OM eist hogere straf voor gruwelijke moord in Breda
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 25 jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen en 53-jarige man uit Breda. Hem wordt verweten Ger van Zundert op 8 april 2019 in Breda te hebben vermoord. “Een gruweldaad van het ergste soort, gepland tot in het kleinste detail. Het is een daad die ieders normale verstand te boven gaat. Misselijkmakend en huiveringwekkend”, aldus de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG).
Volgens het OM is het slachtoffer vanwege een zakelijk conflict in zijn garagezaak overmeesterd en vastgebonden. De verdachte zegt dat hij het slachtoffer in brand gaat steken. Hij besprenkelt de man met een brandbare stof. “De verdachte rookt nog even een sigaretje en drinkt een pilsje voordat hij het slachtoffer in de brand steekt. Hoe sadistisch ben je als je dat doet”, aldus de AG.
In brand gezet
De verdachte rijdt daarna met een auto van het slachtoffer weg en rijdt daarbij dwars door een rolluik van de garage. Daarna heeft het slachtoffer zelf nog geprobeerd de brand te blussen met een brandblusser. Uiteindelijk schieten de buren te hulp en zetten hem onder de douche. Daar vertelt hij volgens de AG wat er is gebeurd. “Hij zegt letterlijk: H. heeft mij in brand gezet. Deze verklaringen herhaalt hij meerdere malen; zowel tegen de hulpdiensten, als tegen de politie. Helaas is het slachtoffer uiteindelijk aan zijn verwondingen overleden.”
De rechtbank in Breda veroordeelt de verdachte in december 2020 tot een gevangenisstraf van 20 jaar en TBS met dwangverpleging. Hij is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep.
“De verdachte rookt nog even een sigaretje en drinkt een pilsje voordat hij het slachtoffer in de brand steekt. Hoe sadistisch ben je als je dat doet.”
Moord
In het hoger beroep draait het onder meer om de bewijslast en of er sprake is van moord of doodslag. De AG zegt dat er voldoende bewijs is dat het de verdachte is die het slachtoffer van het leven heeft beroofd. Ook is er volgens haar sprake van moord. “Naar mijn mening heeft verdachte zich tot in de spreekwoordelijke puntjes voorbereid op het ombrengen van het slachtoffer.”
Het OM is ervan overtuigd dat de verdachte hulp heeft gehad van minimaal twee mensen. “Helaas heeft dit nooit tot een veroordeling geleid”, zegt de AG in haar betoog, “al neemt dit natuurlijk nog steeds niet weg dat zij een gruwelijke daad op hun geweten hebben door het overmeesteren, vastbinden en dichtplakken van de ogen van het slachtoffer.”
TBS
De verdachte heeft niet meegewerkt aan psychologische en psychiatrisch onderzoek. Wel is er onder meer een rapportage uit 2017 waaruit het OM onder meer opmaakt dat naast een gevangenisstraf TBS met dwangverpleging noodzakelijk is. Mocht het gerechtshof dat niet vinden, eist het OM tegen de verdachte een gevangenisstraf van dertig jaar.
Onverteerbaar
De AG geeft in haar requisitoir aan dat de verdachte geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Hij zegt dat hij op het plaats delict is geweest, maar ontkent de daden waarvan hij wordt verdacht. “Dit moet voor de nabestaanden onverteerbaar zijn. Meerdere malen heeft verdachte beloofd openheid van zaken te geven, maar niets van dit alles.”
Het gerechtshof in Den Bosch doet 11 november om 1300 uur uitspraak.