In hoger beroep 6 jaar cel geëist voor poging doodslag echtgenote in Reusel

De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep 6  jaar cel geëist tegen een inmiddels 38-jarige man. In de visie van het OM heeft hij op 14 september 2011 in Reusel geprobeerd zijn toenmalige partner om het leven te brengen door haar met een mes in haar hoofd, nek en borst te steken, haar de adem te benemen met een stuk plastic en een handdoek en haar te proberen te wurgen. “Buitensporig geweld”, zo stelde de advocaat-generaal vandaag op de zitting.

Het gewelddadig incident vond ’s-nachts, vanuit het niets, in de eigen woning plaats. Bij de aanvang van het geweld sliep de vrouw. Vervolgens werd ze letterlijk wakker gestoken en volgde een gevecht op leven en dood. De buren belden 112 nadat zij wakker waren geworden door het geschreeuw. De politie trof de man bebloed aan op de trap. De vrouw werd hevig bloedend op bed gevonden. De vrouw wees haar man aan als de dader. Hij werd vervolgens aangehouden.

Al in de rechtbankprocedure opperde de verdediging van verdachte het alternatieve scenario dat de vrouw de zaak in scene zou hebben gezet en de verwondingen bij zichzelf zou hebben toegebracht. Ook zou zij haar man het middel GHB hebben toegediend. Dit zou verklaren waarom verdachte geen herinneringen meer heeft aan het gebeuren. De rechtbank ging hier niet in mee en oordeelde dat het door de verdediging geschetste alternatieve scenario volstrekt niet aannemelijk is geworden. Verdachte werd veroordeeld tot zes jaar cel. Hij ging in hoger beroep.

In hoger beroep is het gestelde alternatieve scenario van verdachte verder uitgediept. Er is in hoger beroep uitgebreid onderzoek gedaan door zowel het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) als door Indepent Forensic Services (IFS), een commerciële organisatie. Door beide zijn diverse rapportages en schriftelijke reacties opgesteld. Het NFI concludeert kort gezegd dat het aantal letsels en de variëteit aan letsels veel meer passen bij de verklaring van het slachtoffer dan bij het door de verdediging gestelde scenario dat het slachtoffer de letsels bij zichzelf heeft toegebracht en de plaats delict in scène heeft gezet. Deze conclusie sluit aan bij de eerdere bevindingen van het NFI. Het IFS stelt dat er veel meer aanwijzingen zijn dat de letsels aangetroffen bij het slachtoffer door haar zelf zijn toegebracht dan dat er aanwijzingen zijn dat de letsels door een ander zijn toegebracht. De letsels bij het slachtoffer zouden niet passen bij de hoeveelheden aangetroffen bloed en stolsels..

De advocaat-generaal heeft betoogd dat het door de verdediging geschetste alternatieve scenario “volstrekt onwaarschijnlijk, bizar zelfs” is en schuift de bevindingen van het IFS dan ook terzijde. “Allereerst had de deskundige niet de beschikking over alle stukken, waaronder foto’s van de bloedsporen die op verdachte zijn aangetroffen. Maar wat heeft het slachtoffer dan allemaal moeten doen? Ze zou zichzelf eerst messteken moeten hebben toegebracht, haar ogen bij zichzelf moeten hebben ingedrukt en iets bij haar hals hebben gedaan. Daarbij nog moeten bedenken dat ze moest schreeuwen en de verdachte nog GHB hebben toegediend, op angstige wijze krijsen en daarbij heeft ze nog moeten bedenken dat verdachte de dader was. En dan is het ook nog gissen naar het motief.” Er is in de visie van het OM dan ook geen enkele aanwijzing dat het slachtoffer het letsel bij zichzelf heeft toegebracht. De vrouw heeft van meet af aan haar man als dader aangewezenen is daar bij gebleven. Haar belastende verklaringen worden op vele punten ondersteund door steunbewijs in de zin van technisch en medisch bewijs en verklaringen van getuigen. Dat steunbewijs ontbreekt volledig bij het alternatieve scenario, zo vindt het OM.

De advocaat-generaal vindt dat de door de rechtbank opgelegde straf recht doet aan en passend is bij de ernst van de feiten, de gevolgen voor het slachtoffer en de persoon van de verdachte. “Er is niets bekend over de intentie van verdachte. In de visie van het OM is zijn handelen doelgericht geweest op het toebrengen van dodelijk letsel. Het is aan het verzet en hulpgeroep van het slachtoffer te danken geweest dat het geweld van verdachte geen dodelijke afloop heeft gehad. Het OM heeft moeite met de manier waarop de verdediging van verdachte met de vrouw is omgesprongen. Respectloos en grievend. De verdachte moet zijn verantwoordelijkheid dragen voor zijn handelen.” Ondanks dat het onderzoek in hoger beroep lang geduurd heeft hoeft dat wat het OM betreft geen lagere straf voor verdachte op te leveren. “Het langdurige onderzoek is in belangrijke mate te wijten aan het aanvullende onderzoek dat heeft plaatsgevonden op verzoek van de verdediging.”

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.