OM gaat niet over tot strafvervolging naar aanleiding van treinongeval bij Voorschoten

Het Openbaar Ministerie (OM) gaat niet over tot strafrechtelijke vervolging naar aanleiding van het treinongeval bij Voorschoten op 4 april 2023. Onderzoek door de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en de Landelijke Eenheid van de Politie (sinds 1 januari 2024 de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties) wijst niet uit dat er strafbare feiten zijn gepleegd die leidden tot het ongeval.

Toedracht

Op 4 april 2023 heeft rond half vier ‘s ochtends ter hoogte van treinstation Voorschoten een aanrijding plaatsgevonden tussen een goederentrein en een kraan op lorries. De kraan werd ingezet voor onderhoudswerkzaamheden aan het spoor. In verband met die werkzaamheden waren twee van de vier naast elkaar gelegen sporen buiten dienst gesteld. Kort voor afronding van de werkzaamheden werd de kraan alvast teruggereden naar de uitzet- en oversteekplaats bij het station. Daar zou gewacht worden op de rest van de werkploeg om gezamenlijk de twee andere sporen over te steken. Voor die oversteek zou een tijdelijke buitendienststelling van die twee sporen aangevraagd worden bij de treindienstleider, die hier een signaal voor af zou geven. Voordat deze buitendienststelling was verkregen en voordat de rest van de werkploeg op de afgesproken plek gearriveerd was, heeft de machinist van de kraan de oversteek ingezet en is daarbij in aanrijding gekomen met een passerende goederentrein. Brokstukken van de kraan en van het perron zijn op het naastgelegen spoor terechtgekomen. De passagierstrein die kort daarna over dat spoor passeerde, is in aanrijding gekomen met die brokstukken en als gevolg daarvan ontspoord. Inzittenden van deze trein raakten daarbij gewond. De kraanmachinist heeft de aanrijding niet overleefd.

Ongeval

Het onderzoek van de NLA en politie heeft uitgewezen dat de onderhoudswerkzaamheden conform de binnen de branche geldende veiligheidsvoorschriften zijn uitgevoerd. In de communicatie tussen ploegleiding en kraanmachinist zijn geen tekortkomingen vastgesteld. Met de kraanmachinist was afgesproken om te wachten op de rest van de werkploeg voordat er overgestoken zou worden. Het is niet te achterhalen waarom de kraanmachinist, ondanks deze afspraak, eerder aan de oversteek is begonnen. Er zijn geen technische gebreken aan de kraan vastgesteld en er zijn geen aanwijzingen dat de kraanmachinist onwel zou zijn geworden of de kraan opzettelijk voor de goederentrein zou hebben geplaatst. Het OM concludeert dus dat er sprake is van een ongeval.

De nabestaanden van het slachtoffer, de betrokken medewerkers en het personeel en de inzittenden van de passagiers- en goederentrein zijn inmiddels van de beslissing van het OM op de hoogte gebracht.