH17 werd neergeschoten vanuit het oosten van Oekraïne door een BUK-raket uit de 9M38 serie.

Het onderzoek van het JIT richtte zich naast de vraag wát precies gebeurd is op die 17e juli 2014, ook op de vraag wie voor die misdaad verantwoordelijk waren. Recht doen aan de slachtoffers van deze misdaad is altijd onze drijfveer geweest.

Ook willen wij de nabestaanden antwoorden geven, maar wij kunnen alleen onderzoeksconclusies naar buiten brengen die met wettig en overtuigend bewijs worden onderbouwd en voor zover die openbaarmaking niet in strijd is met het belang van het onderzoek. Hierbij is het uitgangspunt dat de zittingzaal de plek is waar wij onze resultaten moeten presenteren.

We hebben altijd gezegd dat we er vertrouwen in hebben dat wij ons doel zullen behalen. Dat doel was en is: het achterhalen van de waarheid en het strafrechtelijk vervolgen van de verantwoordelijken. Vandaag kan ik u dus vertellen dat het onderzoek zó ver gevorderd is dat die vervolging er daadwerkelijk komt.

Het gaat om vier personen die we als verdachte verantwoordelijk houden voor het binnenbrengen van het dodelijke wapen, een BUK TELAR,in Oost-Oekraïne. Wij vertellen u zo wie het zijn, eerst laat ik u zien  wat vooraf ging aan de vervolging van de vier verdachten die het JIT verantwoordelijk houdt voor het vervoeren van het dodelijke wapen, een BUK TELAR, naar Oost-Oekraïne.

De afgelopen vijf jaar hebben we het aantal personen dat we onderzoeken dus kleiner kunnen maken.

Het onderzoek bestond al deze jaren uit verschillende onderdelen: forensisch onderzoek, het vinden en verhoren van getuigen en deskundigen, het analyseren van radar- en satellietbeelden, het beoordelen van grote hoeveelheden telecomgegevens zoals opgenomen telefoongesprekken en het analyseren van big data.

Het onderzoeksgebied in Oost-Oekraïne is nog steeds ontoegankelijk voor het onderzoeksteam. Dat leidt ertoe dat we sommige opsporingshandelingen niet hebben kunnen verrichten en dat ander onderzoek meer tijd vergt dan normaal. Wel hebben we óók het afgelopen jaar weer heel veel waardevolle telecomgegevens en andere relevante informatie uit Oekraïne ontvangen en onderzocht.

Tot op de dag van vandaag werken in het JIT meer dan vijftig rechercheurs en een team van ongeveer 25 medewerkers van het Openbaar Ministerie aan het onderzoek.

Een deel van de Australische en Nederlandse rechercheurs is nog altijd permanent aanwezig op de field office in Kiev, waar zij nauw samenwerken met de Oekraïense rechercheurs. De samenwerking daar is zeer waardevol.

Door de jaren heen hebben wij bij herhaling getuigenoproepen gedaan. Deze oproepen hebben relevante informatie opgeleverd, die van grote waarde is voor het onderzoek. Om die reden sluiten we deze bijeenkomst straks af met een nieuwe getuigenoproep om andere lijnen in ons onderzoek te verdiepen. Het onderzoek gaat immers door.

Het JIT realiseert zich dat getuigen in deze zaak hun nek uitsteken en een potentieel risico lopen. De veiligheid van getuigen staat dan ook voorop en we nemen de zorgplicht richting getuigen uiterst serieus. Naast getuigen en telecomdata vormen sociale media een belangrijk onderdeel van het onderzoek.

Het JIT screent nog steeds dagelijks een enorme hoeveelheid data. Dat doen we met behulp van geavanceerde analysetools; speciaal ontwikkelde computerprogramma’s helpen ons deze data zo slim mogelijk te doorzoeken. Relevante informatie wordt geanalyseerd en nader onderzocht. Op deze manier wordt ons onderzoek steeds aangevuld.

Verdachten

Vandaag sturen wij internationale aanhoudingsbevelen uit voor de vier verdachten die we gaan vervolgen. Ook plaatsen we hen op de nationale en internationale opsporingslijsten. Om die reden maken we de volledige namen bekend en tonen we hun foto’s.

Het gaat om de volgende personen:

  • Igor GIRKIN
  • Sergey DUBINSKIY
  • Oleg PULATOV
  • Leonid KHARCHENKO

De verdachten Girkin, Dubinskiy en Pulatov hebben de Russische nationaliteit en onze informatie wijst erop dat zij momenteel in Rusland verblijven.

Verdachte Kharchenko heeft de Oekraïense nationaliteit en we gaan er van uit dat hij in Oost-Oekraïne verblijft, in een gebied dat momenteel niet onder controle staat van de autoriteiten in Kiev.

