Na cassatie zes jaar en acht maanden cel geëist voor pogingen moord op echtgenote in gemeente Hulst

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van zes jaar en acht maanden geëist tegen een inmiddels 39-jarige man uit België. De man wordt ervan verdacht dat hij op 15 juni 2009 in de gemeente Hulst meermalen en op verschillende wijzen heeft geprobeerd zijn echtgenote om het leven te brengen.

De aanleiding van de gewelddadige actie van de man is zeer waarschijnlijk de eerdere bekentenis van het slachtoffer dat zij gevoelens had voor een andere man. Een aantal dagen later heeft verdachte 's nachts een vuisthamer gepakt en haar daarmee meerdere malen op haar hoofd geslagen terwijl zij op dat moment lag te slapen. Direct daarna probeerde hij de vrouw te wurgen. Nadat het slachtoffer, dat wakker was geworden, de man had gesmeekt hiermee te stoppen en het alarmnummer te bellen, staakte hij eerst de aanval. Het slachtoffer vluchtte naar de woning van de buren om hulp te zoeken, maar daar werd aanvankelijk niet open gedaan. De verdachte is achter de vrouw aangegaan met een paraplu en sloeg daarmee wederom op haar in. Het slachtoffer probeerde de slagen af te weren en pakte de paraplu vast, waardoor deze afbrak. Daarna stak de verdachte de vrouw met het scherpe puntige stuk van de afgebroken paraplu in haar hals, bovenarm, rug en tussen de schouderbladen. Eerst nadat de vrouw toch bij de buren naar binnen werd gelaten was ze veilig voor de aanval van haar man.

In de visie van het OM heeft de verdachte zich verscheidene keren, te weten bij het wurgen, het slaan met de hamer en het steken met de afgebroken paraplu, schuldig gemaakt aan poging tot moord. Er is dus sprake van handelen met voorbedachte raad. Voorbedachte raad wijst erop dat verdachte zich rekenschap heeft gegeven van de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad.

Bij de strafeis heeft de advocaat-generaal (OM) meegewogen dat verdachte door de vrouw te slaan met een hamer op haar hoofd en te steken met de afgebroken paraplu een levensbedreigende situatie heeft gecreëerd. De situatie had voor de vrouw fataal kunnen aflopen. De advocaat-generaal vindt dan ook dat een eis van zeven jaar op zich recht doet aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Gelet op het tijdsverloop acht de advocaat-generaal een mindering van vier maanden op zijn plaats.

Het gerechtshof in Den Haag achtte in 2012 eveneens bewezen dat de verdachte zijn vrouw probeerde te vermoorden en veroordeelde de man – na een eis van zeven jaar - tot een gevangenisstraf van zes jaar. De verdachte was het niet eens met de uitspraak en stelde hiertegen beroep in cassatie in. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en wees de zaak voor een nieuwe berechting terug.

Uitspraak (naar verwachting) op 8 maart.