OM eist in hoger beroep 10 jaar gevangenisstraf voor veroorzaken fatale aanrijding Alblasserdam
Een 26-jarige man uit Papendrecht moet zich voor de rechter verantwoorden over een dodelijke aanrijding op de Edisonweg in Alblasserdam op 6 mei 2022. Bij de aanrijding kwamen twee jonge vrouwen uit Alblasserdam (18 en 19 jaar oud) die op een scooter reden om het leven. Het OM stelt dat sprake is van doodslag en eist in hoger beroep een gevangenisstraf van 10 jaar en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 jaar.
Verdachte werd eerder door de rechtbank veroordeeld voor roekeloos rijden en kreeg daarvoor een gevangenisstraf van vijf jaar en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 10 jaar opgelegd. Het OM en verdachte zijn tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan. Het OM deed dat omdat het zich niet kan verenigen met de vrijspraak voor, de aan verdachte primair tenlastegelegde, doodslag en als gevolg daarvan de strafmaat die de rechtbank heeft gehanteerd. In eerste aanleg werd door de officier van justitie eveneens een gevangenisstraf van 10 jaar en ontzegging van de rijbevoegdheid voor 10 jaar gevorderd.
Rood licht
In de nacht van 6 mei reed verdachte met zijn personenauto op de Edisonweg. De twee slachtoffers staken vanuit het Molenpad de Edisonweg over. Op dat kruispunt is verdachte met zijn auto tegen de scooter aangereden. De 19-jarige Esmee kwam als gevolg van die botsing direct om het leven. De vriendin waarmee zij een filmavond had gehad, de 18-jarige Ilse, raakte zwaargewond en bezweek in het ziekenhuis aan de gevolgen van de aanrijding. Uit onderzoek blijkt dat verdachte bij de aanrijding met een snelheid tussen de (grofweg) 80 en 100 kilometer per uur reed en een stoplicht dat voor hem al lange tijd op rood stond negeerde. De maximale snelheid op het traject was op dat moment 30 kilometer per uur. Ook zou verdachte niet hebben geremd en na het ongeval nog een halve kilometer hebben doorgereden voor hij terugkeerde naar de plaats van de aanrijding om hulp te verlenen.
Voorwaardelijke opzet
Het OM gaat er, net als de rechtbank, niet van uit dat verdachte de volle opzet had om iemand om het leven te willen brengen. Anders dan de rechtbank concludeert het OM wel dat verdachte met zijn rijgedrag heeft aangetoond willens en weten de kans te aanvaarden dat hij een dodelijk ongeluk zou kunnen veroorzaken. Daarbij komt dat verdachte in de korte tijd dat hij over een rijbewijs beschikte een waslijst aan verkeersovertredingen heeft begaan. “Verdachte heeft met zijn eerdere verkeersgedrag laten zien zich niet te bekommeren om de veiligheid van andere verkeersdeelnemers. Alle eerdere waarschuwingen, veroordelingen en boetes hebben er niet toe geleid dat hij zijn verkeersgedrag heeft aangepast”, aldus de advocaat-generaal (de officier van justitie in hoger beroep). Wat het OM betreft moet dit in strafverzwarende zin worden meegenomen.
Streng bestraffen
“Het mogen duidelijk zijn dat het leed voor de nabestaanden onbeschrijfelijk is en geen straf ooit recht kan doen aan hetgeen hen is aangedaan. [..] Deze jonge vrouwen hadden alles in handen voor een veelbelovende toekomst en hun familie kon terecht heel trots zijn. Dat zij op deze manier wreed uit het leven zijn weggerukt is niet te verteren”, zo licht de advocaat-generaal in het requisitoir de ernst van de feiten toe. Het OM stelt dat het van belang is dat verdachte wordt veroordeeld en een straf krijgt die recht doet aan wat er is gebeurd. Zodat niet alleen aan de verdachte maar ook aan de maatschappij wordt duidelijk gemaakt dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd en streng wordt bestraft.