In hoger beroep hogere straf geëist voor verkrachting Enschede
De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft in hoger beroep een celstraf van vier jaar waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en een contactverbod geëist tegen een inmiddels 27-jarige man. In de visie van het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan mishandeling en verkrachting van een vrouw op 17 november 2015 in haar woning in Enschede.
Op de bewuste dag wilde de man een geldbedrag terughalen dat hij het slachtoffer ooit geleend zou hebben. Het bezoekje mondde uit in bedreiging, zware mishandeling en verkrachting van het slachtoffer in haar eigen slaapkamer. De vrouw werd in het gezicht geslagen, met een keukenmes bedreigd, vastgepakt en haar luchtpijp werd dichtgeknepen. Vervolgens heeft verdachte het slachtoffer onder stemverheffing naar boven geleid, haar laten uitkleden en haar verkracht. De verdachte en het slachtoffer kenden elkaar en waren bevriend.
De verdachte bekent de mishandeling maar niet de bedreiging en verkrachting. Desondanks vindt de advocaat-generaal dat het dossier voldoende bewijs bevat dat de zeer gedetailleerde verklaringen van het slachtoffer ondersteunt. Dit bewijs bestaat onder andere uit verklaringen van een buurvrouw, resultaten van het DNA-onderzoek en foto’s die in de woning zijn gemaakt.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot drie jaar cel na een eis van de officier van justitie van eveneens drie jaar. De verdachte stelde hoger beroep in.
De advocaat-generaal vindt een hogere strafeis op zijn plaats in verband met een aantal strafverzwarende omstandigheden en de “volstrekt foute houding van verdachte”. “Het gaat om een uiterst brute verkrachting en mishandeling. Als strafverzwarend gelden de bedreiging met een mes, het gebruikte geweld, dat het in de woning van het slachtoffer plaatsvond, dat er geen condoom is gebruikt en dat ook de dochter van het slachtoffer in de woning aanwezig was. De verdachte bagatelliseert de mishandeling, het enige feit dat hij overigens bekent. Hij geeft aan dat iedereen zo zou hebben gereageerd als je maar lang genoeg wordt gemanipuleerd en er spelletjes met je worden gespeeld. Verdachte is eerder veroordeeld voor geweldsdelicten. Hij betuigt geen spijt, vertoont weerstand en wil geen hulp.” Het voorwaardelijk deel van de geëiste straf moet verdachte ervan weerhouden in de toekomst vergelijkbare delicten te plegen en het slachtoffer verder lastig te vallen.
Indien het Hof de eis van de advocaat-generaal zou volgen zou verdachte netto een jaar langer moeten vastzitten en niet in aanmerking komen voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.