Opnieuw 18 jaar en tbs geëist in hoger beroep moord Laura Korsman
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep opnieuw een gevangenisstraf van 18 jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen een 33-jarige man uit Nieuwegein. Hij wordt er van verdachte op 11 juli 2018 zijn ex-vriendin, de 24-jarige Laura Korsman, van het leven te hebben beroofd.
De jonge vrouw werd dood aangetroffen in haar woning in Utrecht. Zij bleek met een fors aantal messteken om het leven te zijn gebracht. In de weken voorafgaand aan haar dood werd zij ernstig gestalkt door verdachte, met wie zij kort daarvoor de relatie had beëindigd. Verdachte zou haar sindsdien elke dag hebben benaderd. Via appjes, door haar te bellen, haar bij haar werk op te wachten, op de fiets te achtervolgen, vanuit de auto te volgen. Ook wist verdachte via het balkon haar woning binnen te dringen, reed hij haar klem op de snelweg en stak hij een autoband lek in een weekend dat Laura noodgedwongen elders doorbracht. “Verdachte is waar Laura is, zo blijkt uit de mastgegevens van zijn telefoon”, aldus de advocaat-generaal (de officier van justitie in hoger beroep). Diverse waarschuwingen van de politie en een straatverbod leidden niet tot het gewenste effect.
Voorbedachte raad
Verdachte heeft diverse keren verklaard dat Laura zich zelf het fatale letsel heeft toegebracht. Iemand anders zou de Aware-knop, die Laura enkele weken eerder had gekregen, hebben weggegooid. Het OM gaat echter uit van een geplande actie. Uit het dossier blijkt dat verdachte zijn ex-vriendin op de ochtend van de feiten anderhalf tot twee uur bij haar woning heeft opgewacht. Verdachte zou daar, voorbereid met een handschoen en mes, hebben gewacht tot zijn ex-vriendin alleen was. Vervolgens stak hij haar dood. Wat het OM betreft wijst niets uit het onderzoek op contra-indicaties van voorbedachte raad.
Langdurige straf
De advocaat-generaal (AG) verwijt verdachte tot op de dag van vandaag een enkele verantwoordelijkheid te hebben genomen voor zijn daden, maar steeds een ander verhaal te houden. "Verdachte ziet zichzelf als slachtoffer van de situatie", aldus de AG. De verdachte is onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Daar is vastgesteld dat hij als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden gezien en een persoonlijkheidsstoornis heeft met onder andere narcistische en antisociale trekken. Bij de hoogte van de strafeis is dan ook, naast de gruwelijkheid van de feiten, rekening gehouden met het beeld dat van verdachte naar voren komt uit het dossier. Het OM vindt dat naast behandeling een langdurige gevangenisstraf moet worden opgelegd.
Vonnis rechtbank
De rechtbank veroordeelde verdachte in 2019 tot een gevangenisstraf van 15 jaar en tbs met dwangverpleging. Het OM had in eerste aanleg een gevangenisstraf van 18 jaar en tbs met dwangverpleging geëist. De rechtbank hield bij het opleggen van de gevangenisstraf meer dan het OM rekening met de stoornissen die bij verdachte zijn geconstateerd en die een rol speelden tijdens de stalking en de moord. Verdachte ging tegen de uitspraak in hoger beroep.