In hoger beroep tot 8 jaar cel geëist in moordzaak Tjeukemeer

De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft in hoger beroep celstraffen van 8, 6 en 2 jaar geëist tegen drie mannen, Semih K. (21 jaar, ten tijde van de strafbare feiten minderjarig), George H. (29 jaar) en Hendrik van der H. (32 jaar) wegens hun betrokkenheid bij de dood van een 35-jarige man uit Amsterdam in juni 2015.

In de ochtend van 20 juni 2013 werd door een voorbijganger een verbrand lichaam aangetroffen bij het recreatiegebied De Ulesprong aan het Tjeukemeer. Het slachtoffer bleek een 35-jarige man uit Amsterdam. Het slachtoffer is in de winkel van Engin K., de vader van Semih K. met geweld afgetuigd, waarschijnlijk daar overleden waarna zijn lichaam later is gedumpt bij het Tjeukemeer. De advocaat-generaal: “De wijze waarop hij werd aangetroffen is even gruwelijk als mensonterend. Zwart geblakerd, onherkenbaar verminkt en met draad en tape vastgebonden.” De reden van zijn gewelddadige dood moet worden gezocht in een conflict in de wereld van de illegale hennepteelt. Onderzoek wees uit dat het slachtoffer, voor zijn lichaam werd verbrand, door verstikking om het leven kwam; hij is dus niet bij leven verbrand.

Het opsporingsonderzoek leidde naar vier verdachten. Zij hebben op verschillende momenten, op verschillende manieren en in verschillende samenstellingen handelingen gepleegd die of tot de dood van het slachtoffer hebben geleid dan wel bedoeld waren om het lichaam te vernietigen of andere sporen weg te maken. Hoofdverdachte Engin K. is nog voor de behandeling bij de rechtbank overleden.

Semih K. wordt verweten dat hij samen met zijn vader het slachtoffer om het leven heeft gebracht. Ook George H. wordt verweten daadwerkelijk bij de dood van het slachtoffer betrokken te zijn geweest; hij was in de visie van het OM medeplichtig. Hij heeft de tape overhandigd aan de medeverdachten die het geweld pleegden. De tape speelde een rol bij het uiteindelijk stikken van het slachtoffer. Vervolgens heeft hij sporen weggemaakt. Van der H. wordt verweten dat hij een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het verbranden van het lichaam en het (daarmee) wegmaken van sporen. De zaak tegen Semih K. is achter gesloten deuren behandeld.

De geëiste straffen doen recht aan de ernst van het feit en de rol die de verdachten bij dit feit hebben gespeeld, zo stelde de advocaat-generaal. “De foto’s van het verbrande lichaam van het slachtoffer spreken voor zich. Dat roept de vraag op hoe iemand dat een ander mens kan aandoen. Moord is één van de zwaarste feiten uit het Wetboek van Strafrecht. Door een moord wordt een slachtoffer immers zijn meest fundamentele recht, dat op leven, ontnomen. Door een moord worden nabestaanden geconfronteerd met enorm leed. Een moord schokt de samenleving. Dat geldt temeer als die moord wordt gevolgd door het verbranden van het lichaam, een handeling die zo respectloos is, dat daarvoor geen woorden bestaan.”

De rechtbank veroordeelde K. tot 8 jaar cel wegens het medeplegen van doodslag, George H. tot twee jaar cel wegens medeplichtigheid aan moord en het wegmaken van sporen en Van der H. tot 18 maanden cel wegens het medeplegen van het verbranden van het lichaam.

Uitspraak over twee weken.