In hoger beroep celstraffen tot 21 jaar geëist voor moord op Yvon Pfaff

De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep celstraffen van 21 jaar (twee maal), 19 jaar, 15 en 13 jaar geëist tegen vijf verdachten, vier mannen en een vrouw, die in haar visie betrokken zijn bij de dood van Yvon Pfaff in juni 2014.

Het verbrande lichaam van het slachtoffer werd op 22 juni 2014 gevonden in een uitgebrande auto in Sint-Michielsgestel. Eerder die dag werd Pfaff onder valse voorwendselen naar een vakantiehuisje in Ewijk is gelokt. Hij was naar het vakantiehuis gelokt door de vrouwelijke verdachte. Zij verklaarde zelf in verhoren dat ze gebruikt werd als ‘’lokaas’’. Zij zou het slachtoffer verteld hebben een relatie met hem te willen aanknopen en ze had hem wijsgemaakt dat ze die avond hulp nodig had om haar kleren op te halen in het vakantiehuisje. De advocaat-generaal: “Yvon Pfaff hoopte op een lang en gelukkig leven met de vrouwelijke verdachte maar werd vermoord. Het was geen sprookje, geen film, maar keiharde werkelijkheid. Te misselijkmakend en bizar voor woorden. Hij moet de laatste ogenblikken van zijn leven in ware doodsangst hebben verkeerd.Werkelijk uit niets kon hij afleiden wat hem te wachten stond. Hij zou - zo was zijn overtuiging waarschijnlijk - een nieuw leven gaan beginnen met de vrouwelijke verdachte. Hij had haar zelfs 250 euro gegeven om een advocaat in te kunnen schakelen om van haar man te kunnen scheiden. Wat zij in werkelijkheid en uiterst kil deed met de 250 euro was het geld aan een medeverdachte geven die aan een wapen kon komen; het wapen waarmee hij uiteindelijk zou worden vermoord.”

Een van de twee mannen die de hoogste straf tegen zich hoorde eisen wordt door het OM gezien als de schutter; de ander kwam met het idee om Pfaff om het leven te brengen en gaf daarvoor opdracht. De vrouwelijke verdachte hoorde een straf van negentien jaar tegen zich eisen. Tegen de twee andere verdachten werd vijftien en dertien jaar cel geëist wegens het medeplegen van de moord en brandstichting.

In het strafrechtelijk onderzoek heeft de politie gebruikt gemaakt van undercoveragenten die zich voordeden als leden van de Italiaanse maffia; een rol die een van de verdachten zich ook toedichtte. De undercoveractie leverde het gewenste resultaat op: twee verdachten gaven in een gesprek met de agenten zeer gedetailleerd toe dat zij in samenwerking met anderen Yvon Pfaff om het leven brachten en zijn stoffelijk overschot in brand staken. Een andere verdachte wees de ‘’maffiosi’ bovendien aan waar zij de bij de moord gebruikte kogels, hulzen en kentekenplaten hadden gelaten.

Zeer lange celstraffen zijn hier op zijn plaats om recht te doen aan de ernst van het feit en het leed dat daardoor is veroorzaakt, zo stelde de advocaat-generaal. "Het in de val lokken en vervolgens emotieloos afschieten van Yvon Pfaff was niet genoeg. Men vond het ook nog nodig het lichaam in de auto te proppen en vervolgens de auto met daarin het stoffelijk overschot van Yvon Pfaff in brand te steken. De manier hoe met zijn ontzielde lichaam is omgesprongen is ronduit respectloos. Het is voor de nabestaanden onverteerbaar dat er geen antwoord komt op de vraag waarom hun familielid op zo’n gruwelijke wijze om het leven is gebracht en verminkt. Zij hebben voor altijd een lege plaats. Verdachten hebben ten tijde van hun daden geen enkel respect getoond voor Yvon Pfaff en zijn naasten. Hun eigen belang voerde de boventoon.”

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.