OM eist in hoger beroep 24 jaar en TBS voor dodelijke steekpartijen in Maastricht
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch in hoger beroep een gevangenisstraf van 24 jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen een 40-jarige man uit Syrië. Hij wordt onder meer verdacht van het op gruwelijke wijze om het leven brengen van twee mensen in Maastricht. De eis is gelijk aan wat de rechtbank Limburg opgelegd heeft.
Schokkend
Het is 14 december 2017 toen Maastricht werd opgeschrikt door deze een gruwelijke gebeurtenissen. De verdachte brengt volgens het OM een man en een vrouw om het leven en verwondt twee anderen ernstig met een mes. De verdachte heeft binnen een kwartier de beide slachtoffers om het leven hebben gebracht. Bij een bevriende man heeft hij de hals doorgesneden (doodslag). De vrouw is in haar woning met veel messteken om het leven gebracht (moord). De dochter van de vrouw en een overbuurman proberen de vrouw nog te redden; zij raken daarbij ernstig gewond.
De aanklager in hoger beroep, de AG, spreekt in zijn requisitoir van een vreselijke keten van geweld. De mate van dat geweld is nauwelijks voor te stellen: “Voor Nederlandse begrippen is dergelijk beestachtig geweld uitzonderlijk en daardoor ook zo schokkend. Bovendien hebben de nabestaanden nog altijd geen antwoord op de vraag waarom dood en verderf gezaaid moest worden.”
Keten van geweld
Op 12 maart 2019 legt de rechtbank Limburg een gevangenisstraf van 24 jaar en TBS met dwangverpleging op. Zowel de verdachte als het OM gaan in hoger beroep. Ook het OM, terwijl de opgelegde straf hoger is dan eis van de officier van justitie. Die vroeg voor de gruwelijke feiten om een gevangenisstraf van achttien jaar en TBS met dwangverpleging.
Het OM kan zich vinden in het vonnis van de rechtbank, maar heeft voor dit hoger beroep een wijziging aangebracht in de tenlastelegging. De aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), heeft daarin nu één van de twee niet-dodelijke steekpartijen gekwalificeerd als een poging tot moord. Dat was voor de rechtbank nog een poging tot doodslag. De AG vindt met de rechtbank dat hier de voorbedachte raad van de poging tot moord bewezen kan worden ten aanzien van het zwaar verwonden van de dochter van de vermoorde vrouw.
“Voor Nederlandse begrippen is dergelijk beestachtig geweld uitzonderlijk en daardoor ook zo schokkend. Bovendien hebben de nabestaanden nog altijd geen antwoord op de vraag waarom dood en verderf gezaaid moest worden.”
TBS met dwangverpleging
De AG vindt de gevangenisstraf verdiend en de TBS met dwangverpleging noodzakelijk: “Net zoals de rechtbank overwogen heeft, dient de samenleving beschermd te worden tegen mogelijk toekomstig gewelddadig gedrag van deze man."
Op 8 januari 2021 zal het gerechtshof het onderzoek officieel sluiten en dan zal meteen daarna ook de uitspraak gedaan worden. Daarbij zal dan ook beslist worden over de negentien schadevergoedingen die door benadeelden en nabestaanden gevraagd zijn.
