OM niet in cassatie in zaak tegen De B. voor betrokkenheid Twentekanaalmoord
Het OM heeft geen cassatie ingesteld tegen de uitspraak in hoger beroep in de zaak tegen een man uit Hengelo, De B.. De B. werd in februari jl. door het gerechtshof Arnhem ontslagen van alle rechtsvervolging voor zijn rol bij de zogenoemde Twentekanaalmoord. Het OM had in hoger beroep één jaar gevangenisstraf geëist. Na zorgvuldige bestudering van het arrest ziet het OM onvoldoende juridische aanknopingspunten om tegen het oordeel van het hof cassatie in te stellen.
Het OM deelt niet de visie van het hof dat De B. ten tijde van de feiten onder grote psychologische druk stond door de –inmiddels onherroepelijk veroordeelde –medeverdachte en daar geen weerstand aan kon bieden. Ondanks dat het OM zich niet kan vinden in de uitspraak, biedt de uitspraak onvoldoende juridische aanknopingspunten om cassatie in te stellen. De Hoge Raad kijkt uitsluitend of het recht juist is toegepast dan wel of de procedures op de juiste wijze zijn gevolgd. De beoordeling door het hof is echter feitelijk; het gaat om de waardering van het bewijs en de daaruit voortvloeiende conclusies. Dat is voorbehouden aan de feitenrechter en biedt geen aanknopingspunt voor cassatie. Ook heeft het hof de uitspraak voldoende en niet onbegrijpelijk gemotiveerd. Ook op dat punt ziet het OM geen aanknopingspunt om in cassatie te gaan.