Op 17 juli 2014 waren alle vier verdachten in Oost-Oekraïne (video). Zij speelden een cruciale rol in het gewapend conflict en ze bekleedden daarin belangrijke posities. 

We komen op die keten verderop terug. Wij gaan vandaag niet nader in op alle feiten die hebben geleid tot de verdenking tegen deze verdachten. Als het om concrete daden en ons bewijs tegen individuele personen gaat, is de zittingzaal de enige plaats waar wij als Openbaar Ministerie in alle openheid willen spreken. Wat we, op basis van de onderzoeksresultaten wél kunnen vertellen, is het volgende:

Verdachten Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko waren in juli 2014 actief in het gewapende conflict in de provincie Donetsk. Hun gezamenlijke doel in deze periode was het winnen van terrein ten koste van de Oekraïense Staat en zijn strijdkrachten. Tijdens de gevechten werd ook luchtafweer gebruikt. Het Openbaar Ministerie verdenkt de vier genoemde verdachten ervan dat hun plan, hun samenwerking en handelen op en rond 17 juli 2014 hebben geleid tot het neerschieten van vlucht MH17.

Hoewel zij niet zelf op de knop hebben gedrukt, is de verdenking dat zij nauw hebben samengewerkt om de BUK TELAR te krijgen en in stelling te brengen op de afvuurlocatie met als doel een vliegtuig neer te schieten. Zij kunnen daarom ook samen als verdachten worden aangemerkt van het neerschieten van vlucht MH17.

In het Nederlands strafrecht zijn personen die niet zelf aanwezig zijn tijdens de uitvoering van een misdrijf maar wel een belangrijke organiserende rol spelen net zo strafbaar als degene die het misdrijf feitelijk pleegt.

Concreet worden de verdachten vervolgd voor

  1. het doen verongelukken van vlucht MH17, met de dood van alle inzittenden tot gevolg, strafbaar gesteld in artikel 168 van het wetboek van strafrecht;
  2. de moord op de 298 inzittenden van vlucht MH17, strafbaar gesteld in artikel 289 van het wetboek van strafrecht.

Bij de beslissing om deze verdachten te vervolgen en het formuleren van de aanklacht hebben wij rekening gehouden met het gewapend conflict dat op dat moment gaande was. De mogelijkheid bestaat dat de verdachten een militair vliegtuig wilden neerschieten, in plaats van een passagiersvliegtuig. Ook als dat het oorspronkelijke plan was houden wij hen verantwoordelijk voor het neerhalen van MH17. Wat de verdachten daadwerkelijk wisten, wilden en uiteindelijk deden moet door de rechtbank in het strafproces worden vastgesteld.

Wij beseffen dat deze korte samenvatting nog geen antwoord geeft op veel vragen die leven, bijvoorbeeld over het beschikbare bewijsmateriaal. Ik benadruk dat wij vandaag alleen de beschuldigingen tegen deze verdachten bekend maken. Het is aan de rechtbank Den Haag om op basis van het procesdossier over deze beschuldigingen een oordeel te vellen. De verdachten hebben de kans om op de zitting hun kant van het verhaal toe te lichten.

Hoe gaat het nu dan verder?

Op korte termijn zullen we de Russische Federatie formeel verzoeken de dagvaardingen te overhandigen aan de verdachten die zich in de Russische Federatie bevinden. Ook gaan wij Rusland vragen de verdachten te laten horen over de beschuldigingen. Eenzelfde formeel verzoek zullen we aan Oekraïne richten ten aanzien van de Oekraïense verdachte.

Voor alle vier verdachten geldt dat we niet om uitlevering vragen omdat zowel de Russische als de Oekraïense grondwet het verbiedt om eigen onderdanen uit te leveren. Wel verzoeken we de Russische Federatie opnieuw mee te werken met de rechtshulpverzoeken.

We hebben nog verschillende vragen uitstaan. Zo wachten we nog op antwoord op de vraag waar deze BUK TELAR, die in juni 2014 is gefilmd in een konvooi van de 53e brigade in de Russische Federatie, zich bevond op en rond 17 juli 2014. Deze vraag stelden we meer dan een jaar geleden. Andere vragen weigert de Russische Federatie tot op heden te beantwoorden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vraag of verdachte Dubinskyi in juli 2014 werkzaam was voor de Russische overheid. Dit zijn eenvoudig te beantwoorden vragen. Wij nodigen de Russische Federatie uit om snel antwoord te geven op deze en andere vragen uit de rechtshulpverzoeken.

Natuurlijk staan wij ook open voor een directe reactie van de verdachten aan het onderzoeksteam.

