OM eist in hoger beroep opnieuw 20 jaar cel tegen zoon van vermoorde Bart Hillen
Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Bosch eiste vandaag in hoger beroep opnieuw een gevangenisstraf van 20 jaar, tegen een 43-jarige Helmonder. De man wordt er van verdacht in mei 2016 zijn vader om het leven te hebben gebracht en diens lichaam in het water te hebben gedumpt.
Het slachtoffer, een 67-jarige man uit Helmond, was voor hij werd gevonden enige tijd vermist. Terwijl de verdachte rondreed in de auto van zijn vermoorde vader, geld pinde van zijn rekening en regelmatig in zijn woning verbleef, ontwaarde een voorbijganger op 19 mei 2016 een groot pakket in de Zuid-Willemsvaart in Helmond. Het bleek het met een steekkar verzwaarde lichaam van de vermiste Helmonder te zijn. Het OM gaat ervan uit dat de verdachte zijn vader al op 2 mei 2016 om het leven heeft gebracht. Het motief van de moord lijkt niets anders dan geld te zijn. De verdachte had na de moord op naam van zijn vader een nieuwe pinpas aangevraagd waarmee hij grote bedragen pinde. Ook bleek de kluis met een groot contant geldbedrag leeg.
Hoger beroep
De rechtbank veroordeelde de verdachte in 2017, conform eis van de officier van justitie, tot een gevangenisstraf van 20 jaar, met aftrek van het voorarrest. De rechter achtte bewezen dat verdachte zijn vader om het leven heeft gebracht en het lichaam op mensonterende wijze heeft geloosd in het water van de Zuid-Willemsvaart. De verdachte zou kort voor de verdwijning van zijn vader op internet gezocht hebben naar informatie over (oa.) “doodsteken weinig bloed”, “lijk verzwaren”, “iemand laten verdwijnen”. In de garage van het slachtoffer werd een rol tape aangetroffen met daarop DNA-sporen van verdachte. Met datzelfde tape werd het lichaam van het slachtoffer op de steekkar gebonden. Bovendien bleek uit het onderzoek dat verdachte in die periode als enige de gelegenheid had om zijn vader om te brengen.
Verdachte ging tegen de uitspraak in hoger beroep en schetst als alternatief scenario dat zijn vader vertrokken zou zijn met een internet date. De advocaat-generaal (de officier van justitie in hoger beroep) vroeg het gerechtshof Den Bosch om het vonnis van de rechtbank te bevestigen.
Het hof doet uitspraak op (naar verwachting) 2 december 2019.