OM eist in hoger beroep drie keer 15 jaar cel in dodelijke steekpartij Enschede

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen geëist van 24 maanden (één verdachte) en 15 jaar (drie verdachten) voor het doodsteken van een 25-jarige man in Enschede op 27 september 2014.

De rechtbank achtte bij twee verdachten doodslag bewezen. Zij werden op 24 juni 2016 veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaar. De andere twee verdachten werden vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie ging tegen de vonnissen in hoger beroep. Tegen de vrijspraak en tegen de veroordelingen omdat het OM, in tegenstelling tot de rechtbank, voor drie van de verdachten medeplegen van moord bewezen acht.

Verbroken relatie

Het slachtoffer had een relatie met de vrouwelijke hoofdverdachte; samen hebben zij een kind. Nadat de relatie was verbroken vertrekt zij met het kind naar haar oorspronkelijke woonplaats Bergen op Zoom. Het slachtoffer spant een kort geding aan en wint. Dat betekent dat de vrouw met het kind terug naar Enschede moet.

Messen

Het OM acht bewezen dat de vrouw tegen haar nieuwe partner zegt dat het slachtoffer dood moest. Daar zou haar moeder bij zijn geweest. Er worden messen gekocht en met een kennis, tevens medeverdachte in deze zaak, gaat haar nieuwe partner naar Enschede. Daar wordt het slachtoffer doodgestoken.

Veroordeling en vrijspraak

De nieuwe partner van de vrouw, de ene mannelijke verdachte, bekent voor een groot deel. Zijn kennis, de andere mannelijke verdachte, ontkent. Net als de vrouw en haar moeder. De beide mannelijke verdachten worden veroordeeld, de moeder en de vrouw worden vrijgesproken.

Architect van de moord

De officier van justitie in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG) acht bij de moeder medeplichtigheid aan de moord bewezen. De vrouwelijke hoofdverdachte ziet hij als architect van de moord op haar ex. Daarom eist de AG tegen haar een gevangenisstraf van 15 jaar vanwege het medeplegen van de moord. “Zij is de drijvende kracht achter de schermen en ze laat de hopeloos verliefde mannelijke hoofdverdachte en zijn op sensatie beluste gelegenheidskameraad de kolen uit het vuur halen.”

Heilloze weg

De AG acht voor de twee aanwezige mannen eveneens (medeplegen van de) moord bewezen. “Voor de verdachten geldt dat zij zich steeds weer hebben kunnen bedenken, steeds weer hebben zij de mogelijkheid gehad om op hun schreden terug te keren. Ze zijn echter doorgegaan op de heilloze weg die ze waren ingeslagen. Dat heeft ertoe geleid dat zij, na rijp beraad en kalm overleg, ervoor hebben gekozen het leven van het slachtoffer te nemen.”

Het Gerechtshof in Arnhem doet op 18 januari 2019 uitspraak.