Flinke celstraffen voor subsidiefraudeurs in de veehouderijsector

Het Openbaar Ministerie eist 18 maanden celstraf, waarvan 6 voorwaardelijk, tegen de hoofdverdachte tijdens de zitting in de rechtbank van Den Bosch voor fraude met subsidiegelden in de veehouderijsector. Aanleiding van het strafrechtelijke onderzoek is een melding van een ongebruikelijke transactie van een accountskantoor die werkzaam was voor de verdachten. In totaal stonden er 4 verdachten terecht vandaag.

Varkenshouderij in Noord-Brabant

De zaak draait om een verplaatsingssubsidie (Subsidieregeling Verplaatsingskosten Intensieve Veehouderij (VIV)). Om voor de verplaatsingssubsidie in aanmerking te komen moet een varkenshouderij op een andere locatie worden voortgezet. Op papier heeft een van de verdachte via een pacht- en voergeldconstructie varkens gehouden op een locatie, terwijl in werkelijkheid de varkens daar voor rekening en risico van een andere verdachte gehouden werden. Uit onderzoek kan worden afgeleid dat de facturen die over en weer naar elkaar worden gestuurd, door één en dezelfde persoon zijn opgemaakt en dat de bedragen die aan elkaar gefactureerd worden uiteindelijk op 0 uitkomen. De VIV subsidiegelden van ruim 1.000.000 miljoen euro werden vermoedelijk ten onrechte opgestreken.

De basis voor deze schijnconstructie waren een valse pachtovereenkomst, valse voergeldovereenkomst, en valse overeenkomst van opdracht. De vervolgde verdachten hebben gezamenlijk deze schijnconstructie vormgegeven en worden als medeplegers daarvan aangemerkt.

Schijnconstructies

“Het frauduleus handelen van verdachten bestaat onder meer uit het vermoedelijk creëren van een schijnconstructie door middel van het opmaken en gebruiken van vervalste en/of valselijk opgemaakte documenten. Door deze schijnconstructie doet men voorkomen of er een verplaatsing van een varkensbedrijf heeft plaatsgevonden. Om te doen voorkomen dat er een verplaatsing heeft plaatsgevonden worden er tussen partijen een pachtcontract, een voergeldovereenkomst en een overeenkomst van opdracht (arbeid) opgemaakt. Daarnaast worden naar aanleiding van de afspraken opgenomen in de verschillende contracten, over en weer facturen opgemaakt.” , aldus de officier.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.