OM eist 3 jaar cel in ontuchtzaak zwembad Velsen-Zuid
Het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, geëist tegen een 31-jarige zwemleraar uit Soest. Ook vorderde de advocaat-generaal een beroepsverbod en een proeftijd van tien jaar.
De verdachte heeft volgens het OM als zwemleraar bij jonge kinderen tijdens hun zwemlessen de geslachtsdelen betast, waarbij hij vaak met zijn handen en vingers in de zwemkleding ging.
De rechtbank Noord-Holland veroordeelde de verdachte op 25 maart 2015 tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, een beroepsverbod en een proeftijd van tien jaar. De rechtbank achtte bewezen dat de man bij vijftien kinderen ontucht pleegde, terwijl hij les gaf in een zwemschool in Velsen-Zuid. Dit deed hij tussen 1 september 2012 en 18 februari 2014.
De verdachte ging in hoger beroep. Hij ontkent alle tenlastegelegde feiten. In hoger beroep heeft de verdediging het verzoek gedaan om de kinderen opnieuw te horen. Het OM verzette zich hiertegen, omdat het voorkomen van de schade die bij de slachtoffers zou kunnen ontstaan door het opnieuw horen zwaarder weegt dan het belang van de verdediging bij het wederom ondervragen van de jonge kinderen. Het hof wees het verzoek van de verdediging af, waarbij het zich mede beriep op rapporten van deskundigen.
In haar betoog besprak de advocaat-generaal het spanningsveld tussen enerzijds belangen van de verdachte om zich effectief te kunnen verdedigen en anderzijds het belang om jonge slachtoffers tegen verdere schade te beschermen. Verder onderstreepte de advocaat-generaal de impact van deze zedenzaak op de slachtoffers en de naaste omgeving. “Kinderen die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik worden vaak angstig en onzeker. Ouders kampen veelal met schuldgevoelens, omdat zij hun kind niet hebben kunnen beschermen. Daarnaast wordt het stafproces zelf als zwaar ervaren.”
Het hof doet op 25 juli 2018 uitspraak in deze zaak.