OM eist tot 36 maanden cel voor cocaïnehandel in Bodegraven.
Vier mannen uit Bodegraven, die ervan verdacht worden in gezamenlijk verband als drugsdealers te hebben opgetreden, stonden vandaag voor de Haagse rechter. Tegen een 23-jarige man eiste de officier 36 maanden cel (waarvan 6 maanden voorwaardelijk), tegen een 26-jarige man 25 maanden cel (waarvan 4 voorwaardelijk), tegen een 22-jarige man 21 maanden cel (waarvan 4 voorwaardelijk) en tegen een 24-jarige man 10 maanden cel (waarvan 2 voorwaardelijk). Zij zouden jaren actief zijn geweest in Bodegraven en omgeving en daarbij aan ongeveer tweehonderd vaste afnemers cocaïne hebben verkocht. Ook vorderde de officier het geld terug dat zij met hun criminele activiteiten zouden hebben verdiend. In totaal gaat het volgens de officier om bijna 700.000 euro.
Begin maart 2016 startte de politie een onderzoek naar mogelijke handel in verdovende middelen in Bodegraven. Dit gebeurde nadat er bij de politie meldingen waren binnengekomen over drugsoverlast. Zo kwam het onderzoeksteam op het spoor van de drugshandel, waarbij dealers zeer regelmatig drugs op afgesproken plaatsen bezorgden. Vaak bezorgden de dealers drugsbestellingen zelfs tot ‘aan de deur’.
Het onderzoek leidde onder meer tot de aanhouding van de vier mannen die vandaag voor de rechter stonden. Bij de doorzoeking van hun woningen en een gehuurde ruimte vonden agenten niet alleen cocaïne, maar ook 50 XTC-pillen, 130 gram hennep en foto’s van goederen die van diefstal afkomstig bleken.
De verdachten bekennen schoorvoetend korte perioden gedeald te hebben, maar ontkennen dit gezamenlijk te hebben gedaan. Maar volgens de officier is er ruim voldoende bewijs dat aantoont dat zij gezamenlijk in Bodegraven en omgeving voor langere tijd in cocaïne hebben gedeald. Zo hadden zij voor het aannemen van bestellingen een speciaal 06-nummer dat door alle vier de verdachten werd beantwoord. En bij het bezorgen van de drugs zaten zij soms gezamenlijk in een auto.
De officier wees erop dat het geregelde gebruik van cocaïne tot ernstige gezondheidsproblemen en verslaving leidt. Hij nam het de verdachten kwalijk dat zij ‘geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid als business model hanteerden’. Die afhankelijkheid ging zelfs zover dat één van hun vaste klanten – toen die krap bij kas zat – het paspoort van zijn dochter als onderpand wilde geven.
Alle vier de verdachten zijn eerder met justitie in aanraking geweest en hebben geen vast werk.
De uitspraak is over twee weken.