OM eist 150 uur werkstraf in hoger beroep tegen advocaat verdacht van valsheid in geschrifte
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch eiste vandaag in hoger beroep een werkstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf tegen een advocaat uit Bergen op Zoom. De advocaat wordt er van verdacht in een civiele procedure een voor zijn cliënt gunstige getuigenverklaring verklaring te hebben ingebracht terwijl vast staat dat die verklaring niet door de getuige was ondertekend.
De door de raadsman ingebrachte verklaring zag er door het tekstgebruik (eerste persoon enkelvoud) uit of die door de getuige zelf was opgesteld. De verklaring was niet ondertekend maar eindigde wel met de mededeling ‘was getekend’ en de naam van de getuige.
Uit het ingestelde onderzoek bleek dat de genoemde getuige ten tijde van het indienen van de getuigenverklaring bij het Gerechtshof (in de civiele procedure) was overleden, dat de raadsman de verklaring had opgesteld en dat de getuige de verklaring nimmer had ondertekend.
Bij de behandeling van de zitting bij het Gerechtshof heeft de advocaat over het voorgaande niets tegen het Gerechtshof verteld. In de ogen van het OM heeft de advocaat door zo te handelen de justitiële autoriteiten en derden bewust in de waan gelaten dat de verklaring door de getuige was afgelegd en dat er ook een ondertekend exemplaar bestaat.
Volgens de verdachte heeft hij misschien onzorgvuldig gehandeld, maar geen strafbaar feit gepleegd. Volgens de advocaat was de inhoud van de verklaring juist en had de getuige aan zijn cliënt aangegeven dat hij het met de inhoud eens was. Dat laatste had de advocaat niet meer bij de getuige geverifieerd en de advocaat stelde vandaag dat hij het stuk enkel op uitdrukkelijk verzoek van zijn cliënt had ingebracht.
De rechtbank veroordeelde de man eerder tot een taakstraf van 40 uur en 20 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf en een proeftijd van twee jaar. Het OM had eerder een werkstraf van 150 uur geëist en een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De verdachte was het met deze beslissing niet eens en ging in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een gelijke straf geëist als bij de rechtbank.
Het hof doet uitspraak op 27 juni.