In hoger beroep 15 jaar en TBS geëist wegens moord en doodslag Amsterdam Zuidoost

De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep op verdenking van doodslag en wapenbezit een gevangenisstraf van 15 jaar en TBS geëist tegen een inmiddels 56-jarige man. De verdachte zou op 22 juli 2014 in de Alfred Döblinstraat in Amsterdam een vrouw om het leven hebben gebracht met meerdere messteken. Een omstander die de vrouw probeerde te helpen werd ook neergestoken.

De verdachte zou de vrouw in haar woning al meerdere keren hebben gestoken, waarna ze de straat op vluchtte. Daar ging de steekpartij verder en daar werd ook een omstander die hulp wilde bieden gestoken. De 27-jarige vrouw overleed korte tijd later in het ziekenhuis. De man werd gewond overgebracht naar het ziekenhuis waar hij aan zijn verwondingen kon worden behandeld.

In voorbedachte rade

In hoger beroep gaat het onder meer om de vraag of sprake is geweest van voorbedachte rade. De rechtbank veroordeelde de verdachte eerder tot vijftien jaar cel en TBS voor moord. In de visie van het OM zouden de gebeurtenissen in de woning in een gemoedsopwelling kunnen zijn gebeurd maar heeft de verdachte tijd gehad om zich te bedenken toen hij de vrouw uit de woning volgde. Desondanks heeft het hij slachtoffer nogmaals gestoken en heeft hij haar, op het moment dat zij wist te ontkomen, opnieuw achtervolgd om zijn daad af te maken.
Daarnaast gaat het in hoger beroep om de vraag of sprake is van doodslag op de omstander die de vrouw probeerde te helpen. De rechtbank achtte bewezen dat verdachte meermaals heeft gestoken, wetende dat deze steekwonden de man fataal zouden kunnen worden. De advocaat-generaal sluit zich hier bij aan.

TBS

Deskundigen concludeerden dat er sterke aanwijzingen zijn voor een psychische stoornis bij verdachte. Op basis van rapportage door een psycholoog en psychiater wordt duidelijk dat verdachte te maken heeft met een verstandelijke beperking die ten tijde van de moord aanwezig is geweest. De verdachte kan daarom als verminderd toerekeningsvatbaar worden gezien. Het OM meent dat de verdachte in een strafrechtelijk kader moet worden behandeld aan de stoornis om er voor te zorgen dat het gevaar voor de maatschappij wordt weggenomen of sterk wordt gereduceerd voordat verdachte daar in terug mag keren.

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak op 14 november.