In hoger beroep 15 jaar cel geëist wegens doden man in Weert
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep vijftien jaar cel geëist tegen een man uit Weert wegens het doden van een 43-jarige plaatsgenoot in januari 2013. De strafeis is gelijk aan die in eerste aanleg en aan het vonnis van de rechtbank.
In de visie van het OM heeft de man het slachtoffer door zijn hoofd geschoten en vervolgens beroofd van een hoeveelheid geld. In juridische zin gaat het dan om gekwalificeerde doodslag: het doden om de uitvoering van de diefstal met geweld te vergemakkelijken of de kans op betrapping te verkleinen.
De verdachte heeft zowel een bekennende als ontkennende verklaringen afgelegd. In de verhoren na zijn aanhouding ontkende hij telkens het slachtoffer om het leven te hebben gebracht. Wegens gebrek aan bewijs moest de politie verdachte in vrijheid stellen. Een jaar nadat verdachte op vrije voeten was gesteld, meldde hij zich echter bij de politie met de mededeling dat hij een bekentenis wilde afleggen en deed dit vervolgens ook. Deze bekennende verklaring trok hij daarna weer in. Op de zitting bij het hof gaf de verdachte vandaag als reden voor zijn ‘valse’ bekentenis dat hij dacht dat de politie dan wel onderzoek zou gaan doen naar de echte dader. Wat daar ook van zij, de advocaat-generaal is van mening dat er naast de bekennende verklaring nog voldoende ander (ondersteunend) bewijs, zoals kruitsporen, telecomgegevens en getuigenverklaringen, in het dossier aanwezig is om te bewijzen dat de man de dader is van dit laffe feit.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.