Eis: 27 jaar tegen Syriër uit Kapelle vanwege oorlogsmisdrijf
27 jaar gevangenisstraf. Het Openbaar Ministerie eiste vandaag een hoge gevangenisstraf tegen een Syrische man op verdenking van het plegen van een oorlogsmisdrijf, en voor het leiderschap van een terroristische organisatie. Het is voor het eerst dat in Nederland iemand vanwege een executie in Syrië voor de rechter staat.
De 49-jarige verdachte kreeg in 2014 asiel in Nederland en vestigde zich in het Zeeuwse Kapelle. Uit Duits opsporingsonderzoek kwam naar voren dat hij mogelijk betrokken was bij oorlogsmisdrijven. In het vervolgonderzoek werd een video gevonden waarop verdachte mogelijk te horen was. Op die video uit 2012 is te zien hoe een gevangengenomen man, een luitenant-kolonel van de Syrische luchtmacht, naar de oever van een rivier wordt geleid en daar met veel schoten wordt geëxecuteerd. In het onderzoek vond de politie meer video’s van deze executie, waaronder een versie waarop de verdachte te zien is.
Standrechtelijke executie
De verdachte was volgens het Openbaar Ministerie commandant van een lokale strijdgroep in het oosten van Syrië die zich aansloot bij terreurgroep Jabhat al-Nusra. Deze jihadistische groepering, het Syrische filiaal van Al Qaeda, probeerde op gewelddadige wijze een streng islamitische samenleving op te leggen aan de burgerbevolking.
De terreurgroep vocht ook tegen het leger van de Syrische president Assad. De officier van justitie ging in op die strijd:
“Het staat niet ter discussie dat het leger van Assad en Assad zelf verantwoordelijk zijn voor misdadige mensenrechtenschendingen van de ernstigste soort. De legitimiteit van het verzet tegen het regime van Assad staat in deze zaak ook niet ter discussie. Het gaat in deze zaak om de legitimiteit van de vorm van het verzet. En dat is geen technische kwestie, zoals blijkt uit de beelden van de executievideo. Hier wordt een man standrechtelijk geëxecuteerd zonder enige vorm van proces. Dat is de reden dat verdachte terechtstaat voor een oorlogsmisdrijf.”
Schokkende beelden
Volgens het Openbaar Ministerie heeft de verdachte met de executie de regels van het oorlogsrecht geschonden. Daarin is onder meer bepaald dat strijders die gevangen zijn genomen niet gemarteld mogen worden, en niet zonder een vorm van proces mogen worden gedood. De officier van justitie toonde en beschreef de schokkende beelden op de video:
‘Bebloed en vastgebonden loopt hij naar de rivier. Tollend op zijn benen kijkt hij op de laatste momenten van zijn leven in de lopen van een revolver en een Kalasjnikov. “Bij God ik heb niemand vermoord”.
Het maakte het niet uit of het slachtoffer wel of niet iemand had vermoord. (..) Hij is om een andere reden vermoord. Uit wraak. Omdat hij een Alawiet is. Omdat hij in het leger van Assad diende.'
Geolocatie en stemherkennend onderzoek
Nederland kan deze Syriër vervolgen omdat hij hier woont. Vanwege de oorlogssituatie en het ontbreken van een juridische relatie, kon er in Syrië zelf geen onderzoek uitgevoerd worden. Toch lukte het om de feiten vast te stellen. Zo zijn er diverse getuigen opgespoord en gehoord, in verschillende landen. Een getuige-deskundige heeft geadviseerd over de waardering van de getuigenverklaringen, bezien vanuit de Oost-Syrische stammencultuur.
Ook is er veel aandacht besteed aan verificatie van het videomateriaal, onder meer met behulp van geolocatie en stemherkennend onderzoek. Deskundigen van het NFI kwamen tot de conclusie dat de ondervraging van het slachtoffer aan verdachte kan worden toegeschreven.
De uitspraak is op 16 juli 2021