OM: strafzaak tegen huisarts die patiënt hielp met zelfmoord voorwaardelijk geseponeerd
Het OM heeft een strafzaak tegen een voormalig huisarts in de provincie Zuid-Holland voorwaardelijk geseponeerd. De huisarts schreef in juni 2022 zijn patiënt een anti-braakmiddel voor, terwijl hij wist dat die patiënt suïcidaal was en een zelfmoordmiddel (Middel X) in huis had. De patiënt heeft zichzelf kort daarna met dat middel van het leven beroofd. Het is algemeen bekend dat een anti-braakmiddel de suïcide met dit middel kan vergemakkelijken en dat is strafbaar.
Naar aanleiding van deze zaak is het OM een strafrechtelijk onderzoek gestart. Dit onderzoek, waarin de arts en getuigen zijn gehoord, heeft geleid tot voldoende bewijs dat de huisarts zich schuldig heeft gemaakt aan hulp bij zelfdoding door deze gemakkelijker te maken. Dit is een misdrijf dat is strafbaar gesteld in artikel 294 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
Het OM stelt dat de arts vanuit de strafrechtelijke norm de verkeerde keuze gemaakt. Ook was er geen sprake van euthanasie. Dat is in Nederland immers alleen toegestaan wanneer dit uitgevoerd door een arts die zich daarbij houdt aan de wet. Dit betekent onder meer dat de arts de zorgvuldigheidseisen moet naleven en de euthanasie moet melden bij de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE).
In deze zaak voldeed de patiënt naar het oordeel van de huisarts niet aan de eisen van de euthanasiewet. Er was geen sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Bovendien geeft de geboden hulp naar het oordeel van het OM blijk van onjuist medisch handelen. Er was medisch gezien geen noodzaak het anti- braakmiddel voor te schrijven. Het OM heeft om die reden besloten naast het strafrechtelijk onderzoek ook een melding te doen aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Bijzondere omstandigheden
Er is sprake van bijzondere omstandigheden in deze zaak. De arts is inmiddels niet meer als huisarts werkzaam waardoor de kans op herhaling sterk is afgenomen. Ook speelt het tijdsverloop (2 jaar geleden) een rol. Verder heeft de arts het dodelijke middel waarmee de patiënt zelfmoord pleegde niet zelf geleverd. Daarnaast heeft de arts in een gesprek met de officier van justitie nadrukkelijk inzicht getoond en toegegeven dat hij een fout heeft gemaakt en dat hij dit niet meer zal doen.
Gelet hierop ziet het OM aanleiding de zaak voorwaardelijk te seponeren met een proeftijd van twee jaar. Dat houdt in dat als de arts binnen deze proeftijd opnieuw een dergelijk feit pleegt, hij ook voor dit feit zal worden vervolgd.
Het OM benadrukt dat nadrukkelijk niet is toegestaan om buiten de kaders van de euthanasiewet een patiënt te helpen bij zelfdoding, bijvoorbeeld door het voorschrijven van medicijnen rondom de suïcide.