OM-reactie op #metoo
Het Openbaar Ministerie krijgt veel vragen naar aanleiding van de zogenoemde #metoo-discussie.
De gedragingen die in deze discussie naar voren komen variëren van ongewenst gedrag tot strafbaar gedrag op zedengebied. Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Voor het OM-beleid wordt verwezen naar de aanwijzing zeden: http://wetten.overheid.nl/BWBR0037821/2016-05-01
Aangiften naar aanleiding van deze discussie worden door het OM net zo behandeld als andere zedenzaken. Zo heeft een officier van justitie in Den Haag een zaak in onderzoek.
Slachtoffers
Slachtoffers kunnen vanzelfsprekend vertellen wat ze is overkomen, zonder dat ze daarvoor eerst aangifte hoeven te doen of bewijs hoeven te vergaren. Dit is niet anders dan bij andere strafbare feiten. De wettelijke grens die daarbij geldt, is die van smaad en laster. Dat betekent dat in beginsel uiterst voorzichtig moet worden omgegaan met het noemen van namen van degenen die het misbruik zouden hebben gepleegd of van herleidbare kenmerken van deze mensen. Het OM ziet daar op toe.
Regie bij slachtoffer
Slachtoffers kunnen altijd aangifte doen. Ernstige zedendelicten verjaren in zijn algemeenheid niet. Wel doen zij er verstandig aan het incident zo snel mogelijk te melden bij de politie of bij een centrum seksueel geweld. Bewijs in zedenzaken is moeilijk, maar zeker niet onmogelijk. Het strafrechtelijk onderzoek is echter gebaat bij zo weinig mogelijk tijdsverloop en zo weinig mogelijk beïnvloeding van verklaringen. Hoe meer tijd er verstrijkt tot de melding bij de politie, hoe moeilijker het wordt bewijs te vinden. Een tweede voordeel is dat het slachtoffer op zo kort mogelijke termijn de juiste medische en psychosociale hulp kan krijgen.
Het uitgangspunt van de politie en OM in zedenzaken is dat slachtoffers zélf bepalen of ze al dan niet aangifte doen. Het OM wil een slachtoffer niet tegen zijn zin betrekken in een strafrechtelijke procedure, om te voorkomen dat iemand voor de tweede keer slachtoffer wordt.
Strafbaar
Ongewenst seksueel gedrag tussen volwassenen is strafbaar in een aantal situaties. Ten eerste als er sprake is van dwang. Er is sprake van dwang als de verdachte weet dat de ander niet wil én hij/zij – bijvoorbeeld door middel van geweld of een afhankelijkheidsrelatie –die ander tot seksuele handelingen dwingt. Als de seksuele handelingen bestaan uit seksueel binnendringen, dan is er sprake van verkrachting. Als er geen sprake is van seksueel binnendringen, dan is het aanranding.
Ambtshalve
Een slachtoffer kan na een informatief gesprek met de politie besluiten geen aangifte te doen. De inhoud van dat gesprek wordt dan toch voorgelegd aan het OM. Het OM bekijkt of er aanleiding is om ambtshalve onderzoek te doen. Dat houdt in dat het OM zelf onderzoek instelt. Dit kan het geval zijn als er bijvoorbeeld gevaar is voor derden of voor het slachtoffer zelf. Het OM kan dan ook besluiten op basis van informatie van derden ambtshalve een onderzoek te laten instellen.
De afgelopen jaren hebben politie en OM geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van het politieonderzoek naar zedenzaken. In alle politie-eenheden zijn er gespecialiseerde zedenteams en de zaken worden aangestuurd en beoordeeld door zedenofficieren. De afgelopen jaren is de politie er in geslaagd ongeveer 80% van de zedenzaken binnen zes maanden na de aangifte aan het OM voor te leggen. De politie heeft hiervoor voldoende capaciteit.