Geweld tegen personen met een publieke taak

Personen met een publieke taak moeten ongestoord hun werk kunnen uitvoeren. Zonder hen wordt de samenleving ernstig ontwricht. Helaas gebeurt het regelmatig dat medewerkers van onder andere openbaar vervoerbedrijven, zorginstellingen, politie en gemeenten en andere hulpverleners geconfronteerd worden met geweld en agressie. Het OM neemt deze zaken zeer ernstig op: ze worden met prioriteit behandeld en in zo’n 85% van de aangiften leidt dit ook daadwerkelijk tot een strafvorderlijke reactie.

De ernst van dit soort feiten komt ook tot uitdrukking in de straftoemeting. Het OM hanteert als uitgangspunt een 200% hogere strafeis, als signaal dat dit soort crimineel gedrag niet wordt getolereerd.

Dit betekent niet dat in iedere zaak uiteindelijk een drie keer zwaardere straf wordt geëist. Het gaat om een uitgangspunt, waarna nog een aantal andere stappen moeten worden genomen. De officier van justitie moet namelijk ook rekening houden met de aard en ernst van het strafbare feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, de omstandigheden rondom en persoon van de verdachte, en het gewenste effect. Ook wordt er rekening gehouden met eerdere rechterlijke uitspraken in vergelijkbare zaken. Uiteindelijk beslist de rechter wat de straf wordt.

Naast een passende straf is het doel van goede strafrechtspleging en strafoplegging ook het voorkomen van herhaling en – bij jeugdige daders – het bijdragen aan de ontwikkeling van de verdachte. Als er bijvoorbeeld sprake is van een verdachte met grote psychische problemen kan ondanks het uitgangspunt van een 200% hogere strafeis, toch de nadruk komen te liggen op behandeling om herhaling in de toekomst te voorkomen.