OM eist in hoger beroep 32 maanden voor dood door schuld

De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van 32 maanden geëist tegen een 49-jarige man uit Lelystad. Het OM acht bewezen dat de man in 2012 schuld heeft gehad aan de dood van de 41-jarige Nathalie van Poelgeest.

De rechtbank oordeelde in 2013 dat niet vast is komen te staan door welke handelingen het vuurwapen waardoor de vrouw om het leven was gekomen is afgegaan en wie het wapen op dat moment in handen zou hebben gehad. Het OM kon zich niet met die uitspraak verenigen en liet in hoger beroep nog veel aanvullend onderzoek verrichten. Zo zijn verschillende getuigen opnieuw gehoord en zijn nieuwe deskundigenrapportages opgevraagd. Het Nederlands Forensisch Instituut deed nieuw onderzoek naar de schotresten en de baan die de kogel zou hebben afgelegd.

Verklaring in hoger beroep

De meest opvallende ontwikkeling in hoger beroep was echter de verklaring die de verdachte, die tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg altijd heeft gezwegen over de toedracht, nu wel wilde afleggen. In de lezing van verdachte zou Nathalie voor zijn ogen zelfmoord hebben gepleegd. Om die verklaring te verifiëren heeft op 11 februari 2016 een reconstructie plaatsgevonden waarbij verdachte is gevraagd om met behulp van stand-ins te laten zien wat zich die avond zou hebben afgespeeld. De reconstructie heeft het zelfmoordscenario, in de visie van het OM, niet bevestigd of waarschijnlijker gemaakt. Ook het verrichte technisch onderzoek maakt het zelfmoordscenario zoals dat door verdachte wordt geschetst volgens het OM niet aannemelijk.

Dood door schuld

Als sprake zou zijn van een zelfmoordscenario zoals verdachte verklaarde, sluit dat eveneens uit dat het slachtoffer zichzelf per ongeluk heeft doodgeschoten. In de visie van het OM blijft daarmee als enige alternatief over dat verdachte degene is geweest die het wapen hanteerde. Dat blijkt ook uit ander bewijs.

Uit het onderzoek is niet gebleken dat de verdachte een vooropgezet plan had om het slachtoffer te doden. De advocaat-generaal kan niet uitsluiten dat er sprake is geweest van opzet, maar vindt in het strafdossier uiteindelijk te weinig details over de gedragingen van verdachte terug die wijzen op opzet. Dat maakt dat verdachte in de visie van het OM verantwoordelijk is geweest voor, en schuldig aan, een noodlottig ongeval door zeer onvoorzichtig handelen bij het hanteren van het vuurwapen. Het OM acht bewezen dat verdachte het wapen had meegenomen naar de woning van het slachtoffer en dat hij een grote hoeveelheid alcohol had genuttigd. Het OM neemt hem ook kwalijk dat hij – op het moment dat Nathalie na het schot nog leefde- heeft nagelaten om hulp in te schakelen.

Het OM concludeert dan ook tot dood door schuld door zeer onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig handelen. De advocaat-generaal eiste de maximumstraf die staat op de combinatie van dood door schuld en vuurwapenbezit.