Dertig vrouwen aangerand door wielrenner

Tijdens het wandelen, fietsen of skaten plots bij een borst, bil of in je kruis gegrepen worden. In de polders rond Leiden overkwam het maar liefst dertig vrouwen. Steeds aangerand door een wielrenner, die daarna zonder een woord door fietste. Een 57-jarige verdachte stond vandaag terecht.

De aanrandingen vonden plaats tussen mei 2019 en augustus 2023. Er deden 29 vrouwen en één minderjarig meisje aangifte. Pas nadat de wielrenner in de zomer van 2023 werd gevangen door de camera van een botenverhuur, kon hij worden opgespoord. Het beeld werd getoond in het regionale opsporingsprogramma Team West. Dat werd vervolgens weer gedeeld in de appgroep van het wielrenclubje van de verdachte. De volgende dag meldde hij zichzelf bij de politie.

Bij de helft van de aangiften kon de politie de aanranding koppelen aan bijvoorbeeld gegevens uit de verdachte zijn fietscomputer. In alle andere gevallen was sprake van een vergelijkbare werkwijze of signalement van de verdachte. Wat het Openbaar Ministerie betreft zijn alle dertig aanrandingen bewezen.

Berekenend

Deskundigen hebben bij de verdachte een seksuele stoornis vastgesteld waar hij onvoldoende weerstand aan kon bieden. Tegelijkertijd lijkt hij overwogen keuzes te hebben gemaakt. Hij verklaarde dat hij soms ging wielrennen als hij de drang voelde, als hij een vrouw onverhoeds wilde betasten. Soms stond hij zijn slachtoffers ook op te wachten. Hij heeft nooit bedacht hulp te zoeken. Pas toen hij op camera was vastgelegd, stopte hij.

De officier van justitie hield er in haar strafeis rekening mee dat de feiten in verminderde mate aan verdachte konden worden toegerekend, maar had daarnaast ook een groot aantal strafverzwarende omstandigheden om rekening mee te houden. Bijvoorbeeld de lange periode en het groot aantal slachtoffers, en de maatschappelijke onrust die zulke feiten veroorzaken. "En de slachtoffers zullen niet meer snel onbevangen of überhaupt alleen gaan wandelen of fietsen. Daar is verdachte verantwoordelijk voor."

Het Openbaar Ministerie eiste een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 18 voorwaardelijk. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.