Steekpartij 5 mei: verwarde man met terroristisch oogmerk
De man die ervan wordt verdacht dat hij op 5 mei 2018 in Den Haag drie mensen neerstak, was verward maar had ook een terroristisch oogmerk. Volgens het Openbaar Ministerie sluiten die twee elkaar niet uit. Daarom eisten de officieren van justitie vandaag zowel een straf als behandeling: 15 jaar cel en tbs met dwangverpleging.
Op 5 mei 2018 werden in het gebied tussen station Hollands Spoor en de Haagse Hogeschool drie mensen neergestoken op straat en drie mensen bedreigd. Het ging om willekeurige slachtoffers die door de verdachte werden aangevallen. Dat zij de steekpartijen hebben overleefd, is mede te danken aan de snelle hulpverlening door omstanders, agenten en ambulancepersoneel.
Deskundigen die de verdachte hebben onderzocht, stellen dat hij in een psychose handelde.
Verward of niet
Het Openbaar Ministerie bestrijdt niet dat verdachte verward was en dat behandeling op zijn plaats is. Tegelijkertijd handelde verdachte volgens het OM wel met voorbedachten rade. De man kocht het mes al dagen eerder en ging naar een kerk om daar mensen te doden. Toen er niet werd opengedaan zag hij af van zijn plan, om het een dag later opnieuw te proberen op een andere plek.
Verder komt verdachte berekenend over. In zijn eerste verklaringen zegt hij onder meer dat hij ongelovigen wilde doden, dat hij als een martelaar wilde sterven, dat hij mensen wilde afmaken. Later komt hij terug op uitspraken die als terroristisch kunnen worden uitgelegd. In de gevangenis zijn gesprekken afgeluisterd waarin hij familie vertelt dat hem niets mankeert, maar dat hij wel wil doen alsof hij ziek is. Dan zou hij vrij komen. Wie zo berekenend te werk gaat, kan volgens het Openbaar Ministerie niet volledig ontoerekeningsvatbaar zijn.
Terroristisch oogmerk
De afgeluisterde gesprekken zijn voor het Openbaar Ministerie een belangrijke aanwijzing dat sprake was van een terroristisch oogmerk. Verdachte praat dan met zijn naaste familie en waant zich daarbij onbespied. Als zijn moeder zegt dat ze het zielig vindt voor de slachtoffers, zegt verdachte dat God ze moge vervloeken. Hij wilde ze afslachten. Pas wanneer hij hoort dat één van de slachtoffers moslim is, vindt hij het voor hem wel erg. Het Openbaar Ministerie twijfelt aan de oprechtheid van verdachtes latere spijtbetuigingen.
In zijn eerste verklaringen zegt de verdachte dat hij het mes kocht omdat hij mensen wilde steken. Ook toen hij op 5 mei onderweg was, had hij al het idee om mensen te steken. Later paste hij deze verklaringen aan. Een terroristisch oogmerk hoeft niet per definitie jihadistisch te zijn, of gelinkt aan een bekende terroristische organisatie. Wie op pad gaat – op een zonnige feestdag naar een plek waar veel mensen zijn – om willekeurige mensen neer te steken, heeft volgens het Openbaar Ministerie de intentie om mensen angst aan te jagen. In combinatie met andere omstandigheden, zoals zijn verklaringen, gedragingen en opgenomen gesprekken, past dat bij een terroristisch oogmerk.
Slachtoffers
Het Openbaar Ministerie houdt in zijn strafeis rekening met de vrees die bij veel mensen is ontstaan en het leed dat is aangericht. Drie mensen waren bijna dood geweest en houden blijvende littekens, zichtbaar en onzichtbaar. "Het eerste slachtoffer bijvoorbeeld is een jonge vent in de kracht van zijn leven", hielden de officieren van justitie de rechtbank voor, "die sindsdien nachtmerries heeft, woedeaanvallen en bang is dat elke vreemde man hem wil neersteken."
"Wij hebben de gestoken slachtoffers bezocht", zeiden de officieren van justitie, "en die gesprekken waren indrukwekkend. Niet alleen door wat zij zelf vertelden, maar ook hun partners en familie. Een groep die misschien over het hoofd wordt gezien, maar die net zo goed slachtoffer is."
Dat de gevolgen niet nog ernstiger zijn, dan ze al blijken, daaraan hebben professionele hulpverleners alsook behulpzame omstanders een belangrijke bijdrage geleverd. "Of het nu gaat om het naar beneden gooien van handdoeken om het bloeden te stelpen, of het drukken op de opengesneden keel om erger te voorkomen, zij verdienen een heel dikke pluim. Het is belangrijk om te melden dat de slachtoffers hen dankbaar zijn."