OM eist in hoger beroep tot zes jaar en zeven maanden cel tegen verdachten Haagse ronselorganisatie

De advocaten-generaal (OM) op Schiphol hebben woensdag 14 maart in hoger beroep tot zes jaar en zeven maanden gevangenisstraf geëist tegen zes verdachten uit het onderzoek Context, het strafrechtelijk onderzoek naar de zogenaamde Haagse ronselorganisatie. Ook vordert het OM dat de vier verdachten die nu op vrije voeten zijn opnieuw in hechtenis worden genomen.

De advocaten-generaal (OM) op Schiphol hebben woensdag 14 maart in hoger beroep tot zes jaar en zeven maanden gevangenisstraf geëist tegen zes verdachten uit het onderzoek Context, het strafrechtelijk onderzoek naar de zogenaamde Haagse ronselorganisatie. Ook vordert het OM dat de vier verdachten die nu op vrije voeten zijn opnieuw in hechtenis worden genomen.

De eisen zijn lager dan in eerste aanleg, omdat de behandeling in hoger beroep langer heeft geduurd dan redelijk is. Volgens rechtspraak van de Hoge Raad hebben verdachten daarom recht op enige strafvermindering.
De verdachten staan terecht omdat zij ervan worden verdacht een criminele terroristische organisatie te hebben gevormd, die als doel had jongeren ertoe te bewegen deel te nemen aan de gewapende strijd in Syrië en Irak. Eén van de verdachten, de 32-jarige man, is gedurende acht maanden in Syrië geweest en heeft daar deelgenomen aan een trainingskamp en aan de gewapende strijd.

Het onderzoek

Het onderzoek Context begon nadat meerdere ouders, met name uit de Schilderswijk in Den Haag, in 2013 aangifte deden van vermissing van hun kind. De jongeren zouden volgens deze ouders zijn geronseld om naar Syrië te vertrekken en deel te nemen aan de gewapende strijd.
Na de aangiften begon een groot strafrechtelijk onderzoek naar de verdachten, die actief waren in het verkondingen van hun boodschap. Dat gebeurde op internet, via social mediakanalen, op eigen websites, via een online radiostation en door het houden van lezingen (op straat en online) en opruiende bijeenkomsten in de Schilderswijk in Den Haag van begin 2012 tot en met augustus 2014.

De organisatie

Alle verdachten vervulden een rol binnen de organisatie. Zo was de 28-jarige Rudolph H. ‘de mediaman’, de 21-jarige Oussama C. de ‘prediker’ en de 35-jarige Azzeddine C. de leider. De verschillende rollen droegen uiteindelijk allemaal bij aan het verwezenlijken van het doel van de organisatie.
De verdachten bemoeiden zich volgens het OM ook met de financiering van Nederlandse strijders in Syrië of Irak. Er werd ook hulp geboden bij het afreizen naar Syrië, zowel in Nederland als daar. Dat gebeurde bijvoorbeeld door geld en goederen op of mee te sturen. Ook werd in Syrië hulp geboden bij het oversteken van de grens en het verdelen van geld aan de naar het land vertrokken jihadstrijders. Dat blijkt bijvoorbeeld uit digitaal onderzoek, verklaringen van aangevers en getuigen, telefoongesprekken en telefoongegevens van verdachten.

Vrijheid van meningsuiting en godsdienst

De advocaat-generaal vertelde op de zitting dat het uitoefenen van een godsdienst nooit strafbaar is en ook gedachten zijn nooit strafbaar. Maar in deze zaak gaat het om strafbare handelingen die de verdachten vanuit hun  gedachtegoed hebben gepleegd.
Vrijheid van meningsuiting en godsdienst zijn zeer waardevolle vrijheden in onze maatschappij en rechtssysteem, ook voor deze verdachten. Maar deze vrijheden zijn niet ongelimiteerd. Zij zijn voor een ieder beperkt ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Ernst van de feiten

Het OM is van mening dat de door de verdachten gepleegde feiten zeer ernstig zijn. Tientallen jongeren zijn onder invloed van deze groep naar het strijdgebied gegaan om deel te nemen aan de gewapende strijd, hierbij is de bevolking daar veel leed aangedaan. Het verdriet bij de ouders en andere familieleden die de jongeren achterlieten is groot. Meerdere uitreizigers verloren hun leven in de strijd.
Het is belangrijk om tegen deze strafbare feiten op te treden. Het OM wil niet dat er jonge mensen vanuit Nederland vertrekken om strafbare feiten te plegen,  zoals terroristische misdrijven in Syrië en Irak. Daarnaast wil het OM ook niet dat wanneer deze mensen uitreizen en daarna weer terugkeren dat zij getraumatiseerd, radicaal of getraind zijn en daarmee een gevaar vormen voor de Nederlandse samenleving.

Overzicht eisen in eerste aanleg, vonnis en eis in hoger beroep (*: verdachte zit nog vast)
Naam verdachte Eis in eerste aanleg Vonnis Eis in hoger beroep
*Azzeddine C.  (35) 7 jaar 6 jaar 6 jaar en 7 maanden
Oussama C. (21) 5 jaar 3 jaar, waarvan 1 voorwaardelijk 45 maanden
Rudolph H. (28) 6 jaar 3 jaar, waarvan 1 voorwaardelijk 5 jaar en 8 maanden
Moussa L. (43) 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk 43 dagen en 2 maanden voorwaardelijk 28 maanden
*Hicham El O. (32) 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk 5 jaar 46 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk
Imane B. (28) 2 jaar 7 dagen 22 maanden