OM eist vijftien maanden gevangenisstraf in hoger beroep Monstertruckzaak
Het Openbaar Ministerie (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van 15 maanden geëist tegen de man die op 28 september 2014 tijdens een stunt in Haaksbergen met een monstertruck inreed op het daar aanwezige publiek. Daarbij kwamen drie toeschouwers te overlijden en raakten tientallen mensen (zwaar) gewond. Naast de gevangenisstraf eiste het OM ook een ontzetting uit het beroep van stuntman voor de periode van vijf jaar.
In de visie van het OM heeft de bestuurder geen oog gehad voor de risico’s die verbonden waren aan het gebruik van de monstertruck op een relatief klein plein dat was omgeven door publiek. Daarnaast maakte de man tijdens de stunt een verkeerde keuze, die ertoe leidde dat hij de controle over het voertuig verloor.
Het OM meent dat de verantwoordelijkheid voor het ongeval niet enkel bij de bestuurder van de monstertruck ligt, maar dat die wordt gedeeld met de stichting die het evenement organiseerde en de gemeente Haaksbergen. De gemeente kan voor haar tekortkomingen bij de verlening van de vergunning voor het evenement niet worden vervolgd, omdat het een publiekrechtelijk orgaan is. De stichting moet zich op 23 april voor het hof verantwoorden.
De rechtbank veroordeelde de bestuurder in eerste aanleg tot 15 maanden gevangenisstraf, en ontzegging uit het beroep voor vijf jaar. De verdachte ging tegen deze uitspraak in hoger beroep.
Hoger beroep
De advocaat-generaal reageerde in hoger beroep op het verweer van verdachte dat er sprake zou zijn geweest van technische mankementen, namelijk het blijven hangen van het gas, ten gevolge waarvan de bestuurder het ongeval niet verweten kan worden. Het OM meent echter dat uit het onderzoek blijkt dat het blijven hangen van het gas onaannemelijk is en wijst het ontstaan van de verkeerde manoeuvre van de truck toe aan onvoorzichtig handelen van de bestuurder.
Daarnaast vindt verdachte dat hem te veel schuld wordt aangerekend en dat hij geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zou moeten krijgen. De advocaat-generaal heeft bij het formuleren van de strafeis in hoger beroep rekening gehouden met verschillende facetten in de zaak. Zo stelt hij dat gelet op de ernst van de zaak een werkstraf niet passend is.
Daartegenover wil het OM voorkomen dat de bestuurder, in het licht van de gedeelde verantwoordelijkheid met de stichting en de gemeente, onevenredig zwaar bestraft wordt. Bij het formuleren van de strafeis is daarom aansluiting gezocht op de oriëntatiepunten die gelden bij de straffen in zaken rond verkeersongevallen. Naast de geëiste celstraf en ontzetting uit het beroep eiste het OM ook verbeurdverklaring van de monstertruck.
Het hof doet uitspraak op woensdag 23 mei om 13:15 uur.