Rijksrecherche onderzoek naar scooterongeval Spijkenisse afgerond

Uit het onderzoek van de Rijksrecherche is niet vast komen te staan hoe een scooterrijder op 25 augustus 2020 in Spijkenisse, na een achtervolging, zwaargewond raakte. Vanwege betrokkenheid van een agent bij het incident deed de Rijksrecherche onderzoek naar de toedracht.

Achtervolging

Op die dinsdag surveilleerde de agent nabij het metrostation Heemraadlaan in Spijkenisse. De agent zag daar vijf of zes jongens bij twee scooters staan. De scooters waren niet voorzien van een kentekenplaat. Door het gedrag van de jongens kreeg de agent de indruk dat de scooters mogelijk van diefstal afkomstig waren. Bij het zien van de politieauto sloegen de jongens op de vlucht. De agent besloot om de verdachte, die geen helm droeg en harder reed dan de toegestane snelheid, te achtervolgen om hem vervolgens aan te houden. 

Tijdens de achtervolging besloot de agent een lichte ‘tik’ met de auto te geven tegen de scooter. Dit had geen effect, zo is ook te zien op beelden. De agent zag dat verdachte een trappende beweging maakt richting de politiewagen. Kort daarna reed de agent weer naast de scooterrijder. Die verloor even later de controle over het stuur en botste tegen een boom.

Geen wettig en overtuigend bewijs

Achtervolgen van een scooter, door een auto, op een fietspad, met snelheden van meer dan 40 km/u, levert onder normale omstandigheden een ernstige verkeersovertreding op. Voor politiemensen is dit anders. In de uitvoering van hun publieke taak, kan een strikte naleving van de verkeersregels niet steeds worden gevraagd. Van een politieagent mag worden verwacht dat hij ingrijpt als hij misstanden vaststelt of vermoedt.

Hoewel de agent de grenzen van het toelaatbare van zijn bevoegdheden als politieambtenaar heeft opgezocht, zijn de achtervolging en de tik wel rechtmatig en voldeden ze aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Wat de exacte oorzaak van het ongeval is geweest, is na onderzoek van specialisten van de Rijksrecherche en de Verkeers Ongevallen Analyse (VOA) van de eenheid Den Haag niet vast komen te staan. Hierdoor is er geen bewijs dat de agent verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ongeval.

Het Openbaar Ministerie heeft het slachtoffer en de betrokken politieman laten weten dat er geen strafrechtelijke vervolging wordt ingesteld.