Alle vier de verdachten hebben eerder publieke interviews gegeven over hun rol in het gewapend conflict in 2014. Als zij ook rechtstreeks aan het JIT een toelichting willen geven op hun rol horen wij dat graag.

Zij kunnen daartoe contact met ons opnemen via de communicatiekanalen die wij zo meteen bekend maken.

Wij hebben de rechtbank kort geleden geïnformeerd over de vervolgingsbeslissing en het feit dat we bezig zijn met de afronding van het digitale procesdossier. We verwachten dit omvangrijke dossier voor het einde van dit jaar te kunnen aanleveren.

Het strafproces vindt plaats voor de rechtbank Den Haag, die zitting houdt op het extra beveiligde Justitieel Complex Schiphol.

In 2017 hebben de vijf JIT-landen al besloten dat een vervolging naar Nederlands recht voor een Nederlandse rechtbank de beste keuze is. De rechtbank heeft ons laten weten dat het strafproces tegen deze verdachten zal beginnen op 9 maart 2020 om 10 uur.

Wij roepen de verdachten hierbij nadrukkelijk op om op die datum en tijd zich te melden bij de rechtbank om aanwezig te zijn bij hun strafproces, of om al voor die tijd contact met ons op te nemen.

Het strafproces gaat ook door, als de verdachten er voor kiezen om niet aanwezig te zijn.

Het JIT heeft de nabestaanden de afgelopen jaren zoveel mogelijk op de hoogte gehouden over de voortgang van het onderzoek. In de aanloop naar de vervolging zullen we hen informeren over het komende strafproces, en de positie die nabestaanden daarin kunnen bekleden.

Met het oog hierop organiseren de Politie, Slachtofferhulp Nederland en het Openbaar Ministerie in het najaar een informatiebijeenkomst voor alle nabestaanden. Juridische én praktische vragen die betrekking hebben op het aanstaande proces komen hier aan de orde. Nabestaanden die niet aanwezig kunnen zijn krijgen dezelfde informatie digitaal verstrekt.

Voor ons - en ieder die betrokken is geweest bij de ramp met de MH17 - is vandaag een gedenkwaardige dag.

We hebben de nabestaanden beloofd ons uiterste best te doen te achterhalen wie verantwoordelijk zijn voor de dood van hun geliefden en deze mensen op een openbare terechtzitting ter verantwoording te roepen.

Ik ben opgelucht dat we onze belofte aan de nabestaanden gaan inlossen.

Het JIT verdenkt Girkin, Dubinskiy, Pulatov en Kharchenko ervan een belangrijk aandeel te hebben gehad in de dood van 298 onschuldige burgers. De bewijsmiddelen waarop die verdenking is gebaseerd zullen in het strafproces uitgebreid aan de orde komen. Daarna zal de rechter een oordeel vellen.

De verdachten zijn onschuldig, totdat het tegendeel bewezen is in de rechtszaal.

Zo hoort dat in een rechtsstaat.

Peter Crozier

De afgelopen vijf jaar heeft de MH17-ramp onze vijf landen op unieke en ingrijpende wijze verbonden. Samen rouwen wij om onze slachtoffers en blijven wij vastberaden om de verantwoordelijken aansprakelijk te stellen. Afgelopen week zijn de vertegenwoordigers van de justitiële autoriteiten van de getroffen landen, de 'grieving nations', samen gekomen bij Eurojust in Den Haag. Daar hebben zij allen hun steun en betrokkenheid in deze zaak uitgesproken voor de komende jaren.

Net als België, Maleisië, Oekraïne en Australië, hebben ook de vertegenwoordigers van Canada, Duitsland, Indonesië, Italië, Nieuw Zeeland, Roemenië, Zuid Afrika, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hun vertrouwen uitgesproken in het Nederlandse rechtssysteem. Het Nederlandse Openbaar Ministerie heeft dit vertrouwen aanvaard, in de wetenschap dat een complexe internationale strafzaak zoals deze de komende jaren bijzondere eisen zal stellen aan ons allemaal.

In dit verband doet het JIT vandaag een beroep op getuigen om naar voren te komen.

Ik wil nu graag mijn collega chief constable Paulissen vragen om u hierover nadere informatie te verstrekken.

Wilbert Paulissen

Vandaag hebben we als JIT een belangrijke stap gezet. Maar met het besluit om vier personen strafrechtelijk te vervolgen, eindigt ons onderzoek niet. Meerdere personen hebben een rol gespeeld bij het neerhalen van vlucht MH17.

Het nadere onderzoek richt zich ook op de bemanning van de BUK TELAR en op personen die een belangrijke schakel waren in de besluitvorming in de Russische Federatie over de militaire steun aan Oost-Oekraïne.

De getuigenoproep die ik nu ga doen is bedoeld om maximale helderheid te krijgen over de hele keten van verantwoordelijken.