Straffen voor Nederlandse bedrijven en personen vanwege betrokkenheid bij bouw Krimbrug
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar verschillende bouw- en ingenieursbedrijven die betrokken zijn geweest bij de bouw van de Krimbrug tussen Rusland en Oekraïne in de periode van 2014 tot en met 2017. Dit onderzoek is afgerond. De strafzaken tegen vier bedrijven en acht personen zijn inmiddels buitengerechtelijk afgedaan. Het OM verwijt deze bedrijven en personen dat zij opzettelijk onderdelen hebben verkocht en technische bijstand hebben verleend voor de bouw van de Krimbrug.
Strafrechtelijk onderzoek
Op 1 september 2017 verscheen in Dagblad De Gelderlander een artikel over de vermeende betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de bouw van de Krimbrug. Dit bericht was aanleiding voor Team Precursoren, Strategische goederen en Sanctiewetgeving (Team POSS) van de Douane en het OM om een strafrechtelijk onderzoek te starten naar – in ieder geval – de in het artikel genoemde bedrijven. Hieruit is gebleken dat Nederlandse bedrijven en personen ten behoeve van de bouw van de Krimbrug goederen hebben ontwikkeld en geleverd, zoals (onderdelen van) heihamers, trilhamers en powerpacks. Verder is in het kader van deze leveringen zowel in Nederland als op locatie technische bijstand verleend.
Ernst van de feiten
Volgens het OM mag van de verdachte bedrijven worden verwacht dat zij bekend zijn met de geldende regels ten aanzien van de landen en regio’s waar zij bedrijfsactiviteiten uitvoeren. Door de handelswijze van de bedrijven hebben zij het doel en de effectiviteit van internationale sancties ondermijnd. Mede door de inzet van Nederlandse kennis en kunde is de Krimbrug gebouwd.
Straffen en ontneming
De strafzaken tegen bovenstaande bedrijven en personen zijn buitengerechtelijk afgedaan met transacties en strafbeschikkingen. Acht personen zullen een taakstraf, variërend van 20 tot 60 uur, uitvoeren. De bedrijven hebben aan de Staat geldboetes van in totaal 160.000 euro betaald. Bij de vaststelling van de boetebedragen heeft het OM rekening gehouden met het boetemaximum in de betreffende periode, het aantal strafbare feiten, de verstreken jaren sinds de feiten, de ernst van de feiten en de periode waarover de feiten zijn gepleegd.
Door het plegen van de sanctieovertredingen heeft één bedrijf met het leveren van de verboden goederen en diensten voordeel behaald. Dit illegaal verkregen voordeel ten bedrage van 71.330 euro is door het OM ontnomen.
Voor het OM zijn deze zaken hiermee afgedaan.
Internationale sancties
In juni 2014 heeft de Europese Unie in Verordening (EU) nr. 692/2014 sancties opgelegd naar aanleiding van de inlijving van de Krim en Sebastopol door Rusland. De Europese Unie veroordeelt deze illegale annexatie en daarmee de schending van internationaal recht. Op grond van deze sancties is het sindsdien in bepaalde gevallen verboden om goederen te verkopen en technische bijstand en diensten te verlenen aan personen en bedrijven in de Krim of voor gebruik in de Krim.
In Nederland is overtreding van deze sancties strafbaar gesteld in de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014, de Sanctiewet 1977 en de Wet op de economische delicten.
In totaal lopen er sinds de invasie ruim 75 strafrechtelijke onderzoeken naar mogelijke overtredingen van sanctiewetgeving in relatie tot Rusland en Belarus. In een aantal van deze zaken zitten verdachte personen al enige tijd in voorlopige hechtenis.
Voornemen verdere vervolging
Uit het strafrechtelijk onderzoek van team POSS komt naar voren dat verschillende andere bedrijven betrokken zijn geweest bij de gepleegde strafbare feiten. Het OM is van oordeel dat er voldoende bewijs is dat zij strafbare feiten hebben gepleegd. Een afdoeningsbeslissing in deze strafzaken volgt naar verwachting binnen enkele maanden.
Daarnaast is het OM voornemens om enkele natuurlijke personen te dagvaarden. Het is aan de rechter om de feiten ten aanzien van die natuurlijke personen vast te stellen.