OM tevreden met veroordeling in hoger beroep voor dreigen met terroristisch misdrijf via 112

Het Openbaar Ministerie (OM) is tevreden met de uitspraak van het hof in Den Bosch in het hoger beroep tegen twee mannen uit de gemeente Heerlen. Het hof veroordeelde beide mannen vandaag voor het dreigen met een terroristisch misdrijf via het alarmnummer voor publieke diensten en het nodeloos gebruik maken van de alarmcentrale. Het tweetal kreeg beide een taakstraf van 160 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd met een proeftijd van twee jaar.

De twee zouden die avond van 16 november 2015 onder invloed van alcohol zijn geweest en brachten samen de nacht door in een schuurtje langs de A2. Daar hebben zij gegeten, gedronken en vuurwerk afgestoken. Op enig moment heeft een van de verdachten, in aanwezigheid van de ander, de alarmcentrale gebeld met de boodschap “u spreekt met de IS”, gevolgd door dreigementen waarin zij uitdrukten dat er binnen enkele minuten iets ergs zou gebeuren. Na het voeren van de telefoongesprekken met het alarmnummer zou het tweetal van simkaart geruild hebben.

De veroordeling ligt in lijn met hetgeen de advocaat-generaal twee weken eerder eiste, namelijk: een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van drie jaar en een werkstraf van 200 uur. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van een van de verdachten en het feit dat de ander niet eerder met justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke feiten.

Het OM was in hoger beroep gekomen nadat de rechtbank de twee in eerste aanleg vrijsprak, omdat niet duidelijk zou zijn wie van de twee daadwerkelijk het gesprek met de alarmcentrale zou hebben gevoerd. Het hof volgt in hoger beroep de beredenering van het OM dat het dossier voldoende blijk geeft van nauwe en bewuste samenwerking tussen de twee, en komt tot het oordeel van medeplegen. Het hof wijst in dat verband onder meer op de vaststelling dat de mannen samen naar het schuurtje zijn gegaan, daar samen een forse hoeveelheid alcohol hebben genuttigd, vuurwerk hebben afgestoken en komt tot het oordeel dat de twee ten tijde van de 112-gesprekken dusdanig dicht bij elkaar in de buurt hebben bevonden dat het telefoongesprek de ander niet kan zijn ontgaan. Het hof concludeert daarbij dat in het dossier geen aanwijzingen zijn gevonden waaruit blijkt dat de ander zich van het gevoerde telefoongesprek heeft gedistantieerd.