Eis OM in hoger beroep: 12 jaar en TBS voor drie brute aanvallen met mes op Bevrijdingsdag 2018

Vandaag heeft het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep een gevangenisstraf van twaalf jaar en TBS geëist tegen een man die bekend heeft op Bevrijdingsdag 2018 in Den Haag drie mannen op gruwelijk manier te hebben aangevallen en levensbedreigend heeft neergestoken en gesneden. Hiervoor wordt hem drie keer een poging tot moord tenlastegelegd. Daarnaast wordt hem drie bedreigingen met een mes tenlastegelegd. Hierbij gaat het om omstanders die hij op diezelfde dag met het mes heeft bedreigd of achtervolgd.

Bevrijdingsdag 208

De man valt op 5 mei 2018 uit het niets binnen tien minuten drie willekeurige mensen aan. Hij steekt en snijdt hen levensbedreigend met een scherp mes. Alle drie de slachtoffers overleven deze aanval, maar zij en hun naasten ondervinden tot op de dag vandaag fysieke, maar met name ook grote psychische gevolgen van de aanval. Zij getuigen hierover op indringende wijze tijdens de zittingen in hoger beroep. Het immense leed dat hen is aangedaan is voelbaar.

De man wordt vlak na de steekpartijen op heterdaad aangehouden. Vlak na zijn aanhouding bekent hij de drie aanvallen en geeft hij aan van plan te zijn geweest mensen iets aan te doen zodat hij zou worden doodgeschoten door de politie. Met dit doel koopt hij een paar dagen daarvoor een nieuw mes omdat zijn eigen messen niet geschikt zijn voor zijn plan.

Voorbedachte rade

Om iemand een moord of poging tot moord ten laste te leggen, moet voorbedachte rade worden bewezen. Volgens de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG) heeft de verdachte weloverwogen een nieuw mes gekocht met de intentie om iemand daarmee te steken, heeft hij zich daarmee bewapend en heeft hij een aantal dagen daarna het besluit genomen om willekeurige mensen aan te vallen om vervolgens dood te worden geschoten door de politie. ‘Hieruit leidt het OM af dat de verdachte bij de tenlastegelegde pogingen tot moord met voorbedachten rade heeft gehandeld.’

Oordeel rechtbank en hoger beroep

In eerste aanleg veroordeelt de rechtbank de man voor de drievoudige poging tot moord en twee bedreigingen. De verdachte wordt vrijgesproken van de derde bedreiging. Ook spreekt de rechtbank de verdachte vrij van een terroristisch element. Volgens de rechtbank pleegde de verdachte zijn daden onder invloed van een psychotische stoornis en was hij volledig ontoerekeningsvatbaar. Hierdoor krijgt hij geen gevangenisstraf, maar wordt alleen TBS opgelegd. Het OM kan zich niet vinden in het vonnis en gaat in hoger beroep. Volgens het OM kan ook de derde bedreiging worden bewezen.

Terroristisch oogmerk

In het hoger beroep is aanvullend onderzoek verricht naar onder meer de terroristische motieven van de verdachte. Op basis van dat onderzoek, het dossier en datgene wat op zitting naar voren is gebracht komt de AG tot de conclusie dat daar geen sprake van is. Voor een terroristisch oogmerk moet immers bewezen kunnen worden dat de verdachte het oogmerk had om de bevolking vrees aan te jagen.

De AG vindt in dit geval dat dat niet bewezen kan worden. “Hij hoopte doodgeschoten te worden en naar het paradijs te gaan. Maar hij had niet het oogmerk om de bevolking of een deel daarvan vrees aan te jagen. Hoewel de handelingen van verdachte in deze strafzaak zeker te kwalificeren zijn als het in de volksmond gebezigde begrip terroristisch, ligt dit juridisch gezien anders.”

Toerekeningsvatbaarheid

Daarnaast oordeelt het OM dat de verdachte ten tijde van zijn handelen wel degelijk deels toerekeningsvatbaar was. Uit gespreksverslagen van de verdachte ontstaat een duidelijk beeld als het gaat over het belijden van zijn godsdienst. Hij haat de ongelovigen, hij wenst ze de hel. Wat hij heeft gedaan, is het beste.

De verdachte is door deskundigen onderzocht. Zij geven aan dat er tegenstrijdigheden zitten in zijn verklaringen. In een vertrouwde setting geeft de verdachte aan dat hij zijn daad met voorbedachten rade heeft gepleegd om de ongelovigen te doden en om als martelaar te sterven. In de niet-vertrouwde settingen probeert hij een beeld te schetsen dat hij zijn daad heeft gepleegd onder invloed van zijn psychische gesteldheid.

Het OM spreekt niet tegen dat de verdachte leed aan een stoornis en dat deze van invloed kan zijn geweest op de vorming van zijn geloofsbelijdenis: "Waanbeelden kunnen, samen met andere factoren, de nodige stress en druk opgeleverd hebben bij de verdachte. Het feit blijft staan dat hij een plan heeft gevat om op 5 mei 2018 mensen te steken en zelf doodgeschoten te laten worden. Hij wilde ongelovigen treffen opdat hij dan in het paradijs zou komen. Hij wist dat hij wederrechtelijk handelde en wist wat de consequentie had kunnen zijn. Andere scenario’s zijn niet aannemelijk geworden. De verdachte handelde niet volledig onder invloed van een paranoïde psychose. Het OM is dan ook van mening dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar verklaard dient te worden. De verdachte is derhalve strafbaar. Het OM eist naast de TBS dan ook een gevangenisstraf van twaalf jaar."

Het gerechtshof van Den Haag doet op 11 mei om 11:30 uur uitspraak.