100 uur werkstraf voor achterlaten bijtend zuur in RandstadRail.
De Haagse politierechter heeft vandaag een 39-jarige Zoetermeerder veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur en 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechter acht bewezen dat de man op 11 december 2015 en op 21 juni 2016 in een rijtuig van de RandstadRail een stinkend en bijtend zuur heeft achtergelaten. Bij het tweede incident is daardoor ook een meisje gewond geraakt. Het vonnis was gelijk aan de eis van de officier van justitie.
Op 21 juni vorig jaar liep een meisje een brandwond aan haar bovenbeen op doordat zij was gaan zitten in een bijtende vloeistof die zich bevond op een stoelzitting in de RandstadRail. Onderzoek wees uit dat het ging om boterzuur. In het rijtuig werd een flesje met de gevaarlijke stof aangetroffen.
Opgevraagde camerabeelden leidden naar de 39-jarige Zoetermeerder. Diens vingerafdrukken bleken ook op het flesje te staan. Hij kon na aanhouding ook in verband gebracht worden met het incident van 11 december 2015.
De man verklaarde boos te zijn op de HTM, omdat hij in het verleden geregeld – en naar zijn mening onterecht - als zwartrijder was betrapt. Hij had niet de intentie gehad iemand te verwonden, maar wilde met het stinkende zuur overlast veroorzaken voor de HTM.
De politierechter veroordeelde de man tot een werkstraf van 100 uur en 2 weken voorwaardelijke gevangenissstraf voor mishandeling en vernieling. De trams moesten na beide incidenten uit de dienstregeling worden genomen en geheel worden gereinigd door een specialistisch bedrijf.