Aspen Oss BV betaalt 150.000 euro boete
Het bedrijf Aspen Oss B.V. uit Oss heeft een door het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden transactie in de vorm van betaling van 150.000 euro geaccepteerd. Het OM verwijt het bedrijf - waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt- dat het in 2014 meerdere veiligheidsregels niet heeft nageleefd. Het bedrijf heeft er daarnaast niet alles aan gedaan om zware ongevallen te voorkomen of de eventuele gevolgen daarvan te beperken.
Incidenten
Door de Politie Oost-Brabant is in 2015 onder leiding van het Functioneel Parket een strafrechtelijk onderzoek gestart naar incidenten die zich voordeden bij Aspen Oss. Het bedrijf meldde de diverse incidenten (ongewone voorvallen) bij het bevoegd gezag.
Bij het bedrijf wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen zoals methanol. Het bedrijf valt daarom onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). Bedrijven die onder het BRZO vallen, zijn verplicht om alle maatregelen te nemen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de mogelijke gevolgen daarvan voor mens en milieu zoveel mogelijk te beperken. Het vermoeden was dat het bedrijf dit niet voldoende deed. De onderzoeksperiode betreft de periode van april 2014 tot en met mei 2014.
Strafbare feiten
Uit het onderzoek blijkt dat het bedrijf niet alle verplichte veiligheidsmaatregelen had genomen om incidenten te voorkomen. Ook werd geconstateerd dat voorschriften uit de milieuvergunning niet werden nageleefd. Hierdoor was de veiligheid onvoldoende gewaarborgd.
Zo werden de interne procedures niet gevolgd bij het laden van een tankwagen met methanol. Er was vooraf niet bepaald hoeveel methanol er maximaal geladen kon worden, terwijl dit wel had gemoeten. Hierdoor kon het gebeuren dat er bij het beladen van een tankwagen 100 tot 150 liter methanol op een vloer liep. Dit met alle risico’s van dien, want methanol is zeer brandbaar. In de vloer zat ook nog een scheur, waardoor de vloer niet vloeistofdicht was. Methanol is verontreinigend voor bodem en voor grondwater. De bodem is nadien gereinigd door het bedrijf, waardoor er geen schade aan het milieu is opgetreden.
Daarnaast kwam bij het overpompen van stoffen in een productieproces circa 70 liter van de stof Tetrahydrofuraan (THF) vrij door een lekkende verbinding. THF is een zeer brandbare stof, die bij vrijkomen een gezondheidsgevaar oplevert. Damp van THF met lucht is explosief. Op de leiding waarmee de THF werd overgepompt was geen preventief onderhoud, een inspectie of een lektest uitgevoerd. De THF kwam – geluk bij een ongeluk- dankzij regen via een dak in het regenwaterafvoersysteem terecht. Per toeval was iemand op het dak aanwezig en hij kon het regenwaterafvoersysteem tijdig afsluiten. Anders was de stof in riool terecht gekomen.
Tot slot liep bij een productieproces bij het bedrijf een opvangtank over met circa 100 liter cyclohexaan/azijnzuur. Een deel van de cyclohexaan is verdampt. Cyclohexaan is zeer brandgevaarlijk en explosief met lucht. De opvangtank had te weinig capaciteit en was ook niet vooraf leeggemaakt. Het proces werd door operator niet volledig qua snelheid beheerst. Het proces werd ook nog eens uitgevoerd in een ander gebouw dan toegestaan. De beschrijving van de veiligheidsscenario’s en de getroffen veiligheidsvoorzieningen waren toegespitst op de installatie in een ander gebouw. De productopvang was anders en de beveiliging tegen het overvullen ontbrak.
Het OM concludeert dat het bedrijf de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen niet had geïmplementeerd en uitgevoerd in het bedrijfsproces. Dat is niet de houding die men van een BRZO bedrijf mag verwachten. Daar hoort veiligheid altijd op nummer 1 te komen.
Voor een wat meer uitgebreide omschrijving van de geconstateerde overtredingen zie feitenrelaas (PDF) (pdf, 134 kB).
Passende afdoening
De overtredingen zijn volgens het OM zeer ernstige feiten. BRZO-bedrijven hebben vanwege hun gevaarlijke bedrijfsactiviteiten een grote verantwoordelijkheid voor de op hun terrein werkzame werknemers, alsook voor hun leefomgeving. Zij zijn verplicht om de regels na te leven. Het bedrijf is gelegen in de nabijheid van woningen met alle risico’s van dien.
Het onderzoek heeft geen bewijs opgeleverd van strafbare feiten door de leiding van het bedrijf. De leidinggevenden waren net aangetreden toen de incidenten plaats vonden. De Hoge Raad stelt aan het vervolgen van personen voor het leiding geven aan strafbare feiten hoge eisen. Dan moet niet alleen wetenschap worden bewezen, maar ook dat deze personen bewust hebben aangezet tot strafbare feiten of bewust nalatig zijn geweest om strafbare feiten te stoppen. Daarvan is niet gebleken. Het OM rekent de strafbare feiten dan ook toe aan de organisatie als geheel.
Aspen Oss werd na overname van het bedrijf in oktober 2013 al snel geconfronteerd met behoorlijk ernstige onvolkomenheden. Het bedrijf erkent dat er in het verleden zaken mis zijn gelopen en onvoldoende aandacht hebben gekregen. Het bedrijf heeft inmiddels de nodige maatregelen getroffen en investeringen gedaan. Hierop is toezicht gehouden door het BRZO-inspectieteam. De feiten dateren uit 2014. Na die tijd zijn geen soortgelijke feiten geconstateerd. Het OM ziet de afdoening als passend.
Het OM ziet, mede gelet op de wijze waarop het bedrijf na de incidenten zijn bedrijfsvoering heeft verbeterd, de betaling van in totaal € 150.000 euro boete als een passende afdoening van de zaak. In de zittingszaal zou tot een vergelijkbare strafeis zijn gekomen.