Openbaar Ministerie gestart met afhandeling verzetzaken noodverordeningen

Het Openbaar Ministerie (OM) is gestart met het beslissen op verzetschriften die zijn ingediend tegen een boete op grond van de noodverordeningen. De officier van justitie beoordeelt de zaken en brengt de zaak vervolgens voor de rechter of vernietigt de strafbeschikking. De eerste zaken die aan de rechter worden voorgelegd, komen eind september en begin oktober op een zitting.

Sinds eind maart kunnen politie en Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) een proces-verbaal uitschrijven voor overtreding van een van de COVID-19 noodverordeningen. Deze processen- verbaal worden beoordeeld door het OM en bij voldoende bewijs wordt een strafbeschikking opgelegd.

Herbeoordeling

Degene die zo’n strafbeschikking heeft gekregen kan daartegen in verzet gaan als hij of zij het er niet mee eens is. Volgens de laatste peildatum op 28 juni 2020 is er ruim 3000 keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordening. Deze zaken worden opnieuw door het OM beoordeeld. Daarbij kijkt de officier van justitie enerzijds naar het proces-verbaal en de noodverordening die op dat moment en op die plek gold en anderzijds naar de in het verzetschrift aangedragen omstandigheden en argumenten. De officier van justitie stelt daarna opnieuw vast of er in een zaak nog sprake is van een strafbaar feit waar voldoende bewijs voor is. Als dat het geval is, legt de officier van justitie de zaak aan de rechter voor. Is het proces-verbaal bij nader inzien onvoldoende onderbouwd en is geen sprake meer van een bewijsbaar strafbaar feit, dan vernietigt (seponeert) de officier de strafbeschikking. Ook kan de officier een lager boetebedrag opleggen als wél sprake is van een strafbaar feit, maar de omstandigheden een lagere boete rechtvaardigen.

Rechtszittingen

De komende periode worden alle verzetten tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordeningen beoordeeld. Inmiddels zijn de eerste kantonzittingen voor deze zaken gepland: op 28 september in Utrecht, 5 oktober in Arnhem en 8 oktober in Rotterdam. Degenen die in verzet zijn gegaan tegen de strafbeschikking krijgen dan de mogelijkheid om hun argumenten toe te lichten, waarna de rechter alles overweegt en een beslissing neemt over de zaak. Van de zaken waarin de strafbeschikking wordt vernietigd of een lager boetebedrag wordt opgelegd krijgen de betrokkenen bericht.